Eerst waren de terminaal zieken aan de beurt. Mensen die er bijna waren geweest, dus. Daarna de chronisch zieken, op de voet gevolgd door de psychiatrische patiënten. Na enige tijd kwamen de beginnend dementerenden in het vizier. En vervolgens de gevorderd dementerenden die hun wil niet meer goed konden uiten. De volgende categorie was de groep mensen met een stapeling van ouderdomsklachten. Hierbij sloten zich de mensen met een voltooid leven aan. En tenslotte – voor dit moment althans – was er een Coöperatie Laatste Wil, die zelfmoordpoeder wil verstrekken aan alle liefhebbers.
Dit is zo ongeveer het traject dat euthanasie in ons land heeft gelopen. Bert Keizer, arts in een levenseindekliniek, beschreef vorig jaar in dagblad Trouw op kraakheldere wijze deze ontwikkeling. Hij deed dit naar aanleiding van zijn bezoek aan de Deense Ethische Raad. Die was verbijsterd over deze gang van zaken in Nederland. Altijd prettig voor een directeur van een Nederlandse pro-life-organisatie om dit vanuit het buitenland te horen, trouwens. Te midden van al het seculiere en progressieve geweld in eigen land kun je zomaar gaan twijfelen aan je eigen beoordelingsvermogen.
Maar de Denen staken hun afkeer van het Nederlandse euthanasiebeleid niet onder stoelen of banken. Zij betitelden euthanasie als ernstig afbreuk doen aan de waardigheid van het leven. Eén van de Deense ethici vond de Nederlandse euthanasiepraktijk getuigen van onvolwassen gedrag. Een puberaal wegvluchten voor de ellende van het leven. Ik vind dat een treffende gedachte. Wij kunnen niet meer uit de voeten met lijden en pijn. Zelfs een zeurderige kies vraagt direct om verdoving en een snelle ingreep. Dat lijden bij het leven hoort, is een onverdraaglijke gedachte voor velen. Lijden aan je leven is niet meer van deze tijd.
Lijden hoort er gewoon bij. We moeten weer eens wat flinker zijn en niet zo gauw piepen. Het leven is niet altijd zonneschijn. Allemaal waar, en best goed om af en toe hardop te zeggen. En toch. Als ouderling vanuit mijn kerk heb ik verschillende sterfbedden meegemaakt. Sommige daarvan waren ontluisterend. Iedere waardigheid was zoek. Het bevredigt niet om dan wat stoere taal uit te slaan over volhouden of hoop houden. In die zin had ik best begrip voor Trouw-columnist Sylvain Ephimenco, die ook aanhaakte bij het opinieartikel van Keizer. ‘De doodsstrijd van mijn vader voegde geen enkele waardigheid aan zijn leven toe.’
Op indringende wijze beschrijft Ephimenco de laatste dagen van zijn vader. ‘Vier dagen lang kijken naar zijn verwrongen mond die geen woord meer kon produceren maar toch wijd open bleef en een stille schreeuw om hulp de kamer instuurde. Als een defect object dat nutteloze lucht blijft opzuigen. En niemand om zijn bed die vond dat deze vorm van afzichtelijk leed iets van waardigheid aan zijn leven toevoegde.’
Lijden in verband brengen met de waardigheid van het leven vind ik geen goed antwoord in de strijd tegen euthanasie. Voor christenen is het doorslaggevende argument dat het leven aan God toebehoort. Wij mogen daar niet eigenmachtig over beschikken. Voor niet-gelovigen is dit niet overtuigend. Dan is het meest krachtige argument dat wij met onze euthanasiepraktijk ver boven onze macht grijpen. Beschikken over leven en dood is te groot voor de mens. We laten een geest uit de fles die nooit meer terug kan, maar alleen maar groeit. Een Frankenstein-scenario. We kunnen wel een doodscultuur scheppen, maar niet beheersen. Zie de kille opsomming in de eerste alinea. Steeds meer groepen mensen worden aangemerkt als ‘geschikt’ voor de dood. Het proces houdt zich zichzelf op gang. In 1975 werd in Nederland voor het eerst euthanasie toegepast. In 2017 gebeurde dit zesduizend keer. Een kwart van de gevallen wordt niet gemeld.
Bert Keizer vertelt hoe de Denen een parallel trokken met euthanasiepraktijken van de nazi’s. Ik wil uitdrukkelijk géén vergelijking maken met nazi-Duitsland, toen in het verband van Aktion-T4 meer dan honderdduizend zieken, psychiatrische patiënten en geestelijk beperkten werden gedood. De nazi’s spraken over ‘genadedoding’ (Gnadetod), omdat langs deze weg zinloos lijden werd beëindigd. Zo’n vergelijking slaat de plank mis en maakt een gedachtewisseling onmogelijk. Maar ik mag wel de vraag stellen aan alle voorstanders van euthanasie of zij er absoluut van overtuigd zijn dat de ontwikkeling, zoals geschetst in de eerste alinea, nooit zal uitlopen op een cultuur waarbij kwetsbaren moeten vrezen voor hun leven. Ik zou als arts van zo’n vraag wakker liggen.
De NPV is een algemeen christelijke organisatie – bestaande uit ruim 55.000 leden – die opkomt voor leven dat kwetsbaar is en broos, voor ieder mens, in welke levensfase dan ook. Dit doet zij door beleidsbeïnvloeding, persoonlijk advies en toerusting en door middel van NPV-Thuishulp: vrijwilligers bieden bij hulpbehoevenden zoals ouderen en zieken praktische hulp aan huis. Ook mantelzorgers kunnen rekenen op ondersteuning door de NPV. Er zijn ruim 6.500 NPV-vrijwilligers actief en er worden in totaal meer dan 140.000 uren aan vrijwillige thuishulp verleend.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!