Meer dan honderdduizend arbeidsmigranten wonen en werken in Zuid-Holland. Zij leven vaak in mensonwaardige situaties, overgeleverd aan gemeenten en werkgevers. De provincie moet strenger zijn tegen gemeenten die deze migranten geen huis geven, vinden D66-raadsleden Caroline Verduin en Joan Nunnely.
Zuid-Holland is als economische regio steeds meer afhankelijk van de goedkope arbeid van arbeidsmigranten. Tuinderijen, distributiecentra en slachterijen kennen voornamelijk arbeidsmigranten als werknemers. Cruciaal voor onze economie, maar we zien in de grote steden een schaduwkant. Arbeidsmigranten verkeren daar in mensonwaardige situaties. Met het adviesrapport Roemer uit 2020 zijn de gemeentes en het Rijk gewezen op de slechte huisvesting en het gebrek aan actie van werkgevers en overheid. Actie is nodig, maar ook de provincie mag niet langer achteroverleunen en moet ingrijpen.
Arbeidsmigranten komen naar ons land met de ambitie om hard te werken en goed geld te verdienen, om later weer terug te keren naar het land van herkomst. Naar schatting wonen en werken 115.000 arbeidsmigranten in Zuid-Holland. In de Zuid-Hollandse regio is ontzettend veel werk voor arbeidsmigranten. Elke ochtend vertrekken busjes vanuit Den Haag en Rotterdam richting het Westland, Voorne-Putten en distributiecentra in omliggende gemeentes.
Afgelopen winter hebben we gezien dat steeds meer arbeidsmigranten dakloos raken
In de grotere steden van Zuid-Holland zien we dat een groeiende groep arbeidsmigranten opgehokt zit. Migranten wonen bijvoorbeeld met tien anderen in appartementen. Geen privacy, alleen een matrasje, maar wel 400 euro per maand betalen. In nog schrijnendere situaties raken zij zelfs nog dit plekje kwijt, omdat de huisbaas ook de werkgever is en werk gekoppeld is aan woonruimte.
We zien dat arbeidsmigranten daarmee in een kwetsbare situatie verkeren, waarbij ze bij ontslag of bij het ophouden van het werk niet alleen hun inkomen maar ook hun woning kwijtraken. Afgelopen winter hebben we gezien dat steeds meer arbeidsmigranten dakloos raken. Ze leven in tentjes voor Den Haag Centraal, in het Haagse Bos of het Zuiderpark en in Rotterdam in het park bij de Maashaven.
Ook werkgevers moeten hun bijdrage leveren aan het welzijn van EU-arbeidsmigranten. Dit betekent dat werkgevers die gebruikmaken van arbeidsmigranten ook verantwoordelijk moeten blijven voor huisvesting van deze mensen nadat het (seizoens)werk erop zit.
En ja, laten we ook op provinciaal niveau afspraken maken, want ook provincies delen in deze zorgplicht. De verwachting is dat er een grote toename zal plaatsvinden van het aantal arbeidsmigranten in Zuid-Holland. De omvang van deze groep professionals groeit nu al. Het kan niet zo zijn dat mensen die hard werken, op straat moeten slapen als het even minder gaat.
Wij vinden dat dit niet langer kan. De mensen die zorgen dat een pakketje de volgende dag is bezorgd, dat een vaas gevuld is met verse bloemen en dat een stukje vlees op ons bord ligt, die mensen verdienen de kans op goede huisvesting dichterbij het werk. De provincie kan niet achteroverleunen, maar moet ingrijpen door flexibele huisvesting mogelijk te maken in gebieden waar veel arbeidsmigranten werken. Gemeenten en werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de huisvestingsproblemen zelf oplossen. Je kunt niet slechts de lusten hebben, met (te) goedkoop arbeid, zonder ook de lasten te dragen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!