In de berichtgeving over coronavaccinaties wordt Israël steevast neergezet als de vaccinatie-superster. En inderdaad: het land heeft het vaccinatieprogramma razendsnel op poten, als je tenminste de Palestijnen in de bezette gebieden niet meetelt.
Israël weigert namelijk de burgers die het bezet houdt te voorzien van het levensreddende vaccin. Sterker nog, Israël zet de toelating van het vaccin tot de Gazastrook in als politiek drukmiddel om concessies van Hamas af te dwingen. Dit is niet alleen misdadig, maar ook onverstandig.
Ongeveer vijf miljoen Palestijnen leven onder de Israëlische bezetting. Hoewel volgens de Geneefse Conventies hun gezondheidszorg de verantwoordelijkheid is van de bezettingsmacht, weigert Israël om Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever en Gazastrook in te enten. Joodse kolonisten die in – de volgens internationaal recht illegale – nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever wonen worden daarentegen wel ingeënt.
Je reinste apartheid. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch roepen Israël op om een einde te maken aan deze geïnstitutionaliseerde discriminatie en ervoor te zorgen dat ook de Palestijnen in bezet gebied worden ingeënt.
Meer en meer mensenrechtenorganisaties zijn het inmiddels eens dat in Israël en de bezette Palestijnse gebieden inmiddels sprake is van een apartheidsregime, net als in Zuid-Afrika toentertijd. Het onthouden van gezondheidszorg aan bevolkingsgroepen onder Israëlische controle is slechts één voorbeeld van racistisch beleid.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem concludeert dat de overheidsaanpak erop is gericht om de overheersing van één groep – joden – over een andere groep – Palestijnen – te bevorderen en bestendigen. De toenemende discriminatie en ongelijkheid ligt verankerd in vele wetten en in beleid. Zo zijn er op de Westoever twee rechtssystemen: één voor de daar wonende Palestijnen en één voor de Israëlische bewoners van de nederzettingen.
Als we iets hebben geleerd van mutaties en hun verspreidingen, is dat een virus geen grenzen kent
En het is niet dat Israël onvoldoende vaccins heeft om te voldoen aan zijn internationaalrechtelijke plicht. Premier Benjamin Netanyahu heeft al honderdduizend overtollige vaccins naar bevriende regimes verzonden, waaronder vier landen – Guatemala, Hondura, Tsjechië en en Hongarije – die een ambassade of diplomatiek kantoor in Jeruzalem hebben geopend of willen gaan openen. Medeplichtigheid aan annexatie wordt beloond door middel van vaccinatiediplomatie.
Palestijnse mensenrechtenorganisaties roepen farmaceutische bedrijven op om ervoor te zorgen dat hun vaccins niet op discriminerende wijze worden gebruikt. Tot nu toe zonder resultaat. Nederland heeft Israël aangesproken op haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de Palestijnen, maar verder dan dat lijkt onze regering niet te willen gaan.
Maar Israëls volharding de Palestijnen het vaccin te onthouden is ook uit eigenbelang onverstandig. Als we iets hebben geleerd van mutaties en hun verspreidingen, is dat een virus geen grenzen kent. Evenmin houdt het zich aan een arm-rijk-scheidslijn. En apartheid staat niet in zijn woordenboek.
Hoe langer het duurt voordat wereldwijd genoeg mensen zijn ingeënt, hoe meer mogelijkheid het virus heeft om te muteren en vormen voort te brengen die niet reageren op de huidige vaccins. Daarom is het beëindigen van apartheid en discriminatie niet slechts een morele en juridische plicht, of een kwestie van fatsoen en gewone medemenselijkheid: het is ook in ons universele belang.
In een eerdere versie van dit artikel stond een passage over ‘vaccinatievakanties’ naar Israël. Dit bleek een ‘Poeriemgrap’ – een soort 1 aprilgrap – van het Nieuw Israëlitisch Weekblad, zo blijkt vanochtend uit een publicatie op hun website.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!