Mag je een heilig boek verscheuren of verbranden? Volgens Frans Kuijpers valt het binnen de vrijheid van meningsuiting maar is het onfatsoenlijk. Er kan echter geen sprake zijn van ‘rekening houden met culturele en religieuze gevoeligheden en de fijne kneepjes hiervan onder de knie krijgen’, zoals hoogleraar Abbas betoogt.
‘Het verbranden van een koran brengt niet alleen tekortkomingen in het Zweedse rechtssysteem aan het licht, maar laat ook de uitdagingen zien waarvoor de Zweedse overheid staat in een steeds diverser wordende samenleving.’ Dit schreef de Leidse hoogleraar radicaliseringsstudies Tahir Abbas zijn laatste column bij de Kanttekening. Ook noemde hij Zweden een land ‘dat voorheen bekend stond om zijn diplomatieke en pragmatische aanpak’ en ‘worstelt met zijn identiteit.’ Ik verslikte me pardoes in mijn kopje thee toen ik dit las.
Identiteit doet er hier niet toe. Wat er toe doet is dat Zweden, net als Nederland trouwens, een democratische rechtstaat is. Een staat met een grondwet die ons rechten geeft en wetgeving die aangeeft waar die rechten worden begrensd. Een van de belangrijkste van die rechten is het recht van vrije meningsuiting, artikel 7 van onze Grondwet. Dat recht wordt hier in Nederland wettelijk begrensd via artikel 137d, dat het Wetboek van strafrecht oproepen tot haat en discriminatie verbiedt, en de artikelen 131 en 132 die het tot oproepen tot geweld verbieden.
Volgens Abbas onderstrepen ‘De koranverbrandingen en de verontwaardiging hierover, in Zweden en wereldwijd, (…) dat je rekening moet houden met culturele en religieuze gevoeligheden en de fijne kneepjes hiervan onder de knie moet krijgen. Tevens weerspiegelt de situatie in het land de moeilijkheid waarmee veel landen momenteel worden geconfronteerd bij hun pogingen om binnen de complexiteit van diversiteit, integratie en identiteit te navigeren.’
Het verbranden of verscheuren van een heilig boek als een manier om je mening te uiten, is geen aanzetten tot discriminatie of haat. Er is in deze geen sprake van: ‘rekening houden met culturele en religieuze gevoeligheden en de fijne kneepjes hiervan onder de knie krijgen.’ Daarvoor pleiten richting overheid, is pleiten voor speciale behandeling van specifieke groepen.
Wat er ‘onder de knie gekregen’ moet worden, is dat onze mores zijn dat je iedere godsdienst naar keuze mag aanhangen, artikel 6 van onze Grondwet. Dat recht geldt voor iedereen en dat betekent dat je buurman een heel andere godsdienst mag aanhangen. Dat allemaal binnen de grenzen van de wet. Je mag een godsdienst aanhangen, je hoeft het niet dus. Jij mag openbaar verkondigen dat jouw god de enige is en dat aanhangers van andere godsdiensten een stelletje ongelovigen zijn. Je buurman met die andere godsdienst mag dat ook en een ongelovige mag tegen jullie allebei zeggen dat jullie niet goed bij jullie hoofd zijn. Dat mag allemaal. Of het slim is om elkaar zo te bejegen, is een tweede.
Grenzen van fatsoen worden ook overschreden bij bekogelen met stenen uit protest tegen het verscheuren van een heilig boek
Er hoeft niet ‘genavigeerd te worden binnen de complexiteit van diversiteit, integratie en identiteit.’ Er moet genavigeerd worden binnen de wettelijke grenzen van ons bestel en binnen de grenzen van het fatsoen. Dat er mensen onder ons zijn, zoals Pegida-voorman Edwin Wagensveld, die voor wat dit betreft geen grenzen van fatsoen hebben, maakt nog niet dat de ‘overheid’ iets moet. Die moet pas iets als de wet wordt overtreden en als iemand denkt dat dit gebeurt dan moet die persoon aangifte doen. Die grenzen van fatsoen en wellicht ook nog enkele wettelijke grenzen, worden ook overschreden als anderen iemand bekogelen met stenen uit protest tegen het verscheuren van een heilig boek.
Een tip voor Abbas en anderen, vooral mensen die werkzaam zijn bij de media: de beste manier om met acties als die van Wagensveld om te gaan, is er geen aandacht aan te besteden. Media hebben niet de plicht om van iedere oprisping van elke idioot verslag te doen. Ik ben geen kenner van heilige boeken, maar ik denk dat ze allemaal wel een of andere passage bevatten waarin staat dat het goed is om iemand die je iets aandoet of kwetst te vergeven en/of iets zoals ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!