Hoe geef je als journalist ‘afgehaakt Nederland´een stem? En hoe voorkom je dat complotdenkers aan de haal gaan met je analyses? We moeten de stille meerderheid juist een stem geven, zegt journaliste Sheila Sitalsing. Over deze en andere onderwerpen ging het gisteravond in het Journalistiek Café in Rotterdam.
Het Journalistiek Café is een initiatief van de Rotterdamse journalisten Harriët Duurvoort en Hülya Aydogan. Afgelopen zomer begonnen zij met het organiseren van informele maar informatieve bijeenkomsten voor Rotterdamse journalisten in Carnisse, een volkswijk in Rotterdam-Zuid. Deze avond met Volkskrant-journaliste Sitalsing is de derde editie.
Sheila Sitalsing (1968) is niet de minste. Ze kreeg vorige maand een eredoctoraat van de Universiteit voor Humanistiek voor de manier waarop zij het maatschappelijke debat vormgeeft. Al jaren heeft Sitalsing een column in de Volkskrant, waarin zij op haar eigen wijze scherpzinnig commentaar gaf op politiek en maatschappij.
Duurvoort en Aydogan spraken met Sitalsing over haar Surinaams-Nederlandse achtergrond, haar lange en indrukwekkende carrière als journalist en hoe je mensen die niet gehoord worden een stem geeft in je verhalen en de risico’s die daar soms aan kleven.
Hindostaanse vader
Sitalsing groeide op in een gemengd gezin. Haar vader was Surinaams-Hindostaans, haar moeder Nederlands. Ze werd geboren in Suriname en emigreerde rond de onafhankelijkheid naar Curaçao. Haar vader, die een goede baan had als internist, was een ‘typische’ Hindostaanse vader, die wilde dat zijn kinderen het ver zouden schoppen in het leven. Sheila Sitalsing moest goede cijfers halen, de lat hoog leggen voor haarzelf.
Op haar zeventiende ging ze economie studeren in Nederland. Haar passie was schrijven, vertelt Sitalsing, maar haar vader wilde dat ze een degelijke studie zou volgen. Dat ze na haar studie toch voor de journalistiek koos, vond haar vader geen goed idee. Gelukkig heeft Sitalsing toch veel aan haar studie economie gehad, vertelt ze, want de meeste journalisten zijn alfa’s en hebben moeite om begrotingen te begrijpen. Zij niet.
‘Toen mijn vader zag wat ik verdiende als beginnend journalist bij een lokale Rotterdamse krant kreeg hij nog net geen hartaanval’, zegt Sitalsing. Maar haar tijd bij deze krant was onvergetelijk en ze kreeg daar het journalistieke ambacht onder de knie.
Andere tijden
Het waren andere tijden, vertelt Sitalsing, die met een beetje weemoed aan de jaren negentig terugdenkt. ‘De drempel om een redactie binnen te stappen als burger was toen een stuk lager en dit leidde tot mooie verhalen. Nu zijn redacties veel minder toegankelijk dan toen.’ Hiermee wakkert ze een discussie aan.
In de zaal zit ook NRC-journalist Sjoerd de Jong, die zegt dat journalisten in zekere zin veel makkelijker te benaderen zijn tegenwoordig. ‘Mensen praten met mij op X en spreken mij aan met mijn voornaam, best informeel. En vroeger liep echt niet iedereen zomaar een redactie binnen. Op X ben ik een gezicht. Een herkenbaar persoon.’ Harriet Duurvoort, columniste bij de Volkskrant, beaamt dit. ‘Slachtoffers van de toeslagenaffaire benaderden mij met hun verhalen. Ik gaf hen een stem in mijn columns.’
Sitalsing vindt het belangrijk dat slachtoffers van de toeslagenaffaire en andere groepen mensen die niet of onvoldoende gehoord worden een stem krijgen. Maar ze wijst de zaal op de risico’s, die zij helaas heeft ervaren.
‘Ik schreef een tijdlang heel kritisch over premier Mark Rutte en zijn beleid. Maar ik ben nu voorzichtiger geworden in mijn kritiek op de overheid, omdat complotdenkers met je teksten aan de haal gaan. Ik woonde een keer een demonstratie bij van toeslagenouders in Rotterdam. Behalve de Socialistische Partij was ook complotdenker Willem Engel aanwezig. En ik zag posters waarop Rutte van pedofilie werd beschuldigd en dat de pedofiele elite kinderbloed zou drinken.’ Sitalsing bekent dat ze zichzelf soms censureert en minder kritisch op de overheid is geworden, omdat ze niet wil dat de ‘wappies’ haar annexeren.
Door de PVV verrast
Vervolgens gaat de discussie over de PVV en de vraag hoe journalisten hiermee om moeten gaan. Sjoerd de Jong: ‘Media fixeerden zich zo lang op Mark Rutte, dat ze het gevaar van Geert Wilders pas veel te laat inzagen en hij op 22 november de grootste werd.’
Sitalsing ziet dit toch net een beetje anders: ‘De media hebben Wilders inderdaad onderschat, maar dat heeft een reden. Twaalf jaar geleden werd er heel veel over Wilders geschreven, ook kritisch, maar dit maakte de PVV groot. Toen besloten veel redacties om minder over hem te schrijven. Dat ging ook een tijdlang goed, want de PVV leek over haar hoogtepunt heen te zijn. De PVV leek het electorale plafond te hebben geraakt. Later besloten kranten Thierry Baudet te negeren, die steeds extremere dingen zei. De media zijn door de PVV verrast. De partij werd in november pas heel groot in de peilingen, vlak voor de verkiezingen.’
NRC-journalist Frenk van der Linden, die ook in de zaal zit, wijt dit aan VVD-leider Dilan Yesilgöz. ‘Wat zou er gebeurd zijn als Yesilgöz de lijn van Mark Rutte had aangehouden en PVV buiten gesloten? Dat is een interessante vraag. En wie binnen de VVD heeft bedacht om PVV niet langer uit te sluiten? Dat moet de journalistiek eens uitzoeken vind ik. Dat is nog niet gebeurd. Ook niet door mijn krant.’
Sitalsing vindt het vooral problematisch, vertelt ze, dat de PVV door sommige journalisten als een ‘normale’ partij wordt beschreven. ‘Je kunt het formatieproces op een neutrale manier beschrijven en kijken naar de spelletjes die er gespeeld worden. Maar dan vergeet je iets fundamenteels, namelijk dat de PVV geen gewone partij is. De PVV kent geen leden, geen partijdemocratie, Geert Wilders is aan niemand verantwoording schuldig. Het PVV-programma bevat bovendien anti-rechtsstatelijke voorstellen, zoals het verbieden van de koran en het sluiten van moskeeën. Wilders zegt nu dat zijn omstreden ideeën in de ijskast zijn gezet. Maar dat is raar. Je vindt iets of je vindt het niet.’
De media moeten kritisch omgaan met Wilders en de PVV, vinden Sitalsing en de zaal. Sjoerd de Jong wijst Sitalsing en Duurvoort op het feit dat NRC ooit een ingezonden opinie van Geert Wilders heeft geweigerd, vanwege de abjecte ideeën die hij daarin promootte, terwijl de Volkskrant het stuk plaatste. Duurvoort wijst De Jong er vervolgens fijntjes op dat NRC ooit Martin Bosma als columnist had aangenomen. En Thierry Baudet.
De Jong: ‘Ja, maar dat was onder een andere hoofdredacteur.’ Sitalsing: ‘Nu zal de Volkskrant nooit meer een opiniestuk van Wilders plaatsen. Je voedt daarmee zijn ideeën, die normaliseer je dan. We moeten de stille meerderheid juist een stem geven. Deze wordt niet voldoende gehoord.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!