Vandaag, precies acht jaar geleden, vond in Turkije een mislukte staatsgreep plaats tegen president Recep Tayyip Erdogan. ‘Zolang er geen onafhankelijk onderzoek komt naar de couppoging krijgen gülenisten de schuld.’
In de nacht van 15 op 16 juli 2016 vielen meer dan 250 doden. Islamgeleerde Fetullah Gülen zou het brein achter de coup zijn, hoewel hij dit in alle toonaarden ontkent. Voor gülenisten veranderde Turkije vanaf die dag in een grote gevangenis. De Gülen-beweging wordt door de Turkse overheid FETÖ genoemd, ‘Terroristische Organisatie van Fethullah Gülen’. Alle aanhangers van de beweging zouden terroristen zijn. Vele gülenisten werden opgepakt, gemarteld en kregen hoge gevangenisstraffen opgelegd. Duizenden andere aanhangers verloren hun baan. Een grote groep is vanwege de vervolging gevlucht naar het buitenland. Hun eigendommen zijn geconfisqueerd door de staat.
Sinds de mislukte coup zouden de Turkse autoriteiten meer dan 300.000 arrestaties hebben verricht, onder meer bij de politie, justitie en het leger. Bijna 700.000 mensen zijn vervolgd, en 3.000 die een rol zouden hebben gespeeld bij de couppoging, zijn veroordeeld tot levenslang, berichtte het Belgische Nieuwsblad onlangs.
Amnesty International schreef in 2017 al dat de Turkse autoriteiten meer dan 100.000 ambtenaren hadden ontslagen. Deze gebeurtenissen brachten een vluchtelingengolf van gülenisten op gang. In 2019 werd er een verzesvoudiging van vluchtelingen uit Turkije (ruim 26.000) geregistreerd in de EU, vooral Koerden en gülenisten, aldus het Duitse Instituut (GIGA).
De Kanttekening zocht contact met Nederlandse gülenisten over hoe zij deze dag beleven. Velen willen, ook acht jaar na de couppoging, uit angst voor eventuele gevolgen niet praten. Die vrees is zeker niet ongegrond. De Turkse staat, getuige ook de recente politieke vrijdagpreek in Diyanet-moskeeën, houdt nog steeds de gehele beweging verantwoordelijk voor de couppoging. In Erdogans Turkije kan iedereen met een verwijzing naar ’FETÖ’ vervolgd worden, met alle gevolgen van dien.
De Utrechtse ondernemer Ahmet Taskan en de Amsterdamse economiedocent uit Bora Özdemir willen wel praten. Hoe beleven zij deze dag?
‘De scherpe kantjes in de verhoudingen tussen gülenisten en Erdogan-aanhangers zijn er inmiddels wel vanaf’, zegt Ahmet Taskan. ‘Maar er zijn nog steeds mensen die hun handel en wandel aanpassen’. Hij doelt op het contact met organisaties die direct en indirect onder Turkse staatsinvloed zouden staan. ‘De Turkse overheid blijft deze instellingen en clubs behandelen als departementen van de Turkse staat in het buitenland,’ aldus Taskan.
‘De Turkse samenleving is erg gevoelig voor complottheorieën’
‘Voor mij is 15 juli een zeer verdrietige dag’, zegt Bora Özdemir. ‘De afgelopen acht jaren zijn snel voorbijgegaan. Desondanks voel ik elk jaar opnieuw het verdriet en de pijn in mijn hart. Duizenden onschuldigen worden beschuldigd van een daad waar zij niets mee te maken hebben.’
Hij doelt op het feit dat de Turkse staat alle leden van de Gülen-beweging verantwoordelijk houdt voor de gebeurtenissen van 15 en 16 juli 2016. ‘Als iemand een misdaad pleegt, pak je hem op en straf je hem. Maar in dit geval is het een heksenjacht geworden die al acht jaar aan de gang is. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen volwassenen en kinderen, tussen mensen die schuldig zijn en mensen die dat niet zijn. Er zijn mensen in Turkije die al acht jaar vastzitten op basis van vage aanklachten of helemaal geen aanklachten en geen eerlijk proces krijgen.’
Hierdoor voelt het voor Özdemir te onveilig om naar Turkije te gaan. ‘Zo heb ik de begrafenis van mijn eigen vader niet kunnen bijwonen. Dit heeft mij persoonlijk ontzettend geraakt en het meeste verdriet bezorgd’, zegt hij bedroefd.
In tegenstelling tot Taskan ziet hij juist een toename van de agressie en intolerantie tussen Turkse groepen in Nederland en Turkije. ‘De verdeeldheid blijft bestaan. Deze situatie levert Turken niks op’, aldus Özdemir.
Problemen met bankrekeningen
Taskan geeft toe dat de invloed van de Turkse staat in Turks-Nederlandse kringen ‘intern’ blijft voortduren, maar blijft erbij dat het minder erg is dan in 2016, vlak na de mislukte coup. ‘De Turkse staat probeert het nu vooral via financiële instellingen, via banken. De Turkse autoriteiten misbruiken de verscherpte regelgeving in Europa voor het bancaire systeem, zodat mensen moeilijker een rekening kunnen openen of zelfs hun bankrekeningen verliezen met een beroep op terrorismebestrijding.’
De Turkse staat zou het Europese bankensysteem volstoppen met propaganda, waardoor ook mensen die worden geassocieerd met de Gülen-beweging problemen krijgen. ‘Dat zorgt voor problemen met bankrekeningen, waardoor mensen tijd en energie verliezen’, aldus Taskan.
Özdemir ziet weinig perspectief op verbetering in de nabije toekomst en is daarom somber. ‘Zolang er geen onafhankelijk onderzoek komt naar de couppoging zullen mensen van de Hizmet-beweging (Gülen-beweging, red.) beschuldigd worden.’
Complotdenken
De gülenisten krijgen niet alleen de schuld van de coup van juli 2016, meent Özdemir, maar ook van allerlei incidenten en crises in Turkije, waar dagelijks een ‘zondebok’ voor nodig is. ‘De Turkse samenleving is erg gevoelig voor complottheorieën. Helaas worden mensen via Turkse massamedia dag in dag uit blootgesteld aan allerlei beschuldigingen, smaad en laster over de Hizmet-beweging.’
Omdat gülenisten toch al in de hoek zitten waar de klappen vallen, kunnen ze zich ook niet verweren tegen alle bizarre complottheorieën die over hen worden verspreid, aldus Özdemir. ‘Niet in de media en ook niet in de samenleving. De beweging is in Turkije totaal gemarginaliseerd. Op dit moment leven mensen van de Hizmet-beweging en andere Turken voornamelijk langs elkaar heen. Dit is spijtig om te zien.’
Taskan wijst ook op een selffulfilling prophecy onder gülenisten die zelfcensuur in stand houdt. ‘Omdat de Turkse staat jou demoniseert en van alle kwaad op de wereld beschuldigt, durven mensen er ook niet voor uit te komen dat ze gülenist zijn. Je wil geen slechte naam. Dus blijven ze stil.’
Het is de wereld op zijn kop volgens Taskan. ‘Er is een omgekeerde bewijslast. Normaal gesproken moet de aanklager komen met bewijs, in het geval van gülenisten moeten zij hun onschuld bewijzen. In een normale rechtsstaat is dit onmogelijk.’
‘Het land gaat op veel vlakken achteruit’
Özdemir wil nog wel kwijt dat hij Turkije ‘een prachtig land’ vindt met een rijke en diverse cultuur. ‘Het is aan de mensen die het land besturen en politiek bedrijven om deze potentie om te zetten in verbinding, harmonie en vooruitgang,’ zegt hij.
Tegelijk ziet hij dat ook niet meteen gebeuren. ‘Het land gaat op veel vlakken achteruit. Vooruitgang is alleen mogelijk als iedereen betrokken wordt en zich inzet voor sociale cohesie en harmonie in het land. Hiertoe kunnen verschillende projecten opgezet worden die bijdragen aan wederzijds begrip tussen verschillende partijen.’
De oude politiek van verdeeldheid en haat moet ophouden, vindt hij. ‘Ieder mens is uniek en er zullen altijd verschillen zijn en blijven tussen mensen. Het is de taak van de mensen die het land besturen om zich te richten op overeenkomsten en verbinding voor een betere en vredige toekomst.’
Taskan gelooft wel in verandering, maar denkt niet dat die vanuit de Turkse overheid komt. ‘Als Turkije verandert, dan is dat als gevolg van een taaie politieke strijd. Een strijd die ongelijk en oneerlijk is, dankzij de huidige machthebbers.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!