16.2 C
Amsterdam

Angst en inclusie in de Rode Hoed

Ewout Klei
Ewout Klei
Historicus en journalist.

Lees meer

Wat is de toekomst van de Nederlandse democratie, in deze tijden van polarisatie, discriminatie en identiteitspolitiek? Hierover gingen kandidaat-Kamerleden gisteravond in gesprek in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed. De opkomst is divers en het gesprek soms ongemakkelijk. Want hoe inclusief is Nederland echt en wie mogen hierover meepraten?

Het is een halfvolle zaal in de Rode Hoed. Zo’n kleine tachtig mensen zijn afgekomen op het debat over de toekomst van de Nederlandse democratie, georganiseerd door stichting Kleur de Kamer. De helft van de bezoekers is van kleur, de andere helft wit, inclusief Chris Aalberts en ondergetekende.

De avond begint met een kleine teleurstelling. Tofik Dibi, lijsttrekker van BIJ1, zegt op het laatste moment af. De partij stuurt geen vervanger. Jammer, want het zou interessant zijn geweest als BIJ1 wel aanwezig was. Dibi lanceerde onlangs nog het voorstel om Nederlandse medeplichtigen aan de genocide in Gaza strafrechtelijk te vervolgen. Critici trokken meteen de vergelijking met het beruchte tribunalenplan van Pepijn van Houwelingen (Forum voor Democratie), die de verantwoordelijken voor het coronabeleid wilde laten berechten.

De Rode Hoed. Beeld: Ewout Klei

Prostaatmonologen

Geen Dibi dus, maar er is wel vuurwerk. Wanneer na het eerste panelgesprek het woord aan de zaal is, melden zich alleen oude witte mannen, allemaal lang van stof. Een strengere moderator had hen al lang gemaand het kort te houden, maar Guilly Koster, een gemoedelijke Surinaamse Nederlander op leeftijd, is te vriendelijk.

De heren houden monologen over asielzoekers die meer zouden moeten bijdragen aan de samenleving, en over het kapitalisme. Ondertussen lijken ze niet te beseffen, of negeren ze bewust, dat deze avond bedoeld is voor Nederlanders van kleur, die in de politiek vaak onvoldoende worden gehoord.

Na het tweede panel neemt opnieuw een van de mannen opnieuw het woord. Hij vraagt zich af waarom er alleen zwarte mensen in het panel zitten, en geen Marokkanen. Want, zo zegt hij, ‘Marokkanen hebben veel meer last van discriminatie dan andere minderheidsgroepen.’ Misschien heeft hij daar een punt, maar zijn opmerkingen vallen slecht in de zaal.

Koster wordt zichtbaar geraakt en vertelt dat hij in zijn jonge jaren veel gevangenissen van binnen heeft gezien. De oude witte man voelt zich weggezet als racist, maar Koster stelt voor om het tijdens de borrel rustig uit te praten. Daarmee de-escaleert hij de situatie.

Angst voor de ander

Tussen het ongemak door worden er ook zinnige dingen gezegd. Anouschka Biekman, wethouder in Schiedam en nummer 16 op de kandidatenlijst van D66, stelt dat angst de grootste bedreiging vormt voor de democratie. ‘Wanneer mensen onzeker zijn, over hun baan, hun woning, of hun toekomst, zoeken ze houvast’, zegt ze. ‘En die houvast vinden ze vaak in het aanwijzen van een zondebok: iemand van kleur, een vluchteling, of iemand uit de regenbooggemeenschap. Dat is een gevaarlijk mechanisme.’

De angst voor vluchtelingen en migranten is volgens haar niet terecht. Het idee dat ‘ze onze banen en huizen afpakken’ is een narratief dat partijen als de PVV gebruiken als verdienmodel. ‘Maar hoe vaker Geert Wilders en de zijnen die boodschap herhalen, hoe meer mensen erin gaan geloven’, zegt Biekman.

Algoritmes jagen angst aan

Volgens haar ligt de sleutel in ontmoeting. Door werkelijk contact te maken kunnen angsten verdwijnen. Ze vertelt over een oude witte man die zijn wijk ziet veranderen: hij voelt zich wat ontheemd, maar past zich ook aan. Hij eet een broodje shoarma en doet zijn boodschappen bij de Turkse supermarkt, omdat het daar goedkoper is. ‘Dat laat zien hoe complex de werkelijkheid is, veel complexer dan het politieke frame’, aldus Biekman.

Michael Leng-Li Tai, nummer 17 op de kandidatenlijst van Volt, wijst op de rol van social media. ‘Algoritmes jagen angst aan’, zegt hij. ‘Mensen lezen geen kranten meer en zijn gevoelig voor nepnieuws.’ Tegelijk waarschuwt hij dat hoogopgeleide Volt-kiezers in hun eigen bubbel kunnen blijven hangen. ‘Het perspectief binnen Volt is te wit, te hoogopgeleid, te Randstedelijk. We moeten echt openstaan voor andere ervaringen en werelden.’

Echte inclusie

Progressieve partijen doen meer aan diversiteit en inclusie dan conservatieve, maar ook zij worstelen ermee. VVD, JA21, BBB en de confessionele partijen laten deze avond aan zich voorbijgaan; de PVV is niet uitgenodigd. Toch blijkt ook bij D66, GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren dat inclusie niet vanzelfsprekend is.

D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga vertelt dat partijleider Rob Jetten soms zijn ideeën overneemt, juist omdat Bamenga als ervaringsdeskundige of expert meer weet over bepaalde onderwerpen. Dat is inclusief leiderschap, zegt hij.

Fatihya Abdi, PvdA-raadslid in Amsterdam en nummer 24 op de GroenLinks-PvdA-lijst, benadrukt dat partijen echt moeten investeren in inclusiviteit. ‘Vroeger stemde iedereen in de Bijlmer PvdA, maar er werd niks voor hen gedaan’, zegt ze. Abdi wil dat GroenLinks-PvdA opnieuw werk maakt van netwerken, zoals de Rode Vrouwen destijds, om vrouwen en andere groepen binnen de partij te emanciperen.

Ines Kostic van de Partij voor de Dieren sluit de avond af. Haar partij telt veel vrouwelijke leden, maar nog te weinig vrouwen van kleur. ‘We proberen inclusiever te worden,’ zegt ze. ‘Met inclusieve vacatureteksten, maar ook door vrouwen van kleur beter wegwijs te maken in de partij, zodat ze zich thuis voelen en hun ambities kunnen waarmaken.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -