9.1 C
Amsterdam

Carnaval bespot alles en iedereen – en soms is dat racistisch

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Het is carnaval, het feest van de spot en de omkering. Vooral in het zuiden van het land vieren mensen dit enthousiast. De spot leidt echter soms ook tot racistische karikaturen. Kan dat nog wel, anno 2023? Of moet na Zwarte Piet ook het carnaval op de schop? ‘Je moet humor niet verbieden’, vindt theoloog Frank Bosman.

Tijdens carnaval drijven feestvierders de spot met de maatschappij, maar niet iedereen kan daar om lachen. Zo waren Joodse organisaties in 2019 woedend op de carnavalsvierders in Aalst, vanwege een praalwagen met karikaturale koppen en haakneuzen. Ze vonden dit carnavalsfeest antisemitisch.

Toen hier een jaar later opnieuw maatschappelijke ophef over was, reageerde Jerry Afriyie van Kick Out Zwarte Piet geprikkeld. ‘Maar als het om zwarte mensen gaat, moslims, Aziatische Nederlanders of andere bevolkingsgroep dan is het stil. Dan moeten we niet zeuren. Dan is het niet een ‘smerig karikatuur’, maar een ‘Nederlandse traditie’. We zijn meester in selectieve verontwaardiging. Bah!’

Afriyie wilde ook dat KOZP-activisten in Noord-Brabant het carnaval gingen monitoren op ‘schadelijke stereotyperingen’, maar behalve deze aankondiging ondernam de beweging verder geen actie. De coronapandemie gooide roet in het eten en eiste weldra alle aandacht op.

Inboorling

Nu, drie jaar later, wordt er weer volop carnaval gevierd in Nederland. Van de kritiek van Afriyie hebben verschillende online feestwinkels zich niets aangetrokken. Je kunt verkleed gaan als ‘moslim’, of je kunt als vijftigjarige vrouw met een kort pittig kapsel een poging wagen net zo verleidelijk te zijn als de Arabische prinses Jasmine. Of je zet een Afro of een Turkse fez op je hoofd, of gaat verkleed als Chinese mandarijn. Je kunt je zelfs verkleden als zwarte ‘inboorling’, waarbij Feestwinkel XL deze toelichting schrijft:

Wie zijn kop ga je vandaag weer snellen in je Inboorling Dame Smurfafa kostuum? Wordt het die enorme kerel in zijn Afro & N*g*r kleding of kies je op het Jungle & Afrika feest een slachtoffer van bescheidener omvang. Er loopt bijvoorbeeld een leuke frisse jonge meid in Safari Ontdekker pak rond. Is dat niet iets voor jou?

Cultuurtheoloog Frank Bosman wil liever niet vertellen of hij in het verleden ook racistische incidenten heeft gezien tijdens het carnaval. ‘Ik ben heel bang om hierover met journalisten te praten. Want dan staat het in de krant. En dan breng je mensen misschien op gekke ideeën.’

Frank Bosman in carnavalskostuum (Beeld: Frank Bosman)

Bosman, die graag carnaval viert in een kek kostuum (zie foto’s), is een verklaard tegenstander van het verbieden van uitingen van humor. ‘De vrijheid van meningsuiting is voor mij heilig. Alleen in hoogst uitzonderlijke gevallen kun je iets verbieden. Maar je hoeft natuurlijk niet naar iedereen te luisteren. Mensen met een verwerpelijke mening kunnen genegeerd worden, of worden tegengesproken. En dat kan, als het gaat om humor, ook ludiek. Ik denk dat een ludieke actie, tegen bijvoorbeeld een racistische praalwagen, veel effectiever is. En ook veel leuker.’

Volkscultuur

De Utrechtse wetenschapper Dick Zijp (PhDick op Twitter) denkt wel dat er grenzen zijn aan waar je grappen over kunt maken. Hij promoveerde woensdag op een proefschrift over racisme, islamofobie en andere vormen van discriminatie in het Nederlandse cabaret. Het is volgens hem een goede zaak als er meer bewustwording onder carnavalsvierders ontstaat. ‘In België is er – mede naar aanleiding van de antisemitische poppen in Aalst – een discussie ontstaan over welke humor er door de beugel kan en welke humor niet. Zo’n debat zou ook in Nederland moeten worden gevoerd. Kijk, ik vind niet dat je het carnaval moet verbieden. Maar linkse activisten en anderen kunnen er bijvoorbeeld wel voor kiezen om te protesteren tegen bepaalde uitingen.’

‘De boze fundamentalistische gelovige, de boze activist en de boze boer doen er wijzer aan om de beledigingen te negeren’

Volgens Zijp wordt er de laatste tijd wel morele vooruitgang geboekt. ‘Vanwege de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog zijn we heel gevoelig voor antisemitisme. Deze gevoeligheid moeten we ook hebben als het om andere groepen gaat, zoals moslims, zwarte mensen of gehandicapten.’

De onderzoeker benadrukt dat zijn kritiek geen aanval is op de ‘volkscultuur’ in Nederland. ‘De discussie kun je makkelijk framen als kritiek van de hoge heren in Den Haag en de Amsterdamse Grachtengordel op de conservatieve provincie, maar het ligt genuanceerder. Niet alleen in de volkscultuur worden soms kwalijke vooroordelen bevestigd, dat gebeurt ook in het cabaret, dat we zien als een hogere cultuuruiting.’

Onderdrukkers en onderdrukten

Dick Zijp (Beeld: Shira Keller)

In zijn Engelstalige proefschrift Comedians without a Cause levert Zijp stevige kritiek op Hans Teeuwen, die in zijn cabaretvoorstellingen de islam dikwijls op de korrel neemt. ‘Teeuwen zegt dat hij aan religiekritiek doet, maar wat hij feitelijk doet is stereotype beelden over ‘de’ moslim bevestigen, de ander die ‘onverlicht’ is. En daarmee versterkt hij islamofobie in ons land.’

Zijp vertelt dat hij geïnspireerd is door het gedachtegoed van Karl Marx, maar dat hij zich niet als een orthodoxe marxist ziet en ook grappen maakt over deze ideologie. Zijp verdeelt de wereld in onderdrukkers en onderdrukten. Om die reden heeft hij moeite met humor die de ongelijkheid in de samenleving in stand houdt of versterkt. Behalve Teeuwen krijgen ook Theo Maassen en Youp van ’t Hek ervan langs in Zijps proefschrift. ‘Zij zijn berucht vanwege hun nogal vrouwonvriendelijke humor, en maken veel stereotyperende grappen over homo’s en mensen van kleur.’

Met de grappen van Van ’t Hek over christenen heeft de linkse wetenschapper daarentegen geen moeite. ‘Christenen zijn geen achtergestelde groep, moslims wel. Daarnaast hebben veel cabaretiers die grappen maken over het christelijk geloof een christelijke opvoeding genoten. Youp van ’t Hek komt bijvoorbeeld uit een katholiek nest en zet zich af tegen zijn jeugd, de sociale omgeving waar hij vandaan komt. Dat maakt het anders dan grappen over moslims. Zij vormen een vreemde groep, de ander. Daarom voelen grappen over moslims sneller als discriminatie.’

Maar wat als schrijfster en ex-moslima Lale Gül plots besluit om cabaretier te worden en grappen over moslims maakt? ‘Ook als je grappen over je eigen groep maakt, kun je nog steeds vooroordelen over die groep bevestigen’, antwoordt Zijp. Dit is problematisch vindt hij, want moslims vormen een achtergestelde groep. Het hangt volgens hem dus heel erg af van de context, humor is problematisch als achtergestelde groepen worden aangevallen.

Transgenderpoppen

Frank Bosman is voor het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’, legt hij uit. ‘Het is niet zo dat je de ene groep vrijwaart van kritiek, en de andere groep wel mag bashen. Ik ben een progressieve theoloog, maar zo woke ben ik ook weer niet. Priesters worden sinds mensenheugenis weggezet als kinderneukers, zuipschuiten en smulpapen. Ook tijdens carnaval. Maar als katholiek vind ik niet dat we dit soort humor dan maar moeten verbieden.’

(Beeld: Frank Bosman)

Christenen zijn een minderheidsgroep geworden, vervolgt Bosman, en hebben ook niet zo veel maatschappelijke macht meer als vroeger. ‘Het is niet zo zwart-wit, wie de macht heeft en wie niet. Dat hangt van je perspectief af. Stel, tijdens het carnaval in Oeteldonk (‘s-Hertogenbosch tijdens carnaval, red.) is er dit jaar een praalwagen met twee transgenderpoppen. Transgenderactivisten kunnen dan roepen: ‘We worden belachelijk gemaakt, dat moet verboden worden.’ En in zekere zin hebben ze gelijk, want ze zijn een minderheidsgroep. Maar tegelijkertijd hebben transgenders nu een sterke stem in de politiek, onder andere via BIJ1, GroenLinks en D66. Zijn zij echt machteloos? Dat ligt tegenwoordig veel genuanceerder.’

Bosman vindt het ook problematisch als je boos bent in naam van een ander. ‘Als linkse activisten boos worden omdat er iemand verkleed is als een Arabier in een djellaba, dan is dat in zekere zin ook een vorm van imperialisme. Omdat die activist dan van de veronderstelling uitgaat dan de andere groep onmondig is. Die opstelling is, om eerlijk te zijn, nogal aanmatigend.’

Bosman pleit er ten slotte voor dat we op een andere manier kijken naar beledigen en beledigd worden. ‘Op het moment dat ik mij beledigd laat voelen, geef ik de belediger macht. Sommige beledigers willen die empowerment ook. Je kunt er misschien beter voor kiezen je belediger geen macht te geven, door je niet beledigd te voelen. Katholieken trekken zich, op een handjevol fundamentalisten na, niets aan van alle beledigingen die ze voor hun kiezen krijgen. Natuurlijk kunnen mensen die zeggen zich beledigd te voelen, dreigen met cancelen of erger, en zich hiermee machtig voelen. Maar de boze fundamentalistische gelovige, de boze activist en de boze boer doen er wijzer aan om de beledigingen te negeren. En de belediger niet die empowerment te geven.’

Zijp ziet dit toch echt anders. ‘Humor is niet onschuldig. Humor kan ongelijkheid in stand houden, of zelfs versterken door foute stereotyperingen over minderheden te bevestigen. Dat mogen we niet negeren.’

Linkse versus rechtse humor

Toen Dick Zijp bezig was met zijn proefschrift, viel het hem op dat veel rechtse mensen een hekel hebben aan het cabaret van Claudia de Breij. ‘Dat hebben ze niet alleen vanwege haar uitgesproken linkse meningen, het heeft ook te maken met wie ze is, haar identiteit. Claudia de Breij roept weerstand op, want ze is vrouw en queer. Die weerstand tegen haar komt ook voort uit seksisme en homofobie, al dan niet onbewust.’

Dat linkse cabaretiers zoals De Breij en Freek de Jonge in hun optredens vaak behoorlijk moralistisch kunnen zijn, vindt Zijp niet problematisch. ‘Er zijn ook rechtse cabaretiers die aan het preken zijn. Hans Teeuwen in zijn nieuwste shows bijvoorbeeld. Sowieso moeten cabaretiers altijd balanceren tussen niet te prekerig willen zijn, en toch een boodschap willen hebben. Dat doet kunst ook.’

Linkse cabaretiers kunnen ook ‘problematische grappen’ maken, vindt Zijp. Hij heeft kritiek op een grap van Freek de Jonge over het feminisme. ‘Het is geweldig dat de vrouw haar mond open doet’, zei de cabaretier ooit, ‘maar waarom moet er zo’n putlucht uitkomen?’ Die grap bevestigt volgens de linkse humordeskundige de conservatieve status quo.

Er bestaat volgens Zijp ook goed links-activistisch cabaret. Als voorbeeld noemt hij Alex Klaasen. ‘Hij heeft een aantal hele leuke revueshows gemaakt, waarin wakkere thema’s op een luchtige, niet-prekerige manier worden gebracht.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -