Elke twee à drie jaar komt de Monitor Moslimdiscriminatie uit, die uitgebreid moslimdiscriminatie in Nederland bespreekt en hier ook de beschikbare cijfers over geeft. Afgelopen weekend verscheen de vierde rapportage, samengesteld door onderzoekers Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk.
Discriminatie van moslims vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek. Eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder meer door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), laat zien dat veel moslims in Nederland discriminatie voelen: ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders.
De nieuwste Monitor Moslimdiscriminatie, die de periode 2017-2020 behandelt, is gebaseerd op een literatuurstudie, diepte-interviews, groepsgesprekken, een rapport van Meld Islamofobie en een onderzoek naar moslimdiscriminatie in Utrecht. Ook staat in de monitor een eigen onderzoek naar discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt, waaraan 315 respondenten deelnamen.
De Kanttekening sprak met Butter, hoofdredacteur van de website Republiek Allochtonië, over de huidige stand van zaken van moslimdiscriminatie in Nederland.
Er waren in de periode 2017-2020 minder incidenten van moslimdiscriminatie dan in 2015-2016, las ik in de monitor. Er waren in 2015, alles bij elkaar opgeteld, maar liefst 1.151 meldingen, tegenover ‘slechts’ 410 in 2018. Hoe komt dit?
‘Een algemene trend is dat als er terroristische aanslagen in Europa of verhitte discussies zijn er ook meer anti-islamitische acties komen. Ook de vluchtelingencrisis zorgde voor het aanwakkeren van moslimhaat. In 2015 had je de aanslagen in Parijs op Charlie Hebdo in Frankrijk, een jaar later vond de vluchtelingencrisis plaats. Toen waren er veel publieke uitingen van moslimhaat. Dat lijkt nu minder, maar het is als een veenbrand: het kan zo weer terugkomen als er nieuwe aanslagen komen, of een nieuwe vluchtelingencrisis.’
De afgelopen maanden vond er opeens een piek in anti-islamitische hate crimes plaats. Moskeeën kregen bedreigingen binnen en in Almere ging het zelfs om doodsbedreigingen. Heb je hier een verklaring voor?
‘Lastig. We hebben nu nog geen goed beeld van de incidenten van 2021. Misschien komt het door de moord op Samuel Paty in Frankrijk in oktober vorig jaar, of de recente ophef in Nederland over GroenLinks-politica Kauthar Bouchallikht en schrijfster Lale Gül, of misschien iets anders. Ik kan hier nog geen harde dingen over zeggen.’
In het rapport zoomen jullie in op discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt. Moslims worden niet alleen gediscrimineerd tijdens de sollicitatieprocedure, maar krijgen ook minder gauw een contractverlenging of lopen een promotie mis, las ik in de monitor. Maar, ik speel even de advocaat van de duivel, is discriminatie niet ontzettend lastig te bewijzen?
‘Het is inderdaad heel lastig om goed te bewijzen. Daarom hebben we gekeken naar ervaringen. Veel respondenten die mee hebben gedaan aan ons onderzoek voelden dat ze werden afgewezen omdat ze moslim zijn of omdat mensen denken dat ze moslim zijn. Als je bij een sollicitatie wordt afgewezen omdat je ‘niet bij het team’ past, dan kan dat misschien door moslimhaat komen – dat kun je niet aantonen -, maar moslimsollicitanten kregen ook te maken met expliciete vormen van moslimhaat. Anderen werden geconfronteerd met subtiele vormen van uitsluiting, bijvoorbeeld wanneer ze vragen en opmerkingen kregen die niets met hun functie en alles met hun geloof te maken hebben.’
Waar moet ik dan aan denken?
‘Ze kregen bijvoorbeeld de vraag voor de voeten geworpen: ‘Wat vind je van homo’s?’ Of: ‘Hoe kijk je aan tegen vrouwenonderdrukking?’ Of: ‘Wat is je mening over IS of over de Turkse president Erdogan?’ Vragen die niet aan andere sollicitanten werden gesteld. Dit soort vragen worden ervaren als een vorm van microagressie. Er wordt vaak subtiel of minder subtiel benadrukt dat moslims er eigenlijk niet bij horen. Dit kan een enorme impact hebben.’
Maar openlijke discriminatie, bijvoorbeeld: ‘Je hebt hier niets te zoeken want je draagt een hoofddoek’, dat hoor je zelden, toch?
‘Het gebeurt wel, maar vaker verschuilen bedrijven zich met een smoes achter hun klanten. Dan zeggen ze: ‘Onze klanten kunnen slecht reageren op vrouwen die een hoofddoek dragen.’ Terwijl ze misschien zelf moeite met de hoofddoek hebben.’
En klopt mijn vooroordeel dat moslimdiscriminatie op de arbeidsmarkt vooral een probleem is voor laaggeschoolde kandidaten, minder een probleem is voor hbo-kandidaten en nauwelijks voor kandidaten met een universitaire achtergrond?
‘Dat weet ik niet. Onze enquête is niet helemaal representatief, want die is vooral ingevuld door hoogopgeleide moslims die discriminatie ervaren. Uit eerder onderzoek bleek ook dat juist hoogopgeleiden vaker discriminatie ervaren. De ‘integratieparadox’ werd dat vroeger genoemd, dat mensen die meer zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving meer discriminatie ervaren. Maar ik sluit niet uit dat je misschien gelijk hebt en discriminatie voor laaggeschoolde moslims een groter probleem is dan uit onderzoek blijkt.’
In het rapport schrijven jullie dat de politie moslimhaat niet meer apart registreert. Waarom doet de politie dit niet meer? En waarom zou dat wel moeten volgens jullie?
‘Toen vorig jaar de jaarlijkse discriminatiecijfers verschenen, ontdekte ik dat de politie gestopt was met het apart registreren van moslimdiscriminatie als subcategorie van discriminatie op grond van geloof. Ik heb daar toen op Republiek Allochtonië een blog over geschreven. Er zijn vervolgens Kamervragen over gesteld en ook raadsvragen in Amsterdam en Rotterdam, maar de minister en de burgemeesters lieten weten dat het ging om een ‘andere werkwijze’. Er zou geen ‘politieke agenda’ achter zitten. Dat vind ik te kort door de bocht. Natuurlijk is het niet meer apart registreren van moslimdiscriminatie een politieke keuze.
‘Wellicht heeft het ook te maken met bezuinigingen, maar duidelijk is in ieder geval dat de aanpak van moslimdiscriminatie nu geen prioriteit heeft. Het is beleid van het landelijke politiekorps, maar het Rotterdamse college antwoordde na vragen van Denk dat ze de politie zou laten weten dat gedegen registratie van discriminatie cruciaal is. Het Amsterdamse college vond het – na vragen van Denk, PvdA en GroenLinks – niet nodig verder actie te ondernemen. Dat was opmerkelijk, omdat de Amsterdamse raad in 2015 naar aanleiding van een vorige editie van de Monitor Moslimdiscriminatie nog een motie van VVD en D66 had aangenomen waarin nota bene expliciet werd opgeroepen moslimdiscriminatie apart te registreren. Ook door de politie.’
In hoeverre is er eigenlijk een relatie tussen anti-islamitische retoriek in de politiek – denk aan wat Geert Wilders allemaal roept – en moslimdiscriminatie op de arbeidsmarkt, op internet en op straat?
‘Er is geen een-op-een-relatie, maar het resoneert wel. Mede dankzij Wilders en de zijnen is er in Nederland een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin het expliciet uitsluiten van moslims of het maken van grappen en botte opmerkingen over hen voor weinig ophef zorgen. We hebben een partij in de Tweede Kamer die al jaren voorstellen doet die moslims uitsluiten van elementaire grondrechten. Dat is ernstig.’
‘Mede dankzij Wilders is er een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin het expliciet uitsluiten van moslims voor weinig ophef zorgt’
Maar in bepaalde kringen is harde kritiek op de islam not done. De stelling dat het Nederlandse maatschappelijke klimaat anti-islamitisch is klopt niet, in de zin van dat het veel genuanceerder ligt.
‘Kritiek op de islam of mensen aanspreken op hun geloof is prima, maar mensen uitsluiten op grond van hun geloof niet. Maar het klopt dat de berichtgeving in bijvoorbeeld kwaliteitsmedia genuanceerder is. Het hangt er heel erg vanaf in welke kringen je je begeeft. Maar maatschappijbreed kun je wel stellen dat er bijvoorbeeld op antisemitisme een veel groter taboe ligt dan op moslimhaat.’
In hoeverre kun je antisemitisme en moslimhaat eigenlijk met elkaar vergelijken? Je hoort vanuit linkse of islamitische hoek wel eens dat moslims de nieuwe Joden zijn, of dat de discriminatie van moslims lijkt op de discriminatie van de Joden in de jaren dertig van de vorige eeuw.
‘Er zijn absoluut vergelijkingen te trekken tussen antisemitisme en moslimhaat. Het gaat allebei om vormen van xenofobie, vormen van racisme, stigmatisering en complottheorieën. Tegelijkertijd is de historische context heel anders. Daarom zal ik zelf de vergelijking niet zo snel trekken.
‘Een vriend van mij, een atheïst uit Irak, krijgt vanwege zijn naam en zijn baard steeds weer de vraag of hij vrouwen wel een hand geeft’
‘Moslimhaat moeten we niet bagatelliseren. Moslimhaat is geen religiekritiek, kritiek op de islamitische religie. Het gaat hier duidelijk om haat tegen moslims en vermeende moslims: ex-moslims en sikhs uit India krijgen bijvoorbeeld met moslimdiscriminatie te maken omdat ze er ‘islamitisch’ uitzien. Een vriend van mij, een atheïst die gevlucht is uit Irak, wordt voor moslim aangezien vanwege zijn naam en zijn baard. Hij krijgt steeds weer de vraag of hij vrouwen wel een hand geeft.’
Krijgt de strijd tegen moslimhaat de wind in de zeilen, nu er zoveel aandacht is voor racisme dankzij de Black Lives Matter-beweging? Of valt dat juist tegen?
‘Dankzij Black Lives Matter is er wel meer aandacht voor discriminatie. Toch krijg ik niet de indruk dat er nu meer aandacht is voor moslimdiscriminatie. Dat is evenveel gebleven. Aandacht voor anti-zwart racisme is er nu gelukkig wel meer. Dat was tot vorig jaar nihil.’
Er is dit jaar een Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding gekomen. Moet zo’n coördinator er ook komen voor moslimhaat?
‘Er komt waarschijnlijk een nationale coördinator voor discriminatiebestrijding in het algemeen, waar ook de bestrijding van moslimhaat onder valt.’
Ligt dat onder linkse mensen en moslims niet gevoelig? Omdat je nu misschien de indruk kan krijgen dat Joden worden voorgetrokken omdat zij een aparte coördinator hebben, en moslims en Afro-Nederlanders niet?
‘Dat is niet wat ik hoor. Ik hoor juist dat mensen het goed vinden dat er een nationaal coördinator antisemitismebestrijding is, maar dat ze daarnaast ook aandacht willen voor racisme en moslimhaat.’
Welke concrete stappen moet Nederland nu zetten om moslimhaat effectief tegen te gaan?
‘Veel maatregelen liggen in het verlengde van de algemene aanpak van discriminatie. Er moet meer bewustwording worden gecreëerd, meer geld naar de politie en Openbaar Ministerie om moslimdiscriminatie aan te pakken, ook moet moslimhaat weer erkend worden als aparte discriminatiegrond. Daarnaast is het belangrijk dat de islamitische gemeenschap meer in het besluitvormingsproces betrokken wordt. Verder, en dat is meer algemeen, moeten de media, de overheid en de politie meer divers en meer inclusief worden, zodat moslimdiscriminatie en stigmatisering sneller wordt herkend, eerder wordt erkend, effectiever wordt bestreden.
‘Belangrijk in dit verband is ook het besef dat de islamitische gemeenschap in Nederland heel divers is. Qua etnische achtergrond, qua religiebeleving, qua sociaaleconomische achtergrond en opleiding, enzovoort. Dit zie je echter nauwelijks terug in de Nederlandse media. In de beeldbank van het ANP bijvoorbeeld staan veel foto’s van moslima’s. Maar dit zijn vooral foto’s van vrouwen met een hoofddoek die boodschappen doen. In de beeldvorming zijn moslima’s passieve wezens, geen actieve burgers. Zulke foto’s houden vooroordelen wel in stand.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!