Onrust binnen GroenLinks. Het populaire Amsterdamse raadslid Imane Nadif is als fractievoorzitter gepasseerd ten faveure van Zeeger Ernsting. GroenLinks doet vooral voor de bühne aan diversiteit en geeft, als puntje bij paaltje komt, niet thuis. Dat vinden sommige leden die al jaren meelopen. ‘Imane is tegen een muur van witheid gebotst.’
De cijfers van de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen liegen er niet om: waar Imane Nadif 12.435 stemmen kreeg, werden aan Zeeger Ernsting slechts 694 stemmen toegekend. Nadif stond bovendien tweede op de GroenLinks-lijst onder Rutger Groot Wassink, die opnieuw wethouder werd. Maar de Amsterdamse fractie koos toch voor Ernsting als nieuwe fractieleider.
‘Uiteindelijk kiezen ze toch weer voor een witte man’, zegt Khadija al Mourabit, die fractiemedewerker was van GroenLinks Amsterdam van december 2018 tot december 2020, teleurgesteld. Ze vindt het ‘heel naar’ voor Imane Nadif, maar ze is er eerlijk gezegd ook ‘helemaal niet door verrast’. GroenLinks bedrijft vooral ‘oppervlakkige diversiteit’, zegt ze.
‘Mooi voor het plaatje. De omarming van kandidaten van kleur is aan het begin echt een honeymoon, maar als je er wat langer zit, dan is het een ander verhaal achter de schermen. Het blijkt doordrongen van bewuste en onbewuste uitsluitingsmechanismen. Heel subtiel ook. Niet zoals bij de politie.’
Zelf heeft Al Mourabit ook met discriminatie te maken gehad, zegt ze. ‘Ik mocht van mijn leidinggevende van het bureau van GroenLinks Amsterdam niet bij de wekelijkse overleggen met een wethouder zijn, terwijl ik een grote portefeuille had die eraan gerelateerd was. Erbij zijn was eigenlijk ook nodig voor mijn werk. Mijn witte mannelijke collega, die een kleine portefeuille had, mocht elke week aanschuiven. Mij hield ze dan hypocriet voor dat ‘het wel goed is als ik een keer ook bij die meeting zou zijn’. Dat meende ze natuurlijk niet, want verder kwam er geen actie vanuit haar dat ik er überhaupt heen kon of mocht.’
‘Uiteindelijk kiezen ze toch weer een witte man’
Vorig jaar deed de uit de Bijlmer afkomstige Simion Blom, raadslid van 2014 tot maart dit jaar, een boekje open over de kloof met partijleden uit Amsterdam Centrum. Blom voelde zich niet serieus genomen, zei hij. Hij was ‘die zwarte’, werd soms uitgelachen of kreeg denigrerend een aai over zijn bol. Al Mourabit kent deze verhalen.
‘Maar Blom heeft niet alles verteld. En hij is zeker niet de enige GroenLinkser van kleur die zo is behandeld. Maar veel mensen durven zich niet uit te spreken, omdat ze hun carrière binnen de partij niet willen beschadigen. Er heerst een giftige cultuur. Je wordt hierdoor onzeker. Je gaat twijfelen aan jezelf.’
Al Mourabit beschrijft de winst van Ernsting als cultural cloning. Hierbij heeft men steeds een (on)bewuste voorkeur voor mensen die op je lijken. Een beproefde en pijnlijke manier waarmee dat wordt gedaan, zegt ze, is het kwaliteitsargument, wat ze heel onredelijk noemt. Ook bij Imane speelde dat ‘kwaliteitsargument’. Het Parool voerde een anonieme GroenLinkser op, die zei dat ze soms botste met fractiegenoten en niet weet te ‘verbinden’.
Die kwaliteitsnorm ‘wordt nog steeds bepaald door witte mannen’, stipt Al Mourabit aan. ‘Imane kon ook als fractievoorzitter aan het werk en dan met de ervaring van Zeeger een goed duo vormen. Hij had zijn ervaring ook als een soort vicevoorzitter kunnen inzetten, als men zich echt wilde committeren aan echte inclusie en de macht delen. Maar dat is niet gebeurd.’
‘Imane is tegen een muur van witheid gebotst’, vervolgt Al Mourabit. ‘De witheid die haar nodig had om de stemmen binnen te slepen, is dezelfde witheid die nu het erop aankomt de macht niet wil delen. Dan vraag ik me echt af waarom je haar op nummer twee hebt gezet. Op deze manier – met anonieme bronnen – wordt echt karaktermoord op haar gepleegd.’
Volgens Al Mourabit is er sprake van een heuse ‘carrousel’ binnen GroenLinks van kandidaten van kleur die de partij betreden, maar ook weer weggaan. ‘Er zijn te veel voorbeelden van mensen die uiteindelijk uitstromen.’
Tokenisme en paternalisme
Fiona Frank plaatst de rel rond Imane Nadif in een bredere context. Frank is van 2014 tot vorig jaar bestuurslid Inclusie van GroenLinks Utrecht geweest en zat in 2021-2022 voor een periode van vijf maanden in de gemeenteraad.
‘Ik ben een soort van informele vertrouwenspersoon geweest voor mensen van kleur in andere afdelingen van GroenLinks’, vertelt Frank. ‘Ze vertelden mij ook verhalen over de vervelende ervaringen die ze hadden opgedaan in de partij. Mensen vertrouwden mij toe dat ze met racisme te maken kregen in de partij, en hiervoor zelfs in therapie moesten. Bij het landelijk bestuur stuitte ik op een muur van onbegrip, als ik deze verhalen deelde. ‘Dit is niet mijn ervaring’, was het antwoord dat ik te horen kreeg van een bestuurslid. Nee, natuurlijk is dat jouw ervaring niet. Jij bent geen persoon van kleur.’
‘Mensen vertrouwden mij toe dat ze met racisme te maken kregen in de partij, en hiervoor zelfs in therapie moesten’
Frank, die een Joods-Indonesische achtergrond heeft, krijgt geen voet aan de grond bij het landelijk bestuur omdat ze ‘te kritisch’ is. ‘Ik wilde mij kandideren voor het landelijk bestuur, maar ik mocht mij na twee gesprekken met de kandidatencommissie niet kandideren. Tegen mij werd gezegd: ‘Je reflecteert niet voldoende op de problemen die je persoonlijkheid met zich meebrengt.’ En dankjewel.’
Een soortgelijke vervelende ervaring heeft Al Mourabit gehad, vertelt ze. ‘Je wordt persona non grata als je misstanden aan de kaak stelt.’ Ook kreeg ze als fractiemedewerker van GroenLinks Amsterdam een negatieve evaluatie omdat haar ‘gezichtsuitdrukkingen niet goed waren’, zegt ze.
‘Ik zou ook te lang doen over bepaalde taken. Dit, terwijl witte collega’s daar geen opmerkingen over kregen en ze wat mij betreft ook even lang deden over hun eigen taken. Ik werd ook niet goed begeleid.’ Verder werd haar verteld dat ze op haar houding moest letten, vertelt ze. ‘Het laat gewoon zien hoe bevooroordeeld men kan zijn daar bij GroenLinks Amsterdam. Dat je als persoon van kleur niet mag zijn zoals je gewoon bent.’
Al Mourabit verwijt GroenLinks paternalisme en tokenisme, ofwel het plichtmatig aannemen van mensen uit minderheidsgroepen. Dit zijn verwijten die Frank onderschrijft.
‘In 2017, tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen, vroeg iemand van het landelijk campagneteam mij in een app-berichtje: ‘Heb je nog bruine hoofden voor mij?’ Hij was bezig met een filmpje over onze huis-aan-huizen-campagne. Mensen van kleur waren blijkbaar alleen maar goed voor het plaatje. Ik had daarom geen zin om die persoon verder te helpen’, aldus Frank.
Haar verhaal wordt bevestigd door Hilde Koster, voorzitter van GroenLinks Utrecht. Koster geeft aan dat haar bestuur dit gewraakte appje tijdens een vergadering van GroenLinks Utrecht ter sprake bracht en veroordeelde, vlak nadat Frank haar hierover had verteld.
‘Iemand van het landelijk campagneteam vroeg mij: ‘Heb je nog bruine hoofden voor mij?’’
Fiona Frank vindt GroenLinks paternalistisch en verwijt de partij white saviorism. ‘GroenLinks ziet zichzelf als heel progressief en er zijn heel veel mensen die direct klaar staan om mensen van kleur te helpen. Maar het moet wel op hun manier gebeuren. Als mensen van kleur zelf dingen willen, mondig worden, dan wordt het lastig. GroenLinks is heel goed in het opkomen voor mensen, maar laat die mensen zelf niet aan het woord.’
Als voorbeeld noemt Frank de rel rond GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht, die tijdens de verkiezingscampagne van 2021 onder vuur lag vanwege haar vermeende banden met de Moslimbroederschap. ‘GroenLinks heeft Bouchallikht de kans ontnomen om zichzelf te verdedigen. Ze werd afgeschermd. Natuurlijk, veel kritiek op haar kwam voort uit moslimhaat. Maar er waren ook oprechte vragen. En ze kreeg niet de kans om die vragen te beantwoorden. Hierdoor heeft GroenLinks haar beschadigd.’
Invechtmentaliteit
Oud-raadslid Serpil Ates, die tot maart dit jaar namens GroenLinks in de Haagse gemeenteraad zat, herkent veel in wat Al Mourabit en Frank zeggen. Wel neemt ze een voorzichtigere positie in.
‘GroenLinks wil heel graag diverser zijn, maar de partij kampt met blinde vlekken die niet worden weggewerkt. Een vrouw van kleur die mondig is en stevig in haar schoenen staat, dat is toch een beetje eng.’
De Koerdisch-Nederlandse Ates vertelt dat vrouwen van kleur geleerd hebben om ‘zich in te vechten’: ‘We moeten ons invechten, voor onszelf opkomen, anders word je gepasseerd.’
‘Invechten’ betekent volgens haar niet dat je grof bent. ‘Het betekent dat je kritisch bevraagt waarom iets wel of niet kan. En dat je niet opgeeft nadat je bent afgewezen. Die houding wordt bij GroenLinks als eng, als lastig ervaren. Dat vind ik niet goed. Je moet als partij juist de ruimte geven aan al deze mensen, die een bagage aan kennis en ervaring met zich meebrengen. Zij stegen op uit hun eigen groep. Zij hebben vanuit die groep iets te vertellen.’
‘Als ik een witte vrouw was geweest…’
Volgens Ates wordt de assertiviteit van vrouwen van kleur niet altijd gewaardeerd binnen GroenLinks. ‘Als je, dankzij je kennis, zegt dat iets niet klopt en kritiek levert, levert dat scheve blikken op.’
Deze dubbele maat speelt veel breder dan alleen bij GroenLinks, geeft ze aan: ‘Als SP-Kamerlid Renske Leijten premier Mark Rutte hard aanpakt, dan vinden we dat allemaal tof. Maar als Sylvana Simons van BIJ1 dit doet, dan wordt ze geframed als een angry black woman. Dat is krom, maar zo werkt het helaas wel.’
Ates heeft binnen GroenLinks zelf ook last van dit beeld van ‘boze vrouw’, vertelt ze. ‘Binnen landelijke kringen sta ik helaas wel een beetje bekend als conflictueus persoon. Ik zou niet-controleerbaar zijn. Ik durf wat te zeggen. Als ik een witte vrouw was geweest, zouden mijn kritiek en mijn moed door de partijtop aangeprezen worden en niet als negatief bestempeld zijn.’
Serpil Ates is vier jaar raadslid geweest. ‘Mijn fractie vond het aanvankelijk een beetje eng wat ik deed. Ik kwam vanuit een andere hoek en deed andere dingen. Ik lever kritiek en zet dat op social media. En ik ben bedreigd (door nationalistisch-Turkse Nederlanders, red.). Uiteindelijk heb ik een goed gesprek gehad met mijn fractiegenoten en snapten ze mij beter. Ze wilden ook dat ik voor een tweede termijn als raadslid zou gaan, maar ik ben toch wat activistischer en dat past niet goed bij het raadslid-zijn.’
Stappen zetten
De op Twitter bekende GroenLinkser Huub Bellemakers was vorig jaar enkele maanden interim-raadslid in Nijmegen. Bellemakers – ‘In de eerste plaats ben ik niet de beste om hierover te praten, als cis witte man’ – is kritisch, maar wijst ook op de dingen die goed gaan.
‘We hebben als GroenLinks stappen gemaakt’, zegt hij. ‘Lijsten zijn diverser geworden en er zijn ook meer mensen van kleur dankzij voorkeurstemmen in gemeenteraden verkozen. Maar tegelijkertijd: we zijn er nog niet. Als je een beetje anders bent, is het moeilijker om aan de top te komen.’
‘We hebben stappen gemaakt, maar zijn er nog niet’
Het verwijt van tokenisme, paternalisme en white saviorism vindt Bellemakers onterecht. ‘Dat is meer iets van de PvdA. Die partij ging bij de moskeeën langs om stemmen te ronselen. GroenLinks deed dit nooit. Wij zijn individualistischer.’
Bellemakers is daarom een uitgesproken tegenstander van een fusie met de PvdA. ‘De PvdA bestaat uit veel oudgedienden die een speldje hebben omdat ze al vijftig jaar partijlid zijn. Het is een partij van oude witte mannen. Ook is hun houding nogal betuttelend richting mensen van kleur toe. De Somalisch-Nederlandse Abdulahi Hussen, nu raadslid van GroenLinks (in Nijmegen, red.), is bij de PvdA weggegaan omdat hij zich daar niet serieus genomen voelde.’
En juist omdat GroenLinks zo lang bezig is met diversiteit is een fusie met de PvdA een stap terug, aldus Bellemakers. ‘Ook omdat die nieuwe partijformatie zich eerst op andere dingen zal gaan richten. Diversiteit heeft dan geen prioriteit.’
Legitimiteitsprobleem
Een progressieve partij als GroenLinks bevindt zich in een spagaat, zegt politicoloog Floris Vermeulen (Universiteit van Amsterdam). ‘Aan de ene kant willen ze stemmen van migrantengemeenschappen, maar aan de andere kant zijn ze bang om witte kiezers te verliezen en krijgen politici met een migratieachtergrond daarom minder ruimte om hun eigen achterban te bedienen. Als ze gekozen zijn krijgen politici van kleur te horen: ‘Je bent er nu voor iedereen, niet voor een specifieke doelgroep.’’
Is het passeren van Imane Nadif als fractievoorzitter in Amsterdam een vorm van kiezersbedrog? ‘Een beetje wel’, antwoordt Vermeulen. ‘Kiezersbedrog is een groot woord, maar het is opmerkelijk dat ze haar hoog op de lijst hebben gezet, en vervolgens aan de kant zetten.’
De politicoloog stipt aan dat Nadif meer stemmen heeft gekregen dan lijsttrekker Rutger Groot Wassink zelf, die nu wethouder is geworden.
‘In Amsterdam-West zijn veel mensen fan van Nadif. Zij zegt dingen die hen aanspreken. Deze kiezers voelen zich niet gehoord. En door haar geen fractievoorzitter te maken – even los van de vraag of hier misschien goede redenen voor zijn – geef je deze kiezers een negatief signaal af: ‘Zie je wel. Weer hetzelfde oude liedje, dat een oudere witte man ons gaat vertellen hoe het moet.’’
‘GroenLinks zegt aan diversiteit te doen, maar als puntje bij paaltje komt word je gepasseerd’
De meerderheid van het Amsterdamse electoraat heeft tegenwoordig een migratieachtergrond, maar het lukt GroenLinks maar niet om diverser te worden, vervolgt Vermeulen. En dat geldt niet alleen voor GroenLinks Amsterdam, maar ook voor andere partijen in de hoofdstad.
‘Lijsten worden diverser, maar mensen met een biculturele achtergrond krijgen geen invloedrijke posities. Het stokt. Er is iets aan de hand. De kritiek van partijen als BIJ1 en Denk hierop is dan ook terecht. GroenLinks is progressief en zegt aan diversiteit te doen, maar als puntje bij paaltje komt word je gepasseerd.’
Volgens Vermeulen is het moeilijk om te onderzoeken wat precies binnen de Amsterdamse partijen gebeurt, omdat partijen in het algemeen hierover niet transparant zijn. ‘Maar het is opvallend dat politici met sterke banden met migrantengemeenschappen – Imane Nadif, Simion Blom – het op een of andere manier moeilijk hebben om carrière te maken binnen de partij. Een uitzondering is Sofyan Mbarki van de PvdA Amsterdam: hij is nu wel wethouder geworden. Terecht ook, want hij is goed geworteld in de stad.’
Politieke partijen hebben volgens Vermeulen een legitimiteitsprobleem als ze mensen van kleur de facto niet vertegenwoordigen. ‘Het is makkelijker om mensen van buiten, witte mensen uit je partijnetwerk, binnen te halen als wethouder. Maar je hebt ook mensen nodig die de stad goed kennen – ook biculturele politici. Diversiteit is belangrijk, ook vanwege de politieke legitimiteit. Het vertrouwen in de politiek onder biculturele kiezers is laag. En de actie om Nadif te passeren heeft – eufemistisch gezegd – niet bepaald bijgedragen aan het versterken van dit vertrouwen.’
Reactie partijvoorzitter Katinka Eikelenboom namens Groenlinks:
‘Als GroenLinks hechten we veel waarde aan diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Wij willen een partij zijn waar iedereen met groene en linkse idealen zich thuis voelt en gehoord wordt. Daar werken we hard aan, maar dat gaat ook met vallen en opstaan. We blijven leren en kritisch naar onszelf kijken.
‘Ik ben helaas niet bekend met de specifieke ervaringen die u ons voorlegt, en voor zover ik weet zijn hier ook geen klachten over ingediend, maar duidelijk is wel dat ze niet passen bij hoe wij als GroenLinks willen zijn. We hebben belangrijke stappen gezet richting een inclusieve partij en we hebben sinds een halfjaar een nieuw diversiteitsbeleid, maar er is ook nog werk aan de winkel.
‘Het afgelopen jaar zijn er grondige verbeteringen doorgevoerd in ons diversiteitsbeleid en de uitvoering daarvan. Er is een nieuw vertrouwensprotocol opgesteld om te zorgen dat iedereen binnen GroenLinks terecht kan bij onafhankelijke en externe vertrouwenspersonen. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan scouting om meer diversiteit op belangrijke posities te krijgen en worden kandidatencommissies hierop getraind. Ook bieden we trainingen aan om te zorgen dat de vereniging niet alleen divers, maar ook inclusief is.’
Eikelenboom reageert ook op de opmerking van GroenLinkser Serpil Ates, die beweerde dat als ze een witte vrouw was geweest, haar kritische houding binnen GroenLinks door de partijtop aangeprezen zou worden in plaats van als negatief bestempeld. Eikelenboom: ‘Mijn reactie hierop is dat in het bestuur van GroenLinks absoluut niet in deze termen over Serpil of wie dan ook wordt gesproken.’
Reactie GroenLinks Amsterdam:
‘Op dit moment is de politiek nog geen goede afspiegeling van de samenleving. GroenLinks zet zich er daarom voor in om de politiek toegankelijk en inclusief te maken. Ook binnen onze partij is nog veel werk te doen. Daarin hebben wij de afgelopen jaren veel stappen gezet. Wij blijven ons inzetten voor verdere verandering richting een brede afspiegeling van onze maatschappij in de politiek.
‘Khadija al Mourabit was van 2019 tot en met 2020 werkzaam bij het fractiebureau van GroenLinks Amsterdam. Deze samenwerking is helaas beëindigd vanwege een arbeidsconflict; een situatie die erg vervelend is voor de betrokkenen, en waar wij vanwege privacyredenen tussen werkgever en werknemer geen verdere uitspraken over kunnen doen. We herkennen ons niet in de geschetste anekdote.
‘De fractie van GroenLinks Amsterdam neemt ferm afstand van de uitspraken van de anonieme bronnen die hier (in het Parool-stuk over de kwestie-Nadif, red.) worden aangehaald. De fractie herkent zich totaal niet in de kwalificaties en verwerpt het geschetste beeld. De manier waarom deze bronnen de keuze van de fractie voor een fractievoorzitter proberen te duiden vindt de fractie onaanvaardbaar.
‘Imane is al vier jaar lang een geweldig raadslid en was erg belangrijk in onze onderhandelingsdelegatie en voor GroenLinks in het algemeen. Ze heeft veel bereikt, is inhoudelijk zeer scherp, heeft een groot hart voor de stad en haar collega’s, en een enorme uitstraling en zichtbaarheid. De gehele fractie heeft daar diep respect voor en ziet het als een eer om de komende vier jaar met elkaar te mogen samenwerken voor een groener en linkser Amsterdam.’
Voor dit artikel zijn ook Imane Nadif en Simion Blom benaderd. Zij gaven aan over deze kwestie niet met media te willen praten.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!