De Kanttekening sprak zes scholieren die verschillende standpunten hebben over de klimaatmars. ‘Ik vind dat ik geen recht heb om te mogen spijbelen, omdat ik zelf vrij weinig doe met het klimaat.’
Op donderdag 7 februari trokken scholieren vanuit heel Nederland naar Den Haag om te demonstreren voor het klimaat. Ze eisten meer actie tegen de klimaatverandering en vinden dat het kabinet hiertegen meer moet doen. In meerdere landen hebben scholieren tegen klimaatverandering gedemonstreerd. ‘De vervuiler betaalt’, wordt er gezegd. Dit betekent dat de zogenaamde ‘lusten en lasten’ eerlijk moeten worden verdeeld.
De actie is begonnen in Zweden door de zestienjarige scholiere Greta Thunberg, die sinds de zomer van 2018 aan het demonstreren is. Zij is het voorbeeld voor duizenden andere scholieren uit verschillende landen, onder andere België, Canada, Denemarken, Duitsland en Oosterrijk. In België demonstreren duizenden scholieren wekelijks op de donderdag, met de hoop om hun stem te laten horen. De demonstratie in Brussel was de aanleiding voor mensen om ook in Nederland te beginnen met een klimaatmars. Als je kijkt naar de verschillende landen waar door scholieren gedemonstreerd wordt, dan valt op dat dit allemaal westerse landen zijn. In ontwikkelingslanden lijkt het klimaat niet een hoge prioriteit te hebben. Is het zich druk maken over klimaatverandering dan een luxeprobleem, waar vooral mensen uit welvarende landen zich mee bezighouden? En zien we dit terug in de etnische diversiteit van de demonstranten? Want waar waren de nieuwe Nederlanders? De Kanttekening sprak hierover met verschillende scholieren. Sommigen hebben deelgenomen aan de klimaatdemonstratie, anderen gingen gewoon naar school.
Klimaatspijbelaars
Julia de Reus (17) zit in 6 vwo van het Emmauscollege in Rotterdam. ‘Ik weet zeker dat het klimaat een luxeprobleem is. Want als je wat verder kijkt dan zie je dat niet iedereen en niet elk land het klimaat als hoogste prioriteit heeft. Ik begrijp het overigens goed als het verdienen van een basisinkomen je eerste prioriteit heeft. Echter, als we het tot het uiterste laten komen, zitten we allemaal met de gevolgen daarvan. Armere landen, denk aan landen in Midden-Afrika, zullen eerder dan ons te maken hebben met de gevolgen rondom de opwarming van de aarde. Met andere woorden, het is een probleem van ons allemaal. En omdat het dus moeilijker is voor sommigen om het klimaat op nummer één te zetten, vind ik dat de overheid de eerste stap moet zetten. Ik realiseerde mij later dat er relatief weinig mensen met een diverse achtergrond aanwezig waren. Dat kan met meerdere dingen te maken hebben. Ik denk dat, vooral op deze leeftijd, veel mensen met andere dingen bezig zijn. En als je dan ook niet de ‘juiste vrienden’ hebt die je meenemen, of die zelf met je mee willen gaan, dan zul je er ook niet zo gemakkelijk mee in aanraking komen.’
Harun Sevinc (17) zit in 5 havo van het Lyceum Kralingen in Rotterdam. ‘Ik denk niet dat het klimaat een luxeprobleem is, maar dit probleem niet durven oplossen is wel degelijk hét luxeprobleem. Wij willen onszelf niet aanpassen aan de manier waarop we moeten leven om überhaupt in leven te blijven. Ook heb ik gemerkt dat er weinig diversiteit was onder de demonstranten. Ik denk dat dit ligt aan het feit dat de ene groep het belang van dit onderwerp veel beter inziet dan de andere groep. Volgens mij ontstaat dit onderscheid deels doordat sommige mensen dit soort problematiek niet van huis uit meekrijgen. Ikzelf bijvoorbeeld. Mijn ouders komen uit een dorpje in Turkije waar dit probleem niet echt bekend is. Het is dus begrijpelijk dat hun hoogste prioriteit zelfontwikkeling is. Ik ben echter in Nederland geboren en getogen en zie het probleem rondom het klimaat wel in. Ik hoop dat andere jongeren dit op een dag ook zullen inzien.’
Noa Olivieira (18) zit in 6 vwo van het Emmauscollege te Rotterdam. ‘Ik denk niet dat het klimaat een luxeprobleem is. Natuurlijk snap ik dat het gebrek aan primaire levensbehoeften een groter probleem is. Als iemand elke week moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, snap ik dat het klimaat niet bovenaan je prioriteitenlijstje staat. Maar toch is het belangrijk dat we er allemaal bij stilstaan, want als we zo door blijven gaan, dan hebben we over een aantal jaar een groter probleem. Het viel mij op dat de groep demonstranten die demonstreerde helaas niet heel divers van samenstelling was. Ik heb zelf een niet-westerse migratieachtergrond, helaas zag ik vrij weinig kinderen die dit ook hebben. Ook zitten mijn vrienden en ik op het vwo, volgens mij gold dit voor het merendeel van de demonstranten. Dat vind ik erg jammer, het klimaat gaat ons allemaal aan. Dit is niet iets wat enkel weggelegd is voor de blanke elite. Ik denk dat het gebrek aan diversiteit onder andere ligt aan het feit dat men zowel op school als in de media nog te weinig te horen krijgt over de gevolgen van het klimaatprobleem. Op het moment dat dit probleem wel besproken wordt, gebeurt dit meestal door ‘zweverige’ types.
Niet- klimaatspijbelaars
Caine Aron (17) zit in 5 havo van het Lyceum Kralingen in Rotterdam. ‘Donderdag 7 februari ben ik niet naar de klimaatdemonstratie geweest, maar niet omdat ik er geen belang bij had. De reden dat ik niet ben gegaan was omdat ik die dag belangrijke vakken op school had. Ik wist dat veel mensen zouden gaan en had het gevoel dat één persoon meer of minder niet zou uitmaken. Het klimaat is zeker geen luxeprobleem. De gevolgen van dit probleem gaan niet alleen de mensen aan, maar alle organismen op aarde. Ik vind dat de overheid meer moet doen om de klimaatdoelen te halen. Ik was zelf niet bij de demonstratie, maar op het nieuws zag ik weinig diversiteit. Ik denk dat demonstreren iets is wat vooral blanke Nederlanders doen. Dit komt doordat zij het van huis uit meekrijgen. De stap voor mensen die dit niet van huis uit meekrijgen is groter. Dus misschien moet er gewoon meer aandacht aan worden besteed op scholen, zodat echt iedereen van deze problematiek af weet. Ik denk ook dat veel mensen niet eens de moeite willen nemen om naar een demonstratie te gaan, omdat ze er niet direct de effecten van zien.’
Ymke Schoondermark (17) zit in 5 gymnasium van het Willem van Oranje College in Waalwijk. ‘Ik ben niet gaan klimaatspijbelen. Ik had hier geen behoefte aan, omdat ik vind dat je zelf ook erg bewust met het milieu bezig moet zijn om aan zo’n actie deel te mogen nemen. En dit geldt niet voor mij, dus had ik van mijzelf niet het recht om daar te staan. Ik wilde daar niet zijn voor de hype en om een paar uurtjes school te missen. Ook denk ik dat het klimaat inderdaad met luxe te maken kan hebben. Veel mensen hebben tegenwoordig een auto en sommigen zelfs twee. Vroeger was het vaak zo dat alleen rijke mensen een auto hadden. Ik heb het idee dat jongeren naar de demonstratie zijn geweest omdat ze dan niet naar school hoefden te gaan. Een andere kant van het verhaal kan zijn dat veel jongeren daar stonden omdat het hun toekomst is waar het om draait en deze nu vergald wordt door zowel ouderen als jongeren en zij zich daardoor enigszins bedreigd voelen.’
Sara Dogan (14) zit in 3 gymnasium van het Christelijk Gymnasium Utrecht. ‘Ik ben helaas niet gaan demonstreren, want mijn school vond dit idee niet zo leuk. Ik heb genoeg documentaires gekeken over hoe het klimaat de natuur en ons leefmilieu beïnvloedt en ik denk dus dat het klimaat zeker geen luxeprobleem is. Ik vind het uitermate zorgwekkend dat dit niet wordt voorgetrokken voor alle andere problemen. De gevolgen zijn fataal voor alle mensen, dieren en planten. Het klimaat beïnvloedt bijna alles op de wereld. Het is mij ook opgevallen dat er weinig diversiteit was onder de demonstranten. Ik denk dat dit ligt aan het feit dat veel mensen met een migratieachtergrond niet op de hoogte zijn van dit probleem. Dit omdat in het land van herkomst heel andere problemen hogere prioriteiten hebben. Ik heb ooit aan enkele familieleden proberen uit te leggen wat global warming is en ik werd uitgelachen. Onwetendheid speelt een grote rol. Als het klimaat meer aandacht krijgt in de media, dan zullen meer mensen het begrijpen en er wat aan willen doen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!