8.4 C
Amsterdam

‘Het valt wel mee met het extremisme binnen de klimaatbeweging’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

Mogen activisten die zich inzetten voor het klimaat ook geweld gebruiken om hun doel dichterbij te brengen? Die vraag wilde Progressief Café voorleggen tijdens een debat, maar nadat hierover ophef ontstond is deze bijeenkomst gecanceld. Dit incident roept de vraag op: is de klimaatbeweging aan het radicaliseren?

Het hoeft geen betoog dat extreemrechts een groot gevaar vormt voor onze democratische rechtsstaat. Denk aan de terroristische aanslagen in Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Maar ook aan het intimideren van Sigrid Kaag door boze boeren met fakkels en doodsbedreigingen van de achterban van Ongehoord Nederland aan het adres van kritische journalisten.

Maar hoe zit het met de dreiging van extreemlinks? Is de activistische klimaatbeweging Extinction Rebellion extreemlinks? En radicaliseren klimaatactivisten? Journalist Jaap Tielbeke en extremisme-deskundige Teun van Dongen geven antwoord op die vragen.

Maar eerst terug naar de aanleiding. Progressief Café wilde op 7 maart een debat organiseren, getiteld ‘Moreel beraad over het klimaat’. Daar moest onder andere deze vraag bediscussieerd worden: ‘Is vreedzaam protest wel genoeg, of zou het gebruik van geweld, dan wel tegen objecten, dan wel tegen personen, heroverwogen moeten worden?’ En zo ja, tegen welke prijs, vroeg de organisatie zich af: ‘Zijn wij bereid om drie tot vijftien jaar in de gevangenis te belanden als gevolg van klimaatactivisme?’ Nadat hierover op sociale media veel kritiek kwam, besloot Progressief Café het debat niet te laten doorgaan. Ook nam de organisatie afstand van de vraag over het gebruik van geweld.

Domme formulering

Jaap Tielbeke, journalist bij het weekblad De Groene Amsterdammer, schrijft veel over de klimaatbeweging. Hij was als spreker uitgenodigd voor het gecancelde debat in Pakhuis De Zwijger. ‘In de aankondiging stond een hele domme formulering over geweld. Als ik deze passage eerder had opgemerkt, had ik de organisatie gezegd deze zinnen te schrappen, ook omdat er binnen de klimaatbeweging geen activisten zijn die er openlijk voor pleiten om geweld tegen personen te plegen. Daarover is er binnen de beweging geen discussie. Dat wil niemand.’

Wel vinden sommige activisten vandalisme gerechtvaardigd, vervolgt Tielbeke. Hij noemt de Zweedse historicus en klimaatactivist Andreas Malm, die het boek How to blow up a Pipeline schreef. ‘Malm vindt de klimaatbeweging te braaf. Hij trekt hierbij ook historische parallellen, bijvoorbeeld met de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Die bestond niet alleen uit vredelievende leiders als Martin Luther King en Rosa Parks, die grepen naar het middel van burgerlijke ongehoorzaamheid. Er waren ook leiders die voor extremere middelen stonden, zoals Malcolm X. Misschien heeft de klimaatbeweging ook zo’n radicale flank nodig, oppert Malm. Want dan zouden de autoriteiten eerder bereid zijn om de gematigde krachten tegemoet te komen. Ik voelde ongemak bij het lezen van zijn boek, er bestaat een risico van een hellend vlak. Maar ik vind het wel belangrijk dat dit debat – over geweld tegen objecten – gevoerd wordt. Liever die reflectie, dan dat gefrustreerde activisten tot onbezonnen daden overgaan.’

Extinction Rebellion

Wat vindt Tielbeke van de apocalyptische taal van radicale activisten, die onder andere spreken over ‘het tegenhouden van genocide’? Is zulke taal niet gevaarlijk? Tielbeke wil niet op uitlatingen van specifieke activisten ingaan, maar zegt wel dat klimaatactivisten zich terecht zorgen maken. ‘De komende decennia gaan we veel ellende krijgen, als gevolg van de klimaatcrisis. Wereldwijde chaos, onzekerheid, klimaatvluchtelingen, enzovoort. Het is logisch dat de angst en frustratie toeneemt.’

Volgens Teun van Dongen, onderzoeker bij het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT), kunnen activisten mogelijk grijpen naar het middel van geweld als ze geloven dat er sprake is van een ‘existentiële crisis’. Maar dat gevoel an sich is niet voldoende. ‘Ze moeten er ook van overtuigd zijn dat andere vormen van protest niet werken, dat geweld dus de enige optie is.’

Neem de klimaatactivisten van Extinction Rebellion. Zij behaalden de afgelopen tijd meermalen het nieuws, doordat ze zichzelf vastlijmden aan schilderijen in kunstmusea en in januari voor de zoveelste maal de A12 blokkeerden. Zijn zij extremistisch? Extremisme-expert Van Dongen vindt van niet. ‘Ze beginnen hun eisenpakket met ‘de overheid moet dit’, en de ‘overheid moet dat’. Extreemlinks formuleert dit niet zo. Zij hebben de overheid juist opgegeven. Mijn indruk is dat het met het extremisme binnen de klimaatbeweging wel meevalt. Hier en daar heb je wat extremisten, maar zij vormen een minderheid. De beweging in zijn geheel is niet extremistisch.’

‘Er zijn nog geen splinterbewegingen die tot hardere acties willen overgaan’

Tielbeke beaamt dit. ‘Extinction Rebellion weet juist heel veel burgers aan zich te binden. Niet alleen de diehardactivisten, maar ook gewone burgers die wat willen doen tegen klimaatverandering. De organisatie kiest nadrukkelijk voor vreedzaam verzet. Wel kiezen ze voor de strategie van burgerlijke ongehoorzaamheid, net als de burgerrechtenbeweging. En de overheid treedt hiertegen hard op. Er zijn activisten Extinction Rebellion veroordeeld voor het bekladden van ministeriegebouwen.’

Extreemlinkse terreur

Er is tegenwoordig een groot verschil tussen extreemlinks en extreemrechts geweld, aldus Van Dongen. ‘Bij extreemlinks zijn er ideologische firewalls, die mensen weerhouden van het gebruik van het geweld. Er worden bijvoorbeeld discussies gevoerd, wanneer geweld legitiem is en wanneer niet. Er zijn veel activisten die principieel tegen geweld zijn. Bij extreemrechts ligt het toch even anders. Binnen de kortste keren komen extreemrechtse activisten met de meest vreselijke geweldsfantasieën. Dat is daar normaal. Bij extreemlinks niet.’

Extinction Rebellion is radicaal, maar valt niet te vergelijken met extreemlinkse terreurgroepen uit het verleden, zoals de Duitse Rote Armee Fraktion, de Rode Brigades in Italië en RaRa in Nederland. ‘We leven nu in andere tijden’, aldus Van Dongen. ‘Extreemlinkse terreurorganisaties van weleer hoopten met geweld een revolutie te ontketenen. Tegenwoordig draait het echter om ‘infrapolitics’. De revolutie wordt niet langer gezien als een dag waarop de bestaande orde opeens omver geworpen wordt. Het is een zaak van lange adem geworden. Revolutionairen vormen een tegenbeweging die zich verzet tegen het heersende discours, en bouwen in een kleine kring aan een betere toekomst. Denk aan zones of sociale omgevingen waar de publieke zaak wordt bestierd volgens de principes van de anarchisten.’ Als voorbeeld noemt Van Dongen Vrijstad Christiania in Kopenhagen, waar een kleine duizend anarchisten, hippies, krakers en kunstenaars wonen, die zich niet willen conformeren aan de maatschappij.

Belangrijk is bovendien dat er binnen uiterst links veel discussie over de vraag of geweld wel helpt, of dat dit de tegenstander – de overheid in dit geval – in de kaart speelt, vervolgt Van Dongen. ‘Want dan grijpt de overheid naar repressieve middelen, en wordt de beweging gedecimeerd.’

Wel houdt Van Dongen de theoretische mogelijkheid open, dat de klimaatbeweging zal radicaliseren. ‘Misschien zal een splintergroepering worden opgericht, die tot hardere acties wil overgaan. Maar zo’n organisatie is er nu nog niet.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -