8.2 C
Amsterdam

Hijabdwang? Nedermoslima’s hekelen ‘islamofobe’ import van Iran-discussie

Tayfun Balcik
Tayfun Balcik
Journalist en historicus.

Lees meer

Naar aanleiding van de protesten in Iran deelden schrijver Lale Gül en andere vrouwen uit moslimgezinnen in de Volkskrant hun eigen ervaringen met de gedwongen hijab. Ze beweren dat de moslimgemeenschap zulke vrouwen te weinig steunt, wat ook de algemene perceptie in Nederland is. Wij spraken moslima’s die hun beeld nuanceren en de vergelijking met Iran hekelen. ‘Hier is veel meer dwang om je hoofddoek áf te doen.’

‘‘Hoofddoekdwang’, zo heette het artikel in de papieren Volkskrant. De Amsterdamse Saida Derrazi van het moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K. verslikt zich bijna in haar koffie wanneer ze de term hoort. ‘Haha, wat is dat nou weer voor term die de Volkskrant heeft bedacht?’, zegt Derradi – die zelf geen hoofddoek draagt – proestend aan de telefoon.

‘Het verhaal dat daar aan bod komt vind ik sowieso een beetje vaag. Natuurlijk begrijp ik dat mensen hun identiteit niet willen opgeven als ze onderdrukt worden, maar uit hun verhaal blijkt dat het meer om algemene vrouwenonderdrukking gaat dan specifiek om de hoofddoek.’

Derrazi vindt het een lastige discussie. ‘Dit gesprek is weer op gang gekomen vanwege het staatsgeweld in Iran. Daar worden vrouwen door de staat gedwongen om een hoofddoek te dragen. Maar die discussie wordt op een islamofobe manier naar Nederland geïmporteerd en op Nederlandse moslima’s geplakt, alsof dat allemaal hier ook gaande zou zijn. Ik vind dat eerlijk gezegd veel te ver gezocht. Vanuit S.P.E.A.K. zeggen wij dan ook dat wij niet gedwongen worden om een hoofddoek te dragen, dat doen we uit vrije wil. En andersom geldt het ook. Als vrouwen beslissen om hun hoofddoek af te doen, wat ook gebeurt, dan is daar ook geen enkele dwang bij.’ Dit, terwijl vrouwen zonder hoofddoek niet raar worden aangekeken door hun islamitische zusters, zegt ze.

Binnen haar eigen gemeenschap zegt Derrazi ook nooit ‘hoofddoekdwang’ te hebben meegemaakt. ‘In mijn familie hebben we bijvoorbeeld tweelingzusjes. De een draagt een hoofddoek, de ander niet. Het is allemaal islamitisch. Die keuze ligt bij jezelf, het is een afspraak tussen de individuele moslim en God. De islam kent geen dwang.’

‘De islam kent geen dwang’

Nazmiye* uit Den Haag meldt dat zij ook geen ervaring heeft met ‘hoofddoekdwang’. ‘Ik kan me er niet echt in vinden. Je kan er vanuit verschillende invalshoeken naar kijken. Ik heb over Mahsa Amini (de 22-jarige Koerdisch-Iraanse vrouw die overleed na mishandeld te zijn door Iraanse moraalpolitie, red.) gehoord dat ze ook vanwege haar Koerdische achtergrond is vermoord. In het Westen denken mensen dat ze alle moslima’s moeten ‘bevrijden’. Maar goed, het is wel een groot ding geworden’, zegt ze over de telefoon.

Nazmiye maakt zich zorgen over het weer opgelaaide Nederlandse hoofddoekdebat. Islamcritici zijn volgens haar niet zozeer geïnteresseerd in de rechten van Iraanse vrouwen, maar grijpen de zaak aan om de islam en moslims aan te vallen. Ze haalt een tweet aan van de NRC-journalist Süeda Isik, die in de metro door een vrouw was aangesproken om haar hoofddoek af te doen, om zo ‘solidariteit’ te betonen met de Iraanse vrouwen.

‘Ik heb zulke discriminatie vanwege mijn hoofddoek nooit echt meegemaakt, maar dat lijkt me wel heftig, dat iedereen zomaar een beetje wordt aangevallen. En misschien is dat dan ook de bedoeling van al die discussies over de hoofddoek, om die druk te leggen op ons. Er is gewoon echt islamofobie in Nederland.’

Tegelijk vindt Nazmiye het triest dat mensen ‘niet kunnen zijn wie ze zijn of willen zijn’. Vrouwen moeten kunnen kiezen of ze de hoofddoek om willen doen, of niet. Maar als Nazmiye in de Volkskrant een van de vrouwen ziet zeggen dat het ‘enorm’ zou schelen ‘als er ook eens steun kwam vanuit de islamitische gemeenschap’, reageert ze resoluut:

Nazmiye: ‘Ten eerste omdat het niet klopt. Ik heb vriendinnen die hun hoofddoek af hebben gedaan en hun eigen struggle meemaken. Je kunt het eigenlijk vergelijken met een carrièreswitch. Stel: je bent je hele leven leraar, en dan besluit je op een dag geen leraar te zijn. Dat is nogal wat. Dan moet je ook door een interne strijd en jezelf herpakken. Ja, en dan steun je ze door er voor hen te zijn. Het gaat om de persoon. Niet om haar hoofddoek.’

‘Punt twee is dat wij ook niet worden gesteund door hen (de vrouwen in het Volkskrant-artikel die hoofddoekdwang problematiseren, red.) omdat we een hoofddoek dragen. Ze vragen dus solidariteit van de mensen die ze zelf geen schijntje solidariteit gunnen en hun keuzevrijheid niet respecteren. Dat is hypocriet. Het is geven en nemen in deze wereld.’

Opgeblazen probleem

De Rotterdamse Khamissa Boussekla geniet net van een kopje koffie in Istanbul, wanneer we haar spreken over de ‘eeuwige vraag of moslima’s worden onderdrukt of niet’.

‘Is het weer zover?’, zegt ze smalend. Hoewel Boussekla haar hoofddoek losjes draagt, waarbij haar hals te zien is, voelt voor haar hoofddoekdwang in Nederland toch anders aan dan in Iran, waar de staat vrouwen dwingt om een hoofddoek te dragen. Dat sommige moslimvrouwen in Nederland gedwongen worden om een boerka te dragen noemt ze ‘spijtig’, maar Boussekla vindt dat dit probleem enorm wordt opgeblazen.

‘Er zijn volgens mij 70 vrouwen die gedwongen worden een boerka te dragen (exacte cijfers zijn niet bekend, red.). Een boerka moet je niet verwarren met de hoofddoek. Op een bevolking van 1 miljoen moslims zijn 70 vrouwen niet eens 0,01 procent. Goed, elke vrouw die wordt onderdrukt is er één te veel. Maar ik vind het wel weer zo islamofoob om dit microprobleem op de hele moslimbevolking of op alle moslima’s te projecteren’.

‘Er is gewoon echt islamofobie in Nederland’

Boussekla ‘voelt’ hoofddoekdwang in de omgekeerde zin, zegt ze. ‘Hier is veel meer dwang om je hoofddoek af te doen, of om je hoofddoek überhaupt te dragen. Het recht om de hoofddoek te dragen heb je officieel wel in Nederland, maar je krijgt wel veel nare opmerkingen letterlijk naar je hoofd geslingerd.’

Ze zet een ‘autochtoons’ accent op en zegt: ‘Hé, waarom moet je nou zo’n achterlijk doekje op je hoofd? Doe hem toch lekker af!’

Bhoussekla was twintig jaar getrouwd met een witte man. Ze ging al die jaren ‘gebukt’ onder racistische vooroordelen, vertelt ze.

‘Al die nare opmerkingen. Ik werd als moslima niet in mijn waarde gelaten (door deze man en zijn familie en vrienden, red.). Dat ik pas op mijn 42ste een hoofddoek ging dragen, laat zien wat voor invloed dát op mij heeft gehad. Ik wilde al langer een hoofddoek dragen, maar er was altijd die angst. ‘Krijg ik als zzp’er dan nog wel opdrachten binnen? Wat zouden mijn buren ervan vinden? Kan ik nog wel doorgroeien in mijn functie? Moet ik mij als een witte Europeaan gedragen en assimileren voor succes?’ Witte Nederlanders praten over integratie, maar eigenlijk willen ze dat je assimileert.’

Boussekla ontvangt soms ‘complimenten’ over de losse manier waarop ze haar hoofddoek draagt. Maar ze denkt dat die ook ‘islamofoob omhuld’ zijn.

‘Ik kan mij nog goed herinneren dat ik vlakbij een witte dame op een terras zat, toen een vrouw met een hijab langsliep. De witte vrouw wees naar haar, en zei tegen mij: ‘Kijk, dit kan toch niet? Jij ziet er prachtig uit, met je moderne hoofddoek. Jij past veel meer in deze maatschappij.’ Ik heb haar met deze opmerkingen geconfronteerd, en vertelde haar dat haar ‘compliment’ eigenlijk een belediging is. Door zulke opmerkingen voel ik mij als moslima juist niet veilig in publieke ruimtes.’

Volgens Derrazi is de ‘witte’ afkeuring van de hoofdoek ‘institutioneel’ en niet vergelijkbaar met hoofddoekonderdrukking binnen de moslimgemeenschap. ‘De publieke dwang vanuit de politiek, de media en de overheid is groter. Vrouwen met een hoofddoek mogen niet bij de politie werken. Moslimvrouwen zijn ook bijna altijd verdacht. Kijk wat er allemaal gebeurt met GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht en D66-Kamerlid Fonda Sahla. Ze worden tot doelwit gemaakt door Geert Wilders.’

‘Er wordt letterlijk tegen moslima’s gezegd: ‘Zou je nu, met die protesten in Iran, niet solidair moeten zijn en je hoofddoek afdoen?

Derrazi van S.P.E.A.K. waarschuwt dat door de ‘import van de Iran-discussie’ er steeds meer berichten van moslimhaat bij S.P.E.A.K. binnenkomen. ‘Van vrouwen met een hoofddoek die in de publieke ruimte dwangmatig benaderd worden’, vertelt ze. ‘Er wordt letterlijk tegen moslima’s gezegd: ‘Zou je nu, met die protesten in Iran, niet solidair moeten zijn en je hoofddoek afdoen?’ Die suggestie is toch te gek voor woorden?! Het is vreselijk.’

Derrazi vertelt dat de solidariteitspetitie voor de vrouwen in Iran mede door moslims is opgezet en door veel moslims ook is ondertekend. ‘Het is ook nooit genoeg.’

*Gefingeerd. Ze is bang voor repercussies voor haar carrière in Nederland.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -