Binnenkort organiseert Kleur de Kamer in De Rode Hoed een verkiezingsdebat over de toekomst van de democratie. Ian van der Kooye wil minder polarisatie, meer verbinding en een politiek die álle Nederlanders vertegenwoordigt, niet slechts de luidste stemmen.
Op maandagavond 6 oktober organiseren De Rode Hoed en Kleur de Kamer een interactieve avond over de toekomst van de democratie, waarin thema’s als representatie, solidariteit en weerbaarheid centraal staan. In een tijd waarin extremisme toeneemt en minderheden onder druk staan, zoeken sprekers en publiek samen naar manieren om het democratisch systeem inclusiever en sterker te maken.
Organisator van het debat is Ian van der Kooye, die met zijn initiatief Kleur de Kamer al jaren pleit voor meer diversiteit en representatie in de Nederlandse politiek. De organisatie benadrukt dat echte democratie pas bestaat als ook Nederlanders van kleur zich vertegenwoordigd voelen. Politieke partijen moeten zorgen voor meer herkenbare stemmen in de Tweede Kamer, door mensen van kleur hoger op de lijsten te zetten.
Van der Kooye is trots op de Kamerleden en kandidaat-Kamerleden die hij voor het debat van 6 oktober heeft weten te regelen: BIJ1-lijsttrekker Tofik Dibi, D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga (nummer 10), D66-kandidaat Anouschka Biekman (nummer 16), GroenLinks-PvdA-Kamerlid Raoul White (nummer 30), Partij voor de Dieren-Kamerlid Ines Kostić, ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder (nummer 3) en Volt-kandidaat Michael Teng-Li Tai (17). Ook de bekende Amsterdamse schrijfster Simone Zeefuik geeft een acte de présence.
Niet één ideologische bubbel
Kleur de Kamer is er niet om de allochtone stem te mobiliseren, zegt Van der Kooye, maar om ‘alle kleuren te verbinden’. Diversiteit gaat voor hem niet over één ideologische bubbel, maar over een inclusieve democratie waaraan iedereen kan deelnemen.
Twee jaar geleden organiseerde Kleur de Kamer een debat in het pand van de Vereniging Ons Suriname, dit jaar wordt het verkiezingsdebat georganiseerd in het debatcentrum De Rode Hoed. ‘We zijn nu bekender’, zegt Ian tevreden. Tegelijkertijd benadrukt hij de noodzaak van dit debat. ‘De democratie in Nederland staat onder druk. Er is meer extremisme en de rechten van minderheden worden betwist. Dit debat is anders georganiseerd dan de vele televisiedebatten, waar lijsttrekkers elkaar te lijf gaan. Wij wilden niet blijven steken in het ‘afvangen van vliegen’, maar kijken naar echte oplossingen. Hoe blijft de democratie sterk? En hoe zorgen we dat heel Nederland meedoet?’
Nederlanders van kleur mogen meedoen, zolang ze zich maar invoegen in de witte norm
Dat vraagt volgens Ian om een andere manier van denken: niet assimileren, maar toevoegen. ‘Het huidige systeem vraagt vaak dat je je aanpast aan hoe het al gaat. Nederlanders van kleur mogen meedoen, zolang ze zich maar invoegen in de witte norm. Maar het moet niet om invoegen draaien, maar om toevoegen. Ik wil dat mensen iets meebrengen dat er nog niet is, dat ze toevoegen wat er ontbreekt. Politieke partijen schieten wat dit betreft nog steeds ontzettend tekort.’
Het gaat Van der Kooye dus niet alleen om kleur op de kieslijst. ‘Het gaat erom dat mensen met een achterban in hun eigen gemeenschap hoog op de lijst komen. En dat zij die thema’s die in hun gemeenschap leven op de politieke agenda zetten. We hebben het vanzelfsprekend gevonden dat vakbonden en feministen hun onderwerpen inbrengen. Maar zodra het over etnische identiteit gaat, vinden we dat ineens eng. Dan klagen we over identiteitspolitiek. Dat is raar, want feitelijk is de PVV is de grootste identiteitspolitieke partij van het land.’
De politieke flanken roepen tegenwoordig het hardst, ziet Van der Kooye. ‘Ze mogen natuurlijk hun geluid laten horen, maar de stem van het midden wordt nu nauwelijks gehoord. De VVD loopt achter de PVV aan, de linkse partijen worden kleiner, D66 is te kleurloos.’ Van der Kooye vindt dat Geert Wilders nauwelijks een weerwoord krijgt. Alexander Pechtold diende hem vroeger stevig van repliek, Denk doet dat nu een beetje, maar de andere partijen laten het afweten. Dat is niet goed.’
Van der Kooye geeft toe dat het moeilijk is om het midden te bereiken met zijn initiatief, laat staan rechts. Bijeenkomsten van Kleur de Kamer laten rechtse partijen aan zich voorbij gaan, hoewel ze wel worden uitgenodigd voor events. ‘Bij rechtse partijen zoals bijvoorbeeld de VVD vormen mensen met een migratieachtergrond sowieso een minderheid, en vaak willen zij niet als lid van die minderheid worden gezien. Denk aan Dilan Yesilgöz, die absoluut niet representatief is voor de Turkse Nederlanders als groep.’
Niet-stemmers
Een andere groep mensen die hij wil bereiken met zijn initiatief zijn de niet-stemmers. ‘Onder sommige etnische groepen in Nederland zijn er nauwelijks mensen die stemmen. Dan is het voor politieke partijen niet aantrekkelijk om iemand uit die groep op de lijst te zetten. Maar door dat niet te doen stemmen ze sowieso niet. Het is een vicieuze cirkel. Partijen moeten dit doorbreken en mensen uit minderheidsgroepen wel op de lijst zetten. Je moet herkenning bieden.’
Veel partijen hebben tegenwoordig wel een diversiteitsnetwerk. Van der Kooye vindt zulke initiatieven op zich goed, maar waarschuwt dat dit geen gezelligheidsclubjes mogen worden. ‘Kleur op de lijst is geen eindpunt maar een beginpunt. Het gaat erom dat er ruimte komt voor nieuwe perspectieven, dat er echt bruggenbouwers worden gezocht.’
Alleen maar blijven hameren op je eigen gelijk helpt niet, er moet ook constructief worden gebouwd
De toon maakt de muziek, weet hij ook. ‘Je hebt mensen nodig die gevoelige onderwerpen ongezouten kunnen benoemen. Dat zorgt bij de stille witte meerderheid misschien voor irritatie, maar het is belangrijk dat ze bewust worden gemaakt. Vervolgens heb je bruggenbouwers nodig die deze eisen omzetten in beleid. Alleen maar blijven hameren op je eigen gelijk helpt niet, er moet ook constructief worden gebouwd.’
Wat Van der Kooye onbegrijpelijk vindt, is hoe weinig politiek en overheid investeren in het versterken van de democratie. ‘We laten het toe dat veel mensen afhaken en niet meer stemmen. Er zou op z’n minst een debat moeten komen over de stemplicht – niet om die per se weer in te voeren (de stemplicht werd in 1970 afgeschaft, red.), maar om te laten zien dat we het serieus nemen dat zoveel mensen niet meer meedoen.’
Van der Kooye hoopt dat Kleur de Kamer die beweging kan helpen op gang brengen. Minder polarisatie tussen verschillende bevolkingsgroepen, maar juist meer verbinding. Maar bovenal dat mensen hun eigen kleur, hun eigen verhaal, durven meenemen naar het hart van de politiek.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!