5.8 C
Amsterdam

Is onze demonstratievrijheid in gevaar?

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

De Tweede Kamer wil het demonstratierecht van Palestina-activisten inperken. ‘Jodenhaat laait weer op. Dit is niet demonstreren, dit is intimideren’, schreven dertien van de vijftien partijen in het parlement vorige week in een verklaring. Veel pro-Palestijnse activisten maken zich nu zorgen over de demonstratievrijheid. Hebben zij gelijk? 

Vorige week spraken dertien van de vijftien fracties in de Tweede Kamer zich in een verklaring uit tegen Jodenhaat. Aanleiding hiervan was de actie van pro-Palestijnse activisten die op zaterdag 23 maart het optreden van zangeres Lenny Kuhr in Waalwijk verstoorden. De demonstranten klommen het podium op en riepen dat Kuhr een ‘zionist’ en een ‘terrorist’ is. Volgens critici deden de demonstranten dit omdat ze Joods is. De demonstranten zelf wezen op het feit dat Kuhr de staat Israël steunt en zich in oktober voor de militaire operatie in Gaza uitsprak. Ze vinden dat ze daarmee verantwoordelijkheid draagt voor de genocide aldaar.

‘Tegen het Parool heb ik vorige week iets gezegd waar ik nu spijt van heb’

‘Tegen het Parool heb ik vorige week iets gezegd waar ik nu spijt van heb’, bekent advocaat Willem Jebbink aan de Kanttekening. De advocaat bij Jebbink Soeteman Advocaten is gespecialiseerd in het demonstratierecht en staat onder meer activisten van Extinction Rebellion bij. ‘Ik zei dat het protest tegen Lenny Kuhr antisemitisch was, maar dat is helemaal niet zo.’ 

Willem Jebbink © Willem Jebbink

Jebbink vertelde dat hij aanvankelijk was afgegaan op wat Eddo Verdoner, de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB), hierover had gezegd op X.

‘Gisteren werd het concert van Lenny Kuhr verstoord. Ze werd uitgescholden en belaagd’, aldus Verdoner. ‘Kennelijk moet van deze activisten iedere Nederlandse Jood zich uitspreken tegen de politiek van Israël, anders ben je een terrorist en mag je die persoon uitschelden en beletten haar vak uit te oefenen. Dat is een vorm van antisemitisme. We moeten kosten wat het kost voorkomen dat het gewoon wordt Joden te belagen om wie zij zijn. Anders is elke Jood straks doelwit.’

Jebbink: ‘Volgens Verdoner was Kuhr belaagd omdat zij Joods is. Maar dat bleek niet zo te zijn. Het ging de demonstranten er heel nadrukkelijk om dat ze zich had uitgesproken voor het Israëlische militaire optreden in Gaza. In december, toen er al 18.000 Palestijnen waren gedood door het Israëlische leger, zei ze dat ze nog steeds achter de militaire operatie van Israël stond. Verdoner gaf de feiten dus niet goed weer. Hij veroorzaakte ruis. Hij polariseerde het debat. En dat kan niet. Hij is de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. Hij moet boven de partijen staan. Maar dat deed hij niet. Hij ging zijn boekje te buiten.’ 

Sander van Dam, woordvoerder van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, wil niet op de kritiek van Jebbink reageren, zo laat hij in een schriftelijke reactie aan de Kanttekening weten. ‘We houden het bij de reactie die we eerder via X hebben gegeven.’ 

Aan de rechter om te beslissen

Lenny Kuhr heeft inmiddels aangifte gedaan tegen de demonstranten. Het is aan de rechter om te beslissen of zij de wet hebben overtreden. ‘Wat mij betreft is de actie op zich niet strafbaar’, zegt Jebbink hierover. ‘Hun actie was niet heel smaakvol, omdat Kuhr een muziekoptreden gaf en op dat moment geen debat voerde over Gaza, maar ze is een publiek figuur. Daarnaast is niet alles wat niet smaakvol is ook strafbaar. De vrijheid van demonstratie is een belangrijk grondrecht, dat ook door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt gegarandeerd. Een rechter zal hier goed naar moeten kijken. Hij moet beoordelen of het strafbaar is om Kuhr in deze context voor terrorist uit te maken, of dat dit is toegestaan onder de vrijheid van meningsuiting en demonstratie.’ 

Het College voor de Rechten van de Mens benadrukt dat het aan de overheid is om het demonstratierecht van iedereen te garanderen. ‘Elke demonstratie is anders. Het moet per demonstratie specifiek beoordeeld worden of het is toegestaan om deze in te perken of niet.’ 

In 2020 publiceerde het College op zijn website een uitgebreid artikel over wat wel en niet mag tijdens een demonstratie, naar aanleiding van de demonstraties van de Black Lives Matter-beweging, de antivaxers en de boze boeren. Op 31 oktober 2023 volgde een artikel over de demonstraties voor en tegen Israël in Nederland, naar aanleiding van de oorlog van Israël in de Gazastrook. Hierin stelde het College onder meer dat het belangrijk is dat mensen hun meningen en emoties over de oorlog op een vreedzame manier kunnen uiten en solidair kunnen zijn met slachtoffers van een conflict. Maar, zo benadrukte het College, ‘dat mag niet leiden tot uitsluiting, discriminatie of bedreiging van Joden of moslims in Nederland en andere minderheden die met het conflict geassocieerd worden.’

‘De vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht beschermen ook uitingen die mensen als aanstootgevend of schokkend ervaren’

‘De vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht beschermen ook uitingen die mensen als aanstootgevend of schokkend ervaren’, zegt beleidsmedewerker demonstratierecht Marjolein Kuijers van Amnesty International Nederland. ‘Die vrijheid is niet onbegrensd, maar de ruimte voor de overheid om in te grijpen op een uiting is zeer beperkt. Dat kan alleen wanneer het om strafbare uitingen gaat. Of een uiting antisemitisch, en dus strafbaar is, zal van geval tot geval uiteindelijk door de rechter beoordeeld moeten worden. Dat mensen een uiting kwetsend vinden, maakt niet dat die ook antisemitisch is.’

Amnesty International Nederland stelt dat we ons moeten uitspreken tegen antisemitisme en andere vormen van discriminatie. Tegelijkertijd ‘moeten we ervoor waken om kritiek op (de politiek van) de staat Israël – en in het verlengde daarvan uitingen van solidariteit met de Palestijnen – te bestempelen als antisemitisch’, betoogt de organisatie. ‘Mensen kunnen heel kritisch zijn op de inhoud van allerlei boodschappen en dat is ook goed. Dat al die meningen naast elkaar kunnen bestaan, is de kracht van onze democratische rechtsstaat. Zolang het niet gaat om strafbare uitingen, moeten we niet pleiten voor het verbieden of inperken van protesten en meningen vanwege de inhoud. Dat is in strijd met de demonstratievrijheid en de vrijheid van meningsuiting en werkt bovendien polarisering alleen maar verder in de hand.’ 

Iets al snel Jodenhaat

Jebbink vindt dat er nu te gemakkelijk wordt gerept over toenemende Jodenhaat en is daarom kritisch over de verklaring van de dertien Kamerfracties. ‘Het gaat bij het optreden van Lenny Kuhr feitelijk om antizionisme.’ Dat geldt ook voor de demonstratie in Amsterdam bij het Holocaustmuseum op zondag 10 maart tegen de komst van de Israëlische president Yitzhak Herzog, volgens hem. ‘In de Volkskrant stond een goede reconstructie van dit protest. Er werden geen antisemitische leuzen geroepen vanaf het podium of vanuit het publiek. Er was slechts één vrouw die beweerde dat er een antisemitische leuze was geroepen tegen haar. Maar dat is dus alleen haar bewering.’  

‘Er wordt nu te gemakkelijk gerept over toenemende Jodenhaat’

Jebbink vindt daarnaast dat de Tweede Kamer ten aanzien van Jodenhaat met twee maten meet. Als voorbeeld noemt hij Geert Wilders, die enkele jaren terug GroenLinks-Kamerlid Kauthar Bouchallikht ‘affakkelde’, omdat ze een hoofddoek droeg. ‘Heel discriminerend. Waar was de kamerbrede veroordeling toen? Wilders is bovendien veroordeeld voor zijn beruchte ‘minder Marokkanen’-uitspraak. Hij is een veroordeelde crimineel. Waarom willen VVD, NSC en BBB met de PVV samenwerken terwijl Wilders moslims hun burgerrechten wil afpakken, ook al heeft hij zijn voorstellen nu even tijdelijk in de ijskast geparkeerd? De PVV wil als het even kan de Koran verbieden en moskeeën sluiten. Dat is pure moslimhaat. Waarom wordt moslimhaat door de Tweede Kamer niet op dezelfde manier behandeld als Jodenhaat?’

‘Natuurlijk is Jodenhaat ontzettend ernstig’, zegt de advocaat. ‘We moeten hier net zo alert op zijn als op moslimhaat en burgers ten volle beschermen. De ervaring van de Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd: nooit meer. Maar wat dat ‘nooit meer’ precies inhoudt, daarover verschillen we in Nederland nu behoorlijk van mening. Voor veel demonstranten betekent ‘nooit meer’ ook ‘nooit meer genocide’.’ 

 Wat is antisemitisme?

Jebbink maakt zich in dit verband zorgen over de reikwijdte van het begrip antisemitisme. ‘De leus ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ is niet strafbaar. Sommige politieke partijen willen deze leus strafbaar stellen, omdat het antisemitisch zou zijn, maar het gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat deze leus niet strafbaar is. Politici zouden hun huiswerk beter moeten doen.’ 

‘Het recht op demonstratie is ruim en zal ruim blijven’

De demonstratievrijheid is niet echt in gevaar, besluit de advocaat. ‘Het gekrakeel in de Tweede Kamer hierover is niet geïnformeerd en stompzinnig. Parlementariërs moeten kijken naar het recht, in het bijzonder het Europese recht. In het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens is de demonstratievrijheid verankerd, in de artikelen over de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is de hoogste rechter die hierover gaat. Nederland heeft zich gecommitteerd aan Europese wetgeving en moet zich hier dus aan houden.

‘Haagse politici zouden zich eerst eens goed moeten inlezen en zich in de feiten verdiepen, voordat ze stellingen innemen’, zegt Jebbink. ‘Het recht op demonstratie is ruim en zal ruim blijven. De rechter toetst dit en garandeert dit. De Tweede Kamer kan op zijn kop gaan staan maar de demonstratievrijheid zal blijven bestaan.’ 

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -