Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) komt toch niet naar de nationale slavernijherdenking in het Oosterpark in Amsterdam, bericht nieuwswebsite NU.nl. In overleg met Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) heeft Bosma besloten om geen acte de présence te geven.

Er was veel ophef over de mogelijke komst van Martin Bosma naar de nationale herdenking van het slavernijverleden op 1 juli. Als PVV-parlementariër had Bosma het over ‘slavernijgedram’ en sprak hij over ‘anti-blank racisme’ tijdens een debat over het instellen van een bewustwordingsfonds. Ook noemde hij Tula, de leider van de slavenopstand van 1795 op Curaçao, een crimineel. In het PVV-verkiezingsprogramma staat bovendien dat de excuses voor het slavernijverleden, gemaakt door de koning en de Nederlandse staat, moeten worden ingetrokken.

Daarom heeft Bosma na een stevig gesprek met NiNsee nu besloten een vervanger te sturen. Hij ziet het belang van een ‘waardige herdenking’ ook in, zegt Linda Nooitmeer van NiNsee tegen NU.nl.

In de Amsterdamse gemeenteraad was er ook veel commotie over Bosma ontstaan. Denk en Lijst Kabamba hadden een motie geschreven, waarin stond dat de Kamervoorzitter of excuses moest maken of een vervanger moest sturen.

‘We kunnen als gemeenteraad de komst van Martin Bosma niet verbieden’, vertelde Sheher Khan, fractievoorzitter van Denk, vanochtend aan de Kanttekening. ‘Het College van Burgemeester en Wethouders kan wel iemand tot persona non grata verklaren, maar daartoe roept de motie van ons en Lijst Kamamba niet op. We willen een raadsuitspraak. Dat Martin Bosma niet welkom is, vanwege het racistische programma van zijn partij. We willen een statement maken, want met zijn opvattingen ondermijnt Martin Bosma het bestaansrecht van de Keti Koti-herdenking.’

‘Hij is ook niet langer welkom bij de herdenking van de Februaristaking’

In de motie, die nu niet meer zal worden ingediend, staat expliciet dat de PVV een extreemrechts programma heeft. ‘De PVV is ‘een partij die bekendstaat om haar extreemrechtse standpunten en het systematisch tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen’, aldus Denk en Lijst Kabamba.

GroenLinks-fractievoorzitter Imane Nadif heeft ook grote moeite met de komst van Martin Bosma, vertelde ze de Kanttekening vanochtend. ‘Vanuit de gemeenschap zijn er veel bezorgde brieven geschreven en is er een petitie gestart tegen de aanwezigheid van Martin Bosma bij de Keti Koti-herdenking in het Oosterpark.’

Volgens haar ligt het probleem niet bij de mensen die bezwaren hebben tegen de komst van de Kamervoorzitter, maar bij Bosma zelf. ‘Dit had hij maar moeten bedenken, toen hij zijn kwetsende uitlatingen in de Kamer deed en zich daarna opgaf als Kamervoorzitter. De ophef over zijn komst is de consequentie van zijn keuzes.’

Raadslid Jazie Veldhuyzen van Lijst Ahmadi-Veldhuyzen vertelt de Kanttekening dat zijn fractie nog een motie achter de hand heeft, die nog niet officieel is ingediend. ‘Daarin staat dat als Bosma niet welkom is bij de Keti Koti-herdenking, hij ook niet langer welkom is bij de herdenking van de Februaristaking.’

Dat Bosma’s aanwezigheid op de nationale slavernijherdenking onwenselijk is staat voor Veldhuyzen buiten kijf. ‘Hij is gelieerd aan een partij die de Nederlandse excuses voor de slavernij wil intrekken. Als Kamerlid verzette Bosma zich tegen de komst van het Nationaal Slavernijverleden en diende veel foute moties in. In onze optiek kan hij daarom niet langer worden gezien als neutrale Kamervoorzitter. Dat vindt de community ook. De klachten tegen hem vanuit de zwarte gemeenschap wegen voor ons zwaarder dan het argument van de burgemeester, dat hij daar straks zit als voorzitter van de Tweede Kamer en niet als persoon.’

De stadsdeelcommissie Oost stemde gisteravond voor een ‘advies’ aan de PVV-politicus om de beker aan zich voorbij te laten gaan en een vervanger te sturen.