Journalist Caner Mert was zaterdag in Amsterdam bij de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij. Een terugblik.
Keti Koti (ketenen verbroken), ook bekend als de Dag der Vrijheden of Emancipation Day, werd zaterdag 1 juli door heel Nederland gevierd. De hoeveelheid camera’s in de buurt van het Oosterpark in Amsterdam trok ook de toerist in de buurt aan om een kijkje te nemen. In het Oosterpark stonden rond het slavernijmonument grote vrachtwagens en camera’s, aangezien de Nationale Herdenking Slavernijverleden door veel media live werd uitgezonden.
Mijn dag begon samen met de Surinaams-Nederlandse sociaal werker en activist René Adriaan, medeoprichter van het Nationaal instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) dat onderzoek doet naar het slavernijverleden van Nederland en de doorwerking daarvan in de huidige maatschappij.
Adriaan ging in de middag naar Utrecht, omdat hij elk jaar een andere stad bezoekt op deze feestdag. Hij probeerde mensen zo goed mogelijk te helpen en zo veel mogelijk te zien. Mensen in vrolijk gekleurde pakken en Surinaamse jurken zochten om zich heen naar de Bigi Spikri, de jaarlijkse optocht van vrouwen in traditionele Surinaamse en Carbische kledij die ergens in de buurt moest zijn.
‘Als je nou even luistert dan kan ik het je uitleggen,’ zei Adriaan tegen een groepje opgewonden vrouwen die ook naar de kleurrijke optocht zochten. Wanneer Adriaan de route heeft uitgelegd, liep hij door en zag hij in de verte een blauw busje, waar flesjes water werden uitgeladen.
Feestdag
Bij het busje zetten twee vrolijke mannen flesjes water op tafel. Adriaan liep naar de man in de Patta-jas. Patta is een populair kledingmerk met Surinaamse roots en omhelst hem. De man, Vincent Soekra, bleek een van de co-producenten van het festival.
Voor Soekra was Keti Koti allang een feestdag: ‘Ik neem op 1 juli altijd vrij. Sinds 2009 werk ik eraan om van Keti Koti een nationale feestdag te maken voor iedereen.’
Terwijl er plastic werd gescheurd en flesjes water op de tafels werden verspreid, vertelde Soekra over wat Keti Koti voor hem betekende: ‘Het is een dag van herdenking maar vooral van bezinning op wat nooit meer mag gebeuren en hoe we samen verder gaan.’
Terwijl Adriaan nog wat mensen en toeristen vertelde over de Bigi Spikri en hen een flesje water aanbood, liet Soekra weten hoe hij blij hij wel niet was met alle aandacht vandaag voor Keti Koti: ‘Het is goed dat er nu zo veel aandacht voor is. Het is ook op bijna elk kanaal live te volgen dit jaar. Het heeft volgens mij te maken met de toespraak van de koning.’
‘Ik neem op 1 juli altijd vrij’
Ook Soekra wachtte op de toespraak van de koning: ‘Het is nu of nooit, voor hem in ieder geval. Voor mij betekenen zijn woorden niet zoveel. Het is veel te laat voor woorden. Als ze [de Nederlandse staat] echt excuses willen aanbieden, moeten ze met daden komen.’
Lucrecia was onderdeel van een groep vrouwen die meeliepen in de protestmars: ‘Tijdens Keti Koti vieren wij dat honderdvijftig jaar geleden, geen honderdzestig, de lijdensweg van onze voorouders eindigde [In 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft in Suriname en de Caraïbische eilanden. Maar in Suriname moesten de vrijgelaten slaafgemaakten nog tien jaar doorwerken]. Zodat wij vandaag hier kunnen zijn en deze vrijheid met elkaar kunnen delen.’
Voor Lucrecia was het, net als de vele anderen in het Oosterpark, wachten op de speech van de koning: ‘Ik verwacht dat hij eindelijk excuses gaat maken. Het is altijd goed om je excuses aan te bieden, ook al gaat het om iets dat lang geleden is gebeurd.’
Even later liep Adriaan door en kwam hij in de protestmars terecht. Daar waren, vol met kleuren en hard gebonk en gedans van trommels en trompetten, diverse borden, vlaggen en dancemoves te zien. Van de LGBTQI-vlag tot borden met de namen van zwarte verzetsstrijders, veel tekens werden omhooggehouden in de lange sliert, die meer dan twee uur rondging door Amsterdam.
Adriaan kwam Vincent weer tegen en begon hem te helpen met flessen uit te delen aan de mensen die uren hebben gelopen. De optocht eindigde in het Oosterpark op het grasveld tegenover het podium waar de koning zou gaan staan. Adriaan ging zijn reis naar Utrecht maken en stapte de tram in. Ondertussen was het weer slechter geworden. Donkere wolken pakten zich samen, er zou spoedig een regenbui komen.
Rond twee uur was de koning een van de laatste gasten die buiten het park werd opgewacht. Na een korte zwaai naar de enthousiaste menigte kon de herdenking beginnen. Tijdens de toespraak van Koning Willem-Alexander was het erg stil, tot het moment waarop zoveel mensen zaten te wachten. Het moment dat de koning zijn excuses aanbood voor het verleden. Toen hij zijn woorden uitsprak, klonk er gejuich in het Oosterpark.
Op het Museumplein in Amsterdam was de sfeer een stuk feestelijker dan in het Oosterpark. Er waren duizenden mensen, tientallen tenten en kraampjes en een viertal podia.
De sfeer was energiek met veel muziek en heerlijk ruikend eten. Buitenlandse toeristen kwamen naar de grootstedelijke hotspot en dansten enthousiast mee. Al lopend hoorde je gesprekken van bezoekers die geen idee hadden wat er gaande was, maar wel erg benieuwd waren waarom er zoveel mensen van kleur met elkaar aan het feesten waren.
Een komma
Aan de buitenrand van het plein bevond zich een kraampje met diverse boeken over slavernij en zwarte shirts met een grote, witte komma erop. Een verwijzing naar de toespraak van premier Rutte afgelopen december, waarin hij zei dat zijn excuses geen punt waren maar een komma, om te beginnen de start van een herdenkingsjaar. Het kraampje was van kennisinstituut The Black Archives, waar meerdere mensen enthousiast aan geïnteresseerden over de shirts vertelden.
Isabelle Britto was een van de mensen bij het kraampje. In het Engels voerde ze een gesprek met bezoekers: ‘Met onze actie ‘Geen punt, maar komma’ willen wij weten wat de gemeenschappen van de voormalige kolonies vinden van wat er na de komma moet komen. Onze minister-president Mark Rutte citeerde in zijn excuusspeech van december beeldend kunstenaar Serana Angelista, die zei: ‘We zetten een komma, geen punt.’
Na haar gesprek kwam een jonge man aanwandelen en knuffelde Britto. Het bleek Raul Balai te zijn, kunstenaar en curator bij The Black Archives: ‘Ik heb zitten luisteren naar die toespraken vandaag, maar ik vind het gek dat niemand het heeft over wat in Vlissingen is gebeurd’, aldus Balai. Hij doelde op het slavernijmonument in Vlissingen dat een dag na de onthulling was beklad met racistische teksten.
‘Ik heb mijzelf kapotgelachen om de toespraak van de koning’, vervolgde Balai. ‘De koning zei in zijn speech dat er op Nederlandse bodem geen slavernij was, maar met een druk op de knop kan je op het internet lezen dat het niet waar is.’
Aan het begin van de avond was het vooral feest. Lange rijen bij de barbecues en veel mensen met een koud, Surinaams biertje. Op het ene podium trad een groot dansorkest op terwijl van de bühne ernaast hip-hop geluiden kwamen. In de avond stapte rapper DopeBwoy op het grootste podium, waarna de voetjes langzaam weg dansen van het Amsterdamse Museumplein.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!