Hoe ervaren nieuwkomers uit warme landen het koude Nederlandse weer? We vroegen het aan de Keniaanse expat Kioko Chelimo, migrant Jia En de Nooij uit Singapore en psychiater voor vluchtelingen Aram Hasan.
‘Vooraf aan mijn komst naar Nederland was ik bang voor de winter hier’, bekent de uit Kenia afkomstige Kioko Chelimo. Hij kwam naar Rotterdam om te werken als natuurgids en woont daar inmiddels een half jaar. ‘In Kenia kennen we helemaal geen winter.’
Zijn eerste zomer in Nederland kon hij nog wel verhapstukken. ‘Die twintig graden was wel lekker.’ Maar toen arriveerde de herfst. ‘‘s Ochtends om half zeven wanneer ik op de fiets naar mijn werk stapte, waren mijn handen al bevroren.’
Hij is nog steeds niet gewend aan het klimaat. ‘Dat lukt me maar niet. Je weet nooit wat voor weer het de volgende dag gaat zijn.’ Zijn Nederlandse huisgenoot heeft hem een paar apps laten zien waarop weersvoorspellingen worden getoond. ‘Ik heb ’t meteen gedownload. Nu weet ik hoe koud ’t is en of ‘t gaat regenen.’
Jia En de Nooij is getrouwd met een Nederlander. Ze is afkomstig uit Singapore, een land waar het het gehele jaar door warm en vochtig is. Lager dan twintig graden wordt ’t daar niet. ‘Het was dus een hele aanpassing toen ik naar Nederland kwam.’
De eerste paar winters was ze depressief. Ze werd ook lichamelijk ziek. ‘Er waren korte winterdagen. Het was erg moeilijk daaraan te wennen. Vooral wanneer het alsmaar regende, voelde ik me echt naar.’
Toen kwam er een wending. Wanneer ze eens terugging naar haar Singapore, stuitte ineens de hitte daar haar tegen de borst. ‘Ik was helemaal vergeten hoe heet het daar kon zijn. In mijn beleving was het zó heet, misschien wel door de klimaatverandering.’ Nu waardeert ze dus de mildere temperaturen in Nederland.
Wat ook hielp is een kennis in IJsland, die goed schijnt te gedijen bij ijskoud weer. ‘Als de weersomstandigheden hier me weer dreigen te deprimeren, trek ik me daaraan op.’
Ze is nu wel zover dat ze pluspunten aan het koudere weer kan zien. In haar buurt heeft ze leuke wandelpaden ontdekt. ‘Ik vind het erg prettig om daar te lopen als het weer niet al te slecht is.’ Verder werkt ze sinds een paar jaar. ‘In de thuiszorg heb ik het zo druk dat als ik eindelijk thuiskom, niet eens meer nadenk over het weer.’
Ook heeft ze praktisch gezien een oplossing gevonden om zich tegen de kou te wapenen. ‘‘s Morgens drink ik warme melk en ik heb de hele dag door sokken aan.’ De Nooij vindt Nederland uiteindelijk geweldig. ‘Er is hier een goede sociale infrastructuur. Ik neem de eindeloze grijze luchten dan dus maar voor lief.’
‘‘s Morgens drink ik warme melk en ik heb de hele dag door sokken aan’
Psychiater Aram Hasan behandelt vluchtelingen bij het beheersen van trauma’s. De arts, die zelf gevlucht is uit Syrië, ziet in zijn praktijk in Rotterdam mensen uit onder meer Libië en Pakistan. Hij zegt desgevraagd dat zijn patiënten óf niets wisten van de Nederlandse kou óf er andere ideeën over hadden.
‘Ze hadden bijvoorbeeld niet vermoed dat het zo zou sneeuwen hier. Ze dachten dat dat in Scandinavische landen voorkwam. Ook veronderstelden ze dat het hier minder koud was.’
De personen hebben niet zozeer last van de kou, als wel van de wisselvalligheid van het weer. Verder spelen de donkere maanden en de vele regen hen parten, volgens de arts. Hij kan niet echt een percentage geven voor hoeveel van zijn patiënten dit geldt.
‘Het bevalt ze niet dat ze minder buiten kunnen zijn, omdat er geen zon is. Ze hebben gevoelens van ongelukkigheid. Hun stemming wordt erdoor beïnvloed.’ Dit werkt ook door op het arbeidsvlak. ‘Ze zijn minder creatief en het werk dat ze afleveren is minder.’
Hasan behandelt ze ook voor winterdepressies. Hij geeft hen hiervoor lichttherapie – een therapie die is gebaseerd op de helende werking van licht. Of hij adviseert hen om werkelijk zonlicht op te nemen, door op vakantie te gaan naar een warm land. ‘Ik verstrek tevens een supplement als vitamine D.’
Hij zegt dat het tekort aan zonlicht niet onderschat moet worden. ‘Sommigen wonen hier al jaren, maar klagen nog immer over het klimaat.’
Theo Klimstra, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg, heeft onderzoek gedaan naar het weer in combinatie met het humeur van een persoon. Dat is binnen een enkele groep gemeten. Deze groep was autochtoon-Nederlands en bestond uit vierhonderd jongeren en hun moeders. Deze mensen werden dertig dagen gevolgd.
Daar kwam uit dat voor vrijwel de helft hun humeur niet werd beïnvloed door het weer. Voor de andere helft golden drie types: een deel werd vrolijker bij warmer weer, een deel kreeg een slecht humeur van de regen en het laatste deel werd kribbiger van zonniger weer. De onderzoeker zegt dat vijftien tot twintig procent van de mensen liever mooier weer in Nederland heeft.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 19 december 2018.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!