In het multiculturele Nederland wordt de herdenking van de Tweede Wereldoorlog beetje bij beetje steeds inclusiever. De Kanttekening spreekt met drie biculturele Nederlanders over wat zij hebben met 4 mei.
‘Het is een hele goede zaak dat er tegenwoordig meer aandacht is voor zwarte verzetshelden als Boy Ecury en Anton de Kom’, zegt de Antilliaans-Nederlandse Wendy Carty, die geschiedenis en maatschappijleer doceert op een vmbo-school in Amersfoort. ‘Decennialang kregen de Antilliaanse en Surinaamse Nederlanders die vochten in de oorlog nauwelijks erkenning. Maar gelukkig verandert dit nu.’
Ook zwarte Amerikaanse soldaten krijgen tegenwoordig meer erkenning, vervolgt Carty. Als voorbeelden noemt ze de Tuskegee Airmen, de zwarte gevechtspiloten die hielpen om Europa te bevrijden, en de zwarte vrachtwagenchauffeurs die onmisbaar waren voor de logistiek van het Amerikaanse leger.
Voor Surinamers en inwoners van de voormalige Antillen is niet de oorlog maar de slavernij het morele ankerpunt. ‘Op Sint Eustatius, waar mijn ouders wonen, leeft de oorlog nauwelijks’, vertelt Carty. ‘Er worden wat kransen gelegd op 4 mei, en daarbij zijn een handjevol bejaarden en de padvinders aanwezig, maar dat is het dan. De Tweede Wereldoorlog zegt de meeste mensen daar niets. Maar hoewel de Antillen en Suriname niet door het Derde Rijk werden bezet, hadden ze wel te lijden onder de oorlog. Ze waren afhankelijk van import over zee, maar dit werd zwaar bemoeilijkt, mede vanwege de duikbotenoorlog. Mijn grootouders hoefden gelukkig geen bloembollen te eten, maar leuk was deze tijd bepaald niet.’
In haar geschiedenislessen besteedt Carty aandacht aan de Tweede Wereldoorlog, maar ze vindt het belangrijk dat haar leerlingen een breed perspectief meekrijgen. ‘Uiteraard heb ik veel aandacht voor Joodse slachtoffers, maar daarnaast kijken we ook naar andere groepen die door de nazi’s werden vervolgd, zoals de Roma en Sinti, homoseksuelen en Jehovagetuigen. En als ik vertel over het verzet, dan gaat het ook over Boy Ecury, Anton de Kom en het verhaal van Waldemar Nods, waarover in 2011 de indrukwekkende film Sonny Boy verscheen. En natuurlijk ook over de Joods-Nederlandse oorlogsheld en verzetsstrijder George Maduro, waar het miniatuurpark Madurodam in Den Haag naar vernoemd is. Hij kwam van Curaçao.’
Vmbo-leerlingen vinden geschiedenis maar een lastig vak, maar snappen tegelijkertijd vaak wel de ernst van wat er toen gebeurde, inclusief de Holocaust. ‘Helaas zijn er soms ook leerlingen die twijfelen of de Holocaust wel echt heeft plaatsgevonden’, zegt Carty. ‘Dit zijn heus niet alleen Turkse en Marokkaanse leerlingen. Laatst zei een witte jongen tegen mij: ‘Is het wel zo? Ik was er niet bij.’ Dat vind ik een slechte ontwikkeling. Ook zongen sommige leerlingen het nazilied Erika, maar dat heeft de school nu verboden.’
‘Hoewel de Antillen en Suriname niet door het Derde Rijk werden bezet, hadden ze wel te lijden onder de oorlog’
Sultan Mohammed V
Wat moeten Marokkaanse Nederlanders met de Dodenherdenking? Is dit ook iets waar zij aan kunnen meedoen? Of is het voor hen vooral de oorlog van de anderen? ‘Mij zei het vroeger allemaal maar weinig’, bekent Hagenees en manager arbeidsontwikkeling Abdessamad Taheri. ‘Maar tegenwoordig denk ik er anders over. Ik ben solidair met de slachtoffers die wij herdenken, die zich hebben ingezet om onze vrijheid en onze veiligheid te waarborgen. Ook denk ik aan de slachtoffers van onrecht. De les van de Tweede Wereldoorlog is heel universeel.’
Taheri vertelt dat het met de kennis van de Tweede Wereldoorlog onder veel Marokkaanse Nederlanders slecht gesteld is. ‘Adolf Hitler wilde van de Joden af. Dat is zo’n beetje het enige wat we erover weten. Dat Marokkaanse soldaten meevochten in het Franse leger, dat is bij de meeste Marokkanen niet bekend. Ook lang niet iedereen kent het verhaal dat sultan Mohammed V weigerde om zijn Joodse onderdanen uit te leveren aan nazi-Duitsland, nadat Vichy Frankrijk dit aan hem vroeg. Maar wie dit verhaal wel kent is trots. Dat Mohammed V toch maar even verzet bood tegen de nazi’s.’
Volgens Taheri is het een mythe dat Marokkaanse Nederlanders antisemiet zijn. ‘Als je antisemitisme definieert als kritiek op Israël, dan zijn we allemaal antisemiet. Maar de meeste Marokkanen maken een onderscheid tussen Joden en de staat Israël. Een kleine groep is echter ongenuanceerd, en daar duiken de media dan op. Maar niet iedereen denkt natuurlijk zo, zoals lang niet alle autochtone Nederlanders negatief zijn over Marokkanen. We moeten sowieso minder denken in groepen. Dat is een van de lessen van de oorlog.’
Vervolgde Gülenisten
Bestuurder en voormalig CDA-politicus Alaattin Erdal, een sympathisant van de Gülenbeweging, vertelt dat in 2010 4 mei voor het eerst een belangrijke plek had in zijn agenda, toen hij bestuurder werd in Rotterdam-Charlois. ‘Vanaf dat moment werd ik actief betrokken bij de Dodenherdenking. Elk jaar herdachten we de doden namens het bestuur van Charlois. Het werd een vast onderdeel van mijn agenda. Ik stond tussen de mensen, luisterde naar hen, naar hun verhalen.’
Op school had Erdal de Tweede Wereldoorlog niet echt meegekregen, vertelt hij. ‘Ik emigreerde pas op mijn elfde naar Nederland. Via de lts en het mbo kwam ik op het hbo terecht. Op school stonden we er niet echt bij stil.’
Wat wel hielp was Erdals fascinatie voor het vak geschiedenis. ‘Ik lees graag boeken en kijk naar documentaires over geschiedenis. Niet alleen die van de Ottomaanse en Turkse geschiedenis, maar ook die van de Tweede Wereldoorlog. Veel indruk maakten de documentaires over de Holocaust en die over de opkomst van het nazisme.’ Volgens Erdal zijn vooral die laatste documentaires relevant voor nu. ‘Het Derde Rijk was een blauwdruk voor de dictaturen van nu. Dictators weten dankzij de nazi’s hoe belangrijk propaganda is, het manipuleren van de media, het demoniseren van groepen. Je hoort daarom over de nazi’s te leren. Uit wat er toen gebeurde kunnen lessen worden getrokken voor het heden.’
Als we hier hem naar vragen, zegt Erdal dat hij inderdaad doelt op de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die de persvrijheid de nek om heeft gedraaid en politieke tegenstanders vervolgt. ‘Maar de vlieger gaat ook op voor het Rusland van Vladimir Poetin, het Hongarije van Viktor Orban en het Syrië van Bashar al-Assad. Het gebeurt overal. Vaak blijft het alleen bij haatretoriek – zoals bij Geert Wilders bijvoorbeeld – maar het gevaar is dat retoriek leidt tot een politiek van vervolging en uitroeiing.’
Erdal voelt zich ook erg betrokken bij de stad Rotterdam – waar hij al tientallen jaren woont. ‘Het is ook mijn stad, als bestuurder heb ik bijgedragen aan de ontwikkeling van Rotterdam. Ik maak dikwijls wandelingen met mijn vrouw door de stad. We komen niet alleen langs plekken die in mei 1940 gebombardeerd, maar ook monumenten, zoals bijvoorbeeld de plek waar de Joden zijn afgevoerd tijdens de razzia. Rotterdammer-zijn betekent ook deze geschiedenis leren kennen. Zoals het ook bij het Nederlander-zijn hoort dat je de geschiedenis van ons land leert kennen. Turken zijn onderdeel van de Nederlandse samenleving geworden, ze moeten niet alleen de taal spreken en de formele regels weten, maar ook leren over de cultuur en geschiedenis van Nederland.’
Erdal vertelt dat hij de ernst van de naziterreur pas echt begreep toen Turkije na de mislukte coup van juli 2016 de Gülenisten besloot te vervolgen. ‘Mensen snappen pas het leed van de ander als ze zelf worden vervolgd. Door deze ervaring kijk je opeens heel anders naar het leed van anderen.’ Gülenisten kregen meer begrip voor Koerden, Grieken, Armeniërs en Alevieten toen ze zelf slachtoffer werden van vervolging door de Turkse staat, aldus Erdal.
De voormalige CDA-politicus hoopt ten slotte vurig dat de democratie zal terugkeren in Turkije, want alleen in een democratische samenleving is er ruimte om kritisch te kijken naar je eigen verleden, de zwarte bladzijden in de geschiedenis. ‘Duitsland heeft excuses aangeboden voor de Holocaust, Nederland voor het slavernijverleden, maar in Turkije is nog niet zo ver. Hopelijk verandert dit in de toekomst.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!