In tien jaar tijd is het aantal Brazilianen in Nederland verdubbeld, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Met een deel gaat het prima, maar velen zijn ongedocumenteerd en afhankelijk van voedselhulp.
Flávia Ramos Costa kwam achttien jaar geleden naar Nederland. Ze had het behoorlijk lastig, dus gelukkig vingen haar partner, schoonfamilie en nieuwe vrienden haar op. Toch bleef ze zich buitengesloten voelen, ondanks het feit dat ze hoger opgeleid was. Ze leerde Nederlands, ging aan de slag als maatschappelijk werker en richtte een paar jaar geleden Compasso Social op.
‘Eigenlijk is het een commercieel-sociaal bedrijf. Ik help Portugees sprekende mensen bij hun inburgering en integratie in Nederland’, vertelt ze. ‘Ze komen bij mij via onder andere mond-tot-mond-reclame, sociale media, welzijnsorganisaties en psychologiepraktijken.’
Volgens het CBS zijn er 33.000 Brazilianen in Nederland, het Braziliaanse consulaat schat dat het er drie keer zo veel kunnen zijn. Daar zitten ook Brazilianen met een dubbele nationaliteit tussen, die soms niet worden meegerekend. Vooral na de Tweede Wereldoorlog kwamen er veel Italianen, Portugezen en Duitsers naar Brazilië. Hun nabestaanden hebben vaak twee nationaliteiten.
‘Via een paspoort uit een EU-land kun je veel makkelijker naar Europa komen’, zegt Ramos Costa. ‘Deze immigranten worden in sommige gevallen geregistreerd als bijvoorbeeld Duitser, maar het zijn in feite geboren en getogen Brazilianen. Verder gaat het veelal om ongedocumenteerden.’
Dit geldt bijvoorbeeld voor Franciale* (28). Aan een procedure beginnen om haar verblijf legaal te maken, ziet ze niet zitten. Veel te complex en veel te weinig kans dat ze mag blijven, denkt ze.
Eigenlijk vindt ze het in Nederland – ze woont hier nu drie jaar – helemaal niet zo leuk, maar ze is gekomen om zich bij haar familie te voegen. Ze miste hen erg. ‘Ook al ben ik liever in Brazilië, mijn familie missen is erger dan in Nederland wonen én in dit land is het rustiger en veiliger.’
Vooral de onrust en onzekerheid in Brazilië vormen een grote motivatie voor migranten om het land te verlaten. Het in Brazilië totaal uit de hand gelopen coronavirus draagt bij aan het toenemende aantal Braziliaanse migranten, maar dit is volgens Ramos Costa slechts het topje van de ijsberg, ook omdat het juist door het coronavirus lastiger is om naar Nederland te emigreren.
‘De afgelopen vijf jaar zijn veel kennismigranten naar Nederland gekomen, zoals IT’ers. Opleiding en motivatie zijn twee belangrijke schakels voor succes en geluk in het nieuwe land’, aldus Ramos Costa. Zij merkt dat hoogopgeleide kennismigranten uit Brazilië in een isolement raken als zij de Nederlandse taal niet spreken en geen baan hebben. ‘Door Nederlands te leren, kunnen ze dat opheffen.’
Veel Brazilianen die alleen naar het buitenland emigreren missen hun familie, gaat zij verder. ‘In de Braziliaanse cultuur staan familie en saamhorigheid centraal. Je kunt altijd op hen terugvallen. In Brazilië ben je constant in gezelschap van vrienden en familie. In combinatie met de koude winter kan het zonder hen heel zwaar zijn. Nederlands leren heeft mij geholpen om hier vrienden te maken, te werken en de Nederlandse cultuur te kennen. Dit gun ik mijn cliënten van harte.’
‘Bijna 90 procent van de Brazilianen die we helpen is ongedocumenteerd’
Ook Braziliaanse gezinnen die naar Nederland emigreren kunnen in een isolement raken en daardoor in de problemen komen. Dit viel de Braziliaans-Nederlandse Marlène Nascimento op. Samen met haar team richtte zij een voedselbank op voor de veelal ongedocumenteerde Brazilianen.
‘Ons project begon vijf jaar geleden met kleine ogenschijnlijk simpele dingen, zoals met mensen meegaan naar de dokter om te tolken’, vertelt zij. ‘Langzaam begon ons project te groeien en kwam er voedselhulp bij voor ongeveer dertig à veertig families. In maart 2020 kwam hier drastisch verandering in door de coronapandemie. Anno nu zijn er ongeveer negenhonderd Braziliaanse migranten in de problemen geraakt, voor zover wij weten.’
Zelf woont Nascimento elf jaar in Nederland. Ze werkt als accountant bij een groot Amerikaans bedrijf. Dit doet ze fulltime. De rest van haar tijd besteedt ze aan dit project.
‘Ik begin ’s ochtends vrij vroeg om tijd over te houden. Het is echt nodig. Bijna 90 procent van de Brazilianen die we helpen is ongedocumenteerd. Ze kunnen nergens op terugvallen en hebben sinds corona minder inkomsten, meestal omdat ze schoonmaakwerk doen. Op de adressen waar ze schoonmaakten waren ze niet meer welkom, omdat hun klanten bang waren met het virus besmet te worden. Daar staat tegenover dat ze vaak enorm hoge huren betalen.’
Ongedocumenteerden kunnen niet langs de gangbare weg huren. Verhuurders die een oogje dicht doen bij gebrek aan een verblijfsvergunning laten hun huurders flink betalen voor deze ‘service’. Huren van 1.600 euro of zelfs 2.000 euro per maand vormen geen uitzondering.
Nascimento: ‘Maar de grootste barrière is voor veel mensen de Nederlandse taal. Die is moeilijk. De meeste ongedocumenteerde Brazilianen spreken alleen Portugees en amper Engels. Bovendien gaan ze, zodra ze in Nederland zijn, ergens aan de slag om hun vaste lasten te kunnen betalen en hebben eigenlijk geen tijd om Nederlands te leren.’
Met haar project kan Nascimento en haar team tot vierhonderd voedselpakketten per week uitdelen aan hulpbehoevende Braziliaanse gezinnen en alleenstaanden. Ongeveer 80 procent van de families die zij met haar initiatief helpt is Braziliaans. De overige 20 procent bestaat uit Latino’s en Filippijnen.
Er zijn mensen die elke week een hulppakket komen halen. Anderen komen eens in de twee weken. De pakketten bevatten standaard groente, fruit, vlees, brood, rijst, bonen, eieren, bloem en zwarte bonen.
‘Voor Brazilianen zijn zwarte bonen met rijst het nationale gerecht. Bij wat we zelf aanschaffen houden we daar rekening mee’, zegt Nascimento. ‘We hebben drie belangrijke sponsors: Het Rode Kruis, Human Aid Now en Hoop Voor Morgen – de voedselbank in Amsterdam Zuidoost. Via Het Rode Kruis ontvangen we cadeaukaarten van de Albert Heijn. De stichting Human Aid Now helpt ongedocumenteerden, en dankzij hen hebben we zwarte bonen, rijst, eieren en melk. De voedselbank schenkt ons voedsel waarvan de houdbaarheidsdatum nadert, zoals groenten en brood. De rest krijgen we van donateurs.’
Een van de mensen die voedselpakketten van Nascimento ontvangt is de Braziliaanse Marilda* (54). Zij woont al negentien jaar in Nederland. Hoewel ze nog steeds ongedocumenteerd is, is ze niet bang om uitgezet te worden. Ze doet immers niets fout. Door corona heeft zij minder inkomsten, waardoor ze de voedselhulp goed kan gebruiken.
‘Het helpt echt een heleboel. Ik moet 2.800 euro aan huur betalen. Daarom verhuur ik kamers, anders red ik het niet.’ Ze heeft meerdere redenen om in Nederland te blijven. Twee daarvan zijn de onveiligheid in Brazilië en het feit dat ze niet tegen de hitte kan.
‘De grootste barrière is voor veel mensen de Nederlandse taal. Die is moeilijk’
Omdat er in Brazilië geen oorlog aan de gang is, verklaart de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) het land als ‘veilig’. Brazilianen worden daarom vaak als economische vluchtelingen aangemerkt. Volgens Nascimento klopt dat beeld niet, want veel Brazilianen verlaten hun land juist uit onveiligheid.
‘Je kunt in veel buurten in Brazilië niet eens buiten bellen, omdat je meteen van je telefoon wordt beroofd. Ik ken een echtpaar dat jaren in Nederland had gewerkt en goed had verdiend. Ze gingen terug naar Brazilië en openden daar een ijssalon. De zaak werd overvallen en ze werden bijna vermoord. Daarna zijn ze teruggekeerd naar Nederland’, vertelt zij.
Veel Brazilianen hebben soortgelijke ervaringen, waardoor zij terughoudend zijn om terug te keren naar hun vaderland. Nascimento schat dat slechts 5 procent van de Brazilianen in Nederland uiteindelijk terugkeren.
Ook Janaina* (48), die nu vier jaar in Nederland, wil op een moment weer terug naar Brazilië. ‘Ik ben alleen. Mijn kinderen wonen in Brazilië én ik ben óma’, verklaart ze. ‘Aan de procedure om legaal te worden, begin ik niet’, gaat ze verder. ‘Je bent bijna kansloos.’
Wel doet ze erg haar best om Nederlands te leren. Een moeilijke taal, maar dat houdt haar niet tegen. Janaina is tevens vrijwilliger bij het voedselproject van Nascimento, waar ze erg blij mee is.
‘De hulp is erg welkom, maar ik heb er ook vriendschap gevonden. Dat vind ik heel erg belangrijk!’
*Achternaam bij de redactie bekend.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!