8.3 C
Amsterdam

‘Surinaamse voetballers werden door witte mensen racistisch aangesproken’

Lees meer

Humphrey Mijnals: zelfs grote voetbalfans zullen de naam van deze eerste Surinaamse voetballer in Oranje niet kennen. Maar de foto’s van de omhaal die hij maakte bij zijn debuut voor het Nederlands elftal in 1960, dat speelde tegen Bulgarije, gingen de hele wereld over. Zondag verscheen er een biografie over Mijnals.

De verdediger van USV Elinkwijk viel al jong op. Hij was een van de eerste voetballers die vanuit Suriname naar het Nederlandse betaalde voetbal ging. Hij was de eerste voetballer van kleur van Oranje.

Journalist en sportschrijver Danny van der Linden kwam op het idee een boek te schrijven over de in 2019 overleden Mijnals, vanwege diens befaamde omhaal: ‘Ik was bezig met een boek over de keeper Frans de Munck, ook wel bekend als ’De Zwarte Panter‘, toen de wedstrijd tegen Bulgarije ter sprake kwam. Toen Mijnals hier voetbalde, waren er ook nog niet veel Surinamers in Nederland. Dus ik was erg benieuwd hoe het was voor een Surinamer om te voetballen in een land waar bijna alleen witte mensen wonen.’

Van der Linden wist wel dat er destijds veel racisme was, ‘maar dat het zo erg was wist ik weer niet. Waar ik achter kwam was dat Surinaamse voetballers racistisch werden aangesproken door witte mensen. Ze vroegen hen: ’Jij hebt een donkere huidskleur, maar is je bloed wel rood?’ Ze zagen de voetballers niet als mens, maar als buitenaardse figuren. Het lijkt zo onwerkelijk hoe we in die tijd omgingen met mensen van een andere kleur.’

Mijnals, geboren in 1930, maakte op vijfentwintigjarige leeftijd de transfer van SV Robinhood in Paramaribo naar Utrechtse Sportvereniging Elinkwijk. Hoe kwam zijn voetbaltransfer tot stand? ‘Er was destijds een kerkgemeenschap uit Zeist met veel bekeringsijver’, vertelt Van der Linden. ‘Ze wilden mensen in andere landen, zoals Suriname, helpen door hen over het christendom te vertellen. Bij de kerkgemeenschap werkte een dominee die erg geïnteresseerd was in voetbal.’

Vier Surinaamse voetballers kwamen in 1963 samen op een reünie. Humphrey Mijnals (links), Jozef Siahaya, Michel Kruin en Edwin Sparendam (beeld: Harry Pot/ Wikimedia Commons)

SV Robinhood was een van de voetbalclubs van Suriname en had een uitstekend elftal. ‘De club was een paar keer landskampioen geworden toen de dominee voor Robinhood kindersportactiviteiten mocht organiseren. Hij zag Humphrey en zijn broers spelen en kwam in contact met de familie. Hij zag potentie in Humphrey, maar ook in zijn broer Frank. Het waren fysiek en technisch sterke voetballers. Hij wilde proberen om hen naar Nederland te halen. De dominee had connecties bij Feyenoord, maar die club vond het te lastig, waarna hij het bij Elinkwijk is gaan proberen. Na Humphrey kwam ook Frank naar Elinkwijk. Later kwamen daar spelers als Michel Kruin, Charly Marbach en Erwin Sparendam bij. Zo ontstond er een hele Surinaamse enclave bij Elinkwijk.’

Ondanks de contacten was het nog steeds een hele klus om de transfer waar te maken: ‘Elinkwijk had tegen de dominee gezegd dat hij Mijnals maar eens langs moest sturen, maar dat ging toen niet zo makkelijk. Er werden goede afspraken gemaakt en ze kregen een contract als ze arriveerden, op basis van wat de dominee had gezegd. Na een lange bootreis kon Humphrey een contract tekenen. Het betaald voetbal in Nederland bestond toen nog uit semiprofessionele voetballers.’

Van der Linden vervolgt: ‘Eenmaal in Nederland kwam Humphrey in een totaal ander klimaat. Van het zonnige Paramaribo naar de koude stad Utrecht. Hij kreeg ook de vraag of hij niet bang was voor de kou. Hierop antwoordde hij: ’Kou? Ik weet niet wat kou is’. Zijn debuut tegen Sparta Rotterdam was vanwege de kou ook erg lastig. Hij moest op een ijzig veld voetballen en werd door een tegenstander de wedstrijd uitgeschopt. Ook het publiek zag dat hij het moeilijk had, waarna er bijvoorbeeld te horen was: ‘Plak een postzegel op zijn kont een stuur hem terug naar Suriname!’

Danny van der Linden (beeld: Danny van der Linden)

Het koude welkom hield Mijnals niet tegen, vervolgt Van der Linden. ‘Door zijn positieve instelling, zijn doorzettingsvermogen en zijn vriendelijkheid heeft Mijnals zich voetballend weten waar te maken. Na een paar weken begon Humphrey te wennen aan Nederland en zagen ook de trainer en het publiek de kracht van de speler.’

Na bijna vier jaar bij Elinkwijk te hebben gespeeld werd Humphrey geselecteerd voor het Nederlands elftal, maar wel op een andere manier dan dat het nu gaat, vertelt Van der Linden: ‘Nu kiest een bondscoach de selectie, maar in die tijd was dat niet zo. De bondscoach kreeg van een keuzecommissie een aantal spelers toegewezen, waarmee hij een elftal moest samenstellen.’

Humphrey zat in eerste instantie niet bij die spelers, maar door een blessure van een andere voetballer kwam hij toch bij de selectie: ‘Bij zijn debuut speelde Humphrey goed, maar wat het meest opviel was de omhaal. Een omhaal was in die tijd niet gangbaar, bijna niemand kende het eigenlijk. Na afloop van de wedstrijd zei Humphrey dat de omhaal in Suriname en Brazilië, waar hij ook had gevoetbald, vrij normaal is. Voetballegende Hans Kraay sr. zei over de omhaal: ‘Als een Nederlander het zou proberen, scheurt hij al zijn spieren‘. Door de actie was Humprey de held van de dag. Na afloop, van de met 4-2 gewonnen wedstrijd tegen Bulgerije, werd hij op de schouders genomen door een groep Elinkwijk-supporters. Zij waren met bussen naar het Olympisch stadion in Amsterdam gereisd.’

‘Eenmaal in Nederland kwam Humphrey in een totaal ander klimaat. Van het zonnige Paramaribo naar de koude stad Utrecht’

Na zijn succesvolle debuut mocht Humphrey mee op reis met Oranje, waaronder naar Suriname: ‘Tijdens de reis kwam Humphrey weinig aan spelen toe. Hij was ook gepikeerd dat hij weinig speeltijd kreeg tegen Suriname, waar hij een grote achterban had.’

De reis was geen succes voor Humphrey. Het werd uiteindelijk ook het einde van zijn carrière bij het Nederlands elftal, vervolgt Van der Linden: ‘Na afloop van de wedstrijden stelde een journalist op Schiphol de vraag hoe het was om in Suriname te voetballen. Humphrey reageerde dat hij er geen bal aan vond, omdat hij nauwelijks had gespeeld, niet wetende dat twee officials van de KNVB aan het meeluisteren waren. Ze dachten dat Humphrey veel te negatief was en dat hij niet meer voor het Nederlands elftal wilde spelen.’

(beeld: Danny van der Linden)

Maar Humprey Mijnals was een pionier. Volgens zijn biograaf Van der Linden maakte de Surinaamse voetballer de weg vrij voor de eerste multiculturele voetballers bij het Nederlands Elftal, ofschoon het nog wel even duurde voordat er een nieuwe voetballer van kleur werd geselecteerd: ‘Humphrey was de eerste, maar daarna duurde het tot eind jaren zeventig voordat de tweede Surinaamse voetballer in het Nederlands elftal kwam. Daarna kwamen de grote namen, zoals Ruud Gullit en Frank Rijkaard, die uiteindelijk Oranje hebben geholpen aan de grootste prijs, het Europese Kampioenschap in 1988.’

Danny van der Linden, Minna (Lusus publishing, 2023), 21,95 euro, www.humphreymijnals.nl.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -