9.1 C
Amsterdam

Venrayers komen vluchtelingen tegemoet en leren Arabisch

Melissa Zevenbergen
Melissa Zevenbergen
Journalist gespecialiseerd in entertainment, lifestyle en kunst & cultuur. Verslaggever.

Lees meer

Hoewel de PVV in Limburg altijd hoog scoort in de peilingen geloven ze in Venray dat integratie van twee kanten moet komen. Venrayers, onder wie de
burgemeester, leren Arabisch om vluchtelingen in het nabij gelegen azc te helpen. De Kanttekening sprak betrokkenen.

Nederlanders die vrijwillig Arabisch leren. In Venray gebeurt het. Zes cursisten, die op de een of andere manier iets te maken hebben met vluchtelingen, krijgen veertien weken lang elke week een uurtje les. Tussen de cursisten zit ook de burgemeester van Venray, Hans Gilissen. Tegen tv-zender L1mburg verklaarde hij onlangs: ‘Als je iets van de taal kent, ken je ook iets van de mensen die bij die taal horen.’ Hij is vooral gecharmeerd van de wijze waarop Arabische mensen elkaar begroeten: ‘Met as-salaam-alaikum wens je iemand de vrede toe. Wij zeggen goedendag en zij wensen elkaar de vrede toe. Dat vind ik een mooi voorbeeld van de bloemrijkheid van de taal.’

Het idee van de cursus komt van Wil van Ham, interim-voorzitter van de Paus Franciscusgroep Venray. ‘Ik woon naast een azc en ik dacht dat het misschien goed was als een paar Nederlanders laten blijken hoe moeilijk het is om van vluchtelingen te verwachten dat ze Nederlands moeten leren’, aldus Van Ham. Het is volgens hem niet de bedoeling dat de cursisten straks een toespraak in het Arabisch kunnen houden. ‘We maken er alleen kennis mee. Het is een korte introductie.’

Lieke de Jong, docent Arabisch aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, verzorgt de lessen. Volgens haar kunnen de cursisten zich, na acht weken, al aardig verstaanbaar maken. ‘We hebben nu iets meer dan de helft van het Arabische alfabet behandeld. De cursisten kunnen tot tien tellen, kennen een aantal lichaamsdelen, Arabische steden en Arabische landen. Daarnaast probeer ik ze elke keer een aantal begroetingen te leren en wat voor antwoord je daarop geeft.’

Naast het leren van de taal wordt er ook inzicht in de actualiteiten gegeven. ‘Toen de bedevaart naar Mekka begon en dat in de krant verscheen, heb ik met de groep besproken welke plaats de bedevaart in de islam inneemt. We hebben het ook gehad over het belang van de stad Mekka binnen de islam, het leven van de profeet Mohammed en de gebruiken en gastvrijheid in de Arabische wereld.’ Tijdens de lessen wordt niet gesproken over de oorlog. ‘Die situatie is te ingewikkeld om in een uurtje te bespreken. Dat is een actualiteit die ieder voor zich kan bijhouden.’

De reacties zijn volgens De Jong enthousiast. ‘De cursisten maken de opdrachten die ik meegeef, komen zelf met literatuur aan, willen weten of ze nog een bepaald boek kunnen lezen. Ze willen meer weten dan dat er in het uur aan bod komt.’

Toch vinden de cursisten het volgens haar ook erg pittig. ‘Arabisch leren is moeilijk. Het heeft niet zo zeer met de taal te maken, maar meer doordat het Nederlands en het Arabisch zo ver uit elkaar liggen. Als jij bijvoorbeeld kijkt naar het Engels of het Duits dan is dat veel dichterbij. Je herkent dingen. Woorden in het Arabisch moet je echt van buiten leren. Hetzelfde geldt voor de klanken en het schrift.’

De Jong hoopt dat ze met deze cursus meer begrip kan creëren bij Nederlanders voor vluchtelingen. ‘Het feit dat wij met een groepje bezig zijn om Arabisch te leren, kan ook op vluchtelingen positief overkomen. Het laat zien dat wij ook bereid zijn om ons te verdiepen in hun cultuur. Het is niet alleen maar eenrichtingsverkeer.’ Daarnaast hoopt ze dat de groep cursisten de kennis en vaardigheden in hun omgeving kan gebruiken. ‘Het wil niet zeggen dat ze Arabische lessen aan mensen gaan geven, maar wel dat ze met meer kennis en achtergrond over de Arabische cultuur en taal in hun omgeving staan.’ Van Ham hoopt dat mensen door dit initiatief anders gaan kijken naar een azc.

Daarnaast zou hij het toejuichen als meer mensen dit initiatief oppakken. ‘Ik denk dat er goede aspecten aan zitten. Je leert leuke dingen en je snapt iets meer van de gang van zaken. Ik ben wel bevooroordeeld, maar ik denk door de positieve reacties die ik krijg dat het goed is.’ Het zou volgens hem niet verplicht moeten worden. ‘Het is een aardigheidje.’

De Jong denkt er hetzelfde over. ‘Het zou goed zijn als er op allerlei plaatsen individuele initiatieven zouden komen om meer begrip te kweken en kennis over elkaar te krijgen. Als mensen meer weten van elkaar dan zal het onbegrip ook minder worden.’ Maar dit werkt volgens haar alleen als het vrijwillig is. ‘Mensen moeten geïnteresseerd zijn om het te doen. Wij vinden het leuk om te doen, maar als het mij verplicht werd opgelegd dan was het waarschijnlijk half niet zo leuk. Het ontstaat spontaan en dan is het leuk.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -