De nachtmerrie van elke ouder: je kind krijgt een verkeersongeluk en zal door ernstig letsel nooit meer de oude worden. Maar voor sommige slachtoffers houdt de beproeving daar niet op. Zij belanden in een jarenlange strijd met de verzekeraar van de dader over de hoogte van de schadevergoeding. Een pijnlijke en ingewikkelde discussie, waarin meisjes soms minder ‘waard’ blijken te zijn dan jongens. En waarin een Turkse achtergrond kan leiden tot een schadevergoeding die tonnen lager uitpakt.
De nu 29-jarige Esra Coskun kreeg in 2003 een ernstig verkeersongeluk, toen zij in de Haagse Schilderswijk de straat overstak en werd aangereden door een motorrijder. Maandenlang lag zij in coma. Ze heeft ernstig hersenletsel en is nooit meer de oude geworden. Ze is op dit moment volledig arbeidsongeschikt verklaard. Maar de kwelling hield hiermee niet op.
Wie na een ernstig ongeluk niet meer kan werken, krijgt een schadevergoeding voor het ‘verlies van verdienvermogen’. Er wordt gekeken naar iemands positie op de arbeidsmarkt of opleiding om in te schatten hoe diens carrière zich zou hebben ontwikkeld. Voor kinderen, zoals Esra Coskun in 2003, geldt de vraag welk beroep het kind zou kiezen. Ook wordt vaak gekeken naar de interesses en naar schoolrapporten. Tevens spreken de advocaat en schaderegelaar van de verzekeringsmaatschappij met leerkrachten van het kind. Voor het salaris en het urenaantal dat het kind zou hebben gewerkt, wordt gekeken naar statistieken.
In het geval van Esra Coskun ontstond discussie over de aannames die gedaan werden. Haar familie en Reaal, de verzekeraar van de dader, kwamen overeen dat ze waarschijnlijk kapster zou zijn geworden. Reaal stelde dat zij van haar zeventiende tot en met haar 26e fulltime gewerkt zou hebben en daarna getrouwd zou zijn en kinderen hebben gekregen. Omdat zij een vrouw was, zou zij volgens de verzekeraar van de dader vanwege de komst van de kinderen tien jaar niet gewerkt hebben, en daarna tot haar pensioen 50 procent hebben gewerkt.
De familie van Esra Coskun was het hier niet mee eens. De berekening van verzekeraar Reaal zou gebaseerd zijn op verouderde cijfers, die haar onterecht benadelen omdat ze een meisje is.
‘Mijn idee is: of het een meisje of jongen is, dat maakt niet uit. Zij kunnen allebei overal werken. Je kan niet zeggen: dat is een meisje, dus zij kan niet werken’, vertelt vader Nail Coskun in de woonkamer van hun huis in de Schilderswijk, waar Esra Coskun en haar ouders nog steeds wonen.
Toch gaf de Haagse rechtbank in 2013 de verzekeraar gelijk, tien jaar na het ongeluk. De rechter voegde toe dat het vanwege Esra Coskuns – Turkse – ‘culturele achtergrond’ aannemelijk was dat zij na haar huwelijk en het krijgen van kinderen gestopt zou zijn met werken. Op basis van deze uitgangspunten kwam uit de schadeberekening geen 550.000 euro, zoals bij een autochtone jongen zou zijn gebeurd, maar 70.000 euro schadevergoeding.
De familie Coskun vindt deze uitspraak onbegrijpelijk. ‘Ze willen het niet zien’, zegt Esra Coskuns broer Emirhan, ‘Ik ben hier geboren, ik ben hier getogen, ik zat hier op school. Ik ken de regels van A tot Z. Man of vrouw, dat is gewoon één en hetzelfde. We hebben allemaal dezelfde rechten.’ Volgens hem willen verzekeraars geld besparen door onderscheid te maken tussen jongens en meisjes: ‘Zij doen alsof een meisje niet even goed is als een jongen.’
De uitspraak van de Haagse rechter in 2013 leidde tot maatschappelijke verontwaardiging. De toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Lodewijk Asscher, vond het een onrechtvaardige uitspraak. Hij adviseerde Esra Coskun en haar familie om naar het College voor de Rechten van de Mens te stappen. Dat college oordeelde in 2014 dat de verzekeraar Esra Coskun had gediscrimineerd op grond van geslacht. Over de aanname van de rechter over haar Turkse achtergrond deed het college geen uitspraak.
Ondanks alle commotie en de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens is, bijna tien jaar na de uitspraken en bijna twintig jaar na het ongeluk, de discussie tussen Coskuns familie en de verzekeraar anno 2022 nog niet voorbij.
‘Ik denk echt: ik ga eerst dood, en dan pas gaan ze het met geld oplossen. Ik vind het niet normaal; ik wil als ik nog in leven ben het geld hebben’, zegt Esra Coskun zelf.
‘Ik denk echt: ik ga eerst dood, en dan pas gaan ze het met geld oplossen’
Haar familie wordt er soms moedeloos van. Toch geven ze niet op. ‘Het gaat om de toekomst van Esra, dus ik kan niet stoppen’, zegt vader Nail. ‘Zij willen een klein bedrag betalen, terwijl de toekomst van mijn dochter is afgelopen, en die van ons ook.’
Advocaat Arnoud Fuchs (Haagrecht Advocaten) staat Esra Coskun en haar familie al jarenlang bij. Hij vertelt dat het argument dat ze niet alleen minder zou werken omdat ze een meisje is, maar ook omdat ze Turks is, niet door de verzekeraar maar door de rechter is bedacht. De verzekeraar gebruikt volgens de familie de uitspraak van de rechter als argument om een lager schadebedrag te betalen.
‘Omdat de rechter dat zegt, hoort de verzekeraar dat en profiteert hij ervan. Hij neemt dat argument over en staat er sterker mee’, geeft Esra’s Coskuns vader aan.
Dat het College voor de Rechten van de Mens in 2014 korte metten maakte met het onderscheid dat de verzekeraar tussen jongens en meisjes maakte, heeft de familie Coskun tot nu toe dus niet geholpen. Van verzekeraar Reaal hebben zij nooit excuses gekregen voor de manier waarop met de zaak van Esra Coskun is omgegaan. Ook van journalisten of politici hebben zij na 2014 niet meer gehoord.
De familie Coskun heeft dankzij deze geschiedenis nauwelijks vertrouwen meer in Nederland en de rechter. ‘Vertrouwen hebben wij sowieso niet meer in Nederland, op dit punt’, vertelt broer Emirhan. ‘Terwijl wij eerder heel anders waren. Wij hebben het rode paspoort. Als wij ergens lopen, dan hoor je ons nooit Turks praten. We doen gewoon als een Nederlander en we leven hier als een Nederlander’.
Volgens hem was de situatie heel anders geweest als de rollen waren omgedraaid en een Turkse motorrijder een Nederlands meisje zou hebben aangereden. Emirhan: ‘Ik weet zeker: als het andersom was gebeurd, dan hadden ze ons uitgeput en stonden we nu op straat.’
De zorg voor Esra Coskun is inspannend en duur. Alleen al aan medicijnen moet maandelijks een groot bedrag worden uitgegeven. De familie krijgt voorschotten van de verzekeraar, maar ook daarvoor moet moeite worden gedaan en moeten aanvragen worden ingediend. Intussen lijdt ze dagelijks onder de fysieke en mentale gevolgen van het ongeluk en de slepende discussie met de verzekeraar.
‘Bijna altijd ben ik verdrietig’, zegt ze. ‘Hij (de motorrijder, red.) heeft mijn leven verpest en hij wil niet betalen.’
‘Bijna altijd ben ik verdrietig. Hij heeft mijn leven verpest en wil niet betalen’
Esra Coskun zou graag willen werken, voor zover zij dat nog kan. Maar dat is moeilijk, zegt haar broer: ‘Als zij zich aanmeldt, dan zien werkgevers haar uiterlijk, en dan zeggen ze: ‘Nee’. Dat is het erge. Dus willen of niet willen, dat maakt niet uit. Het nare is dat zij door het ongeluk zo is geworden, dat zij vanwege haar uiterlijk wordt afgewezen.’
Zij merkt zelf ook vaak te worden afgerekend op haar uiterlijk, of dat mensen op straat nare opmerkingen tegen haar maken: ‘Ik moest huilen tot ik thuiskwam toen dat gebeurde, en mijn moeder ook. Als je gehandicapt raakt, is alles klaar.’
Hoe nu verder?
In mei dit jaar oordeelde het College voor de Rechten van de Mens wéér dat er discriminatie speelde in een zaak waarin een meisje minder schadevergoeding kreeg. Volgens advocaat Willem Caudri (Lina Advocaten), die het meisje in kwestie juridisch bijstaat, ontvangen meisjes nog regelmatig een lager schadebedrag. Hij bepleit een rekenmethode die recht doet aan het specifieke kind waar het om gaat en rekening houdt met het feit dat vrouwen tegenwoordig vaak wél blijven werken als zij kinderen krijgen.
Ook het College voor de Rechten van de Mens benadrukte in mei dat statistieken vooral waarde hebben als beschrijving van het verleden, niet van de toekomst. Het college deed verzekeraars de aanbeveling om voor meisjes de statistieken die gebruikt worden bij de schadeberekening te ‘neutraliseren’. Dat betekent dat het gemiddelde tussen mannen en vrouwen qua verwachte inkomsten en arbeidsduur wordt gehanteerd. De vraag is dan of voor jongens ook deze sekseneutrale berekening zal worden gebruikt. Zo niet, dan krijgen meisjes nog steeds een lagere schadevergoeding dan jongens.
De familie blijft intussen hopen op een eerlijke uitkomst voor Esra Coskun. Zij geven niet op, want het is een principekwestie. Haar broer begrijpt wel dat het om een groot bedrag gaat, maar vindt dit een logisch gevolg van de fout van de motorrijder.
‘Dan moet je gewoon normaal rijden. Dan moet je niet daar gaan inhalen, dat is een fout. Een kind heeft altijd voorrang. Waarom kan die verzekeraar twintig jaar lang niet betalen?’ ‘Hij heeft mijn leven verpest’, zegt Esra Coskun over de motorrijder, ‘dus moet hij alles betalen.’
Volgens Esra Coskuns advocaat Fuchs hebben de onderhandelingen met de verzekeraar een belangrijk punt bereikt, en zou de discussie over het schadebedrag na twintig jaar eindelijk opgelost kunnen worden. Toch is de familie voorzichtig. Haar vader en broer blijven er rekening mee houden dat ook dit keer de discussie bij de rechter zou kunnen eindigen. Wel hebben ze voorzichtige hoop.
‘Het is tijd om er een streep onder te zetten. Wij willen dat zij erkennen hoe erg het is’, zegt broer Emirhan. ‘Wij willen ons recht. Op papier.’
Verzekeraar Nationale Nederlanden, die Reaal inmiddels heeft overgenomen, ging niet in op vragen van de Kanttekening. Het bedrijf wil over ‘individuele zaken’ geen uitspraken doen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!