Tahir Abbas was hoogleraar Radicalisation Studies aan de Universiteit Leiden. Hij heeft recentelijk ontslag genomen. De reden? Hij maakt zich zorgen over de vrijheid op de academie en hoe het universiteitsbestuur omgaat met studenten die tegen de genocide in Gaza protesteren.
Per 1 augustus start u in Birmingham. Waarom deze overstap?
‘Er waren meerdere redenen. Mijn ouders wonen in Birmingham, ze zijn op leeftijd en hebben mij nu meer nodig. Maar het was ook professioneel aantrekkelijk: ik kreeg een goed aanbod van Aston University, met meer ruimte voor onderzoek en uitbreiding van mijn thema’s. Ik begon mijn academische carrière in Birmingham, werkte daarna bij een denktank, en kwam vervolgens in Leiden terecht. Nu keer ik terug.’
Maar u wilde ook niet langer in Leiden blijven.
‘Nee, ik voelde me er niet langer welkom, niet included. Als ik verder had willen groeien in Leiden, had ik Nederlands moeten leren – een lastige taal. Maar belangrijker: mijn idealen botsten met de institutionele cultuur. Ik voelde me niet gehoord. Ik schreef een brief aan de rector over de situatie in Gaza en de noodzaak om daar als universiteit iets mee te doen, maar kreeg geen reactie. Niet omdat men boosaardig is, maar uit angst. Men wil gewoon zijn werk doen, geen gedoe, het rechtse kabinet-Schoof niet onnodig provoceren, want het kon de universiteit straffen met bezuinigingen. Maar die angst leidt tot beleidsverlamming.’
U sprak zich publiekelijk uit over Gaza. Wanneer begon dat?
‘Sinds het begin van het geweld na 7 oktober 2023. In het begin kon ik de schaal niet bevatten. De aanval van Hamas was zowel een terroristische actie als, in de ogen van sommigen, een uitbraak uit een gevangenis – een poging tot bevrijding. Maar de Israëlische reactie daarop was ongekend.
‘Ik schreef een brief aan de rector over de situatie in Gaza, maar kreeg geen reactie’
Ik gebruik bewust het woord ‘genocidaal’ en niet ‘genocide’ – dat is aan het Internationaal Strafhof in Den Haag om vast te stellen. Het is verschrikkelijk wat er gebeurt. Dagelijks geweld, een verwoestend militair offensief, huizen in puin, tienduizenden doden, hongersnood. En de wereld kijkt te vaak weg.’
U zei tegen universiteitsblad Mare dat u een ‘zeer luide pushback’ kreeg toen u zei dat er over Gaza gepraat moest worden. Van wie?
‘Vanuit de faculteit. Het was niet direct bedreigend, maar er was weerstand. Men wilde het onderwerp Gaza mijden, uit angst voor escalatie en polarisatie. Terwijl een universiteit juist een plek zou moeten zijn waar moeilijke gesprekken worden gevoerd. Ja, mensen hebben emoties. Maar die mogen er zijn. Er moeten safe spaces op de universiteit komen om dit te bespreken. Dialoogbijeenkomsten. Want dialoog betekent ook dat je kunt rouwen, reflecteren en samen nadenken. Studenten hebben niet het gevoel dat er plaats is voor hun emoties. Zij willen onrecht benoemen. Dat is hun recht en hun kracht.’
Was het bestuur van de universiteit pro-Israël?
‘Dat zou ik niet zo zeggen. Maar er was zeker geen uitgesproken pro-Palestijnse houding. De universiteit zei niets, en dat bevestigt de status quo. Geen positie innemen is ook een positie. Er is veel onwetendheid en angst om een standpunt te formuleren. Dat zag je ook in de omgang met de studentenprotesten. Er was miscommunicatie, geen echte dialoog. De universiteit heeft niet geleerd van eerdere studentenprotesten. Ze moeten studenten serieus nemen, maar doen dat niet.’
‘Geen positie innemen is ook een positie’
U gaf zelf les over radicalisering. U zei in Mare dat u misschien zelf geradicaliseerd bent. Wat bedoelde u daarmee?
‘Dat was deels een grapje. Maar er zit iets in. Radicalisering is een contested concept, omstreden begrip. We associëren het begrip met iets wat negatief is, maar radicalisering is door de bank genomen niet per se negatief. Als je je radicaal uitspreekt vóór mensenrechten en democratie, dan is dat een gezonde vorm van radicaliteit. Mijn ‘radicalisering’ zit in de wil om me uit te spreken, om bewustwording te creëren. Protesten kunnen een verschil maken. De macht ter verantwoording roepen is geen extremisme. Het is onze morele plicht.’
Bent u, in zekere zin, uw eigen onderzoeksobject geworden?
‘Nee, maar ik zie wel hoe belangrijk het is om extreme ideeën te bespreken. Als ze tenminste mensgericht zijn. Soms wordt je dan geclassificeerd als looney left.’
Dat werd de voormalige Britse Labour-leider Jeremy Corbyn ook. Is hij uw politieke held?
‘Wel een beetje. Ik waardeer bijvoorbeeld Jeremy Corbyns inzet voor sociale rechtvaardigheid en zijn inzet voor de Palestijnse zaak. Dat betekent niet dat ik het in alles met hem eens ben. Zijn nogal kritische opstelling tegenover de Europese Unie bijvoorbeeld deel ik zeker niet.’
Waarom raakt Gaza u zo diep? Wat maakt dit conflict anders dan andere genocides – zoals die tegen de Rohingya, de Oeigoeren, of de Jezidi’s?
‘Ze zijn allemaal gruwelijk. En vergeet Srebrenica ook niet, de massamoord op duizenden moslims in Bosnië in 1995. Maar wat we nu in Gaza zien, is verwoesting op een ongekende schaal. Meer doden, meer infrastructuur kapot. En we krijgen er ook veel meer van mee. Artsen, journalisten en anderen berichten over de verwoestingen en het leed op sociale media. Bedenk ook dat meer dan 80 procent van de gebouwen in de Gazastrook is verwoest. Officieel spreken de Gazaanse autoriteiten over 50.000 doden, maar dat is mijn inziens een lage schatting. Er zijn talloze vermisten. Mogelijk ligt het dodenaantal ruim boven de 100.000. In verhouding is de schade zelfs groter dan in Hiroshima of Nagasaki, waar de Amerikanen in augustus 1945 hun atoombommen op hebben gegooid. Wat er in Gaza plaatsvindt is genocidaal geweld, waar we livestream getuige van zijn. En dat raakt me diep.’
In het publieke debat zijn er wetenschappers die Hamas’ actie op 7 oktober zien als onderdeel van een bevrijdingsstrijd, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Front de Libération Nationale (FLN) in Algerije. Hoe kijkt u daar tegenaan?
‘Ik snap die analogie. Als je koloniale structuren als uitgangspunt neemt, kun je ook burgers als bezetters beschouwen. Maar die gedachtegang leidt tot militante denkpatronen. Maar Israël denkt net zo. Beide partijen zijn gevormd door geweld, angst en een diep gevoel van existentiële dreiging. Toch blijft het essentieel om geweld tegen burgers principieel af te wijzen.’
‘Mijn netwerk in Leiden was beperkt omdat ik Engels sprak’
Had u in Leiden contact met gelijkgestemde linkse academici, zoals Nadia Bouras of Karwan Fatah-Black?
‘Mijn netwerk in Leiden was beperkt omdat ik Engels sprak. Ik kreeg daardoor minder mee van het Nederlandse debat. Ik hoorde wel dat pro-Palestijnse academici soms werden geïntimideerd, zoals Nadia Bouras, maar dat overkwam mij persoonlijk niet. Wel voelde ik me vaak geïsoleerd.’
Is de academische vrijheid in Leiden nog gewaarborgd?
‘Formeel is er academische vrijheid. Niemand hield me tegen om wetenschappelijke artikelen te publiceren over islamofobie, racisme of het veiligheidsbeleid. Ik was heel kritisch in mijn stukken, maar ik had niet te maken met censuur. De academische vrijheid is niet in gevaar. Er speelt, op een dieper niveau, iets anders. Bij Gaza gaat niet over de academische vrijheid die wordt beperkt, maar over de vrijheid van een academicus die zich uitspreekt over onrecht. Die vrijheid wordt helaas wel beperkt.’
Wat moet er veranderen?
‘Universiteiten moeten weer echte bolwerken van vrijheid worden – Praesidium Libertatis. Dat betekent dat je als universiteit niet moet wegduiken voor debat en moeilijke gesprekken, maar hiervoor juist een podium moet bieden. Ja, dat moet je ook doen als het schuurt. Juist dan.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!