Ben je met een Turkse migratieachtergrond vatbaarder voor het coronavirus? Als we het oor te luisteren leggen bij de Vlaamse minister Zuhal Demir van de conservatief-nationalistische N-VA, dan zou je denken van wel.
Drie weken terug gooide de Vlaamse minister van Omgeving, Justitie, Toerisme en Energie de knuppel in het multiculturele hoenderhok. Naar aanleiding van berichten dat meer dan de helft van de coronapatiënten in het ziekenhuis van Genk een Turkse etnische achtergrond zou hebben, meldde de N-VA-politica dat de Turks-Vlaamse gemeenschap extra hard werd getroffen door de pandemie.
Volgens Demir (foto) was dat niet onlogisch. ‘Het sociale leven is er een stuk hechter. Mensen komen voortdurend bij mekaar over de vloer. Onaangekondigde huisbezoeken zijn de normaalste zaak ter wereld.’ Ze stelde dat je geen expert hoeft te zijn ‘om te vrezen dat de Turkse gemeenschap vatbaarder is voor een zeer besmettelijk virus.’
Op sociale media zorgden de woorden van Demir voor onrust. Er volgden berichten over drukbezochte Turkse verlovingsfeesten, eetfestijnen thuis en fikse boetes die de politie heeft moeten uitdelen. Ondertussen werden meerdere influencers met een migratieachtergrond ingezet om de oproep thuis te blijven – in de moedertaal – kracht bij te zetten.
De discussie bij onze zuiderburen werpt de vraag op: wat is de stand van zaken onder Turkse Nederlanders en corona? Worden de richtlijnen vanuit het kabinet en het RIVM wel voldoende opgevolgd? En is de communicatie vanuit overheden naar minderheden wel goed geregeld? De Kanttekening zocht het uit.
Heeft Demir gelijk?
Maar eerst terug naar België. Want kloppen de gewraakte uitspraken van de N-VA politicus Zuhal Demir wel? Op 21 maart kwam het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) met een officiële mededeling naar buiten op Facebook. Onder de opgenomen patiënten waren weliswaar verschillende mensen van Turkse afkomst, maar het ziekenhuis zei hierover:
‘Het coronavirus maakt geen onderscheid, het treft brede lagen van de bevolking. Dat daar in het zorggebied van het ZOL, ook mensen bij zijn met Turkse roots, is niet abnormaal en is zeker geen reden tot extra paniek.’ Verder adviseerde het ziekenhuis iedereen om zich aan de richtlijnen te houden.
Het ziekenhuis bevestigt in deze verklaring dus niet dat meer dan de helft van de patiënten van Turkse komaf zou zijn, maar ontkent het ook niet. Tegen de Kanttekening laat een woordvoerder van het ZOL daar echter geen onduidelijkheid over bestaan:
‘Nee, in de samenstelling van het aantal coronapatiënten is nooit sprake geweest van een meerderheid van mensen met een Turkse achtergrond. Het klopt niet.’
Yilmaz Kurtal, Wethouder Werk en Financiën van de partij Pro Genk, beaamt dat: ‘De Turkse gemeenschap is weer voor de leeuwen gegooid met al die onbevestigde berichten. Als ik naar de officiële communicatie vanuit het ziekenhuis kijk, dan zie ik dat daar geen reden voor is.’
Kurtal benadrukt overigens dat het niet raar is als er veel Turkse patiënten zijn opgenomen. ‘Dat is nou eenmaal onvermijdelijk in een omgeving waar veel mensen met een Turkse achtergrond wonen. Onder deze mensen bevinden zich ook veel longpatiënten, vanwege een werkverleden in de Genkse mijnen.’
Deze verklaring wordt ook onderschreven door de voorzitter van de Brusselse afdeling van de partij Groen, Deniz Agbaba. Demir zet op deze manier het coronavirus in tegen migrantengroepen, zegt ze: ‘Jammer genoeg komen rechtse politici met schreeuwerige posts over Turken die de regels aan hun laars lappen, omdat ze hun lot in de handen van God leggen.’
Mocht er een hoog aantal Turkse corona-patiënten in Genk zijn, dan heeft dat volgens Agbaba eerder met andere factoren te maken: ‘De lockdown kwam traag op gang, waardoor het weekend daarvoor nog vele trouwfeesten en andere events waren. Daarnaast kunnen symptomen opduiken tot wel twee weken na besmetting.’ Agbaba vindt het optreden van Demir schandalig. De N-VA-minister schoffeert de Turkse gemeenschap, zegt ze, door Turks-Vlaamse besmettingen te koppelen aan een vermeend gebrek aan integratie.
Geen alarmerende signalen
Tot zover de broeierige discussie in België. Ook in Nederland verschenen berichten dat sommige Turkse en Marokkaanse Nederlanders de corona-maatregelen aan hun laars lappen.
Zo zijn in Arnhem Turks-Nederlandse vrouwen op de bon geslingerd omdat ze bij elkaar waren gekomen voor het zeer arbeidsintensieve gerecht manti. Voor deze met gehakt gevulde kleine deegballetjes gingen ze beurtelings om de maand bij elkaar langs. Gezellig, maar in deze tijd niet bepaald verantwoord. Hetzelfde geldt voor de bezoekers van een Haags café aan de Loosduisekade, die ondanks het horecaverbod er hun drankjes nuttigden en waterpijp rookten.
De vraag is: hoe representatief zijn deze incidenten? Komen er bij Nederlandse instanties alarmerende signalen binnen van een verhoogd infectierisico bij deze groepen? Houden Turkse en andere nieuwe Nederlanders zich minder trouw aan de RIVM-regels dan autochtone Nederlanders?
‘Het coronavirus maakt geen onderscheid, het treft brede lagen van de bevolking’
Een belronde bij grootstedelijke ziekenhuizen zoals het AMC, het Erasmus MC en het Haga Ziekenhuis in Den Haag maakt ons niet echt wijzer. Het bijhouden van de etnische achtergrond van patiënten is namelijk bij wet verboden. Alleen de woordvoerder van het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam-Oost wil kwijt dat ze weinig opmerkelijks heeft gezien. ‘Zo uit de losse pols zijn de patiënten een afspiegeling van de Amsterdamse demografie. En dat zal vast overal zo wezen.’
Bij het RIVM en de landelijke GGD is het verhaal niet anders: ze zeggen geen gegevens te verstrekken over de demografische samenstelling van de patiënten, maar dat er geen alarmerende signalen over specifieke migrantengroepen zijn.
Cultuurspecifieke voorlichting
Op de vraag of mensen met een migratieachtergrond wel goed worden voorgelicht over het coronagevaar reageren frontdeskmedewerkers enigszins ongemakkelijk. ‘Huh – wat – hoezo dat nou weer? Het coronavirus heeft toch niks met doelgroepenbeleid te maken?’, antwoordt een medewerker vertwijfeld. Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid moet even overleggen met collega’s om deze vraag te kunnen beantwoorden. Een paar dagen later krijgen we een afgemeten antwoord terug. Het RIVM:
‘Wij proberen de informatie zo eenvoudig mogelijk te geven en aan te vullen met video’s. Specifieke informatie voor minderheden hebben we niet, dat gaat vanuit de Rijksoverheid. Stichting Pharos (een stichting die zich inzet voor het terugdringen van gezondheidsverschillen, red.) zet de belangrijkste adviezen en maatregelen van de overheid om naar begrijpelijke beeldtaal. Zij testen de informatie samen met taalambassadeurs van Stichting ABC. Ook vertalen ze de informatie in Engels, Turks, Arabisch en Tigrinya (een taal in Ethiopië en Eritrea, red.). Ze actualiseren en testen alle informatie voortdurend.’
De GGD komt met een minder uitgebreid antwoord: ‘Indien nodig kan een (telefonische) tolk worden ingeschakeld. Verder zijn er middelen ontwikkeld voor mensen met een migratieachtergrond door onder andere de Rijksoverheid en Pharos.’
Een bezoek aan de website van de Rijksoverheid laat zien dat er inderdaad keurige posters in de moedertalen van de verschillende groepen nieuwe Nederlanders zijn te vinden. Maar hoe zit het met contact met migrantenorganisaties? Worden de kwetsbaarste mensen binnen die doelgroepen daadwerkelijk bereikt? Is er terugkoppeling?
De respons vanuit de officiële instanties is kortaf of blijft uit. Is dit een stukje Hollandse nuchterheid, omdat er gewoon niks aan de hand is? Of speelt er meer, namelijk verwaarlozing van groepen mensen die toch al constant in het verdomhoekje zitten?
In dagblad Trouw verschijnt ondertussen een interview met Rob Jetten, waarin de D66-leider zegt dat de communicatie beter kan, ‘desnoods in het Turks, Arabisch of Pools’. Hij benoemt ook gelijk de gevoeligheid in Nederland over voorlichting in de moedertaal.
Fatos Ipek-Demir (foto), adviseur in het sociale domein, maakt zich hierover grote zorgen. Haar vader met dementie verblijft in een Haags verpleeghuis. Sinds het uitbreken van het coronavirus geldt er een algemeen bezoekverbod. Dat is voor iedereen moeilijk. Maar voor ouderen met een migratieachtergrond is dit extra zuur: zij spreken vaak alleen maar Turks of Arabisch en worden verzorgd door mensen die hun cultuur niet kennen. Dit is volgens Ipek-Demir een ‘systematische handicap’ in Nederland:
‘De Haagse markt is niet voor niets een paar dagen gesloten geweest. Alle uitersten komen ook in de Turkse gemeenschap voor. Zo vertelde een kennis dat ze toch naar een verlovingsfeest is geweest. Maar er zijn ook mensen die heel voorzichtig zijn. Migrantengroepen worden helaas onvoldoende bereikt. Ze worden aan hun lot overgelaten. En dan moet het komen via eigen initiatieven, die dat never nooit alleen aankunnen.’
Culturalistische verklaringen
Antropoloog en islamdeskundige Martijn de Koning (Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit van Amsterdam) zegt dat het voor bijna alle gemeenschappen, inclusief de autochtone, aan het begin een beetje zoeken was. Hij ziet in zijn eigen netwerken met minderheden niet dat voorlichting een groot probleem is.
‘Mensen krijgen veel binnen via de Turkse tv. Moskeeorganisaties waren er ook vroeg bij met het aflasten van het vrijdagsgebed. Dat was al voordat het kabinet dat beperkte tot maximaal dertig mensen.’
‘We hebben nu nood aan meer solidariteit en empathie met elkaar’
De Koning heeft kritiek op ‘al te culturalistische verklaringen’ waarbij sociale omgangsvormen worden geproblematiseerd. ‘We hebben gezien dat veel mensen zich daaraan hebben bezondigd. Dat was niet iets typisch Turks. Ook onder Turkse Nederlanders en Belgen is er veel voorzichtigheid en fysieke afstand. Het culturaliseren van de coronaproblematiek zorgt ervoor dat mensen ‘de Turk’ als dader, als gevaar, als superverspreider, neerzetten. Dat is iets wat niet op die manier gebeurt bij witte Nederlanders.’
Het lijkt er sterk op dat Zuhal Demir met haar ongezouten woorden op die dynamiek heeft ingespeeld. De Belgische IT-consultant en blogger Said Bataray zegt daar in het opiniestuk ‘Covid-19 en de Turkse gemeenschap’ het volgende over: ‘We hebben nu nood aan meer solidariteit en empathie met elkaar. Geen integratielessen.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!