3.7 C
Amsterdam

Zorgen over ‘militarisering van de universiteit’: weinig ruimte voor kritiek

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

We moeten ons voorbereiden op oorlog, vindt de kersverse NAVO-chef Mark Rutte. En met wij bedoelt hij iedereen, ook universiteiten. Maar de universiteit moet een onafhankelijk instituut blijven, vindt een aantal wetenschappers. Ze maken zich zorgen over de toenemende invloed van het ‘militair-industriële complex’ op hun academisch wezen. 

Er is sprake van een ‘geleidelijke militarisering van de Universiteit Tilburg’, schrijft een groep wetenschappers begin december in hun universiteitsblad. Ze vinden dat te weinig collega’s en studenten zich hiervan bewust zijn en trekken daarom aan de bel. Want de samenwerking van universiteiten met defensie en bedrijven uit de militaire industrie is ethisch discutabel, zo stellen ze. ‘Eufemistische termen zoals ‘veiligheid’, ‘defensie’, ‘innovatie’, ’technologie’ en zelfs ‘vrede’ worden gebruikt om samenwerking met het leger te legitimeren, maar wat academici daadwerkelijk bijdragen via deze samenwerkingen is een oorlogsmachine die wapens produceert.’

De laatste jaren is de samenwerking tussen defensie en universiteiten flink uitgebreid. Waar het vroeger vooral ging om het ontwikkelen van nieuwe technologie, wordt nu ook samengewerkt in vakgebieden als rechten, filosofie en theologie. Zaken als moraliteit, transparantie en burgerleed worden aan de kaak gesteld. Op zich prima, maar niet wanneer defensie zelf betrokken is bij dit soort vraagstukken, zo luidt de kritiek. 

Michiel Bot is een van de academici die heeft besloten zijn stem te laten horen. Hij is docent Recht en Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg en uitgesproken in zijn mening. Maar ook voorzichtig, want hij weet dat niet iedereen op de universiteit vrijuit durft te spreken over het onderwerp. Binnen de faculteiten waar hij werkzaam is, neemt hij een groeiende invloed van het ministerie van Defensie waar. ‘Er staat nu weer een vacature online waarin gevraagd wordt om een universitair docent die banden onderhoudt met Defensie.’

‘Er is sprake van steeds meer verwevenheid. Een hoogleraar Cognitive Science en AI is in dienst bij Defensie, een bijzonder hoogleraar Theologie bij het leger. Door dit soort invloed van buitenaf wordt de ruimte om kritisch te zijn over deze ontwikkeling steeds kleiner.’   

Samenwerking met ‘spanningen’

Niet alleen op de Universiteit Tilburg maken ze zich zorgen over deze ontwikkeling. Ook Lauren Gould, universitair docent aan de Universiteit Utrecht, ziet het gebeuren. Ze doet al jaren onderzoek naar het veranderende karakter van oorlogsvoering en welke vormen van legitimering en samenwerking daarbij komen kijken. Onlangs kreeg ze onderzoeksgeld om te kijken naar de rol van AI in oorlogsvoering in zowel Oekraïne als in Gaza, en de impact die dit heeft op burgerleed. 

Het feit dat dit soort vragen worden gesteld is goed en kan veel nuttige informatie opleveren voor Defensie, zegt ze. ‘Het is wel zaak dat het onderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd. Het ministerie van Defensie heeft een bepaalde doelstelling, het wil zichzelf beter maken in het voeren van oorlog. Als wetenschapper wil je juist kritisch kunnen onderzoeken of oorlog en de manier waarop we dat voeren de juiste manier is om complexe politieke problemen op te lossen.’

‘Deze onderzoeksopdracht brengt bepaalde spanningen met zich mee’

Hoewel haar nieuwe project los staat van de overheid, doet ze ook onderzoek naar 20 jaar Nederlandse interventie in Afghanistan. ‘Dit is een onderzoek van het NIOD, maar wordt mede-gefinancierd door de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie. ‘Het is heel goed dat de overheid dit onderzoek uitbesteed aan een onafhankelijk onderzoeksinstituut, maar ik snap heel goed wat Bot wil zeggen. Deze onderzoeksopdracht brengt, laat ik het zo maar zeggen, bepaalde spanningen met zich mee met betrekking tot open en breed toegankelijke wetenschap. Er zijn uiteenlopende belangen over wie de onderzoeksvragen mogen bepalen, wie wel en niet mogen werken aan het onderzoek, en wanneer en welke onderzoeksresultaten openbaar worden gemaakt. Hier moet je hele duidelijke afspraken over maken.’ 

Het zijn precies dit soort spanningen waar Bot en zijn collega’s zich zorgen over maken in Tilburg; nuances die op het eerste gezicht niet opvallen, maar duiden op een afbreuk aan de onafhankelijkheid van de universiteit. ‘Neem die vacaturetekst. Door te vragen om een kandidaat die banden kan onderhouden met defensie, zal er niet snel een kritische kandidaat worden geworven, zegt de docent. ‘De positie van een bijzonder hoogleraar wordt niet direct beslist door een externe partij. Er is altijd een benoemings- en adviescommissie bij betrokken. Maar ik denk wel dat hier vaak sprake is van zelfcensuur. De universiteit wil de pot geld natuurlijk ook niet mislopen, vooral gezien de bezuinigingen.’

Meer voor defensie, minder voor onderwijs

Hoewel de oorspronkelijke bezuinigingen op het onderwijs inmiddels iets zijn bijgesteld, is er nog steeds fors minder geld voor onderwijs en onderzoek in de komende jaren. Daarentegen is er wel meer geld voor defensie. Volgens de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie moeten partnerschappen met de defensiesector gezien worden als een kans om nieuwe financieringsbronnen aan te boren binnen de context van bezuinigingen. ‘In feite wordt er gezegd: defensie krijgt een hoop geld, doe dus maar onderzoek voor defensie’, merkt Gould op.

De toenemende investeringen in defensie moeten vervolgens gelegitimeerd worden, gaat ze verder. ‘Hiervoor moet je een groot dreigingsbeeld neerzetten. Het is heel interessant om te zien welke terminologie hiervoor wordt gebruikt. Op het moment gaat het weer veel over het hybride gevaar, een breed, vrij vaag begrip, waardoor er eigenlijk niet zo heel veel concrete voorbeelden worden gegeven, maar waarbij wel de noodklok wordt geluid. De universiteiten, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, allemaal moeten ze investeren in die oorlogsmachine.’

‘De toenemende investeringen in defensie moeten gelegitimeerd worden’

NRC wijdde onlangs een artikel aan de oorlogsretoriek van Rutte. ‘Dit soort mobiliserende toespraken gaan altijd over iets heel ernstigs dat kán gebeuren, maar misschien wel helemaal níét gebeurt’, zegt communicatiewetenschapper Etienne Augé in het artikel. ‘Als er dan vervolgens niets gebeurt, zegt de propagandist: maar goed dat ik heb gewaarschuwd. We waren voorbereid met – inmiddels – een veel groter leger en militair budget.’

‘Als wetenschapper vind ik het heel zorgwekkend dat universiteiten klakkeloos en kritiekloos meegaan in dit narratief’, zegt Bot. ‘Dat narratief komt van de regering en van de wapenlobby en wordt gebruikt om mensen angst aan te jagen en achter die extra defensie-uitgaven te scharen. Begrijp me niet verkeerd, ik zou niet willen beweren dat Rusland geen bedreiging vormt voor Europa. Dat Europa zich weert tegen dreiging lijkt me verstandig, maar ik weet niet of daarvoor meer geld naar Defensie moet. Deze dreiging rechtvaardigt bovendien niet dat de universiteiten tot dependances van het ministerie van Defensie worden gemaakt. Een kritisch debat hierover wordt op deze manier binnen de universiteiten onmogelijk gemaakt.’

Universiteiten in Israël

De kritiek op de apathische houding van universiteiten gaat niet alleen over de dreiging van Rusland. Ook wat betreft de oorlog in Gaza zijn studenten en docenten kritisch over het gebrek aan reflectie op de samenwerking met Israelische universiteiten, waar de verwevenheid met de militaire industrie nog veel groter blijkt. Sommige universiteiten in het buitenland beperkten deze samenwerking al eerder. Een adviescommissie van de Universiteit Tilburg adviseerde vorige maand om de samenwerking op te schorten. De commissie van vier hoogleraren concludeerde dat er een ‘onlosmakelijke band’ bestaat tussen de partneruniversiteiten in Israël, de Israëlische krijgsmacht en de Israëlische wapenindustrie. Het College van Bestuur, dat de commissie in juni zelf had aangesteld nadat studenten een kampement waren begonnen op de campus, blijft een beslissing hierover echter op de lange baan schuiven, tot grote frustratie van veel docenten en studenten.

‘uitgerekend dit bedrijf is betrokken bij een van de onderzoeksprojecten aan de universiteit

Een andere doorn in het oog van kritische academici aan de universiteit is de samenwerking met wapenfabrikant Thales. ‘Thales werkt samen met Israël en is een belangrijke leverancier van surveillance-infrastructuur voor de uiterst dodelijke buitengrenzen van Europa’, schrijven ze in het universiteitsblad. En uitgerekend dit bedrijf is betrokken bij een van de onderzoeksprojecten aan de universiteit. ‘Samenwerkingen zoals deze staan haaks op de door de universiteit gekoesterde waarden van duurzaamheid, diversiteit en inclusie van de universiteit’, aldus de Tilburgse academici. 

‘Veel collega’s en studenten zijn diep toegewijd aan het niet bijdragen aan de ontwikkeling van kennis of technologieën die, direct of indirect, worden gebruikt om mensen te doden. De universiteit is haar medewerkers en studenten volledige transparantie verschuldigd bij het aangaan van samenwerkingen met het militair-industriële complex’, aldus de oproep aan de universiteit.  

Meewerken aan de oorlog

Het gebruik van kennis of technologie in oorlogsgebied is een ingewikkelde discussie, weet Gould. ‘Veel studenten willen niet meewerken aan het ontwikkelen van technologieën die gebruikt kunnen worden om te doden. Dit geldt ook voor veel startups. Tot nu toe was een patroon zichtbaar in deze discussie. Er werd dan gezegd dat de technologie nooit autonoom zou worden ingezet; wel ter surveillance maar niet om te doden. Hiermee wordt de discussie in de kiem gesmoord. Maar dan zie je bijvoorbeeld in Oekraïne dat die drones, eenmaal ontwikkeld, toch worden ingezet in de oorlog, want er is nu een dreigingsbeeld. Als die wapens er eenmaal zijn, dan is het heel moeilijk om dat terug te draaien.’ 

Volgens haar is de oplossing er juist onderzoek naar te blijven doen en de discussie wel te blijven voeren. ‘Naar de manier waarop we oorlog voeren, de manier waarop we samenwerken en welke gevolgen dit heeft. Het onderzoek moet onafhankelijk worden gedaan, terwijl de discussie samen moet worden gevoerd.’

Volgens Bot is er binnen zijn universiteit weinig ruimte voor dit gesprek. Hij denkt dat dit komt door de samenwerking met defensie. ‘Er zijn bij ons collega’s die het gevoel hebben zich niet in het openbaar te kunnen uitspreken tegen deze samenwerking’, vertelt hij. ‘Er zijn natuurlijk ook mensen die daar helemaal geen probleem in zien. Het leger staat toch aan onze kant en beschermt ons toch? Maar dat vind ik ook wel zorgwekkend, want de universiteit is juist de plek van het kritische denken.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -