De seculiere CHP, de partij van Turkije-oprichter Mustafa Kemal Atatürk, zegt in het reine te willen komen met het bloedige Turkse verleden. Deze grootste oppositiepartij wil minderheden, die al honderd jaar onderdrukt worden, de hand reiken. Hoe gemeend is deze verzoeningspoging?
CHP-leider Kemal Kilicdaroglu hield onlangs een opmerkelijke verzoeningstoespraak. Hij wil ‘in het reine komen’ met de oude historische wonden, gruwelijkheden waar Turkije nooit rekenschap voor heeft afgelegd of spijt voor heeft betuigd aan de slachtoffers en hun nabestaanden.
Neem de speciale vermogensbelasting uit 1942 en de pogroms van 1955, allebei gericht tegen de Joodse, Griekse en Armeense burgers van Istanbul. Of de bloedige misdaden tegen alevieten en Koerden in Maras (1978), de Diyarbakir-gevangenis (jaren tachtig), Sivas (1993) en Roboski (2011). Over de genocide op tienduizenden alevitische Koerden in Dersim in 1937-1938 liet Kilicdaroglu zich niet uit; evenmin over de Armeense Genocide van 1915, waarbij anderhalf tot twee miljoen Armeniërs het leven lieten.
Kilicdaroglu wil ook vrede stichten met de conservatieve achterban van de AKP. Die is door het kemalistische regime jarenlang achtergesteld, bijvoorbeeld via het verbod op onderwijs vanwege de hoofddoek. Gaat het hier om een oprechte poging tot verzoening? Of is het slechts een stunt voor de verkiezingen in 2023?
‘Hoewel het erg laat is dat onze voorzitter hiermee komt, is het een zeer treffend besluit’, zegt Bülent Coban, de voorzitter van CHP Nederland aan de telefoon. ‘Het is wat ons land nodig heeft. Om de tien jaar – of het nou vanwege links, rechts, religie, sektarisme of ras is – raakt ons land verscheurd en worden onze waarden vernietigd. De één belandt in de gevangenis en de ander vlucht het land uit. Het is inderdaad tijd, en eigenlijk veel te laat, om oog in oog te komen met wat we hebben gedaan.’
Coban is positief, maar weet ook dat er veel kritiek op de CHP is en veel mensen cynisch zijn over de bedoelingen van de partij. Hij begint er zelf al over. ‘Onze leider heeft dit gestart maar vanuit de maatschappij, vanuit welk venster je ook kijkt, zijn er mensen die dit bewust verkeerd willen opvatten. Sommige mensen zeggen bijvoorbeeld: ‘Hoezo verzoenen? Zullen misdaden dan onbestraft blijven?’’
‘Een vluchtige investering voor de verkiezingen’
Eén van die criticasters is Sayat Tekir, van de Armeens-Turkse Nor Zartonk-beweging, die zich inzet voor de rechten van Armeniërs in Turkije. ‘Eerlijk gezegd vind ik dit een vluchtige investering voor de verkiezingen die eraan zitten te komen’, zegt hij cynisch.
Hoewel Tekir toegeeft dat de CHP eerder nooit zulke dingen heeft gezegd, en het ‘in die zin positief is’, ziet hij deze stap ook als het resultaat van de strijd die door andere partijen jarenlang is gevoerd, zoals de pro-Koerdische oppositiepartij HDP en Nor Zartonk. ‘Vrede was al die jaren onze eis. Nu heeft het eindelijk ook de partij van de staat bereikt.’ Met de passage’ partij van de staat’ doelt Tekir op het feit dat de CHP de partij van Kemal Atatürk is, de stichter van de Turkse staat.
In tegenstelling tot Tekir is Abdülhamit Bilici, oud-hoofdredacteur van de aan de Gülenbeweging verbonden en nu verboden krant Zaman, hoopvol gestemd. Hij is positief, juist omdat de verzoeningspoging nu komt vanuit de kant van de CHP.
‘Zij hebben namelijk groot leed veroorzaakt in de recente Turkse geschiedenis’, aldus Bilici. ‘Kilicdaroglu vertegenwoordigt niet alleen zichzelf, maar ook de Kemalistische factie, de partij die de Turkse Republiek – met al zijn fouten en verdiensten – heeft gesticht.’
Tekir en Bilici benadrukken dus allebei dat het bijzonder is dat ‘de partij van de staat’, de CHP, eindelijk eens met zelfreflectie komt. CHP’er Coban nuanceert: ‘Wanneer de CHP praat over erkenning en verzoening, gaat dit niet per se over de fouten van de CHP, het gaat meer om de staat. Het is ook de vraag wat een partij kan doen, als die al zeventig jaar niet aan de macht is geweest.’
Verzoening moet niet alleen van de CHP komen, volgens Coban. Hij noemt als voorbeelden de pogrom in Sivas in 1993, toen fundamentalisten tientallen alevieten vermoorden, en de pogrom in Maras van 1978, toen de Grijze Wolven meer dan honderd alevitische Koerden ombrachten. ‘Met zulke dingen heeft de CHP niks te maken. Maar aangezien Kilicdaroglu zichzelf ziet als de meest kansrijke persoon voor de macht, zal hij dit ook namens de staat doen.’
Journalist Bilici vindt ook dat alle partijen die regeringsverantwoordelijkheid op zich hebben genomen hun fouten onder ogen moeten zien. ‘Er dienen wel permanente regelingen te komen om herhaling van soortgelijke fouten te voorkomen. Het is niet mogelijk om een vorm van democratie in Turkije te bereiken zonder een alomvattende en bewuste verzoening met het verleden en het teruggeven van de rechten van de slachtoffers,’ aldus Bilici.
De Armeens-Turkse Tekir is kritischer. Hij plaatst zijn vraagtekens bij de term ‘hellallesmek’ (verzoenen, vergeven), waarmee de CHP haar verzoeningspoging zelf mee aanduidt. ‘De CHP bedient zich van een religieus discours, dat meer appelleert aan het conservatieve gedeelte van de maatschappij.’ De juiste term moet ‘yüzlesmek’ zijn, zegt hij: het onder ogen zien, en erkennen van wat er is gebeurd.
‘Bij verzoening is het toch meer zand erover, en dan gaat iedereen weer zijn eigen gang. Erkenning is een veel langduriger proces. Alleen als dat gebeurt, kunnen samen met de CHP verder.’
Bovendien, zegt Tekir, is het hoogstwaarschijnlijk een ‘bewuste keuze’ van de CHP geweest om de Armeense Genocide en genocide op de alevitische Koerden in Dersim niet te noemen. ‘Dit zijn ook geen kwesties die je via verzoening en vergeving even kan oplossen. Individuen kunnen onderling wel doen aan verzoening, maar staten moeten de fouten in het verleden erkennen. En zolang dit niet gebeurt, is dit slecht voor Turkije en Armeniërs die doorgaan met hun strijd voor gerechtigheid.’
Bilici vindt het ook ‘onaanvaardbaar’ dat de geschiedenis van Armeniërs en alevieten, die de meest pijnlijke grieven hebben doorstaan, worden uitgesloten van het verzoeningsproces. Daarnaast vindt hij het een ‘groot gemis’ en een flinke ‘tegenstrijdigheid’ dat de ‘tienduizenden slachtoffers’ van het huidige Erdogan-regime niet worden genoemd.
‘Ziet Kilicdaroglu journalisten, openbare aanklagers, zakenlieden, vrouwen en leraren die het slachtoffer zijn van het huidige regime niet als slachtoffers? Als er wordt gediscrimineerd op basis van de identiteit van slachtoffers bij het verdedigen van mensenrechten, is zo’n houding dan niet verkeerd?’
Na de mislukte staatsgreep van 2016, waarvan de islamitische geestelijke Fethullah Gülen de schuld kreeg, werden tienduizenden vermeende volgelingen vervolgd door de Turkse staat. ‘Er is sprake van een dubbele moraal en een onprincipiële houding als je tienduizenden mensen uitsluit die het slachtoffer zijn geworden in het kader van het door het Erdogan-regime uitgevonden FETÖ-label (FETÖ staat voor Fethullistische Terreurorganisatie, de term waarmee de Turkse regering de Gülenbeweging aanduidt, red.). Verzoening moet alle slachtoffers omvatten, ongeacht hun identiteit. De universele rechtsbeginselen zouden de enige maatstaf moeten zijn.’
‘Verzoening moet alle slachtoffers omvatten, ongeacht hun identiteit’
Coban zegt dat het een lang gesprek wordt als hij op alle kritiek moet reageren. Maar hij wil meegeven dat Kilicdaroglu ‘zich niet met het juridische proces bemoeit’ en dat hij alle mitsen en maren goed heeft beantwoord. Hij herhaalt de woorden van Kilicdaroglu: ‘Als in deze staat de boete voor rood rijden 100 lira is, dan ga je naar de rechtbank en zal je uitleg moeten geven. Je zal toch die boete moeten betalen. Niemand zal zijn straf ontlopen’, aldus Coban.
Tekir is hierdoor nog niet overtuigd. ‘We moeten het nog maar aanzien. Het is belangrijk dat het gezegd wordt door de CHP. Het zal binnen de CHP ook tot veel discussie leiden. Het is per slot van rekening een koepelpartij (met verschillende facties, red,), met veel racisten die tegen vluchtelingen en Koerden ageren. De CHP heeft bovendien meegestemd met buitenlandse operaties van de AKP in Irak, Syrië en Armenië. Deze zaken kunnen makkelijk vergeten worden.’
Tekir vindt dat er waarheidscommissies moeten worden opgericht, zodat er daadwerkelijk een confrontatie met de zwarte bladzijden uit het Turkse verleden kan plaatsvinden. Moet Kilicdaroglu naar de Armeense hoofdstad Yerevan op 24 april, om op die dag de traditionele herdenking van de Armeense Genocide bij te wonen?
‘Het zou natuurlijk een grote gebeurtenis zijn als de CHP-leider besluit om bij deze herdenking te zijn’, zegt Tekir. ‘Maar het is veel belangrijker dat de samenleving waaruit hij voortkomt meegaat in het verzoeningsproces, verzoening in de zin van ‘yüzlesmek’, en daarop wordt voorbereid.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!