President Recep Tayyip Erdogan en zijn uitdager Kemal Kilicdaroglu gaan nek aan nek in de peilingen voor de Turkse presidentsverkiezingen van zondag. Met journalisten Fréderike Geerdink en Yavuz Baydar bespreken we drie belangrijke verkiezingsthema’s: de wederopbouw na de aardbeving van februari, de opvang van Syrische vluchtelingen en de torenhoge inflatie.
Bijna veertien miljoen mensen zijn getroffen door de aardbevingsramp. Erdogan heeft beloofd het gebied binnen één jaar weer op te bouwen. ‘Als dat gebeurt, staan er weer huizen, maar die zullen bij een volgende aardbeving opnieuw instorten’, zegt voormalig Turkije-correspondent Fréderike Geerdink.
De hulp kwam na de ramp traag op gang. Het herstellen van het aardbevingsgebied verloopt daarentegen snel. Geerdink: ‘We zien dat het gebied razendsnel opgeruimd wordt. Vrachtwagens vol met puin, terwijl er nog steeds mensen vermist zijn. Dat er zo naar mensenlevens wordt gekeken zal zeker effect hebben op het stemgedrag van de kiezers in dat gebied’, denkt Geerdink. Dat het zoeken naar slachtoffers minder belangrijk lijkt dan het opruimen van rommel, kan in het nadeel van Erdogan uitpakken. ‘Maar het hoeft niet zo te zijn dat iedereen in dat gebied niet op Erdogan en de huidige regering zal stemmen.’
Ook de Turkse journalist Yavuz Baydar heeft nog geen duidelijk beeld van het stemgedrag in de getroffen gebieden. ‘De aardbeving heeft elf provincies getroffen, waarvan er twee of drie niet echt ‘Erdogans gebied’ zijn’, vertelt hij. Die laatste provincies steunen de oppositiepartijen – en dan voornamelijk oppositieleider Kemal Kilicdaroglu van de seculier-nationalistische CHP. In de andere provincies is Erdogans traditionele achterban in de meerderheid.
‘Het lijkt erop dat het Erdogans strategie is om prioriteit te geven aan de wederopbouw van provincies als Hatay. Dat is juist een bolwerk van de oppositie.’ Volgens Baydar hebben de mensen uit de Erdogan-provincies dit geaccepteerd, hoewel ze natuurlijk ook graag door de regering geholpen willen worden. ‘Uit opiniepeilingen blijkt dat mensen in de getroffen regio’s niet de president maar malafide aannemers de schuld geven van het feit dat er zoveel huizen zijn ingestort’, zegt Baydar. Bovendien is volgens hem een deel van de bevolking van mening dat de aardbeving door het noodlot komt, door een handeling van Allah.
Dat is volgens Geerdink een manier van Erdogan om te laten zien dat hij er niets aan kon doen. ‘Hij zet het neer als een natuurramp van hogere hand, niet als een ramp die in de bouwsector en in corruptie zit.’
Daarnaast is volgens Baydar de verminderde aanwezigheid van zowel Erdogan als Kilicdaroglu in de aardbevingsregio bij veel mensen opgevallen. Baydar: ‘Dit in contrast met een andere oppositiekandidaat, Muharrem Ince, die relatief snel na de aardbeving het gebied en ook de mensen heeft bezocht. [Ince heeft zich inmiddels teruggetrokken als kandidaat, red.] Dat is voor Turken belangrijk. Dat is hen zeker opgevallen. Hiermee heeft Ince vertrouwen gewonnen. Hij was overal in de regio, en zijn fysieke aanwezigheid lijkt veel positieve steun te hebben opgeleverd.’
‘Een deel van de bevolking is van mening dat de aardbeving door het noodlot komt’
Erdogan en Kilicdaroglu hebben zich wel laten zien, maar in beperkte mate en niet direct na de ramp. Daar hebben beide kandidaten misstappen gemaakt, vindt Baydar. ‘Traditioneel gezien is de Turkse politieke cultuur gebaseerd op de verwachtingen van de bevolking. Het is belangrijk dat degenen die verschijnen als leiders, als redders van de regio, zoveel mogelijk zichtbaar zijn. Omdat mensen hoopvol willen zijn en hoopvol willen blijven. Vooral in de nasleep van rampen van deze omvang.’
Naar aanleiding van de burgeroorlog in buurland Syrië, die nu al meer dan tien jaar woedt, zijn veel Syriërs naar Turkije gevlucht. Het land was in eerste instantie een doorreisland naar Europa. Maar dat is veranderd door de vluchtelingendeal die Turkije in 2016 met de Europese Unie sloot. ‘Het is een groot probleem’, zegt Baydar hierover. ‘Turkije zit zelf in een economische crisis. Er zijn nu officieel 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije. Maar het kunnen er meer zijn, omdat sommige vluchtelingen niet geregistreerd zijn.’
‘De situatie voor Syriërs in Turkije is heel erg kwetsbaar’, zegt Geerdink. ‘In Nederland hebben mensen recht op een verblijfsvergunning en na een paar jaar kun je Nederlander worden, in Turkije bestaat dit niet. Syriërs en andere vluchtelingen zijn ‘gasten’.’ Voor deze ‘gasten’ gelden bepaalde regelingen, maar ze kunnen niet zomaar een verblijfsvergunning krijgen, aldus de journaliste. ‘Ze kunnen daarentegen wel gemakkelijk teruggestuurd worden. Dit is wat zowel Erdogan als Kilicdaroglu van plan is als één van hen de verkiezingen wint.’
Het terugsturen van Syriërs is iets wat Erdogan en de oppositie verenigt. Beide kampen willen de dialoog aangaan met het regime van de Syrische dictator Bashar al-Assad. ‘Dit heeft tot nu toe nog niet tot een uitkomst geleid’, zegt Baydar.
De strategie van zowel de regerende partij van Erdogan als het oppositieblok van Kilicdaroglu is dus gebaseerd op het terugsturen van de Syrische vluchtelingen. Zolang er geen overeenkomst is tussen Syrië en Turkije zal een oplossing vinden nog even duren. ‘Wat de oppositie en het regeringsblok gemeen hebben is dat ze beide beseffen dat dit een tikkende bom is, die de kiezers van beide partijen treft. Dus moet er iets aan gedaan worden. Welke presidentskandidaat ook wint, het is voor de winnaar een grote uitdaging om dit op te lossen’, zegt Baydar. Het gaat hier volgens hem niet alleen om Turkije, maar ook om de belangen van Syrië en de Europese Unie. ‘Dat maakt dit vraagstuk tot een ingewikkelde puzzel waar Turkse politici en ook de winnaar van de verkiezingen mee aan de slag zullen moeten gaan.’
Economie
‘Voor de aardbeving zat Turkije al in een grote economische crisis, maar nu is de schade nóg groter geworden’, analyseert Baydar. ‘We spreken van een kritische periode van vijf jaar, maar deze economische crisis duurt al langer. Het inkomen per hoofd van de bevolking is gedaald van 11000 dollar per jaar naar zo’n 600 tot 700 dollar per maand. Dit is een zeer dramatische daling. Het economische beleid dat Erdogan voert leidt tot veel inflatie, legt Baydar uit. Hij denkt echter dat de inflatie tijdelijk is en dat het uiteindelijk weer goed gaat komen. ‘Maar de inflatie is nu zo ontzettend hoog dat mensen hun boodschappen niet meer kunnen betalen’, reageert Geerdink. ‘Het is moeilijk voor mensen om rond te komen, omdat ze niet meer weten wat de waarde van hun geld is.’
De Turkse inflatie leidt volgens Baydar tot een meervoudige crisis: ‘Een economische crisis, een sociale crisis, een culturele crisis en ook een politieke crisis.’ Volgens hem is het voor zowel Erdogan als Kilicdaroglu een opgave om uit de economische crisis te komen. ‘Ik denk dat het voor geen van deze kandidaten duidelijk is hoe ze dit probleem kunnen oplossen. Er zullen bezuinigingsmaatregelen moeten worden genomen van immense omvang. Dit zal een zeer pijnlijk medicijn zijn voor de burgers.’
Baydar is pessimistisch over de economische vooruitzichten van Turkije. ‘In het beste geval duurt het vijf jaar voordat de economie zich herstelt, maar de reparatie zal zeer streng moeten zijn. Na de verkiezingen zal deze crisis voortduren, ook als er een nieuwe regering komt.’ Hij spreekt van een economische aardbeving na de fysieke aardbeving. ‘Het is niet de boodschap die we willen horen, maar het is de realiteit.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!