Vandaag en morgen vergaderen de leiders van de EU-lidstaten in Brussel over sancties tegen Turkije. Niet vanwege de democratische rechtsstaat of de staat van de mensenrechten in Turkije, maar vanwege een zeeconflict.
Turkije heeft al langer een conflict met Griekenland en Cyprus over de zeegrenzen. Hoewel Turkije een enorme lange kustlijn heeft, kan het land nauwelijks aanspraak maken op de zee vanwege de vele Griekse eilanden. Turkije meent nu recht te hebben op grotere delen van de oostelijke Middellandse Zee en provoceert Griekenland met het schip Oruc Reis, dat in Griekse territoriale wateren op zoek is naar gas en olie.
Tijdens de laatste EU-top in oktober kreeg Turkije een tweekeuzemenu voorgeschoteld, vertelt Joost Lagendijk, voormalig Europarlementariër voor GroenLinks en woonachtig in Turkije. ‘Of Turkije stopt met provocaties en gaat met Griekenland onderhandelen over zeegrenzen, of Turkije doet dat niet maar dan komt Europa met tegenmaatregelen. Het woord ‘sancties’ werd niet genoemd in oktober, maar dat werd wel op gedoeld.’
Sindsdien bleef Turkije doorgaan met provocaties. ‘Vlak voor de onderhandelingen in oktober werd het Turkse verkenningsschip even teruggetrokken, om vervolgens weer in Griekse territoriale wateren te verschijnen’, zegt Lagendijk. ‘Inmiddels ligt het schip, wellicht met het oog op de EU-top, weer in de haven.’
Hierdoor is de positie van Griekenland, Cyprus, Frankrijk en Oostenrijk, die pleiten voor sancties tegen Turkije, sterker geworden. Toch gelooft Lagendijk niet dat de EU zware maatregelen tegen Turkije zal nemen. Duitsland, het machtigste land van Europa, houdt namelijk rekening met Joe Biden, die in januari als president van Amerika wordt geïnaugureerd en in tegenstelling tot Donald Trump voor goede samenwerking met Europa is.
‘Het is in niemands belang om NAVO-partner Turkije tegen de schenen te schoppen. Ik denk dat Duitsland geen overhaaste beslissing wil nemen, niet het gras voor Bidens voeten weg wil maaien. Duitsland wil het niet hard spelen, maar samen met de Verenigde Staten Turkije op een ander pad leiden. Misschien komt de EU-top straks met een scherpe tekst, maar ik geloof dat er in de praktijk niets verandert. Turkije krijgt geen pets om de oren.’
‘Dit is slecht voor het imago van de EU’, voegt oud-journalist Abdülhamit Bilici toe. Hij werd in maart 2016 ontslagen nadat de Turkse regering besloot om zijn krant Zaman over te nemen. Bilici ontvluchtte daarop zijn vaderland en woont nu in ballingschap in de Verenigde Staten. ‘De EU is toch een waardengemeenschap, die democratie en mensenrechten hoog in het vaandel heeft staan?’
De relatie EU – Turkije
Wat Bilici steekt is dat de Europese Unie nu pas praat over sancties: niet vanwege de democratische rechtsstaat en mensenrechten, maar vanwege een zeeconflict met een EU-lidstaat. Hoe heeft die klinische benadering tot stand kunnen komen?
‘Het is in niemands belang om NAVO-partner Turkije tegen de schenen te schoppen’
Een belangrijke reden is dat de EU eerst Turkije het EU-lidmaatschap voorhield om hier vervolgens deels op terug te komen, zegt Bilici. Deze ontmoediging was volgens Bilici cruciaal in de transformatie van Turkije van democratisch en op Europa georiënteerd naar autoritair en bewegend richting Rusland, China en Iran. ‘De bezwaren van de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy en anderen tegen het Turkse EU-lidmaatschap waren voor Erdogan ook een mooi excuus om een andere weg in te slaan.’
De andere fout die de EU maakte was de Turkijedeal, vervolgt Bilici. Omdat Turkije de grenzen voor Syrische vluchtelingen sloot, knepen de Europese leiders een oogje toe wat betreft de mensenrechtensituatie in Turkije. Als ze daar wel iets over zouden zeggen, dan zou Erdogan de ‘poorten’ naar Europa openen. ‘Vergeet niet, voor Erdogan werd de rode loper uitgerold, een week nadat hij mijn krant en veel tv-stations had gesloten.’ Door hier vaker mee te dreigen is dit wapen inmiddels wel wat bot geworden, nuanceert Lagendijk.
‘In februari zette Turkije de grenzen naar de EU even open, maar dit leidde niet tot een nieuwe vluchtelingencrisis. Griekenland gooide de grenzen meteen dicht. De vluchtelingen die er wel in slaagden om Griekenland binnen te komen werden opgepakt en teruggestuurd.’ Daarbij: ‘Syriërs hebben nu minder de behoefte om nog naar Europa te vluchten, omdat ze inmiddels best goed geïntegreerd zijn in de Turkse maatschappij. De vluchtelingen die in maart dit jaar naar Europa probeerden te komen waren Afghanen, Pakistanen, Bengalen en mensen uit Afrika.’
Dat brengt ons op de vraag hoezeer Turkije Europa tot last kan zijn. Hoewel Turkije inmiddels actief is in Syrië, Libië, Nagorno-Karabach en de Oostelijke Middellandse Zee, vormt het land volgens Lagendijk geen directe bedreiging voor Europa.
‘Turkije wil een grote speler zijn in de regio, niet met zich laten spotten, de nationale belangen verdedigen. Het gaat om assertiviteit en agressiviteit, maar Turkije doet dit niet met als doel om de grenzen te verleggen en gebieden te annexeren, zoals Rusland deed met de Krim. Turkije verdedigt meer de Turkse belangen via andere partijen: de Libische en Azerbeidzjaanse regering, of – zoals in Syrië – via het regelen van een bufferzone, om daar op termijn uit terug te trekken.’
Volgens Bilici is Erdogans Turkije wel degelijk een gevaar voor Europa: ‘Een Turkije dat geen deel uitmaakt van de oplossing is deel van het probleem, en zelfs de oorzaak van het probleem. Het land ligt geopolitiek gezien zeer strategisch en grenst aan gebieden waar conflicten zijn: Syrië, Iran, de Zwarte Zee, de Middellandse Zee, de Balkan en de Kaukasus. Europa gaf er de voorkeur aan om Erdogan tegemoet te komen in al deze conflictgebieden, terwijl Turkije hier juist handelde in strijd met de belangen die de EU en de NAVO hebben. De Turkse regering heeft betere relaties met Rusland en met verschillende terreurgroepen dan met haar NAVO-bondgenoten.’
Wat moet er gebeuren?
De EU kan samen met het Amerika van Biden dreigender tegenover de Turkse regering staan, zegt Bilici. ‘Om er op deze manier voor te zorgen dat Turkije weer terugkeert naar het ‘oude normaal’: de democratische rechtsstaat.’ Maar dat Duitsland niet voor zo’n harde aanpak pleit, dat begrijpt Lagendijk wel.
‘Je hebt met Turkije te dealen. Je moet helaas ook weleens wat slikken. Zeker op het gebied van de mensenrechten. Het is op de lange termijn belangrijk dat de verhoudingen met Turkije goed zijn. En dat je op een constructieve manier de dialoog aangaat. Als je de dialoog staakt, dan heb je geen poot meer om op te staan. We moeten ons laten leiden door Realpolitik.’
Met deze analyse is Bilici het fundamenteel oneens. ‘We kunnen over een heleboel dingen onderhandelen, maar het probleem is dat het fundament van Turkije nu verrot is. Dat is niet langer de democratische rechtsstaat. Turkije is een autoritaire staat geworden. Erdogan flirt met nationalisme en panislamisme en gaat buitenlandse avonturen aan. Op deze manier wil hij het Turkse volk voor de gek houden en manipuleren, zodat zijn autocratie in stand blijft.’
Lagendijk nuanceert dat er geen coherentie zit in de woorden en daden van Erdogan. ‘Hij doet toezeggingen en dreigt, beledigt en verzoent, er valt werkelijk geen peil op te trekken. Wel zijn toezeggingen van de Turkse president in de praktijk altijd een lege huls gebleken.’
‘De EU heeft zeven jaar lang een zwakke appeasement-politiek gevoerd’
Bilici denkt dat sancties Erdogan in de problemen brengent en mogelijk leiden tot een regime change. Lagendijk is sceptischer. De propagandamachine van Erdogan zal vol op het orgel gaan om de EU de schuld geven, verwacht hij. Ook zal de kloof met Turkije hierdoor nog groter worden, terwijl Europa en Turkije elkaar juist nodig hebben.
‘Een goede relatie werkt alleen als Turkije een democratie wordt’, werpt Bilici tegen. ‘De EU heeft zeven jaar lang zogenaamde Realpolitik gevoerd, die in werkelijkheid een zwakke appeasement-politiek was. Je kunt geen deals sluiten met dictators. Als je ze een vinger geeft, dan nemen ze de hele hand. Uitgerekend Europa zou deze geschiedenisles inmiddels moeten weten.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!