2.5 C
Amsterdam

Hoe Indonesië zijn ‘gematigde islam’ promoot

Arnout Maat
Arnout Maat
Eindredacteur.

Lees meer

‘Wij komen hier de gematigde islam promoten.’ Het zijn woorden die je niet bepaald vaak in de van oudsher katholieke Radboud Universiteit Nijmegen zult horen, maar afgelopen woensdag was het zover.

De Nijmeegse universiteit was voor een dag de uitvalsbasis van het Indonesische Nahdlatul Ulama, ’s werelds grootste moslimorganisatie met een geschat ledenaantal van zestig tot tachtig miljoen. De organisatie bezit bijna zevenduizend internaten en meer dan veertig universiteiten. Ook onderhoudt de organisatie nauwe banden met de overheid. Zo zegde Ma’ruf Amin vorig jaar zijn positie als Opperste Leider van Nahdlatul Ulama op, om vicepresident te worden onder de in april herkozen president Joko Widodo. Kortom: Nadhlatul Ulama is een bepalende speler in Indonesische religieuze leven.

‘Wij komen hier de gematigde islam promoten.’ Ibnu Fikri, bestuurslid van de Nederlandse tak van Nahdlatul Ulama, trapte met deze woorden de conferentie ‘Seeking the middle way’ af, waarmee het doel van deze dag duidelijk is. In samenwerking met de Indonesische overheid wil Nahdlatul Uluma een ander – gematigder – beeld van de islam laten zien in Europa, zo stelt de Radboud Universiteit in haar aankondiging van deze conferentie.

‘Indonesië is geen staat die op religie is gebaseerd’

De Indonesische ambassadeur Wesaka Puja sluit hier in zijn openingswoord volledig bij aan: ‘Indonesië toont aan dat de islam in te passen is in de moderne tijd en in de democratie’, zegt hij tegen de aanwezigen in de aula, die voor de helft gevuld is met afgevaardigden van Nahdlatul Ulama en verder aangevuld met studenten, wetenschappers en enkele moslimprominenten. Indonesië is het toonbeeld van een ‘middenweg tussen radicalisme en secularisme’, aldus Puja.

Frans Wijsen, religiewetenschapper aan de Radboud Universiteit, haalde Nahdlatul Ulama om die reden naar Nijmegen. In de aankondiging op de website van de Radboud universiteit rept Wijsen van een eenzijdig beeld in Nederland over de islam. ‘In Europa hebben we het feitelijk over de Arabische islam als we het over dé islam hebben, maar 85 procent van de moslims leeft helemaal niet in de Arabische landen. Het grootste moslimland ter wereld, Indonesië, ligt in Azië.’ De media zijn volgens hem gefixeerd op de islam in zijn extremistische vorm, terwijl het overgrote deel van de moslims nog altijd gematigd is.

Helaas voor Wijsen is er deze dag geen medium te bekennen – op de Kanttekening na, die zich afvroeg: hoe ziet deze ‘niet-Arabische islam’ van Indonesië eruit? En waarom komen de Indonesiërs dat graag hier vertellen?

Religie als medicijn voor de ziel, maar met mate

Na de korte opening door Nahdlatul Uluma-bestuurslid Fikri en ambassadeur Puja is het tijd voor een keynote speech door Indonesische minister van Religieuze Zaken, Lukma Saifuddin. Hij vertelt over zijn taak om de gematigde islam – wasatiyya – in Indonesië tot gemeengoed te maken. Saifuddin verstaat wasatiyya als ‘een denktrant, houding en gedrag om altijd een middenpositie in te nemen, rechtvaardig en gebalanceerd, niet extreem in religieuze interpretatie en uitoefening’. Wasatiyya is volgens hem nodig voor een ‘vredige wereld, vreedzaam en wederzijds respect voor verschillen en waardering voor de lokale, culturele diversiteit in wijsheden.’

Speech door de minister van Religieuze Zaken, Lukman Saifuddin (Foto: Nahdlatul Ulama)

Want zulke diversiteit is bijna nergens zo groot als in Indonesië. Saifuddin vertelt dat naast islam, christendom, hindoeïsme, boeddhisme en confucianisme Indonesië nog honderden verschillende stammen, talen en volksreligies kent. ‘En wie deze diversiteit afwijst, claimt dat er maar één ware interpretatie is of andermans religieuze praktijk afwijst, die zal enkel intolerantie en groeiend extremisme afdwingen.’ Tot aan 2050 zal de globale moslimpopulatie groeien van drieëntwintig naar dertig procent. Die groei is mede te danken aan de bevolkingsgroei in het overwegend islamitische Indonesië. Ziedaar: wasatiyya is nodig om deze ontwikkeling in goede banen te kunnen leiden, aldus de minister.

‘Religie, als medicijn voor de ziel, moet ingenomen worden in een gepaste dosering’

‘Indonesië is daarom geen staat die op religie is gebaseerd’, zegt Saifuddin, al tekent hij hierbij aan dat ‘religieuze waarden goed beschermd worden.’ De minister legt deze tweespalt uit aan de hand van een metafoor. ‘Religie, als medicijn voor de ziel, moet ingenomen worden in een gepaste dosering. Religieuze expressie moet in balans zijn met liefde voor Indonesië.’ Interpretaties van de islam mogen de nationale eenheid dus niet in de weg staan, vindt hij. Tegelijkertijd is een van de kenmerken van wasatiyya ‘de samensmelting van de islam met lokale cultuur.’

Deze spanning tussen nationale eenheid, lokale traditie en de rol van de islam hierin wordt duidelijk als we kijken naar het voorbeeld van de Indonesische provincie Atjeh. Sinds 2001 kent deze provincie een autonoom bestuur dat het shariarecht heeft opgelegd. Wie alcohol drinkt, overspel pleegt of openlijk homoseksueel is krijgt stok- of zweepslagen. Vorig jaar maakte Atjeh plannen om onthoofding voor moord in te voeren, maar deed dat toch niet – na een tik op de vingers van de federale overheid. De minister van Religieuze Zaken rept hier trouwens niet over in zijn speech.

Een man die beschuldigd wordt van homoseks wordt afgeranseld voor een moskee in Banda Atjeh, in de provincie Atjeh (Foto: Associated Press)

Wasatiyya dreigt een loze term te worden’

Na de speech van Saifuddin volgen er enkele lezingen, waaronder van islam-historicus Carool Kersten die doceert aan het Londense King’s College. Hij vertelt dat wasatiyya een nieuwe notie is binnen de islamitische wereld, in de politiek voor het eerst uiteengezet door het manifest waarmee de Moslimbroederschap in 1996 aan de Egyptische verkiezingen meedeed. Voor de leken in de zaal kan dit voor verwarring zaaien, want de Moslimbroederschap heeft, anders dan de Indonesische staat zegt te beogen, er nooit een geheim van gemaakt een islamitische staat na te streven die gebaseerd is op de sharia. Wat is wasatiyya nu werkelijk? Kersten lijkt daar geen antwoord op te hebben en zegt zelfs dat de term tegenwoordig wordt ‘gekaapt’ door landen als Saudi-Arabië. ‘Wasatiyya dreigt een loze term te woorden’.

We moeten dus voorbij de termen kijken. Kersten benoemt de intellectuele fundatie van Nahdlatal Ulama, dat in enkele geschriften stelt dat ‘Indonesië geen islamitische staat moet worden, maar religie kan accommoderen.’ Er klinkt geklap vanuit de zaal, met name vanuit de vertegenwoordigers van Nahdlatal Ulama die naar Nederland zijn gekomen.

Het beeld staat in contrast met de tekenen dat Indonesië onder Ma’ruf Amin, de voormalig Nahdlatul Ulama-leider en tegenwoordige vicepresident, een heel andere kant op lijkt te gaan. Amin was als leider van Nahlatul Ulama verantwoordelijk voor enkele fatwa’s die opriepen tot het vervolgen van ‘LGBT-activisten’ en het ‘genezen’ van homo’s. Ook ondertekende hij, vanuit zijn andere functie als leider van de Raad van Schriftgeleerden, decreten voor stokslagen en zelfs de doodstraf voor homoseks, alsook het aanmerken van de religieuze Ahmadiyya-minderheid als ketters en afvalligen. Radicale moslimgroepen hebben deze fatwa’s gebruikt ter verdediging van hun aanvallen op homo’s en religieuze minderheden.

Tevens veroordeelde Amin de ‘blasfemie’ van de voormalige – christelijke – gouverneur Ahok van Jakarta. Ahok had gezegd dat de Koran gebruikt wordt door sommige politici om islamitische kiezers ervan te overtuigen dat ze niet op niet-moslims (zoals Ahok zelf) mogen stemmen. Amin trad zelf ook op als getuige in diens strafzaak, waarbij Ahok twee jaar cel kreeg. ‘Amin staat aan de basis van sommige van de meest intolerante elementen van de hedendaagse Indonesische religieuze en politieke cultuur, dus angst voor de negatieve impact die hij zou kunnen hebben op de rechten van religieuze en genderminderheden is zeker gefundeerd’, stelde de Aziatische afdeling van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vorig jaar.

Ma’ruf Amin (rechts) als ‘running mate’ naast president Joko Widodo (Foto: Associated Press)

Panels

Terug naar Nijmegen. In de middag staan er vele panels op het programma. Er wordt door wetenschappers, korangeleerden en Nadhlatul Ulama-leden gesproken over zaken als theologie, duurzaamheid en democratie. In de paneldiscussies waar de Kanttekening bij aanwezig is, over theologie en vrouwen, komen de woorden ‘gematigd’, ‘lokale culturen’ en ‘nationale eenheid’ geregeld aan bod, maar concrete voorschriften nauwelijks. Logisch wellicht, bij een organisatie met tientallen miljoenen leden en waar dus veel discussie over tal van thema’s zal bestaan.

De spanning daarover binnen Nadhlatal Ulama wordt treffend duidelijk bij een presentatie over polygamie van Dian Nafi, vertegenwoordigster van het vrouwennetwerk binnen Nahdlatal Ulam. Nafi deed onderzoek naar hoe polygamie onder Indonesische vrouwen wordt ervaren en maakt daarin een onderscheid tussen ‘good’, ‘modest’ en ‘bad practices’. In het eerste geval zijn de man en de eerste vrouw ‘gedreven door altruïsme, om de tweede vrouw en kinderen te helpen’, op het gebied van materiële of psychische behoeften. Dit kan overigens ook andersom, waarbij de tweede vrouw de eerste vrouw op deze gebieden komt versterken. In de ‘modest practice’ van polygamie toont de man ‘leiderschap’ en ‘gehoorzamen’ de vrouwen, en vormen de man en zijn vrouwen een organisch geheel. De ‘bad practice’ is, zoals het label al doet vermoeden, afkeurenswaardig volgens Nafi: vrouwen worden daarin slecht behandeld en soms zelfs gebruikt of gerekruteerd voor extremistische groepen.

‘Don’t try this at home!’

Nafi’s advies? ‘Vrouwen zouden empowered moeten worden, en daarnaast goed geschoold.’ Maar op de vraag of polygamie niet sowieso een onaanvaardbaar groot risico vormt voor het welzijn van de vrouw, komt ze lachend met een nieuw advies: ‘Don’t try this at home!’

Haar verhaal schuurt met wat onderzoeker Muhammad Mu’tasimbillah (Sanata Dharma University) kort daarvoor nog zegt, namelijk dat ‘ambivalentie in de heilige teksten gendergelijkheid rechtvaardigt, diezelfde ambivalentie waardoor heilige teksten het patriarchaat rechtvaardigen’. Hijzelf zit in het eerste kamp, blijkens hoezeer hij met trots een plaatje laat zien van hoe mannen en vrouwen in een Indonesische moskee zij-aan-zij het gebed beleven.  Mu’tasimbillah pleit dan ook voor ‘het herlezen van de heilige teksten’.

In ieder geval lijken zowel het verhaal van zowel Nafi als van Mu’tasimbillah een ander beeld van Nahdlatul Ulama weer te geven dan hoe deze club in de media bekend staat. Zo stelde Nahdlatul Ulama in 2006 nog over polygamie dat dit door Allah is toegestaan en niet verboden mag worden, en zei het in 2010 dat vrouwenbesnijdenis een goede religieuze traditie is. Als leden maar ‘niet te veel’ snijden.

Missie geslaagd

Het slotwoord in de middag is voor Yahya Cholil Staquf, voorzitter van Nahdlatul Ulama. Kan hij een antwoord geven op wat wasatiyya precies is? Zijn boodschap lijkt in ieder geval kraakhelder: er is volgens hem een probleem binnen de islam. ‘Sommige landen hebben problemen met de klassieke orthodoxie in de islam. Er zijn issues met de gelijkheid tussen moslims en niet-moslims. Sommige landen hebben de doodstraf voor afvalligheid. En jullie klagen over islamofobie!’, schampert Staquf. Het probleem met de klassieke orthodoxie zit hem volgens Staquf niet enkel in de landen waar overwegend moslims wonen. ‘Veel moskeeën in Europa worden gecontroleerd door de Saudi’s, die de Saudische islam leren aan Europese moslims.’ Ook zegt Staquf dat er binnen de islam ‘problemen zijn met gender, LGBT – dat is waarom we deze conferentie hebben.’

Yahya Cholil Staquf, de voorzitter van Nahdlatul Ulama (Foto: Nahdlatul Ulama)

Staquf heeft vier pijnpunten paraat die hij met het publiek wil delen. ‘De status van niet-moslims. De dominante norm binnen de klassieke orthodoxie is vijandigheid en segregatie.’ Ook hekelt hij het politieke ideaal van het kalifaat: ‘Binnen de klassieke orthodoxie is dit de ultieme staatsvorm’. Tevens zegt hij dat de sharia in de moderne tijd voor problemen zorgt. ‘Deze heeft een andere dynamiek dan moderne politieke processen. Parlementsleden kunnen ook wetten maken.’ Ten slotte vindt Staquf dat veel moslims verkeerd aankijken tegen brandhaarden zoals het Israël-Palestinaconflict. ‘Moeten moslims werkelijk deelnemen aan de strijd tegen ‘de ongelovigen’, om medemoslims te helpen?’ vraagt hij zich af. Wat hem betreft moeten deze zienswijzen ‘veranderen in de klassieke orthodoxie. En verwerkt in de wet’.

‘Promoot dit type islam en het is goed, goed voor zowel Nederland als voor de wereld’

Religiewetenschappers Frans Wijsen, de man van de ronkende aankondiging, komt daarna het podium op en zwaait iedereen uit met de woorden: ‘Iedereen die denkt dat de gematigde islam niet bestaat, die had hier moeten zijn. De meerderheid in Indonesië is voor nationale eenheid en de gematigde islam.’ Hij richt zich, tot slot, tot de leden van Nahdlatul Ulama: ‘Promoot dit type islam en het is goed, goed voor zowel Nederland als voor de wereld.’ Missie geslaagd, kunnen ze in Indonesië zeggen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -