Drie maanden iemand in huis nemen die je niet kent, gewoon uit solidariteit. Het klinkt spannend, maar het kan ook heel mooi zijn, weet Jeen Budding. Hij en zijn vriendin deelden het huis met een Egyptisch gezin, dat anders op straat was beland.
Een Egyptische vrouw in de veertig en haar twee kinderen bewoonden drie maanden de extra kamer van het jonge stel uit Den Haag. Ze deelden de badkamer, keuken en af en toe een maaltijd. ‘Wij vinden allebei dat niemand op straat hoort te slapen. Dus als we dat kunnen verhelpen, dan doen we dat’, vertelt Budding.
Dat deden ze niet alleen. De oproep kwam van Netwerk Ongedocumenteerden Onderdak (NOO), een initiatief van Stichting LOS. NOO werkt aan een solidariteitsnetwerk van burgers die ongedocumenteerde mensen tijdelijk onderdak biedt wanneer zij niet in aanmerking komen voor de opvang van de gemeente of het Rijk.
‘Het gaat om de mensen die niet passen binnen de kaders van deze instanties en daardoor tussen wal en schip dreigen te vallen’, legt Joset van der Hoeven uit. Zij werkt bij Stichting LOS. ‘En wanneer de opvang voor ongedocumenteerden in Rotterdam komt te vervallen, zal de vraag naar deze plekken alleen maar toenemen. We willen een netwerk opbouwen van solidaire burgers, voor mensen die anders nergens heen kunnen. Dit is eigenlijk altijd van belang.’
Tussen wal en schip
Van der Hoeven ging een jaar geleden bij LOS aan de slag om het solidariteitsnetwerk op te starten. Er zijn naar schatting tussen de 23000 en 58000 ongedocumenteerden in Nederland, maar voor hen zijn momenteel slechts 1000 tot 1500 opvangplekken beschikbaar, vertelt ze. ‘Niet iedereen maakt gebruik van de opvang, er zijn ook mensen die een zelfstandig bestaan leiden. Maar in veel andere gevallen komen ze om verschillende redenen niet in aanmerking.’
Het Egyptische gezin is zo’n ‘geval’. De kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit, omdat hun vader een Nederlander was. Maar hij is overleden en het gezin woonde tot voor kort in Egypte. Totdat een van de dochters op twaalfjarige leeftijd werd uitgehuwelijkt. Om haar dit lot te besparen, besloot de moeder naar Nederland te verhuizen, in de hoop dat ook zij een verblijfsvergunning kon krijgen.
‘Om aan te tonen dat ze voor haar kinderen zorgt en daarom in aanmerking kwam voor de Nederlandse nationaliteit, moest ze bij haar kinderen wonen’, vertelt Budding. ‘Maar ze had in eerste instantie geen opvang en dreigde op straat te belanden. De kinderen zouden echter wel worden opgevangen, met als gevolg dat ze niet samen met hun moeder zouden zijn. Ze hadden dus een tijdelijke woning nodig. Die hebben we geboden.’
Het gevolg was dat ook de moeder na deze drie maanden een aanvraag kon doen om opvang te krijgen via de gemeente. ‘Ze wacht nog op de uitspraak van de IND over haar recht op verblijf, maar het gaat goed. De kinderen gaan naar school en de gemeente helpt het gezin met de andere stappen die gemaakt moeten worden.’
Opvang voor ongedocumenteerden
Van der Hoeven vertelt dat veel ongedocumenteerden mensen zijn die even rust nodig hebben, of een overbrugging, waarna ze een volgende stap kunnen maken. Soms keren ze daarna terug naar hun land van herkomst of het land waar ze hun eerste aanvraag deden. Maar deze beslissing kunnen ze pas maken wanneer ze helder kunnen nadenken, en dat gaat niet wanneer ze op straat belanden.
‘We hadden van tevoren bedacht dat dit gezin vooral behoefte had aan een veilig thuis, niet per se aan iemand die hun hand vasthield’
‘We hadden een keer een Eritrese man, die volgens de Dublin-overeenkomst asiel had moeten aanvragen in Duitsland. Maar hij had daar nare dingen meegemaakt en wilde allesbehalve terug naar Duitsland. Hij belandde nog liever op straat in Nederland, dacht hij. Toen hij onderdak vond via ons netwerk, zette hij dingen op een rijtje. Hij woog alles tegen elkaar af en besloot toen alsnog terug te keren naar Duitsland, waar hij al asiel had. Het soms moeilijk dit soort beslissingen vanaf de straat te maken als je de stress hebt om te overleven.’
Hoge drempel
Een opvangplek is niet zomaar geregeld, weet Van der Hoeven. ‘De drempel is hoog om te beslissen dat iemand die je niet kent bij je mag logeren. Je geeft toch een stukje privacy op.’
Ook Budding en zijn vriendin vonden het eerst best spannend, maar eigenlijk ging alles een beetje vanzelf, vertelt hij. ‘We hadden van tevoren bedacht dat dit gezin vooral behoefte had aan een veilig thuis, niet per se aan iemand die hun hand vasthield en alles samen wilde doen. Dus we gaven ze drie sleutels, lieten ze zien waar ze sliepen en spraken af een keer per week samen te eten. Op die manier hoefden we niet elke dag alles met elkaar af te stemmen.’
‘Tegelijkertijd maakte dat de momenten die we wel deelden heel bijzonder’, vervolgt Budding. ‘Dat waren soms hele mooie momenten, ook wel eens intens. Als er bijvoorbeeld verhalen naar boven kwamen over hun leven in Egypte, of de onzekerheid over hun verblijf in Nederland. Na zo’n maaltijd gingen we wel eens wandelen in de buurt. Dan wezen we aan welke supermarkten goedkoper zijn, of waar de leuke speeltuinen zijn. Toen besefte ik: dit is eigenlijk integratie. Dit is veel zinvoller dan uit je hoofd leren hoe het koningshuis van Nederland er uit ziet. Integratie moet eigenlijk van beide kanten komen.’
Het zijn tips die NOO ook geeft aan mensen die opvang bieden of overwegen. Van der Hoeven: ‘Het is goed om je kwetsbaar op te stellen en af en toe ook eens om hulp te vragen. Zo is de relatie gelijkwaardiger, en hebben mensen niet het gevoel alleen maar afhankelijk van jou te zijn.’
Na hun verblijf kwamen dingen opeens in een stroomversnelling voor het gezin, vertelt Budding. ‘De moeder had leren fietsen. Ze was met de Nederlandse taal bezig en de kinderen gingen naar school. Ze waren ontspannen en kwamen hierdoor vooruit. Dit was denk ik niet gelukt als ze in ergens in een afgelegen plek hadden gezeten. Als iedere nieuwkomer in Nederland eerst drie maanden bij iemand in huis door zou brengen, zou er geen asielcrisis of integratieprobleem zijn.’
‘Uiteraard wordt er samen gekeken naar de beste match’
Meer opvangplekken nodig
Budding raadt daarom iedereen aan om er eens over na te denken om ongedocumenteerde mensen op te vangen. Dat is een welkome aanbeveling voor LOS, want de organisatie is momenteel zeer klein – te klein, vindt Van der Hoeven. ‘We hebben veel meer opvangplekken nodig, vooral als straks de bad-bed-broodregeling wegvalt.’ Om dit te bereiken legt ze op verschillende plekken uit hoe het opvangen van mensen in zijn werk gaat.
‘De logees worden begeleid en krijgen zakgeld van LOS, zodat de opvang echt alleen opvang is’, legt ze uit. ‘En we houden ons altijd aan de maximumtermijn van drie maanden. Als de persoon daarna langer opvang nodig heeft, dan kijken we opnieuw waar dit kan. Uiteraard wordt er samen gekeken naar de beste match.’
Van der Hoeven is ervan overtuigd dat er genoeg solidaire burgers zijn die hier voor open staan. ‘Dit zag je ook toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Toen waren er heel veel mensen die hun huis wilden openstellen. Dit zijn gewoon mensen zoals jij en ik, er is eigenlijk geen verschil.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!