20.1 C
Amsterdam

Na 14 jaar terug in Syrië, is nu alles beter?

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist en Midden-Oostendeskundige

Lees meer

Ik ben nu ruim vier weken in Syrië, op bezoek bij mijn schoonfamilie en ik zie om me heen een volk ontwaken uit een winterslaap. Ik zie mensen die weer durven lachen, dromen en bovenal durven te vertellen, over alles wat ze de afgelopen jaren hebben meegemaakt. 

De eerste keren dat we belden met familie in Damascus, nadat het regime van Bashar al-Assad was gevallen, hoorde ik het gelijk. Een verandering in hun stemmen. Ze praatten hoger van toon, uitgelatener. Keer op keer zag ik hoe mijn man met verbijstering de telefoon naast zich neerlegde. ‘Dit hebben ze me nooit eerder verteld’, zei hij dan. 

Dit is wat een dictatuur doet met mensen. Mensen worden geboren met het idee dat je nergens over kunt praten, zelfs niet onderling, want er kan altijd een verrader in je midden zijn. Niemand weet van elkaar wat hij weet of vindt. Ik voelde deze angst overal om me heen toen ik hier veertien jaar geleden woonde. De afwezigheid van die angst is de grootste verandering die ik heb opgemerkt, nu ik hier weer ben. 

Paardrijden

Er zijn ook tal van nieuwe mogelijkheden, zoals bijvoorbeeld paardrijden. Jarenlang wist men van het bestaan van een paardrijclub in de buitenwijken van Damascus, nooit was iemand er binnen geweest, want dit was exclusief bestemd voor vertrouwelingen van het Assad-regime. Nu staan de deuren wagenwijd open. Prachtige paarden rennen in het rond door keurig verzorgde groene weiden. Het beeld van Hafez al-Assad, de vader van Bashar, is tactisch bekleed met een vlag over het hoofd. Mensen uit Damascus lopen hier verbluft rond, dat een oase als deze bestaat in hun stad. 

Het beeld van Hafez al-Assad, met vlag over zijn hoofd

De afgelopen dagen bezocht ik met mijn schoonfamilie meerdere stranden aan de Syrische kust, een meer dat voortvloeit uit de Tishreen Dam en nog meer bezienswaardigheden. Het was de eerste keer dat ze in deze zee zwommen. De eerste keer zwemmen in een meer. De eerste keer dat ze van het bestaan wisten van een plek als Burj al-Islam, een prachtige plek met krijtrotsen, grotten en stranden, want ook deze plek was voorbehouden voor de Assad-familie. ‘Nu is deze plek weer van ons’, klinkt het enthousiast.

Waren er dan helemaal geen stranden voor de gewone Syriër? Jawel, maar daar was de burkini verboden, vertellen ze. Als de burkini wel werd getolereerd, werden ze uitgelachen, weggehoond. Ze durfden niet te zwemmen op deze plekken, in de zwemkleding die zij beschouwen als hun veilige basis. Ze voelden zich gediscrimineerd. Zoals een moslima uit Latakia op het strand vertelde: ‘Ik ben geëmigreerd naar Canada en nu op vakantie in mijn geboortestreek. Het is de eerste keer dat ik hier zwem.’

Het strand van Burj al-Islam

Als ik het heb over vrijheid, beschrijf ik wellicht niet het gevoel van alle Syriërs. Niet overal wordt de vreugde gedeeld, niet overal is het vrede. Angst bestaat nog steeds onder bepaalde groepen minderheden, juist nu. Misschien wel meer dan eerst. Dit neemt niet weg dat het gedeelte van de bevolking dat deze vrijheid nooit gekend heeft, er recht op heeft deze te leren kennen. Ook zij zijn onderdeel van deze maatschappij, in meerderheid zelfs. Ook zij hebben recht op hun stranden, bergen en bossen. De volle teugen waarmee ze ervan genieten, doen me dan ook deugd.

Alles is nog lang niet beter, want dat heeft tijd nodig

Is nu dan alles beter? Deze vraag wordt niet graag beantwoord. Ik zie waar het ongemak zit. Alles is nog lang niet beter, want dat heeft tijd nodig, heel veel tijd. De nieuwe overheid heeft nog een lange weg te gaan, ook waar het gaat om goed bestuur. Onder de oude regering werkten heel veel mensen die niet competent waren, maar gewoon de juiste connecties hadden. Er werkten ook mensen die wel wat konden, en onterecht zijn ontslagen. En dan zijn er mensen die competent zijn, en nooit de kans hebben gekregen op een goedbetaalde baan. Hier moet de juiste balans in worden gevonden, vertelt een ex-ambtenaar die inmiddels gepensioneerd is.

Geld is momenteel de grootste zorg van veel Syriërs. De prijzen van producten zijn wellicht met de helft gedaald, maar de salarissen zijn nauwelijks gestegen en veel Syriërs zijn werkloos. Het percentage Syriërs dat onder de armoedegrens leeft ligt op 90 procent, volgens UNICEF. Mensen met een gemiddeld salaris verdienen net genoeg om de huur te kunnen betalen, ze werken om te wonen. Woningen zijn er in overvloed, maar ze zijn te duur voor de middenklasse, laat staan voor de mensen aan de onderkant van de samenleving. 

En dan is er het gebrek aan de basale dingen, zoals elektriciteit, afvalverwerking en airconditioning. De Syrische bevolking had nooit de ‘luxe’ om van deze zaken verzekerd te zijn, maar hierin komt nog maar mondjesmaat verandering. Tweemaal daags krijgen inwoners twee uur elektriciteit toegediend. In deze twee uur krijgt de airconditioner even de kans om koude lucht de ruimte in te blazen, mensen wassen razendsnel hun was en laden hun telefoons op. De verbetering zit hem in het feit dat nu iedereen even lang elektriciteit heeft, ongeacht de wijk waar je woont, wordt me verteld. Gelukkig zijn de zonnepanelen hier in opkomst. Mensen die het zich kunnen permitteren, kunnen dankzij dit Chinese product de hele dag wasjes draaien. 

Een wijk net buiten Damascus met zonnepanelen

Er is hoop. De wil is er, en daarom zegt men liever niet wat er niet goed gaat. Ze praten vooral over de stapjes vooruit, omdat ze willen dat het werkt. Wat er nodig is voor meer bestedingsruimte? Nog meer sancties van tafel, zo klinkt het antwoord vaak. De VS heeft misschien een aantal sancties opgeheven, maar nog lang niet alle. Banken hebben nog steeds geen toegang tot het internationale betalingsverkeer, waardoor buitenlandse investeerders wegblijven. Als je al een salaris hebt, kun je dat niet eens altijd opnemen. Als meer geld eenmaal het land instroomt, kan de bevolking pas echt de vruchten plukken van hun land, dat ze opnieuw leren kennen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -