Het is een van de mooiste plekken in Syrië. Kessab, in de kustregio Latakia aan de grens met Turkije. Hier rijzen de bergen torenhoog de zee uit, begroeid met volle bossen met een rijke biodiversiteit. Onbegaanbaar en onaangetast, ondanks de populariteit van de regio onder Syriërs.
Deze bossen hebben de burgeroorlog doorstaan, ondanks de vele gevechten. Maar deze zomer kregen ze te maken met een veel groter gevaar: natuurbranden. In twaalf dagen ging meer dan 16.000 hectare bos- en landbouwgrond in vlammen op. Bijna 1.200 families uit 45 dorpen raakten ontheemd. Vijf landen schoten te hulp om te vlammen te blussen.
Het is lastig hier een voorstelling van te maken, totdat je er middenin staat. Gitzwarte bergen, verbrande dieren en heuvelruggen met verkoolde bomen die tot ver over de horizon reiken. Het is apocalyptisch. Het lijkt alsof de brand elke vorm van leven heeft opgeslokt. De geur van verbrand leven is overweldigend. Het contrast tussen de paradijselijke baaien en de verwoesting eromheen is zo groot dat ik er een knoop van in mijn maag krijg.

We zijn op vakantie in Syrië. Met de schoonfamilie uit Damascus kwamen we af op onze herinneringen aan deze plek, die we allemaal al eens bezocht hadden. Het is hier opvallend rustig, de brand heeft de gebruikelijke toeristen weggehouden. Dat is jammer, want er is nog steeds heel veel moois te zien. Toch raken ook wij onbedoeld verzeild in de verkoolde bergen, als we op zoek gaan naar een plek om te wandelen.
Vingerwijzen
De brand heeft de verhoudingen op scherp gezet. Na veertien jaar burgeroorlog is een natuurramp als deze voldoende om de onderlinge wrok te doen ontvlammen. De meeste mensen zijn ervan overtuigd dat de brand is aangestoken, meestal weten ze ook door wie.
‘Het kan niet anders’, vertelt Umm Adel, een bewoonster in het dorp Kessab. ‘We hebben de brand vanaf ons huis zien ontvlammen. Dit gebeurde op meerdere plekken tegelijk. Dat is toch niet hoe een brand zich normaal gesproken verspreidt?’ Ze vertolkt het narratief van veel inwoners, die in de patronen opzet menen te zien. Het maakt ze kwaad. Waarom hier? Waarom juist deze plek? vragen ze zich af.

Op de Turkmeense berg spreek ik een aantal Turkmeense dorpelingen, die nog niet heel lang geleden geremigreerd zijn naar de plek die ooit naar hen vernoemd werd. Deze etnische groep streek eeuwen geleden neer in dit gebied, maar werd in 2015 door het Assad-regime ontheemd. Ze zochten hun toevlucht veelal in Turkije. In hun plaats trokken alawieten naar de kustregio, aangemoedigd door het Assad-regime, dat de gewoonte had om mensen uit eigen kring voorrang te geven. Het gevolg was een demografische verandering. Na de val van het regime zagen Turkmenen de kans om terug te keren, zoals Keram, de eigenaar van een restaurant in de pittoreske kustplaats Burj al-Islam. ‘We zijn weer thuis, maar voelen ons niet welkom’, vertelt hij. Volgens hem is de brand aangestoken door andere bewoners, om hen opnieuw te verdrijven. ‘In de bergen lieten ze een tekst achter: ‘jullie hebben de vrijheid om te reizen, wij hebben de vrijheid om te verwoesten’. Dat zegt toch genoeg?’
Hitte, droogte en de aanwezigheid van niet-ontplofte munitie en landmijnen zouden de oorzaak zijn
Sociale media is een slagveld geworden met dit soort beweringen, merkt journalist Kamal Shahin van New Lines Magazine op. De een wijst naar de alawieten, die de regering zouden willen afleiden. De ander wijst juist naar regeringsgezinde groeperingen, die de alawieten van hun land zouden willen verdrijven. Ondertussen beweert de militante groepering Ansar al-Sunna, die eerder de aanslag op een kerk in Damascus opeiste, op Telegram dat het de branden heeft aangestoken.
Het ministerie van Noodsituaties en Rampenbestrijding zegt overigens dat de hitte, droogte en de aanwezigheid van niet-ontplofte munitie en landmijnen de oorzaak zijn. De beboste bergen van Latakia staan bekend om het grote aantal mijnen dat er nog ligt. Hierdoor zou de brand niet alleen sneller zijn verspreid, maar dit zou ook de veiligheidstroepen hebben belemmerd in het blussen van de branden.

De tegenstrijdige beweringen benadrukken de diepe verdeeldheid binnen de Syrische samenleving sinds de val van het Assad-regime. In plaats van samenwerken om de bossen te beschermen, wijzen mensen naar elkaar. Daar komt nog bij dat veiligheidsdiensten een reorganisatie doormaakten na de machtsovername. Het huidige regime ontsloeg ervaren brandweerlieden en politieagenten, in een poging publieke instanties te ontdoen van iedere link met het oude regime. Inmiddels komt het daarvan terug, omdat het nieuwe personeel het aan ervaring ontbrak. Vooral bij het blussen van een natuurbrand van deze proporties en op een complex terrein als de bergen van Latakia, bleek het gebrek aan ervaring funest.
Was dat niet het geval, dan had het bezoek aan het politiebureau weleens langer kunnen duren
Dat de kwestie gevoelig ligt, merken we als we het gebied uitrijden en er plots een politiewagen verschijnt. De politiemannen zijn argwanend en willen weten wat we in deze bergen deden. Het verhaal dat we op zoek waren naar een groene plek om te wandelen maakt weinig indruk. Hun blikken zijn strak gericht op de achterbank, waar vandaan drie kinderen en twee vrouwen terug staren. Ons gezelschap maakt ook geen indruk. De paspoorten van de mannen worden meegenomen. ‘We zullen het gebied onderzoeken. Jullie kunnen vanavond de paspoorten ophalen op het politiebureau, als we niets verdachts hebben gezien’, krijgen we te horen. Op de vraag of zij denken dat het vuur is aangestoken, geven ze geen antwoord.
Vruchtbare grond
Ondertussen is er nog weinig aandacht voor de schade die het vuur heeft aangericht. Aan de kust van Syrië leeft meer dan 80 procent van de natuurlijke bossen van Syrië. De kaalslag zal de effecten van klimaatverandering alleen maar versterken. Bossen bieden de grond bescherming tegen de hoge temperaturen en verhogen de kans op regen. Dit is hard nodig nu het land worstelt met extreme droogte en mislukte oogst. De oogst van het land leverde al niet meer genoeg op om de lokale bevolking te voeden. In de winkels vind je nauwelijks fruit en groenten. Wat er ligt, komt uit het nabijgelegen Latakia en is al tegen het middaguur uitverkocht.

De veerkracht van de bevolking is bovendien minimaal. Armoede is alom vertegenwoordigd. De Deense Vluchtelingen Organisatie (DRC) bood levensreddende hulp aan getroffen gezinnen, waaronder financiële steun, hygiënepakketten en psychosociale hulp. ‘Om hen te helpen herstellen en de situatie weer op te bouwen te midden van de aanhoudende crises’, schrijft het.
Het getroffen gebied zal nog wel even smeulen. Gelukkig krijgen wij onze paspoorten die avond zonder verdere problemen terug. We hebben geluk dat ons gezelschap uit een goede, soennitische familie komt. Was dat niet het geval, dan had het bezoek aan het politiebureau weleens langer kunnen duren, vertelt de officier.

Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!