Het proces begon op een vreemde manier: met een toespraak van president Erdogans bondgenoot Devlet Bahçeli. Hij noemde een uitspraak uit 2013 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Die uitspraak gaat over het ‘recht op hoop’ en zegt dat levenslang gestraften na 25 jaar betere omstandigheden moeten krijgen. Öcalan valt onder die regel, en er kwam een vergelijkbare uitspraak over zijn zaak.
Maar Turkije gebruikte deze beslissing niet als juridische uitspraak, maar als een politiek voorstel: als de PKK stopt, dan praten we over jouw situatie. Zo werd een recht een onderhandelingsmiddel.
Er werden geen duidelijke beloften gedaan over Koerdische rechten of veranderingen
Öcalan, waarschijnlijk moe na 25 jaar eenzame opsluiting, ging hiermee akkoord. De gesprekken gingen alleen over hem, zonder hulp van anderen. Erdogan hield zich rustig en keek wat de mensen ervan vonden. Opvallend was dat niet de regerende partijen AKP of MHP, maar de pro-Koerdische Dem-partij het initiatief nam voor een breder politiek gesprek. Zo kon de regering zeggen dat zij er niet direct verantwoordelijk voor waren.
De woorden rond het ‘vredesproces’ waren streng. Ankara stelde eisen: de PKK moest stoppen met wapens, zichzelf opheffen en stoppen met samenwerken met de Syrische Koerdische SDF – anders zouden ze vernietigd worden. Er werden geen duidelijke beloften gedaan over Koerdische rechten of veranderingen. Het idee van gedeeltelijke amnestie bleef vaag. Bahçeli stelde zelfs voor om te onderscheiden tussen ‘daders en anderen’, wat alles nog onduidelijker maakte. De regering zei eigenlijk: eerst gehoorzamen, dan zien we wat er mogelijk is.
Tegenstanders van Erdogan
Dit alles gebeurde terwijl de politieke en economische situatie slechter werd. Erdogan pakte zijn tegenstanders harder aan, zoals de extreemrechtse leider Ümit Özdag en de populaire burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu. De arrestatie van Imamoglu vlak voor belangrijke verkiezingen werd gezien als een politieke zet. Selahattin Demirtas, oud-leider van de pro-Koerdische partij, zit al meer dan acht jaar vast. Ook de belangrijkste oppositiepartij CHP wordt onderzocht op corruptie, wat Erdogan meer macht geeft.
Het proces vooral te gaan over het veiligstellen van de toekomst van twee leiders
Het stoppen van het geweld wordt door veel mensen verwelkomd. Bijna 50.000 mensen, waarvan 80 procent Koerden, zijn overleden door het conflict, dat ook de Turkse economie zwaar heeft getroffen. Toch lijkt het proces vooral te gaan over het veiligstellen van de toekomst van twee leiders: Erdogan en Öcalan. Öcalan krijgt vage hoop op amnestie, en Erdogan gebruikt het proces voor politieke winst.
Erdogans doel is duidelijk: hij wil laten zien dat hij de ‘sterke man is die vrede bracht’. Als het proces goed lijkt te gaan, kan zijn populariteit stijgen. Ook wil hij de oppositiepartijen CHP en Dem tegen elkaar opzetten, omdat hun samenwerking zijn macht bedreigt. Tegelijk probeert hij Dem voor zich te winnen voor grondwetswijzigingen, zodat hij misschien langer president kan blijven in ruil voor Koerdische veranderingen.
Duidelijke antwoorden blijven uit
Ondertussen blijven er belangrijke vragen: wanneer legt de PKK echt de wapens neer? Wat gebeurt er met strijders die terugkomen? Komt er een algemene amnestie? Zullen er commissies komen om het geweld van de staat te onderzoeken? En worden de Koerdische taal en cultuur officieel erkend?
Koerden vragen steeds om duidelijke antwoorden, maar die blijven uit. Het maatschappelijk middenveld wordt niet betrokken, waardoor het vertrouwen afneemt. Peilingen laten zien dat veel Turken sceptisch zijn: in maart zei bijna 68 procent dat ze niet willen dat Öcalan meedoet aan gesprekken. In mei had 65 procent nog nooit gehoord van het PKK-congres. Koerden weten er meestal meer van, maar dit laat zien dat veel Turken het proces niet volgen.
Een andere peiling laat zien dat het nationalisme onder Turkse jongeren groeit, een slecht teken voor vrede op lange termijn.
Beide kanten hebben het moeilijk. Koerdische leiders moeten uitleggen wat het ontbinden van de PKK betekent voor een volk dat lang onderdrukking heeft geleden. Ankara moet het sterke anti-Koerdische gevoel in de samenleving aanpakken, dat al lang bestaat door nationalistische verhalen en vijandige media.
Rechten van Koerden
Toch zijn veel Koerden voorzichtig hoopvol. Aliza Marcus, een expert, vroeg: ‘Wat heeft de PKK bereikt in meer dan 40 jaar oorlog?’ Ze zei dat ze een nieuw georganiseerd Koerdisch nationalisme hebben opgebouwd in Turkije en ruimte voor Koerdische politiek hebben gemaakt. In Syrië hielpen ze IS te verslaan en Rojava op te bouwen.
Maar twijfel blijft terecht. Mensenrechtenadvocate Samira Ghaderi schreef: ‘Alleen verklaringen maken geen vrede. Dit kan een keerpunt zijn, maar er moet ook verantwoording komen.’
Ze waarschuwde dat het proces misschien op het vredesproces van 2013-2015 lijkt, dat eerst hoop gaf maar later weer uitliep op geweld en arrestaties. ‘Als dit echte, blijvende vrede moet zijn’, zei ze, ‘moet Turkije de systemen afbreken die Koerden hun rechten al zo lang weigeren’.
‘Dit kan een keerpunt zijn’
Dat betekent: politieke gevangenen vrijlaten, stoppen met het strafbaar stellen van de Koerdische identiteit en democratische deelname beschermen. Zonder deze stappen kan het proces een nieuwe teleurstelling worden, misschien alleen symbolisch, of zelfs een valstrik.
Voor nu blijft de hoop op een tijd zonder PKK broos. Optimisten denken dat vrede Turkije weer kan helpen democratischer te worden. Critici denken juist dat Erdogan zo nog meer macht krijgt. Sceptici wijzen erop dat er veel verschil is in macht en bedoeling tussen de partijen, wat echte verzoening moeilijk maakt.
De tijd zal het leren.