5.3 C
Amsterdam

Syrische aardbevingslachtoffers zijn nog steeds lastig te helpen

Anne-Rose Hermer
Anne-Rose Hermer
Journalist.

Lees meer

De aardbevingen van 6 februari hebben zowel Turkije als Syrië getroffen, maar de berichtgeving concentreert zich op het Turkse deel. Door de burgeroorlog is het moeilijk het Syrische rampgebied te bereiken. Enkele gespecialiseerde hulporganisaties lukt dat wel.

Een organisatie die al heel lang in Syrië actief is, en anderhalf uur na de aardbeving al mensen ging helpen is Dorcas. Deze christelijke organisatie strijdt tegen armoede en zet zich in voor duurzame verandering in het leven van mensen in moeilijke levensomstandigheden. De focus ligt op Oost-Europa, Oost-Afrika en het Midden-Oosten.

En dus ook op Syrië. ‘Ons kantoor voor Syrië bevindt zich in Aleppo’, vertelt Jan Jacob Hoefnagel, woordvoerder van Dorcas. ‘Syrië is op dit moment met name toegankelijk voor organisaties die al in het land aanwezig zijn. We hebben er drie buurthuizen en twee kantoren. Aleppo ligt bij het epicentrum van de aardbeving. We hebben door de aardbeving geen toegang meer tot ons kantoor, maar we mogen gebruik maken van een kerk als coördinatiepunt. Veel van onze collega’s in Aleppo hebben geen huis meer. Sommigen hebben botbreuken en zijn erg ongerust over dierbaren met wie nog geen contact gelegd kan worden. Er is geen sprake van dodelijke slachtoffers onder onze mensen, maar dat is wel het geval bij onze partnerorganisaties.’

Veel mensen in de getroffen zone mogen hun huis niet meer in vanwege instortingsgevaar. Anderen willen, ondanks de kou, hun huis niet verlaten uit angst dat ze straks niet meer mogen terugkeren.

Hoefnagel vertelt dat er zoveel mogelijk voedselhulp wordt geboden. ‘Onze collega’s in Syrië delen per dag in het rampgebied vijfenvijftighonderd lunches en tweeduizend kant-en-klaarmaaltijden uit. Daarnaast verstrekken ze duizend voedselpakketten per maand. We rijden er ook rond met mobiele klinieken.’

Dorcas is eveneens actief in Libanon. Hoefnagel: ‘Vanuit dat land zijn er psychosociale hulpverleners naar Syrië vertrokken om hulp te verlenen. Daarnaast geven ze hun collega’s in Syrië een korte training, zodat ze weten hoe ze mensen kunnen bijstaan.’

Een voordeel dat Dorcas heeft vanwege haar sterke lokale worteling, is dat de organisatie geen tolken hoeft in te vliegen. ‘Anderhalf uur na de aardbeving startten onze collega’s al met noodhulp. Dat zorgde soms voor traumatische situaties, zoals wanneer onze hulpverleners familie of andere dierbaren aantroffen tussen de mensen die ze aan het helpen waren.’

Syrië heeft het extra lastig, ook omdat de infrastructuur er kwetsbaarder is. Bovendien is Turkije makkelijker toegankelijk voor de media, waardoor de nadruk bij de berichtgeving automatisch op dat land ligt. ‘Materieel en fysiek zijn beide landen in gelijke mate getroffen. In morele zin is Syrië ernstiger getroffen dan Turkije, vanwege de problemen die al speelden’, stelt Hoefnagel vast.

Er zijn veel donateurs van Dorcas die spontaan boven op hun gebruikelijke steun extra donaties doen en er melden zich nieuwe donateurs. Volgens Hoefnagel is het animo om te doneren in verband met de aardbeving ongekend. De hulporganisatie heeft 2,1 miljoen euro opgehaald. ‘We zijn er heel erg blij mee,’ aldus de woordvoerder.

Drie manieren om Syrië te bereiken

Ook andere organisaties, waaronder SOS-Kinderdorpen, zijn in Syrië actief. Daarnaast zijn er particuliere initiatieven van Syriërs die in Nederland wonen.

Een van hen is Rosh*, die al jarenlang in ons land woont. Hij heeft geen familieleden die zijn omgekomen als gevolg van de aardbeving, maar wel een kennis. Rosh begrijpt dat er meer aandacht is voor de situatie in Turkije, omdat de media daar wel naartoe mogen.

Het is lastig om Syrië binnen te komen, vertelt hij. ‘Het is niet voor iedere Syriër verantwoord om terug te keren. Ik ben van Koerdische afkomst en kan naar het Koerdische gebied. Niet naar een gebied dat gecontroleerd wordt door president Assad. Dat is te riskant voor mij, want dan is mijn leven mogelijk in gevaar. Syriërs die nooit met het regime van Assad hebben gebotst, hebben dat probleem niet.’

De manier waarop je moet reizen naar Syrië is afhankelijk van je situatie en je afkomst. ‘Je mag via Turkije reizen. Maar dan kun je alleen naar het gebied dat onder controle staat van Turkije en islamitische groeperingen die worden gesteund door Turkije. Het is ook mogelijk om via Libanon in Damascus te komen, maar die route is geen optie voor Syriërs die problemen hebben met het regime van Assad. Syrië is ten slotte ook bereikbaar via Koerdistan, in het noorden van Irak, maar dat is uitsluitend voor bewoners van Koerdistan én je moet in dit geval kunnen bewijzen dat je familie hebt in het getroffen gebied.’

‘Ik schat dat 95 procent van de reddingsploegen naar Turkije gaat’

Er zijn momenten waarop Rosh graag naar Syrië wil, zoals bij het overlijden van een dierbare, maar dan staat hij machteloos omdat het te gevaarlijk voor hem is. ‘In het geval van deze aardbeving kunnen Syriërs gelukkig ook helpen zonder fysiek aanwezig te zijn, bijvoorbeeld door geld in te zamelen. Bovendien is er tegenwoordig online contact mogelijk, onder meer via sociale media. Met het getroffen gebied is de verbinding niet zo stabiel, maar het mobiele netwerk functioneert.’

De media mogen Syrië niet in, maar er komt wel beeldmateriaal naar buiten dat is opgenomen door particulieren. Er mogen praktisch geen hulpgoederen of andere hulpverlening de Syrische grens over. ‘Ik schat dat 95 procent van de reddingsploegen naar Turkije gaat’, vertelt Rosh.

Hij benadrukt dat er in Turkije ook veel Syrische slachtoffers zijn gevallen, zoals vluchtelingen die de burgeroorlog zijn ontvlucht. ‘Er wonen veel Syriërs in de Turkse grensstad Gaziantep. Sinds de vluchtelingenstroom op gang kwam is deze stad enorm gegroeid. In korte tijd werden er veel goedkope appartementencomplexen gebouwd om de vluchtelingen onderdak te bieden.’ Maar bij het bouwproces werden de bouwvoorschriften met een korreltje zout genomen. Dit blijkt ondubbelzinnig uit de schade en uit het feit dat meerdere aannemers geprobeerd hebben om Turkije te ontvluchten. ‘De kleine appartementen waren vaak overbevolkt, ook met illegalen die Turkije als tussenstop beschouwden en wilden doorreizen naar bijvoorbeeld West-Europa.’

Volgens Rosh heeft de Syrische dictator Assad zowel politiek als financieel van de aardbeving geprofiteerd. ‘Veel Arabische landen, die Assad min of meer links hadden laten liggen, hebben hem weer opgezocht. Daarnaast gaat een deel van de opbrengst van inzamelingsacties naar de Syrische regering. Het is daarom beter om rechtstreeks te doneren aan hulporganisaties die in het gebied actief zijn. Die kunnen zich makkelijker bewegen en naar het rampgebied gaan.’

Rosh is blij met de noodhulp, zoals het uitdelen van voedsel. ‘Dat gebeurde voor de aardbeving al. In Syrië zijn ook veel binnenlandse vluchtelingen, zoals inwoners van IS-gebieden. Een deel van hen kan zelfstandig overleven, een ander deel is afhankelijk van hulp.’ Volgens Rosh waren de aardbevingen in Syrië voor veel mensen in dit gebied de druppel die de emmer deed overlopen.

Benefietavonden

Een andere Syriër in Nederland, die wat voor de slachtoffers van de aardbeving wil doen, is Jawa Marla. Zij is een Syrische muzikante die al acht jaar in Nederland woont. Zij en haar man hebben dierbaren verloren bij de aardbeving, zowel in Syrië als in Turkije. Hun verdriet overheerste alles, net als de onmacht dat ze er niet zelf naartoe konden. Toch wilden ze iets doen. Ze dacht bijvoorbeeld aan concerten, maar ze wist niet precies hoe ze dit het beste kon aanpakken. Of welke locaties hiervoor geschikt zou zijn.

‘Ik heb een oproep geplaatst op Facebook en ontving heel veel reacties uit verschillende steden’, vertelt Marwa. ‘We hebben daarna vier benefietavonden kunnen organiseren in Rijswijk, Den Dolder, Haarlem en Rotterdam. In Den Dolder was de totale opbrengst ongeveer tienduizend euro. De helft daarvan ging naar Giro555, de andere helft naar Syrië. Van de overige avonden was alles bestemd voor Syrië. In Haarlem is vijfenveertighonderd euro ingezameld. De eindstand van Rotterdam weten we nog niet. Ik ben iedereen die geholpen heeft ontzettend dankbaar, want we hadden dit nooit alleen gekund.’

*Rosh is om veiligheidsredenen een schuilnaam. Zijn identiteit is bekend bij de redactie.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -