5.8 C
Amsterdam

Terwijl corona nadert, vrezen moslims in Delhi voor nieuwe pogroms

Tieme Hermans
Tieme Hermans
Journalist die de wereld rondreist; momenteel in India. Verslaggever.

Lees meer

Uit angst voor het coronavirus is India op slot gegaan. De afgelopen dagen werden we overstelpt met nijpende beelden uit Delhi, waarvandaan duizenden ontslagen arbeiders naar hun geboortedorpen trekken om daar de crisis te overleven. Ondertussen is de spanning in miljoenenstad Delhi, dat een maand geleden nog bloedige pogroms kende, om te snijden.

Een maand geleden vonden in Noordoost-Delhi gewelddadige rellen plaats tussen hindoes en moslims, de bloedigste in decennia. Tientallen vonden de dood, vooral moslims. Terwijl de stad haar wonden likt en de mensen het puin ruimen, vreest islamitisch India voor een volgende geweldsuitbarsting.

De anti-islamitische rellen in Noordoost-Delhi waren een reactie op de maandenlange protesten door Indiase moslims en liberale hindoes tegen de Citizenship Amendment Act, een nieuwe immigratiewet. Ondanks een samenscholingsverbod werden de straten van het arme Noordoost-Delhi van 23 februari tot 1 maart geregeerd door bendes hindoe-nationalisten. Moslimwijken werden belegerd, huizen, winkels en moskeeën in brand gestoken, mensen werden lukraak in elkaar geslagen of zelfs vermoord. Het gevolg: honderden gewonden, 53 doden.

Nu de rust voorlopig is weergekeerd, vragen veel bewoners zich af waarom de overheid hun stad twee dagen lang liet branden voordat er serieus werd ingegrepen. Oppositiepartijen en activisten beschuldigen premier Nerandra Modi, zijn regering en de politie van laksheid. Een dringende oproep van de lokale overheid om het leger te sturen werd genegeerd. Ook werd de politie ineffectief en laat ingezet.

Ook weten velen nog dat Modi en zijn binnenlandminister Amit Shah in 2002 bestuurders waren van de staat Gujarat. In dat jaar kwamen daar ruim tweeduizend moslims om het leven bij rellen, waarbij Modi en Shah ook al passief reageerden. Dit wekt bij slachtoffers het vermoeden dat de rellen politiek gemotiveerd waren – mogelijk zelfs georganiseerd.

Toch kwamen voor Modi en zijn regering de rellen zeer ongelegen. De lokale verkiezingen waren net achter de rug, zijn regime was naarstig op zoek naar internationale goodwill na een periode met grootschalige demonstraties vanwege de omstreden burgerschapswet.

Ook het feit dat juist tijdens het bezoek van de Amerikaanse president Donald Trump hevige rellen uitbraken kwam Modi bijzonder slecht uit. Buitenlandse investeerders, media en politiek leiders zagen een ontregeld en wetteloos India. De Indiase premier riep op tot kalmte, een krachtig antwoord bleef uit.

Toch waren de rellen geen toeval, zegt columnist Yogendra Yadav van de Indiase nieuwssite the Print. ‘Natuurlijk traint Modi zelf geen nationalistische militie, maar de gebeurtenissen zijn het resultaat van een pakket explosieven dat dit regime de afgelopen jaren ijverig heeft samengesteld.’ Volgens Yadav en andere critici bestaat dit pakket uit drie elementen.

Ten eerste: een klimaat van haat. De afgelopen tijd hebben BJP-leiders een ongelooflijke hoeveelheid anti-moslimberichten de wereld in geslingerd, gecreëerd door hun eigen propagandamachine en verspreid door sensatiegerichte media. Dit zorgt voor droge munitie, klaar om te worden aangestoken. Deze haatpropaganda houdt de oppositiepartijen stil: die zijn bang om hun hindoe-achterban te verliezen.

Daarbij beloont de BJP politici die haat verspreiden. De lijst van controversiële BJP-leiders met een geschiedenis van sektarisch geweld is lang. De partij houdt zelfs leden die verdacht worden van moord een hand boven het hoofd.

Ook zijn de politie en het ambtelijk apparaat plooibaar. Volgens Yadav maken de rellen in Delhi voor de zoveelste keer duidelijk dat politieke wil essentieel is in tijden van sektarisch geweld. ‘De Indiase politie is slecht georganiseerd, slecht getraind en onbetrouwbaar. Burgers worden niet beschermd. Daarnaast laat de Indiase politie zich makkelijk gebruiken door de partij die aan de macht is. De politie slaat protesten hardhandig neer of kijkt de andere kant op, afhankelijk van wat de zittende machthebbers willen.’

‘Het regime heeft een monster gecreëerd dat Modi en de zijnen niet meer onder controle hebben’

Systematisch geweld van de kant van de politie en hindoeradicale groepen tegen iedereen die zich verzet tegen de overheid heeft ervoor gezorgd dat steeds minder mensen zich uit durven te spreken. Nadat een gemaskerde bende in januari een universiteit in New Delhi aanviel weet de Indiase politie dat het verstandig is om weg te kijken wanneer hindoe-activisten geweld plegen.

‘Dit is precies wat er gebeurde in Noordoost-Delhi’, zegt historicus Rafiq (34). ‘De haatcampagne van extreemrechts rond de verkiezingen zorgde al maandenlang voor een sfeer van haat en wantrouwen. Uiteindelijk sloeg de vlam in de pan en keek de politie de andere kant op, zelfs op een moment dat Modi er niet op zat te wachten. Het laat zien dat het regime een monster gecreëerd heeft, een monster dat Modi en de zijnen niet meer onder controle hebben.’

Staven, kettingen en stenen

Sinds december vorig jaar is het onrustig in het land. Op dat moment nam het Indiase parlement de Citizenship Amendment Act (CAA) aan, een wet die als doel heeft de grensregio te zuiveren van illegale immigranten. Het knelpunt is dat de BJP belooft alle illegale immigranten uit te zetten behalve hindoes, boeddhisten, sikhs, christenen, jaïnisten en parsi’s. Illegale immigranten kunnen dus aanspraak maken op het Indiase burgerschap zolang ze geen moslim zijn.

De CAA wordt gezien als de derde grote stap van Modi en zijn BJP om India hindoeïstischer te maken. De eerste stap was het intrekken van de autonome status van Kashmir, de enige staat waar moslims in de meerderheid zijn. De tweede stap was de toestemming om een tempel voor de hindoegod Rama te bouwen op de plek waar tot 1992 de Babrimoskee stond, die toen door een hindoe-nationalistische menigte werd afgebroken.

De CAA zorgt ervoor dat hindoe-nationalisten zich nog machtiger voelen, terwijl Indiase moslims zich tweederangs burgers beginnen te voelen en zich zorgen maken over hun veiligheid. Nadat het parlement de wet aannam braken er overal in het land demonstraties uit – van voor- en tegenstanders van de CAA – die honderdduizenden mensen op de been brachten.

‘Ik belde de politie keer op keer, maar ze zijn nooit gekomen’

De spanningen in Delhi liep hoger op toen de lokale BJP-leider Kapil Mishra dreigde om de activisten met geweld te verwijderen. Mishra spoorde zijn volgelingen aan om een protestmars in een ander stadsdeel tegen te houden, waarop een menigte bewapende hooligans zich verzamelde. Diezelfde avond braken de rellen uit in Noordoost-Delhi.

Volgens een politierapport zijn de hindoe-nationalisten met het geweld begonnen. 23 februari waren er confrontaties tussen demonstranten en de politie, de 24e vonden relletjes plaats tussen moslims en hindoes, vanaf de 25e was het een pogrom tegen moslims.

Hooligans domineerden de straten, schreeuwden hatelijke leuzen, staken winkels en huizen van moslims in brand en dwongen voorbijgangers zich te identificeren, om te zien of ze moslim of hindoe waren. Sommige mannen werden zelfs gedwongen zich uit te kleden om te zien of ze besneden waren. Op YouTubefilmpjes is te zien hoe hooligans, bewapend met ijzeren staven, kettingen en stenen, moslims aftuigden.

De politie kwam pas na drie dagen echt in actie. Volgens buurtbewoners en mensenrechtenorganisaties weigerde de politie in te grijpen, of assisteerde ze in sommige gevallen zelfs de hooligans. Zo circuleert er een filmpje op internet, waar politieagenten vijf gewonde moslimmannen dwingen om patriottische liedjes te zingen.

Buurtbewoner Ahmet (54), die nu in een opvangkamp zit, vertelt dat hindoejongeren met stokken, gascilinders en zwaarden door de straten renden. ‘Sommige jongens herkende ik, omdat ze opgroeiden bij mij in de buurt. Nu stonden ze ineens voor de deur en dreigden mij en mijn familie te vermoorden. Toen ze molotovcocktails begonnen te gooien wisten we gelukkig te ontsnappen. Ik belde de politie keer op keer, maar ze zijn nooit gekomen.’

Ondanks een opgelegd verbod op samenscholing hield het geweld aan. Op 25 februari stak een boze menigte hindoe-nationalisten een moskee in brand en hesen zij de hindoeïstische Hanumanvlag op de minaret.

‘Ook mijn huis, dat vlakbij de moskee stond, ging in vlammen op’, vertelt Ameen (40). ‘Maar ik weet dat mijn hindoeïstische buren hier niets mee te maken hebben. Sterker nog, toen de hooligans naderden openden zij de deur van hun huis. Alle moslims uit de straat konden bij hen schuilen. Gelukkig is zelfs in deze hel nog solidariteit te vinden.’

Niet alleen hier, maar ook in de wijken Jaffrabad en Maujpur, waar hindoes en moslims door elkaar wonen, barricadeerden buurtbewoners alle toegangswegen om de relschoppers buiten te houden en om de harmonie niet te verstoren. ‘We moeten sterk staan’, zegt Ganesh (51), ‘want van alle kanten proberen haatzaaiers ons uiteen te drijven en buurtbewoners tegen elkaar op te zetten.’

‘Gelukkig is zelfs in deze hel nog solidariteit te vinden’

Volgens politicoloog Rahul (38) profiteren veel mensen van de polarisatie. ‘Daarom zal de situatie voorlopig niet ten goede veranderen. Maar we moeten voorbij de grenzen van de huidige situatie kijken, want die leiden ons af van de echte problemen waarmee India kampt. Boven alles moeten we het algehele falen van ons politieke systeem aanpakken. De Indiase politiek kent een lange geschiedenis van onverschilligheid die ervoor zorgt dat de kernproblemen niet worden aangepakt.’

Illegale immigratie en de grensproblematiek moeten worden opgelost – maar veel belangrijker zijn de gezondheidszorg en het onderwijs, stelt de politicoloog. ‘India besteedt slechts 1 procent van het bruto nationaal product aan gezondheidszorg en 3 procent aan onderwijs. In vergelijking met het buitenland is dit echt heel weinig. Daarnaast is droogte een veel nijpender probleem dan immigratie, net als de enorme kloof tussen man en vrouw in de samenleving, de gigantische corruptie en het gebrek aan transparantie binnen de overheid.’

En daar komt waarschijnlijk dus een corona-golf bij. De overheid van Delhi zal prioriteit leggen op het bestrijden van het virus. Tentenkampen van gevluchte moslims worden geruimd, terwijl ze niet weten waar ze nu dan naar toe moeten. In verschillende Indiase kranten wordt de schuld van de uitbraak al bij moslims gelegd.

Mocht de hel in Delhi opnieuw uitbreken, deze keer door een virus, dan zal het fragiele bestand tussen moslims en fanatieke hindoes misschien wel meer worden getest dan ooit.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -