25.8 C
Amsterdam

De beste blessures moeten nog komen

Anne-Rose Hermer
Anne-Rose Hermer
Journalist.

Lees meer

De Iraans-Nederlandse dichter Amir Afrassiabi (1934-2021) laat een fraai oeuvre na als dichter, schrijver, vertaler, kunstenaar en architect. In 1986 kwam hij als vluchteling naar Nederland. Op dat moment was hij in Iran al een gepubliceerd auteur. Onlangs werd de bundel Als je komt kom je gisteren gepresenteerd. Daar was het tijdens zijn leven niet meer van gekomen, maar de voorbereidingen waren gaande. 

Afrassiabi maakte jarenlang deel uit van de Groep Poëtisch Rotterdam. Bij de presentatie in Verhalenhuis Belvédère in de Rotterdamse wijk Katendrecht waren verschillende leden van deze dichtersgroep aanwezig en droegen werk voor uit de bundel. Afrassiabi haalde zijn inspiratie vaak uit het gewone leven. Iets wat hij in de tram meemaakte, een praatje met de buurvrouw, maar ook het nieuws. Bijvoorbeeld het gedicht ter nagedachtenis aan de elf slachtoffers van de brand bij een detentiecentrum op Schiphol. De titels van zijn gedichten zijn soms veelzeggend, zoals God neemt een dagje vrij. Of de uitspraak De beste blessures moeten nog komen. Een van de sprekers vond dit heel toepasselijk in verband met het EK-voetbal. 

Babak Afrassiabi, de zoon van Amir, liet weten dat hij bezig is met de publicatie van de laatste gedichten van zijn vader in het Farsi, de taal die in Iran wordt gesproken. Zelf droeg hij het gedicht Als je komt kom je gisteren in het Farsi voor. Later werd het in het Nederlands ten gehore gebracht. Het is uit 2020, een jaar voor zijn overlijden. 

Amir Afrassiabi stierf onverwacht aan de gevolgen van een val. Op dat moment verbleef hij in zijn geboortestad Isfahan. Kon hij wel veilig terug naar Iran zonder dat hij als politiek vluchteling in problemen kwam? ‘De strengheid van het regime in Iran kent golfbewegingen. Bij een milde sfeer kon mijn vader terugkeren, maar in een zeer strenge periode was het beter van niet’, legt zijn zoon Babak uit. 

Zijn vader kon niet onvoorwaardelijk terug. De laatste jaren van zijn leven pendelde hij heen en weer tussen Nederland en Isfahan.  

Toegankelijke schrijfstijl

Afrassiabi studeerde architectuur in zowel Teheran als Londen. In Nederland kreeg hij de functie van stedenbouwkundige en was docent aan de TU in Delft. 

In de jaren vijftig werden er werken van hem gepubliceerd in Perzisch-talige tijdschriften. Het ging om verhalen, essays en ook gedichten. In Nederland verscheen zijn eerste dichtbundel in 2005, getiteld Ballingschap. Diverse aanwezigen geven onafhankelijk van elkaar aan dat Amir heimwee had en vooral veel mensen miste die hij had moeten achterlaten. Uitgever Albana Shala van Carabela Books, bij wie de postume bundel is verschenen, legt het als volgt uit. ‘Hij was veel bezig met de mensen die afwezig waren. Dichters creëren graag een droomwereld. In zijn droomwereld was iedereen weer bij elkaar.’ 

Dit komt heel goed naar voren in het gedicht Voor degenen die er niet zijn

Degenen die er niet zijn

Zijn er niet-het wit

Papier is zwijgzaam

Vaarwel is het huis nalaten

Aan spinnen en kevers

Je verlangt naar een plaats

Die niet meer jouw plaats is

En wellicht nooit is geweest

 

De berglucht

In de grove stem van vader

 

Slok na slok

Slurpte hij de avond

Uit zijn glazen beker

 

De geraniumpot op de veranda

Waar moeder haar gebeden zei

 

Laag voor laag

Stapelde zij de dag op

In haar houten kast

 

Jij kon hier zijn

Toch ben je er niet

En het buurmeisje wacht

Nog steeds op het witte paard. 

Volgens een van de sprekers wordt zijn stijl gekenmerkt door eenvoud en toegankelijkheid. Er werd driftig geknikt in de zaal. Het was qua omvang geen groot gezelschap, maar de aanwezigen waren zeer betrokkene en vol lof over Amir en zijn omvangrijke werk. Aan de bundel als je komt kom je gisteren heeft hij zelf nog kunnen werken, samen met Gerard van Hameren.

Vertalingen

Afrassiabi heeft het werk van Nederlandse dichters in het Farsi vertaald om zo hun werk te kunnen introduceren in dit taalgebied. Het gaat onder andere om Judith Herzberg, Eva Gerlach, Martinus Nijhoff en Gerrit Kouwenaar. Andersom vertaalde hij gedichten van Forough Farrokhzadi, de belangrijkste Perzische dichter van de 20ste eeuw, naar het Nederlands. 

Voor Afrassiabi zelf was Hafiz een zeer belangrijke dichter. Er ging geen dag voorbij of hij las iets van hem. Maar het werk vertalen? Dát was een ander verhaal. Een aanwezige weet dat Afrassiabi nooit tevreden was over de vertalingen van het werk van Hafiz. Het was het altijd nét niet. Te houterig, niet melodisch genoeg, te dit en te dat. Toch heeft een van de leden van de Groep Poëtisch Rotterdam het gewaagd om een vertaling voor te lezen, ook al hoopt hij dat de dichter het hiermee eens zou zijn. Afrassiabi geniet veel respect bij andere dichters. 

Khorsad Dadbeh

De boekpresentatie ademde niet alleen Afrassiabi uit. Zijn land van herkomst was op een bepaalde manier aanwezig, mede dankzij de muziek die werd verzorgd door de van oorsprong Iraanse Khorsad Dadbeh. Ze kende Amir niet, maar ze vindt het wel heel mooi om aanwezig te mogen zijn. 

Khorsad is geen onbekende in multiculturele Verhalenhuis Belvédère, ook omdat Rotterdam haar thuisbasis is. Zelf komt ze uit Teheran, maar haar voorouders kwamen uit Isfahan. Net als Amir. ‘In Isfahan is heel veel aandacht voor kunst en cultuur. Isfahan valt te vergelijken met wat Florence voor Italië betekent.’

De nog jonge Khorsad volgde een opleiding aan het conservatorium in Teheran. Ze bespeelt de Iraanse tar, de setar en de tanbour, het instrument waarmee ze tijdens de boekpresentatie twee keer optrad. Ze speelt vaak samen met haar broer. De muziek komt op buitenstaanders een beetje triest over. Er spreekt kracht uit, maar ook verdriet. ‘Iedereen heeft zijn eigen interpretatie,’ vindt Khorsad. ‘De instrumenten horen bij onze cultuur en zijn meer dan 5.000 jaar oud. In Iran wordt veel muziek gemaakt in familiekring. Daar leer je vaak een instrument bespelen. Mijn grootvader speelde setar en hij werd mijn meester. Er zijn in Iran namelijk maar drie conservatoria. Daarom is het fijn als je in de eigen sfeer kunt leren om een instrument te bespelen. Ik kan niet zonder muziek.’

Haar volgende optreden is in Zweden. 

Een veelzijdig mens

‘Afrassiabi was een vriendelijke man die, als hij kon, je probeerde te helpen. Hij was beslist sociaal bewogen. Als dichter zou ik hem willen vergelijken met Rutger Kopland’, vertelt een van de gasten. 

Volgens uitgeefster Albana Shala was vrijheid heel belangrijk voor Afrassiabi, net als schoonheid. ‘Amir omringde zich graag met allerlei vormen van schoonheid zoals kunst, mooie mensen en cultuur. De hokjesgeest was niet aan hem besteed. Zijn vertalingen hadden het doel om mensen bij elkaar te brengen. Hij was een verbinder, ook als het om literatuur ging, en creëerde graag. Dat hoort uiteindelijk bij een architect.’

N.B. Carabela Books is een onafhankelijke uitgeverij waarbij dichters hun werk kunnen publiceren in een andere taal dan het Nederlands als dat wenselijk is. 

Zona Franca

De boekpresentatie werd georganiseerd door Carabela Books, de Groep Poëtisch Rotterdam, Verhalenhuis Belvédère en de Stichting Zona Franca. ‘We proberen met Zona Franca om de culturele diversiteit in Rotterdam qua kunst en cultuur zichtbaar te houden door het organiseren van exposities, festivals en poëzieavonden. We staan open voor alle culturen,’ vertelt Juan Heinsohn Huala, een bekende Rotterdamse dichter met Chileense roots die ook actief is bij de Groep Poëtisch Rotterdam. Zo kende hij Afrassiabi. ‘Hij hechtte erg aan kwaliteit en las ontzettend veel poëzie. Zijn kennis over poëzie was groot. Afrassiabi was een inspiratie voor ons. Hij wordt gemist en laat een enorme leegte achter.’

In de bundel staat een gedicht over Juan, Half in Nederland. 

Waar vinden we een thuis

Om onze dwalende liefde

Een kop koffie aan te bieden

 

Juan zegt: ‘Mijn kinderen zijn hier opgegroeid’

En vouwt zijn handen open

 

Hij heeft de misdaad van Pinochet

Aan zijn vader nog niet vergeven

 

Jij gaat naar bed en ik ben net wakker

Maak een koffieafspraak in het luchtledige

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -