De Nederlandse zorg sluit niet goed aan op het vrouwenlichaam, vinden experts. Vrouwen met een niet-westerse achtergrond krijgen daarbovenop te maken met racisme en vooroordelen.
Dat het zorgsysteem zich zo heeft ontwikkeld, vindt zijn oorsprong in de geschiedenis.
‘De geneeskunde is lange tijd gedomineerd door witte mannen’, vertelt Petra Verdonk, eigenaar van bureau Beyond Boundary, dat zich bezighoudt met de raakvlakken tussen gender, intersectionaliteit en gezondheid in de klimaatcrisis. Vooral vrouwen van reproductieve leeftijd werden uitgesloten van medische experimenten. ‘Omdat dat de reproductieve gezondheid van vrouwen en hun nageslacht kan schaden’, aldus Verdonk. Bovendien, zo geeft ze aan, wordt van vrouwen die (nog) niet zwanger zijn of dat niet willen, vaak gedacht dat het alsnog zal gebeuren. Vrouwen worden binnen de farmaceutische industrie daarom vaak gezien als ‘moeders in de wacht’.
Toch is er in het verleden wél veel geëxperimenteerd op vrouwen, gevangenen en mensen van kleur, vertelt Verdonk. In de Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld gruwelijke experimenten uitgevoerd op zwarte Amerikanen, waaronder het beruchte Tuskegee-syfilisonderzoek. ‘Medisch racisme in zijn puurste vorm’, aldus Verdonk. Volgens haar is het dan ook verklaarbaar dat dit soort misstanden en uitsluitingen mede hebben geleid tot wantrouwen jegens de medische sector bij bepaalde groepen. ‘Dat is niet gek als je niet zeker weet of jij wel dezelfde, gelijke behandeling krijgt.’ Tegelijkertijd is er in Nederland weinig onderzoek gedaan naar de rol van racisme in de gezondheidszorg. ‘Het is eigenlijk pas kort geleden dat het woord ‘racisme’ überhaupt in relatie tot gezondheidsonderzoek genoemd kon worden’, aldus Verdonk.
De harde realiteit
De Nederlandse gezondheidszorg houdt onvoldoende rekening met de behoeften van vrouwen met een niet-westerse achtergrond, vindt Verdonk. Uiteraard geldt dit niet voor elke vrouw, maar dat neemt niet weg dat er veel ruimte voor verbetering is. Uit onderzoek van Voices for Women blijkt dat ongeveer één op de vijf vrouwen in Nederland zich regelmatig niet serieus genomen voelt door de zorg. Meer dan 60 procent van de vrouwen heeft te maken gehad met ‘onverklaarbare’ klachten. De vraag is hoe onverklaarbaar deze klachten werkelijk zijn, als de zorg zou worden benaderd vanuit een gendersensitief perspectief.
Hogere pijngrens
Voor vrouwen met een niet-westerse achtergrond komt daar vaak nog een extra laag van discriminatie bij. ‘Uit studies blijkt dat er lang gedacht is dat vrouwen van kleur een hogere pijngrens hebben. Ook leeft het idee dat mensen uit niet-westerse culturen hun pijn ‘theatraler’ presenteren’, vertelt Verdonk. Voor de duidelijkheid: dat is een racistisch vooroordeel. Maar ook een gebrek aan kennis leidt tot slechtere zorg.

Een concreet voorbeeld van dit kennishiaat staat beschreven in de publicatie Ervaringsverhalen discriminatie in de zorg. Een respondent vertelt hoe haar huid verbrandde door chemotherapie. ‘Haar arts stelde voor de behandeling te staken. Pas toen ze in contact kwam met een Indonesische arts, ontdekte ze dat dit een normale reactie was voor haar huidtype. Die ervaring, die niet op zichzelf stond, maakte haar extra alert op de zorg die ze daarna kreeg’, vertelt Karima Bazi, adviseur bij Pharos, het landelijke expertisecentrum dat zich inzet voor het terugdringen van gezondheidsverschillen.
‘Tegelijkertijd moeten we wel oog houden voor ongelijkheden’
Vooroordelen kunnen zowel in de spreekkamer als op institutioneel niveau leiden tot slechtere zorg. ‘We moeten af van het traditionele, raciale denken over verschillen tussen mensen in de zorg. Mensen passen niet in vaste hokjes, en ook de taal die we gebruiken is niet altijd inclusief. Tegelijkertijd moeten we wel oog houden voor ongelijkheden. Die balans vinden, aandacht voor verschillen zonder te stigmatiseren, is soms een spanningsveld’, zegt Judith Venderbos, adviseur bij Pharos.
‘We hebben een studie gedaan naar de ervaringen van vrouwen van middelbare leeftijd met racisme in de zorg. Zij geven vaak aan dat ze ontzettend hard moeten werken om serieus genomen te worden’, vertelt Verdonk. Volgens Bazi zorgt dat er ook voor dat de drempel om discriminatie te melden hoog is. ‘Waarschijnlijk zijn de cijfers die we nu hebben slechts het topje van de ijsberg’, zegt ze. Patiënten zijn immers afhankelijk van zorgverleners – wat vragen oproept als: krijg ik nog wel goede zorg als ik een melding maak?
Vrouw met hoofddoek die moeilijk doet over anticonceptie
Slechte zorg voor vrouwen met een niet-westerse achtergrond is geen op zichzelf staand probleem; het weerspiegelt bredere systematische, racistische vooroordelen en patriarchale structuren in de samenleving, stelt Verdonk. ‘Er wordt te weinig druk gezet vanuit de samenleving op politiek, beleidsmakers en subsidiegevers. Het gevoel van urgentie ontbreekt bij degenen die daadwerkelijk iets zouden kunnen veranderen. Het blijft te veel een ‘vrouwenprobleem’.’ Om de zorg gelijker te maken, is moed en een kritische blik vereist. Onderzoekers en artsen die jarenlang bepaalde denkpatronen hebben gehanteerd, moeten leren die te herkennen. ‘Dat vraagt om een denkomslag’, zegt Verdonk. En die is niet van vandaag op morgen gerealiseerd, beaamt ook Bazi. ‘Een neutrale arts bestaat niet. Iedereen heeft vooroordelen. Het begint bij bewustwording. Anders ontstaat er ruimte voor discriminatie.’
Een deel van de oplossing begint dan ook op de plek waar toekomstige artsen en onderzoekers worden opgeleid: de medische faculteit. ‘Als je als student steeds een stereotype voorbeeld krijgt van een vrouw met een hoofddoek die moeilijk doet over anticonceptie, dan is dat jouw enige referentiekader’, zegt Venderbos. ‘Daarom is het belangrijk dat aankomende professionals ook leren over de patriarchale en raciale oorsprong van veel wetenschappen, en over hoe je daar in het contact met de patiënt bewust en zorgvuldig mee omgaat.’ Volgens Bazi moet er daarom meer aandacht komen voor deze thema’s binnen het medische curriculum.
Onderzoek naar het vrouwenlichaam
Een ander belangrijk onderdeel van de oplossing is onderzoek. Er valt namelijk een enorme inhaalslag te maken als het gaat om kennis over het vrouwenlichaam.
Toch gebeurt er wel degelijk iets. De Nationale Strategie Vrouwengezondheid, die momenteel wordt ontwikkeld, is daar een voorbeeld van. Deze strategie houdt in dat er meer onderzoek moet komen naar onderwerpen als endometriose, maar ook naar hoe hart- en vaatziekten zich bij vrouwen manifesteren. ‘Tegelijkertijd weten we al dat de minister heeft gezegd: er komt niet veel geld beschikbaar voor de uitvoering van deze strategie’, vertelt Verdonk. En dat is het wrange: onderzoek kost tijd, en tijd kost geld.’
Wie in slechte gezondheid verkeert, is minder ‘productief’
Uit onderzoek van het McKinsey Health Institute blijkt dat het verkleinen van de gezondheidskloof tussen mannen en vrouwen de wereldeconomie jaarlijks ongeveer één biljoen euro kan opleveren. Vrouwen verkeren gemiddeld negen jaar van hun leven in slechtere gezondheid dan mannen, vaak vanwege uitblijvende diagnoses of verkeerde behandeling. En wie in slechte gezondheid verkeert, is minder ‘productief’: thuis, maar ook op het werk. Of dat een moreel juist uitgangspunt is voor beleid, valt te bediscussiëren. Maar het laat wél zien dat investeren in gendersensitieve zorg loont. Onderzoek van WOMEN Inc. toont bijvoorbeeld aan dat betere zorg voor vrouwen en lagere zorgkosten Nederland jaarlijks zo’n 7,6 miljard euro kunnen opleveren.
Ondanks deze overtuigende cijfers blijft serieuze actie echter uit. Volgens Verdonk ligt dat niet zozeer aan een gebrek aan middelen, maar vooral aan een gebrek aan politieke wil. ‘Dan gaat het dus eigenlijk niet om geld, maar om ideologie.’ Het uitblijven van een structurele aanpak ziet ze als een duidelijk signaal daarvan. Gendersensitief onderzoek is volgens haar geen rocket science. De weg ernaartoe, blijkbaar wel.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!