De islamistische president Recep Tayyip Erdogan heeft zich met een felle veroordeling van het satirische blad LeMan gemengd in de discussie over de Mohammed-cartoon. LeMan zou zich volgens de president hebben bezondigd aan ‘verachtelijke provocatie’ en ‘opruiing’, ‘vermomd als humor’. Zo meldt de nieuwssite Turkish Minute.
Vier medewerkers van het blad zitten vast op verdenking van het ‘publiekelijk beledigen van religieuze waarden’. De hoofdredacteur betwist dat. De cartoon zou niet over de profeet gaan, maar over één van de vele Mohammeds die zijn gestorven in Gaza.
Er is een juridische procedure gestart en het gewraakte nummer is op verzoek van de autoriteiten uit distributie gehaald en uit de winkels verwijderd.
Intussen roeren mensenrechtengroepen zich over de hardhandige wijze waarop de politie cartoonist Dogan Pehlevan arresteerde. Hij werd plat op de grond gelegd en van achteren geboeid. Dat de minister van Binnenlandse Zaken Yerlikaya dit trots deelde op sociale media, zien zij als legitimering van het politiegeweld tegen een man die zich overduidelijk niet verzette.
De Turkse censuurdienst (RTÜK) onderzoekt verder een uitspraak op het oppositiekanaal Sözcü TV naar aanleiding van de cartoondiscussie. ‘De islam is onderdeel van de Turkse cultuur, maar Turkije is geen moslimland. Geloof is een persoonlijke zaak,’ stelde econoom Murat Kubilay.
Vorige week werden Sözcü TV en andere oppositiekanalen door RTÜK beboet vanwege uitzendingen over de seculiere CHP, die sinds maart wordt vervolgd.
Lees verder:
Turkse cartoonist en redacteuren opgepakt om Mohammed-cartoon