Tweede Kamerlid Raoul White heeft zich de afgelopen twee jaar ingezet voor een beter, socialer en inclusiever Nederland. Hij wil meer aandacht voor Caribisch Nederland en kwetsbare wijken. Om Nederland écht beter te maken, moet GroenLinks-PvdA straks meeregeren, stelt hij. ‘En natuurlijk dat we de grootste worden.’
Sinds november 2023 zit Raoul White in de Tweede Kamer voor GroenLinks, in de gezamenlijke GroenLinks-PvdA-fractie. Omdat er op 29 oktober weer parlementsverkiezingen zijn, is de eerste periode nogal kort geweest. Toch heeft White in die periode niet stilgezeten. ‘Ik heb een sterk team opgebouwd en verschillende zaadjes geplant. Sommige zaadjes zitten nog in de grond, maar anderen beginnen al te bloeien.’
Wat heeft u kunnen doen, in de ruim anderhalf jaar dat u lid bent van de Tweede Kamer? Had u niet veel meer willen doen?
‘Het is inderdaad een korte rit tot nu toe, omdat het kabinet is gevallen en we weer verkiezingen hebben, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat we de afgelopen tijd niks gedaan hebben. Integendeel. Ik heb me snel ingewerkt om het parlementaire handwerk onder de knie te krijgen en vanaf dag één geprobeerd resultaat te boeken. Tegelijkertijd ben ik ook bezig geweest om op langere termijn het verschil te maken. Dus ja, het voelt alsof we pas net begonnen zijn, maar ik ben trots op wat er al ligt. We hebben echt een duidelijk geluid neergezet.’
‘Ik wil dat echt iedereen in Nederland meedoet’
Wat is dat geluid?
‘Werk moet lonen. Mensen moeten meer overhouden aan het eind van de maand. En iedereen verdient een dak boven het hoofd. Dat zijn de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid. Ook mensen in kwetsbare wijken, die het nu vaak het moeilijkst hebben. Ik wil dat echt iedereen in Nederland meedoet. Dat is voor mij de kern van linkse politiek.’
U heeft de portefeuille leefbaarheid en veiligheid. Wat doet u daarin?
‘In 2022 maakte het demissionaire kabinet een doorstart met het programma om de leefbaarheid en veiligheid van twintig kwetsbare gebieden te verbeteren. De landelijke overheid werkt hier samen met lokale overheden, buurtbewoners en lokale partners. Ik ben iedere vrijdag in het land te vinden en ga naar de wijken die vallen onder het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Daar spreek ik met bewoners, politie, woningcorporaties, maar ook met kleine ondernemers. Die laatsten zijn vaak cruciale schakels in de wijk: ze sponsoren de voetbalclub of hockeyvereniging en ze zijn een aanspreekpunt voor jongeren. Hen probeer ik te verbinden aan de woningcorporaties en de politie. We moeten de sociale samenhang herstellen in buurten waar de criminaliteit dreigt de overhand te nemen.
‘Kleine ondernemers zijn vaak cruciale schakels in de wijk’
‘Laatst was ik in Heerlen, een gemeente waar nog veel ruimte is om te bouwen. We bespraken om hier meer woningen voor verschillende inkomensgroepen te bouwen. Dat idee heb ik ook bij minister Mona Keijzer neergelegd. Zij heeft ook toegezegd bij de woningbouw meer in te zetten op diversiteit in prijssegmenten. Dus niet alleen sociale huur of alleen dure koopwoningen, maar gemengd. Hierdoor breng je de weerbaarheid terug in die wijken.’
U vertelde net dat u samenwerkt met ondernemers in de wijken. Nu associeer ik GroenLinks-PvdA niet met ondernemerschap. Hoe zit dat?
‘We zijn als GroenLinks-PvdA juist heel erg voor ondernemerschap. Ondernemers, vooral micro- en kleine ondernemers, zijn belangrijk voor onze samenleving. Het verschil met de VVD is dat wij vinden dat grote bedrijven de samenleving meer tegemoet mogen komen. Als je miljoenen verdient, dan mis je die paar tientjes niet. Maar mensen onderaan de streep voelen elk tientje. We vragen de grote bedrijven daarom om aan social return te doen, om bij te dragen aan de samenleving waar ze winst uit halen.
‘Het moet wel aantrekkelijk blijven om te ondernemen’
‘Tegelijkertijd willen we hen niet ‘uitkleden’, zoals rechts vaak roept. Het moet wel aantrekkelijk blijven om te ondernemen. We zeggen alleen: iedereen draagt zijn steentje bij. Dat is sociaal én realistisch.’
U zet zich ook in voor het slavernijverleden. Wat heeft u daarin bereikt?
‘Ik heb op donderdag 2 juli een motie ingediend om van Keti Koti een nationale feestdag te maken. De minister staat daar positief tegenover en wil een onderzoek naar de implementatie van mijn voorstel. Dat is een mooie stap vooruit, maar ik hoop echt dat het voor 1 juli 2026 geregeld is.
‘Daarnaast heb ik aandacht gevraagd voor hoe het slavernijverleden in het onderwijs wordt behandeld. Slavernij heeft tegenwoordig een verplichte plek in het geschiedeniscurriculum, maar scholen mogen zelf bepalen hoe ze het invullen. Ik vind dat er meer toezicht moet komen op de kwaliteit en inhoud, en dat de schoolinspectie hierop moet controleren. Scholen mogen dit onderwerp niet in vijf minuten afraffelen. Het onderwerp moet serieus genomen worden.
‘Het slavernijverleden is geen ‘verdienmodel’, wat PVV-Kamerlid Peter van Haassen in juni tijdens het commissiedebat over het slavernijverleden beweerde. Zijn uitlatingen getuigen van een totaal gebrek aan historisch en moreel besef. Mensen zijn gedehumaniseerd en verscheept, verhandeld, verkracht en vermoord. Ze waren geen modellen, maar mensen van wie hun naam werd afgepakt. Deze geschiedenis heeft nog steeds doorwerking in het heden.’
In mei was u op werkbezoek in Caribisch Nederland. Wat trof u daar aan?
‘In mei was ik op Bonaire, bij afvalverwerkingsbedrijf Selibon. Wat ik en mijn collega-Kamerleden aantroffen, was ronduit schrijnend. We zagen huizen die hermetisch afgesloten zijn, vanwege de giftige rook. Maar hierdoor komt er ook maar heel weinig zuurstof in die huizen. We spraken met een bewoner wiens hond heel ziek was geworden door de omstandigheden. Dat raakt je.
‘Samen met de andere Kamerleden die met mij op reis waren, heb ik een motie ingediend die het kabinet oproept om per direct actie te ondernemen. Dat is gelukt. Links én rechts dienden het voorstel in. Dit is een belangrijk succes voor mij, dat laat zien dat samenwerking over de partijen heen heel goed mogelijk is als je laat zien hoe de situatie echt is.
‘Inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten mogen niet stemmen voor de Tweede Kamer’
‘Mijn collega Mpanzu Bamenga (D66) en ik hebben ook aandacht gevraagd voor het democratisch tekort. De inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten mogen niet stemmen voor de Tweede Kamer, omdat hun eilanden autonoom zijn. Tegelijkertijd beslissen we in Den Haag wel over hun belastingen en de defensie. Dat is scheef. Dit democratisch tekort moet worden opgelost.’
U heeft ook een motie aangenomen gekregen over inclusief ondernemerschap. Wat houdt die in?
‘We willen dat het kabinet geld vrijmaakt voor vrouwelijke ondernemers en ondernemers met een migratieachtergrond. Nu gaan subsidies en investeringen te vaak naar, met alle respect, witte mannen van middelbare leeftijd. Maar als je een diverse economie wilt, moet je daarin ook investeren. Die motie is aangenomen, en daar ben ik trots op.’
En u bent dus nog lang niet klaar?
‘Zeker niet. Ik heb net een wetswijziging aangenomen gekregen om een BSN-systeem in te voeren op de eilanden, zodat jongeren uit het Caribisch deel van het koninkrijk eenvoudiger in Nederland kunnen studeren. Dat is nu nog ontzettend omslachtig. Ook in de zorg is dat BSN cruciaal. En na het reces wil ik werk maken van digitale infrastructuur voor de eilanden. Die moet echt beter.’
GroenLinks-PvdA zit nu in de oppositie, maar wil graag weer regeren. Vindt u dat een goed idee?
‘We willen graag dat het weer de goede kant opgaat met Nederland. Wij hebben een helder verhaal: bestaanszekerheid, duurzaamheid, kansengelijkheid. We willen verantwoordelijkheid nemen en Nederland eerlijker maken. Als je kijkt naar wat er nu gebeurt — een radicaal-rechts kabinet dat fundamentele rechten ondermijnt — dan is het des te belangrijker dat wij als links blok duidelijk laten zien wat ons alternatief is. En ja, ik hoop dat we straks kunnen meeregeren. En natuurlijk dat we de grootste worden.’
Maar bent u niet bang dat GroenLinks-PvdA het nu voor zichzelf moeilijker maakt, met de motie van Kati Piri over het niet meer willen leveren van defensiewapens aan Israël? Volgens journalist Marcel ten Hooven was dit strategisch gezien geen slimme zet, omdat voor dit voorstel geen Kamermeerderheid is en GroenLinks-PvdA hiermee rechts én de middenpartijen tegen zich in het harnas jaagt.
‘We moeten als GroenLinks-PvdA onze achterban vertegenwoordigen. Op het congres stond ongeveer 80 procent van de mensen achter onze motie. Ook de linkse kiezer is het met ons eens. En kiezers in het midden geven we duidelijkheid over wat onze beargumenteerde keuzes zijn. Met deze motie wilden we voor het juiste kiezen.’
Een vocale groep verontruste PvdA’ers, gegroepeerd in ‘Rood Vooruit’, had ook kritiek op de motie-Piri. Hoe kijkt u, als GroenLinkser, tegen deze groep? En hoe kijkt u aan tegen de radicale vleugel van GroenLinks, die meer van de getuigenispolitiek en het actievoeren is?
‘In een verenigd links geluid geloof ik sterk. We moeten een duidelijk verhaal hebben tegenover de rechtse wind die door dit land waait. Natuurlijk zijn er verschillen tussen PvdA en GroenLinks, maar we hebben veel meer gemeen dan mensen denken. Binnen de partij moet ruimte zijn voor debat, dat zie ik als kracht, niet als zwakte. Maar uiteindelijk bepalen de leden samen de koers, via congressen en referenda.
‘Mensen die belangrijk zijn geweest voor de partij moeten zich ook thuisvoelen’
Dat er debat is binnen de nieuwe partij, is een goede zaak. Want inhoudelijke verschillen mogen er zijn. Tegelijkertijd moeten we wel met elkaar in gesprek blijven en niemand loslaten. Ik vind dat mensen die belangrijk zijn geweest voor de partij zich ook nu moeten thuisvoelen.
Je kunt de fusie tussen GroenLinks en PvdA misschien wel vergelijken met een huwelijk: je hebt soms meningsverschillen, maar je gaat niet meteen scheiden. We willen geen PVV zijn, waar één man de koers bepaalt. Wij zijn een ledenpartij. De meerderheid bepaalt, maar we zijn ook een partij voor diverse minderheden. En juist die diversiteit, in kleur én ideeën, maakt ons sterker.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!