14.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 124

Op reis door Suriname. ‘De navelstreng naar Afrika is doorgesneden’

0

Albertus Van van de Vijver werd als jongen uit Afrika geroofd en naar Suriname gebracht. Daar lukte het om zichzelf vrij te kopen. ‘Op deze grond bouwde hij met zijn eigen handen een huis.’

Haar achternaam duidt op haar slavernijverleden. Diahann Van van de Vijver heet mijn goede vriendin. Ooit waren haar voorvaderen ‘bezit’ geweest van een witte man die Van de Vijver heette. In coronatijd werkte ik me door archieven heen om het leven van haar voorvader die uit Afrika was geroofd te reconstrueren. Daarover verscheen vorig jaar mijn boek: Albertus Van van de Vijver. Slaafgemaakt en Bevrijd (uitgever Walburg Pers). Nu besloten we de plekken te bezoeken die voor Albertus belangrijk waren. Diahann zou dichterbij haar geroofde Afrikaanse voorvader kunnen komen. En ik wilde het land en de geschiedenis dat ik alleen kende uit stoffige paperassen kunnen zien, ruiken, voelen, proeven en beter begrijpen hoe slavernij en ontmenselijking werkten.

Tineke Bennema en Diahann Van van de Vijver in het vliegtuig op weg naar Suriname

Een loodgrijze onweerslucht spreidt vochtige warmte over ons uit. Vanuit de tuin van ons hotel in Paramaribo lopen we over een vlonder naar de Surinamerivier. Diahann wijst op een grote grijze vogel op de balustrade, een paar meter verder. ‘Een gier’, fluistert ze, ‘moet je die nek zien, helemaal glad zonder veren, dan kan die zijn kop diep in een kadaver steken en weer makkelijk terugtrekken.’ ‘Getverdegetver’, fluister ik terug, maar als we naderen stijgt hij op en zijn we sprakeloos door zijn schoonheid en spanwijdte. Verderop staat een zilverreiger hoog op de slanke poten met een kleine helderblauwe soort naast zich. Sabaku vertelt ze. En als we over de rand kijken naar beneden staren allemaal paren oogjes ons aan. Modderkruipers, een vissensoort, weet ik nu.

Witte duivels

Vanaf deze Surinamerivier, immens breed, groenbruin met aan weerszijde veel bosschages, kwam de geroofde jongen aan, Diahanns voorvader, met toen nog een Afrikaanse naam. Het kwam aan met een schip vanaf de Westkust van Afrika, rond 1800. Hier moet hij zich gerealiseerd hebben dat de navelstreng naar Afrika definitief was doorgesneden. ‘Eenzaam en in het ongewisse. Hij kon nergens heen. Hij had in Afrika voor het eerst witte duivels gezien en hier zag hij er nog veel meer. En hij werd gebrandmerkt door een mens dat bezit van hem nam. Inboedel heeft geen mening, inboedel heeft geen naam,’ zegt Diahann.

De afstand tussen deze aanmeerplaats en het veilinghuis waar de slaafgemaakten werden verkocht meet slechts enkele tientallen meters. Het gouvernement liet niets aan het toeval over, dus er was ook zo min mogelijk ruimte om te ontsnappen. Paramaribo was in die tijd maar een klein dorp, met slechts 2000 witte inwoners, zwarte huisslaafgemaakten en vrije zwarten. Het merendeel van de 50.000 slaafgemaakten woonde op de plantages. Er was dan ook maar één veilinghuis. En dat vinden we de volgende dag gemakkelijk terug. Een rechthoekig, loodsachtig hoog gebouw van baksteen, waarvan het dak is ingestort. Met wat resten witte verf aan de onderkant.

Het veilinghuis

Diahann wilde er niet ’s avonds in het donker heen vanwege al het leed dat hier moet zijn gevoeld en nog aan het gebouw kleeft als opgedroogde tranen. ‘En zeker niet na whitching hour’. Gezinnen werden hier soms van elkaar losgerukt en apart verkocht en zouden elkaar nooit meer zien. Ze verdwenen na verkoop aan eigenaars van plantages of huizen, en verschenen alleen met Hollandse namen als boedel met hun waarde in guldens vermeld in de minutieuze inventarisaties voor de belasting. ‘Ironisch is het wel dat dit gebouw lang dienst heeft gedaan als parlement, de Nationale Assemblée, juist op de plek waar de zwarte mens niets te vertellen had. Na de onafhankelijkheid koos deze raad het gebouw uit om er zelfbeschikkingsrecht uit te oefenen’, zegt ze. Ze noemt het een knipoog naar het verleden. 

Ik wil weten of ze het nu witte mensen kwalijk dat ze overgingen tot de verkoop van een medemens en hem ondergeschikt maakten aan zichzelf. Ze antwoordt meteen en duidelijk: ‘Nee.’ Maar dan volgt er een lange pauze. ‘Ik neem het ze niet kwalijk en ik ga ook niet zeggen dat racisme in die tijd normaal was. Ik neem het de huidige mensen kwalijk dat ze niet willen weten dat we een rijk land zijn omdat ze eeuwenlang geen personeelskosten hoefden te betalen. En dat al die rijkdom en luxe, die koffie en thee, kaneel, kruidnagels en nootmuskaat en de opbrengst daarvan door de onbetaalde arbeid van zwarte mensen tot stand kwam. Die Amsterdamse grachtenpanden. En daarom vind ik dat ze verplicht zijn zich te informeren over de slavernij, net als over de Holocaust.’  

Meer dan tweehonderd jaar geleden werd de jongen zijn vrijheid afgenomen voor een zak geld. Hij werd ‘boedel’ van linnennaaister Petronella van Paccotton, zelf een voormalige slaafgemaakte mulattin (een mulat of mulattin is een persoon geboren uit een Europese ouder en een ouder van Afrikaanse oorsprong, red.). Ze was de concubine van de Zwitserse administrateur Albert Paccotton, die haar rond haar vijftigste vrijkocht. De jongen zou de naam Donné krijgen, maar hij koos bij zijn doop bij de Evangelische Broedergemeente de naam Albertus. Verwijzend naar zijn ‘eigenaar’. Petronella maakt hem in Paramaribo eerst tot haar foetoeboi, loopjongen, manusje van alles en later timmerman. Hij is ver over de veertig als hij wordt gekocht door de ‘stadsvroedvrouwmeester’ Pierre David van de Vijver die hem belooft te zullen vrijlaten. Daarvoor moet hij nog wel twee jaar dienst verrichten.

Het huis van Pierre David van de Vijver

De arts woonde in een van de chicste straten van Paramaribo, de Gravestraat nummer 9. We vergapen ons aan de gigantische houten witte villa’s die het straatbeeld hier nog steeds domineren aan beide zijden. De straat is inmiddels herdoopt tot Henk Arronstraat, naar de eerste president van Suriname. Maar de nummering is intact gebleven. We hoeven niet lang te zoeken en dan staan we voor een enorm oud pand, met een rood bakstenen bordes, prachtig houtsnijwerk, elegante pilaren en glas-in-lood. Het zou goed kunnen dat dit het oorspronkelijke huis is. Ik vraag Diahann of ze niet boos wordt als ze deze pracht en praal ziet en bedenkt dat haar voorvader hier met zijn bloed, zweet en tranen de kas van de arts heeft gespekt. Ze kijkt me oprecht verbaasd aan. ‘Waarom?’ ‘Omdat hij zijn arbeid aan de al rijke arts moest afstaan en zelf zo arm bleef en niet in zo’n kast kon wonen’, antwoord ik. Ze lacht me uit. ‘Dat is nou zo’n witte overweging! Kijk, Albertus moet zich hebben vergeleken met andere zwarte mensen. In die tijd had je een kleine witte bovenlaag en hun status lag buiten hun macht, tenzij je met fakkels en hooivorken ten strijde trok. Dus Albertus zal gehoopt hebben een klein huisje op een stuk grond voor zichzelf te bouwen, wat weer een droom was voor elke slaafgemaakte als hij vrijkwam. Ik zeg niet dat ze in hun lot berustten, maar ze waren natuurlijk wel realistisch.’ 

Een popperig huisje met twee verdiepingen

Het lukte Albertus uiteindelijk zijn vrijheid te herwinnen door zichzelf vrij te kopen met zijn eigen arbeid. Hij begon niet meteen met de koop van een stuk grond. Want hij had een andere prioriteit: zijn oudste zoon vrijkopen, die hij kreeg samen met een slaafgemaakte vrouw. Daarvoor moest hij weer twee jaar werken en sparen. Pas daarna kon hij aan de bouw van zijn huis beginnen aan de Keizerstraat, dezelfde straat waarin Van Paccotton woonde. Deze straat heeft de naam behouden, maar de nummering is veranderd. Niet zonder moeite vinden we het, op een achtererfje achter een hek, een popperig huis met twee verdiepingen, getimmerd uit grijze verweerde planken. We kunnen er niet dichterbij komen en ik fotografeer het door het hek heen, zodat alleen de rechterkant ervan en het erf zichtbaar zijn. Het vervult Diahann met trots: ‘Hier is hij in vrijheid gestorven, op de grond waar hij met zijn eigen handen een huis bouwde. Hij moet veerkrachtig en zelfbewust zijn geweest. Ik ken niet veel gevallen van slaafgemaakten die binnen een generatie nadat ze van het schip afkwamen zichzelf bevrijdden.’

Het huis van Albertus van van de Vijver

Het unieke van Albertus bovendien is dat er zoveel verschillende documenten over hem zijn, ook van hemzelf: zijn testament en zijn brief aan de koning. Het testament toont aan hoeveel hij om zijn familie, zijn vrouw en drie zonen gaf: hij stelde onder meer dat het huis niet verkocht moest worden. En in weerwil van alle vooroordelen toen en nu over zwarte mannen die niet om hun nageslacht gaven had hij een speciaal verzoek. Zijn oudste zoon, Albertus Pieter, kreeg twee jaar na Albertus niet zijn achternaam, maar de verzonnen naam Van Dorpel. Albertus moet daar zeer verontwaardigd over zijn geweest, want in 1836 schreef hij een brief aan koning Willem I. Daarin schrijft hij dat hij de biologische vader van de jongen is, hij zijn zoon erkent en dat deze daarom zijn achternaam Van van de Vijver moet krijgen. 

‘Je denkt toch niet dat een zwarte man door de hoofdingang naar binnen mocht?’

Het gouvernementsgebouw, inmiddels presidentieel paleis, is de blikvanger op het centrale Onafhankelijkheidsplein, een breedgeschouderd gebouw, met vleugels en een mooi bordes, alles stralend wit. Ik stel me voor hoe Albertus hier het bordes op ging om zijn brief te brengen. ‘Je denkt toch serieus niet dat een zwarte man, ook al was hij vrij, door de hoofdingang naar binnen mocht?’ corrigeert Diahann me. ‘Nee man, hij ging natuurlijk via de achterkant, daar, grenzend aan de Palmentuin.’ En weer word ik me van mijn witte privileges bewust.    

Het gouvernementsgebouw

In het privépark van de gouverneur, achter het paleis, ligt die tuin met 1001 palmen volgens de traditie, en hier leest Diahann de brief van haar voorvader voor: ‘Hij heeft de vrijheid genomen zijne belangen open te leggen Aan Zijne Majesteit den Koning’ begint hij en ondertekent in prachtig schoonschrift. Haar stem klinkt samen met het koor van veelkleurige vogels.

Verzoek aan de nazaat van koning Willem I

Hoewel hij juridisch recht op erkenning had, wilde het gouvernement dit op racistische gronden niet toewijzen. De gouverneur stuurde het verzoekschrift door naar Den Haag, waar eerst de minister van Koloniën en daarna de minister van Justitie zich er persoonlijk mee bemoeiden. Albertus en zijn toenmalige vrouw waren op het moment van geboorte slechts ‘inboedel’ geweest en daarom werd het verzoek, met goedkeuring van de koning, afgewezen. Het gouvernement streefde bovendien naar ‘afstand’ tussen wit en zwart: zwarten moesten niet denken dat ze rechten hadden, ook al waren ze vrij. Kleur en afkomst gaven uiteindelijk de doorslag bij de afwijzing. En het is hierom dat de familie Van van de Vijver vorig jaar een verzoek heeft gestuurd aan de nazaat van koning Willem I, Willem Alexander, om het besluit teniet te doen. Ook willen zij genoegdoening. 

Institutioneel racisme. Het doet me denken aan de toeslagenaffaire, waar afkomst ook voor recht ging. ‘Natuurlijk, racisme, slavernij, het is van alle tijden’, zegt Diahann. ‘Je kan de mens voeden. Als je elke dag leert dat de ander geen gevoel heeft voor zijn gezin, of je werk afpakt of noem maar op, dan ga je naar hem kijken alsof hij een kakkerlak is. Er gaat een heel proces aan vooraf, van ontkennen van mens zijn, niet humaan zijn. Als je je leven lang hebt geleerd dat de anderen geen mensen zijn maar dieren, of kinderen, tussenmensen of halve wilden, dan creëer je een beeld dat je voortdurend weer bevestigd ziet worden. Als het luik van het schip opengaat bijvoorbeeld en er een enorme walm naar buiten komt, gevolgd door een groep vermagerde en vieze mensen. Of in hun dansen, rituelen. Je hebt al een bepaalde mindset als je die compassie opzij zet. Ik zie het zo: ieder heeft licht en donker, goed en kwaad. En die dark side kan worden aangewakkerd, terwijl het juist de kunst is die te beheersen.’

 

Geen omvolking, wel demografische verandering

0

Omvolking. Een woord dat felle emoties oproept. Volgens een deel van de samenleving is het een extreemrechts begrip dat genegeerd moet worden; volgens anderen is het een taboe dat juist benoemd moet worden. Inmiddels hebben we in Nederland enkele kandidaat-bewindspersonen van PVV-signatuur die in dit begrip geloven. Maar wat betekent ‘omvolking’ nou precies?

Omvolking is een begrip dat de nazi’s muntten om niet-Duitse gebieden te koloniseren door etnische Duitsers, met als doel het Duitse grondgebied uit te breiden. Maar de praktijk bestaat al veel langer. Gedurende elke periode van de geschiedenis, of dit nu de Europese kolonisatie was, de Arabische of Turkse veroveringen, of de trek van Germaanse stammen: gedurende de hele menselijke geschiedenis zijn er inheemse bevolkingen verdrongen of ondergeschikt gemaakt door de komst van andere volkeren. Veelal ging dit gepaard met etnische zuivering of genocide.

In de huidige tijd zien we het begrip terugkeren in het debat over migratie. Tegenstanders van migratie zien omvolking plaatsvinden in westerse samenlevingen, met name in grote steden, waar de bevolkingssamenstelling als gevolg van migratie de afgelopen decennia sterk is veranderd. Maar voor de aanhangers en verspreiders van dit begrip is omvolking meer dan dat. Het is een complottheorie, waarbij de aanhangers geloven dat de demografie van westerse landen verandert doordat de elites de witte, inheemse bevolking wil vervangen of vernietigen met de komst van migranten. Het gevolg van dit beleid? Witte genocide, ook een populair begrip in extreemrechtse kringen.

In dit verband moeten we ook Le Grand Remplacement (‘De Grote vervanging’) noemen van de Franse schrijver Renaud Camus, en het Coudenhove-Kalergi Plan, een antisemitische complottheorie. Ik noem dit complottheorieën omdat ze dat ook zijn: de verdedigers van deze theorieën geloven immers in een snode samenzwering, dat achter migratie een vooropgezet plan zit om de witte mens te vervangen of te vernietigen. Onze veiligheidsdiensten waarschuwen dan ook terecht voor deze extreemrechtse theorieën, omdat ze een katalysator kunnen zijn voor geweld tegen bijvoorbeeld moslims, vluchtelingen of mensen met een migratieachtergrond. Zulke aanslagen hebben plaatsgevonden, onder andere in Noorwegen, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten.

Witte mensen worden niet massaal vervangen of vernietigd

Tegelijkertijd moeten we ons ook afvragen waarom het bezigen van dit begrip in vruchtbare bodem valt. Waarom uiten radicaal-rechtse politici deze term? Waarom zijn sommigen in onze samenleving geneigd te geloven in ‘omvolking’? Dat komt omdat onze samenleving wel degelijk demografisch aan het veranderen is. Onze samenlevingen verkleuren, iets wat de Canadese politicoloog Eric Kaufmann de whiteshift noemt. Kaufmann voorspelt dat we rond het jaar 2100 van kleur zijn veranderd: we zullen dan vermengd zijn met elkaar.

Deze spanningen zijn de reden waarom velen aan de haal gaan met het begrip omvolking. Zij zien deze demografische verandering plaatsvinden in onze samenleving en maken zich hierover zorgen. Het gaat om zorgen over het verlies van cultuur en identiteit, zorgen over de toekomst van onze samenleving en het samenleven van verschillende culturen en bevolkingsgroepen. Kaufmann beschrijft in zijn werk ook hoe veel witte westerlingen, maar ook vaak gevestigde groepen migranten, zich verzetten tegen de komst van nieuwe groepen migranten. Niet omdat zij per se tegen demografische verandering zijn, maar omdat ze vinden dat het tempo van deze demografische verandering te snel gaat.

Het zou helpen wanneer we over dit onderwerp open zouden kunnen praten zonder dat we in een kramp schieten. De term omvolking dient verworpen te worden. Er is geen complot; witte mensen worden niet massaal vervangen of vernietigd. Maar onze samenlevingen veranderen wel van kleur. De diversiteit neemt toe. Onze identiteit verandert en staat, voor het gevoel van sommigen, onder druk.

Dit gegeven is de reden dat radicaal-rechts al vijfentwintig jaar in opkomst is en verkiezingen blijft winnen. Omdat immigratie als thema verkiezing op verkiezing de boventoon blijft voeren. Omdat veel mensen zich hier simpelweg zorgen over maken.

Deze zorgen kunnen we prima serieus nemen, terwijl we tegelijkertijd de omvolkingstheorie als een complottheorie ontmaskeren. Laten we daarom praten over demografische verandering en de gevolgen hiervan, om zo het geloof in het begrip omvolking uiteindelijk weg te nemen.

Canadese reclame op bus verspreidt islamofobe boodschap

0

De Canadese politie doet onderzoek naar een bus met reclame die moslimhaat zou hebben verspreid. Volgens mensenrechtenactivisten gaat het om een ‘zeer gevaarlijke’ advertentie die puur was bedoeld om zoveel mogelijk angst te zaaien over de moslimgemeenschap.

Zo meldt de Canadese nieuwszender CBC. Op het busje dat deelnam aan het verkeer waren bewegende reclamebeelden te zien van een pro-Palestijnse demonstratie en biddende moslims. Vervolgens doemde de volgende tekst op: ‘Is dit Libanon? Is dit Jemen? Is dit Irak? Nee, dit is Canada. Wordt wakker. Je wordt bezet.’

Een haatdragende boodschap welteverstaan, volgens vele Canadese mensenrechtenactivisten. Amira Elghawaby, Canada’s speciale vertegenwoordiger in de Bestrijding van Islamofobie is teleurgesteld en verrast. Zulk soort taal heeft volgens haar ‘geen plek in Canada’ en doet volgens haar niks anders dan ‘verdeeldheid zaaien’.

‘Helaas zijn islamofobie, anti-Palestijns- en anti-Arabisch racisme niet nieuw’, constateert ze. ‘Zulke haatdragende boodschappen nemen steeds nieuwe vormen aan. Het meest zorgelijke is wanneer het tot fysiek geweld leidt’, aldus Elghawaby.

De Canadese politie zoekt mensen die de bus hebben gesignaleerd. ‘We erkennen de
zorgen van de moslimgemeenschap’, zegt de politie en wil de daders zo snel mogelijk traceren en vervolgen.

Juich jij voor Oranje? Dit zegt ons panel

0

Het dK-panel volgt net als de rest van de wereld het EK voetbal. Maar juichen zij ook voor Oranje? Oftewel: is het Nederlands elftal ook jouw team? 

Ahmed Abdillahi, postbezorger

Natuurlijk is Oranje ook mijn team. Dat heb ik ook altijd gezegd, sinds ik hier ben. Als je kijkt naar het huidige team dan zijn daar ook jongens bij met wie ik me kan identificeren. Het is dus een redelijke afspiegeling van de Nederlandse maatschappij. Ik moet ook zeggen dat het dit jaar wel meevalt met de negatieve bejegening van zwarte spelers. In voorgaande jaren viel het nog op dat Surinaamse spelers discriminerende opmerkingen naar het hoofd geslingerd kregen, omdat ze bijvoorbeeld een penalty misten. Nu lijkt dat veel minder het geval.

‘Verder zijn er tijdens dit EK twee andere landen die ik een warm hart toedraag. Engeland, omdat ik daar een connectie mee heb als Somalische Nederlander. Ik ben er ook vaak geweest. Maar ook een underdog als Turkije. Rotterdam kent een grote Turks-Nederlandse gemeenschap. Het is fijn om te zien hoezeer het voetbal onder hen leeft.’

‘Er zijn jongens bij met wie ik mij kan identificeren’

Anushka Soekhradj, sociaal werker

‘Kijkend naar het feestgedruis denk ik aan de Romeinse woorden Panem et circenses van Juvenalis: geef het volk brood en spelen. Zelf doe ik aan een entertainment-dieet en gebruik ik deze periode juist voor inkeer. Daar speelt ongetwijfeld in mee dat mijn relatie tot Nederland een kritieke fase doormaakt: ik identificeer me niet meer met Oranje. Het EK leidt het volk tijdelijk af, zodat het verval van het rijk zich zonder al te veel onrust kan voltrekken. Van bovenaf gezien is het oppervlakkig vermaak, vanuit de perceptie van voetbalfanaten is het een beleving vol emotie, gezelligheid en samenzijn. En dat gun ik ze.’

Ruben Arnhem, docent

‘Ondanks het feit dat ik geen voetbalfan ben, juich ik altijd voor Oranje tijdens EK’s en WK’s. Dat hoort nu eenmaal bij het nationalistisch zijn. Ik vind het zo mooi dat wij ondanks onze bubbels opeens allemaal één zijn, want ‘we’ moeten immers winnen. De voormalige koloniën in de West, en dan met name Suriname, blijven hofleverancier van goede Oranjespelers. Ongetwijfeld hebben we in Nederland genoeg andere spelers met een migratieachtergrond die ook konden meedoen. Dit is echter de selectie geworden, met op dit moment de beste spelers voor Oranje. Sowieso kijk ik nooit naar kleur. Het belangrijkste is dat de beste spelers uit ons land op het veld staan, zodat ‘we’ gaan winnen.’

‘Sowieso kijk ik nooit naar kleur’

Jakob de Jonge, kunstenaar

‘Ik sta soms echt te kijken van die hordes supporters die staan te juichen voor Oranje en de straat opgaan. Dan denk ik: dit is wat Nederlanders blijkbaar beweegt. Zijn er dan geen andere belangrijke dingen waarvoor mensen de straat willen opgaan? Het maakt op mij een surrealistische indruk. Alles in Europa lijkt normaal, terwijl de wereld in brand staat. Alsof we met zulke toernooien de schijn hoog  houden. Aan de andere kant heeft het hele theater ook wel iets ludieks. Het is gewoon volksvermaak. Ik doe er soms ook aan mee met een Nederlands shirt. Maar eigenlijk boeit het EK me minder dan ooit. Van mij mag ieder ander team ook winnen.’

Ibrahim Özgül, ondernemer en bestuurder

‘Uiteraard juich ik voor Oranje. Ik vind dat ook een leuke benaming. Ik volg sowieso de wedstrijden van Nederland én, hoe kan het ook anders, van Turkije. Dus ik juich voor meerdere teams dit EK. In het huidige team van Oranje valt op dat er veel Surinaamse jongens spelen. Je mist een goede mix met Turkse en Marokkaanse spelers. Tien jaar geleden speelde er nog wel eens een Marokkaanse Nederlander mee. Ik houd in ieder geval voor beide landen mijn hart vast. Want de prestaties zijn echt beneden de maat. We zien wel hoe ver ze komen. Hup Holland, hup Turkije!’

‘Je mist een goede mix met Turkse en Marokkaanse spelers’

Leontine Vreeke, salesmanager

‘Ik kom uit een echte voetbalfamilie. Mijn moeder was de eerste zwarte scheidsrechter in Nederland, bij wedstrijden tussen mannenelftallen. Ik heb zelf ook gevoetbald, ik kan dus zeker genieten van het spel en niemand hoeft mij de regels van buitenspel uit te leggen.

‘Tijdens een EK is het helemaal afhankelijk van wie er tegen wie speelt, voor wie ik juich. Speelt Oranje, dan ben ik voor Oranje. Maar de wedstrijd Nederland-Polen vond ik wel lastig. Ik heb in Polen gestudeerd, ik heb Poolse vrienden en ik hou van de taal en de cultuur. Ik stond absoluut in dubio.

‘Is het België tegen Duitsland? Dan ben ik voor België. Maar is het Duitsland tegen Frankrijk, dan ben ik voor Duitsland. Voetbal is emotie, er is niets rationeels aan. En dat is goed. Ik vind het mooi hoe voetbal door rangen, standen en over culturele lijnen heen verbroedering weet te brengen. Je zou willen dat deze vorm van verbinding ook buiten het voetbal bestaat.’

Mostafa Hilali, militair

‘Ik kom uit een nest van voetbalfanaten, maar ben dat zelf absoluut niet. Natuurlijk voel ik ook wel de ambiance, de verbinding, maar ik zie ook gewoon 21 volwassen mannen achter een knikker aanrennen en duizenden mensen eromheen die doen alsof het einde van de wereld aanbreekt. Maar goed, zo zuur hoeven de druiven niet te zijn. Dat elftal representeert ons en is ook een manifestatie van wie zijn. Dat heb ik niet bij Ajax of Feyenoord, maar wel bij Oranje. Moet je nagaan, het Offerfeest hebben we zelfs twee uur lang stilgelegd om met de hele familie naar Oranje te kijken. Dat gevoel heb ik overigens ook voor de Atlas Leeuwen.

‘En dan zeuren mensen over dubbele loyaliteiten. Kijk, ik heb een vader en een moeder en ik hou van hen allebei, ze zijn me allebei even dierbaar. Trouwens, voetbal geeft me ook hoop. 17 miljoen mensen die juichen voor een kleurrijk, multicultureel Oranje. Voor hoe Nederland dus echt is. Dit is wie we zijn. Dit elftal representeert ons veel meer dan de top van corporate Nederland met allemaal witte mannen die sigaren roken en whisky sippen. Als het lukt om met z’n allen voor zo’n divers Oranje te juichen, dan kan dat wellicht op een gegeven moment ook voor je buurman. Verder heb ik geen favorieten. Ik ben supernationalistisch als het om Oranje of Marokko gaat. Dus sorry abi, als Oranje tegen Marokko speelt, heb ik een probleem. Maar bij Oranje tegen Turkije, is Türkiye altijd nummer twee.’

Verkrachting Joods meisje in Frankrijk vergroot politieke kloof

0

De Franse radicaal-rechtse partij Rassemblement National heeft de verkrachting van een 12-jarig Joods meisje aangegrepen om de eigen verkiezingsretoriek aan te scherpen. Partijleider Marine Le Pen spreekt over een explosie van antisemitische daden.

De samenleving reageerde verontwaardigd op de verkrachting vorige week. Van links tot rechts is de daad veroordeeld. Twee minderjarige jongens uit Parijs zijn voorlopig aangeklaagd. Ze zouden schuldig hebben gemaakt aan religieus gemotiveerd geweld. Volgens de Joodse leider en advocaat Elie Korchia is het slachtoffer Joods en noemden de jongens het woord ‘Palestina’.

Maar het incident komt niet slecht uit voor Rassemblement National, dat de parlementsverkiezingen van 30 juni en 7 juli zou kunnen gaan winnen. De radicaal-rechtse partij grijpt de publieke verontwaardiging aan om Israëlcritici de mond te snoeren.

‘We moeten het antisemitisme bestrijden dat Frankrijk sinds 7 oktober teistert’, zegt partijvoorzitter Jordan Bardella. Ook partijleider Marine Le Pen wijst naar 7 oktober. ‘De explosie van antisemitische daden, een stijging van 300 procent vergeleken met de eerste drie maanden van 2023, moet alle Fransen waarschuwen. De maandenlange stigmatisering van Joden door uiterst links, gebruikmakend van het Israëlisch-Palestijnse conflict is een reële bedreiging voor de burgerlijke vrede’, schrijft ze op X. Ze hoopt dat de Franse kiezer hier op 30 juni en 7 juni rekening mee houdt.

Oud-parlementslid Florence Morlighem hekelt op haar beurt de gretigheid waarmee Rassemblement National de vermeende antisemitische daad aangrijpt om politiek te bedrijven. ‘Het bestrijden van antisemitisme staat islamofobie niet toe’, reageert ze op X.

Rassemblement National heette vroeger Front National en heeft een antisemitisch verleden. Vooral oud-leider Jean-Marie Le Pen is berucht om zijn antisemitische uitlatingen. Zo zei hij een keer over de Frans-Joodse zanger Patrick Bruel: ‘De volgende keer doen we hem in de oven.’ Onder leiding van Marine Le Pen, de dochter van Jean-Marie, is de partij een andere koers ingeslagen. Rassemblement National staat 100 procent achter Israël en ziet antisemitisme vooral als een islamitisch en radicaal-links probleem.

Vrijheidsstrijders uit Nieuw-Caledonië overgebracht naar Franse cel

0

Zeven vrijheidsstrijders uit Nieuw-Caledonië zijn overgebracht naar een Franse gevangenis, in afwachting van hun proces. Ze worden beschuldigd van het orkestreren van de dodelijke rellen in de Franse kolonie vorige maand.

De zeven zijn naar Frankrijk gestuurd vanwege ‘de gevoeligheid van de procedure en om het onderzoek op een rustige manier en zonder enige druk te laten doorgaan’, zei Yves Dupas, de openbare aanklager.

Onder de zeven bevindt zich ook Christian Tein, de leider van de anti-kolonialistische partij CCAT. Hij werd zaterdag aangeklaagd wegens de dodelijke rellen, waarbij negen mensen omkwamen, waaronder twee politieagenten. Honderden mensen raakten bovendien gewond.

Pierre Ortent, de advocaat van Tein, is ‘verbijsterd’ dat zijn cliënt in Frankrijk is en daar wordt berecht. Deze beslissing is volgens hem gemaakt ‘puur uit politieke overwegingen’.

In mei vonden er op Nieuw-Caledonië hevige onlusten plaats, vanwege de invoering van een nieuwe kieswet. Fransen die tien jaar of langer in Nieuw-Caledonië wonen mogen straks ook gaan stemmen bij de provinciale verkiezingen, besloot Parijs. De inheemse Kanak-bevolking verzet zich daar tegen, omdat hierdoor de Franse grip op het eiland wordt versterkt. Inheemsen willen juist onafhankelijk worden.

In 2021 boycotten de Kanaks een referendum over onafhankelijkheid, vanwege de coronapandemie. Ze wilden dat het referendum zou worden uitgesteld, zodat meer mensen hun stem konden uitbrengen. De Franse autoriteiten gingen daarmee niet akkoord.

Steun van Azerbeidzjan

Ondertussen worden de antikoloniale vrijheidsstrijders in Nieuw-Caledonië gesteund door het overwegend islamitische Azerbeidzjan, dat nog een appeltje met Frankrijk te schillen heeft. Frankrijk is een trouwe bondgenoot van het christelijke Armenië, dat zo’n dertig jaar de Azerbeidzjaanse regio Nagarno-Karabach bezette.

Tijdens bijeenkomsten van de Nieuw-Caledonische vrijheidsstrijders wapperden er ook Azerbeidzjaanse vlaggen. Ook steunt Azerbeidzjan de Corsicaanse onafhankelijkheidsbeweging. Corsica hoort sinds 1768 bij Frankrijk.

Egypte rekent reisbureaus hoge aantal doden aan tijdens hadj

0

Meer dan 1300 pelgrims kwamen dit jaar om tijdens de hadj, de jaarlijkse islamitische bedevaarstocht, door de verzengende hitte. Egypte, het land met de meeste dodelijke slachtoffers (meer dan 683 pelgrims), trekt de vergunningen van zestien reisbureaus in en wil een onderzoek.

Dit meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye. De Egyptische regering spreekt van fraude bij reisbureaus. 630 van de overledenen waren niet geregistreerd als pelgrim en konden daardoor niet profiteren van de speciale, maar dure voorzieningen van de hadj. Vermoedelijk hadden zij een werkvisum, waarvoor ze veel minder hoefden te betalen.

De Egyptische premier Moustafa Madbouli suggereert een compensatie voor de nabestaanden van de slachtoffers vanuit de reisbureaus, die hij de schuld geeft van de sterfte. ‘Ze zijn gestorven vanwege hen’, aldus Madbouli, zonder nader te definiëren wat hij daarmee exact bedoelt.

De hadj trekt jaarlijks honderden duizenden moslims van over de hele wereld, waarvan het leeuwendeel van buiten Saoedi-Arabië (1,6 miljoen) komt. Maar Mekka ontkomt niet aan klimaatverwarming, schrijft Middle East Eye. Volgens Saoedische metingen zouden de temperaturen rondom Mekka elk jaar gemiddeld met 0,4 graden Celcius stijgen. Vorige week zou zelfs 51,7 graden zijn gemeten.

In de problemen door een bankrekening

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Kezban Karagöz.

Kezban Karagöz omschrijft het gezin waar ze uit komt als middenklasse. Haar moeder werkte 40 jaar als verpleegkundige in hetzelfde ziekenhuis, haar vader was docent op de basisschool. Hij was maatschappelijk betrokken en gaf sommige kinderen uit arme milieus gratis bijles. Onderwijs vond hij belangrijk, ook voor Kezban en haar twee jongere zussen. Kezban studeerde journalistiek, werd universitair docent op een privé-universiteit in Istanbul en deed onderzoeken. Ze bemoeide zich niet met politiek, deed geen politieke uitspraken tijdens haar colleges en leefde haar leven in de luwte.

‘Op een dag was ik met mijn vader en mijn drie kinderen onderweg naar ons familiehuis in een andere stad. Mijn vader reed, ik zat achter in de auto en gaf borstvoeding aan mijn jongste. Ineens werden we aangehouden. Routinecontrole, zo werd er gezegd. Mijn vader liet zijn papieren zien en tot mijn verbazing moest ik dat ook. Een beetje vreemd voor iemand die niet achter het stuur zit, maar ik gaf netjes mijn papieren. De politieagent controleerde mijn gegevens via een apparaat. Ik bleek gezocht te worden. Mijn baby moest ik aan mijn vader geven. Daarna werd ik voor de ogen van mijn vader en mijn kinderen in de boeien geslagen. Ik begreep er niets van. Echt niet. Op het politiebureau werd ik verhoord. Ruim 17 jaar eerder had ik een werkgever die wilde dat ik een rekening opende bij de Asya bank, zodat mijn salaris daarop gestort kon worden. In Turkije is het niet ongebruikelijk dat een werkgever verzoekt een rekening te openen bij een bepaalde bank. Inmiddels wordt de Asya bank rechtstreeks in verband gebracht met de Gülenbeweging. Maar ik had al zeker 17 jaar niets met die rekening gedaan! Ik gebruikte hem niet. Het feit dat ik hem had, was kennelijk genoeg om me van allerlei dingen te verdenken die ik in de praktijk niet deed.’

‘Mijn baby moest ik aan mijn vader geven’

Er was om Kezban haar paspoort gevraagd. Ze heeft aan dat verzoek voldaan, maar kreeg het nooit meer terug. Waarschijnlijk is het doorgeknipt zoals in sommige Amerikaanse films en televisieseries een creditcard wordt vernietigd. Tijdens een zitting bij de rechtbank, in verband met deze vage aanklacht, hoorde ze dat ze vier tot vijf jaar gevangenisstraf zou kunnen krijgen. Een gevangenis is nooit prettig, maar zo lang in Nederland gevangen zitten is heel wat anders dan in Turkije. De omstandigheden zijn onvergelijkbaar. Voor Kezban zat er maar één ding op: iedereen van wie ze hield verlaten, inclusief man en kinderen. ‘Alleen vluchten is voor een vrouw extra gevaarlijk, maar ik had geen keus.’

Corona

Begin 2021 heeft Kezban Turkije verlaten. Tegen haar zin in, maar ze voelde zich gedwongen om deze stap te nemen. Eerder had ze in verband met haar werk een rapport geschreven over migranten. Nu stond ze aan de andere kant van de streep. De onveilige boot kwam op haar over als speelgoed, maar gelukkig bereikte ze veilig Griekenland. Het eerste half jaar verbleef ze in Athene. ‘Dat was een moeilijke tijd. Ik miste mijn gezin en mijn dierbaren heel erg. Het was tijdens corona. Ik stond wel in contact met mijn man. Zo kwam ik te weten dat mijn vader was overleden aan de gevolgen van corona. Ik voelde me machteloos, maar het was onverantwoord om naar de begrafenis te gaan. Mijn vader was een beetje anders dan andere vaders. Hij heeft zoveel betekend voor mijn zussen en mij, zeker wat onderwijs betreft. Daarom deed het extra pijn dat ik geen afscheid heb kunnen nemen.’

In Nederland kwam Kezban in Ter Apel terecht. Ze hoefde niet onbeschermd buiten te slapen, maar in een grote tent samen met ongeveer 30 andere mensen. ‘Ik durfde niet te gaan slapen. Tegen de ochtend heb ik een beetje gerust. Na vijf dagen Ter Apel mocht ik naar een azc in Wageningen. Daar waren veel vluchtelingen uit landen als Syrië, Jemen en Eritrea. Zij waren om een andere reden gevlucht dan ik, namelijk voor oorlogsgeweld.’

Het was nog steeds in de coronaperiode, wat inhield dat contacten beperkt waren en er niet veel vrijwilligers naar het azc mochten komen. ‘Gelukkig was in Wageningen de bibliotheek open. Dat was beslist mijn redding. Verder had ik een tweedehands boekje bemachtigd dat ik kon gebruiken bij het leren van mijn eerste Nederlandse woorden. Ik vond het heel belangrijk om zo snel mogelijk Nederlands te leren. Af en toe ‘leen’ ik een woord uit het Engels, maar dat wordt steeds minder. Verder ben ik tijdens mijn verblijf in Wageningen betrokken geraakt bij het buddy-to-buddyproject. Ik had daar een maatje. We gingen samen naar tentoonstellingen, dronken buiten koffie en gingen soms naar danslessen.’

Groen in Culemborg

In de zomer van 2022 kreeg Kezban een woning toegewezen in Culemborg. Daar was ze regelmatig langsgereden met de trein en ze had er een positieve indruk van. ‘Ik was dolblij toen ik een woning kreeg, want dan konden mijn man en kinderen naar Nederland komen. Maar dat ik in Culemborg ging wonen, was een aangename verrassing. Ik vind het er nog steeds ontzettend fijn. In Turkije woonde ik in de miljoenenstad Istanbul, maar ik weet niet of ik in een drukke stad als Amsterdam zou kunnen aarden. Culemborg is niet zo groot, de mensen zijn er aardig en het is er mooi. Mijn kinderen waren stomverbaasd toen ze ontdekten hoeveel groen er in Culemborg is.’

‘Mijn zoontje van vijf sprak ontzettend snel Nederlands’

Om veiligheidsredenen hadden Kezban en haar man de kinderen verteld dat mama in een andere stad werkte. Wat de kinderen niet wisten, konden ze ook niet per ongeluk aan iemand anders vertellen. Het was niet de bedoeling dat de verblijfplaats van Kezban in verkeerde handen kwam. Door die onwetendheid schrokken de kinderen nogal. Ze zouden voortaan in Nederland wonen. ‘Inmiddels zijn ze hier gewend. Mijn zoontje van vijf sprak ontzettend snel Nederlands en hij kan het ook al lezen!’ Haar oudste kind zat eerst een jaar in een taalklas en zit nu in groep 7 van de basisschool.

Universitair docent? Echt waar?

‘Rond 1980 hebben veel Turkse mensen het land verlaten. Waarom weet ik niet, maar in Duitsland kwamen meer hoogopgeleide Turken terecht en in de omringende landen wat meer lager opgeleiden. Het gevolg is dat de autoriteiten in Duitsland kennelijk iets beter kunnen omgaan met hoger opgeleide Turken dan hier.’ Als ze in Nederland bijvoorbeeld tegen de IND zei dat ze universitair docent was, werd ze verbaasd aangekeken. ‘Echt waar?’ Ja, echt waar.

In de journalistiek aan de slag gaan is voor Kezban lastig, ook in verband met de taal. Haar Nederlands wordt steeds beter, dus ze hoopt in de toekomst weer artikelen te kunnen schrijven. In Culemborg kreeg ze ondersteuning bij het leren van de Nederlandse taal. Daar heeft ze ook vrijwilligerswerk gedaan. Toen ze net in Nederland was, realiseerde ze zich al snel dat ze opnieuw moest beginnen. Haar diploma’s en werkervaring leken hier niet mee te tellen. Inmiddels is ze projectleider en werkt ze op een bijzondere manier met vluchtelingen die in hun eigen land docent zijn. ‘In Nederland is een tekort aan docenten en daarom wordt gekeken of statushouders uit landen als Turkije, Syrië en Oekraïne die docent zijn versneld Nederlands kunnen leren en ingezet kunnen worden in het middelbaar onderwijs of soms in het basisonderwijs.’

Internationale vrouwenclub

In haar vrije tijd houdt Kezban zich bezig met fotografie. ‘Mijn vader fotografeerde ook veel. Hij heeft zelfs een keer een prijs gewonnen. In Turkije had ik een populaire blog waarvoor ik fotografeerde. Momenteel ben ik actief op Instagram.’

In Culemborg is Kezban actief binnen een internationale vrouwenclub. Ongeveer een keer in de twee maanden komen ze bij elkaar om te eten en ervaringen uit te wisselen. Ze benadrukt dat er ook Nederlandse vrouwen komen. ‘Het is een heel mooi initiatief en we hebben steun aan elkaar.’

Tot slot wil Kezban Karagöz, haar achternaam betekent zwart oog, iets kwijt. ‘In Nederland is er een cliché rond nieuwkomers, namelijk dat ze hulp nodig blijven houden. Ondersteuning krijgen is prettig totdat je een huis hebt. Daarna vind ik dat je je eigen weg moet gaan.’ Wat ze eigenlijk bedoelt, is dat als je je kinderen leert fietsen op een moment de zijwieltjes ook weggehaald moeten worden. Als je een eigen woning hebt, dan moet je je eigen weg kunnen gaan. Het is prettig als je ergens terecht kunt met eventuele vragen, maar je moet op eigen benen staan. Deze doorzetter is dat zeer zeker gelukt.

Motie om 3 miljoen alsnog naar UNRWA te krijgen

0

D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga heeft deze week een motie ingediend om de 3 miljoen euro die gereserveerd was voor UNRWA alsnog toe te kennen. Nederland heeft sinds januari de donaties aan de VN-vluchtelingenorganisatie bevroren omdat er misschien Hamas-leden voor de organisatie werkten. Maar er is hongersnood in Gaza en het geld moet zo snel mogelijk die kant op, stelt de politicus.

Demissionair minister Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, VVD) weigert vooralsnog om het gereserveerde bedrag over te maken aan UNRWA. Ook de PVV wil er niets van weten, de partij ontkent zelfs dat er sprake is van een hongersnood in Gaza.  

‘Minder hulpgoederen komen Gaza binnen, een groot deel van Gaza heeft te maken met catastrofale honger en elke dag horen we over kinderen en ouderen die overlijden door ondervoeding’, schrijft Bamenga op social media. De motie, waarover dinsdag wordt gestemd, is een poging van de politicus de regering tot inkeer te brengen. 

Denkt u dat deze motie, indien aangenomen, enig effect zal hebben op de bloedige oorlog in Gaza?

‘Kijk, deze krankzinnige situatie is nu al acht maanden aan de gang. Ik weet niet of dit enig effect zal hebben. Ik weet wel dat we alles op alles moeten zetten om de oorlog daar te stoppen. Er moet een staakt-het-vuren komen. En dat bedrag, dat al gereserveerd was bovendien, moet zo snel mogelijk naar de behoeftige Palestijnen. Het bedrag kan lang niet al het leed bestrijden, maar dit is echt het minste wat we kunnen doen.’ 

Daarvoor lijkt er in de Tweede Kamer geen meerderheid. Met name de rechtse partijen zijn kritisch op de VN-organisatie UNRWA.

‘We moeten niet op de zaken vooruitlopen. De stemming is dinsdag. Tegen elke partij die politiek wil bedrijven ten koste van onschuldige mensen zeg ik: hang geen vage voorwaarden op aan humanitaire hulp dat voor burgers in nood bestemd is. Maak het bedrag gewoon over. Iedere euro kan mensenlevens redden.’

Aan de rechterkant van de politiek wordt beweerd dat het geld naar Hamas en andere extremistische organisaties gaat.

‘Kom met bewijs, zeg ik dan. Natuurlijk is het belangrijk dat elke euro goed besteed wordt, maar zolang je niet met bewijs komt voor deze beschuldigingen, dan blijf je een roeptoeter.’

Sommige Kamerleden, zoals de PVV’er Dennis Ram, geloven niet eens dat er sprake is van hongersnood in Gaza.

‘Sommige mensen lijken wereldvreemd te zijn. Veel collega’s hebben Ram daar ook op aangesproken. Als je niet eens meer kan discussiëren op basis van feiten, waar zijn we dan nog mee bezig? De hele wereld levert momenteel bewijs van hongersnood, maar dat wordt ontkend. Terwijl ongefundeerde claims over de UNRWA ervoor zorgen dat alle hulp wordt stopgezet. Dit is de wereld op zijn kop. Dit is kwaadaardig!’

Ondertussen wordt een coalitie gevormd waar ook de NSC en VVD aan meedoen en de PVV dus faciliteren. Wat vind je van die ontwikkelingen?

‘Dit is dus wat men normalisering noemt. Extreme ideeën, extreme uitspraken worden genormaliseerd en omgevormd tot beleid dat slachtoffers maakt. De NSC en VVD werken samen met de PVV en normaliseren dus deze politiek van ontkenning van menselijk leed.’

Gaat Nederland een onomkeerbare richting op met dit kabinet?

‘Het is voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis dat een extreemrechtse partij in het kabinet deelneemt. Het is voor het eerst dat dit op deze manier wordt genormaliseerd door partijen zoals de VVD en NSC. Er is dus wel sprake van een zorgwekkende verschuiving in Nederland, maar onomkeerbaar zou ik het nog niet willen noemen. 

´Onomkeerbaar is zo finaal en definitief. Als iemand is overleden, dan is dat onomkeerbaar. Maar deze partijen kunnen nog terug. Het is laat, maar er is nog altijd een weg terug. Nederlanders verdienen beter. Er is een alternatief. Daar gaan ik en mijn partij D66 vanuit de Kamer keihard voor knokken. Voor mensenrechten en de toekomst van onze kinderen.‘

Op 1 juli is de herdenking van de slavernij, moet PVV’er Martin Bosma daar nou aanwezig zijn, of niet?

‘Bosma verkondigde verwerpelijke complottheorieën en liet zich herhaaldelijk negatief uit over het herdenken van ons slavernijverleden. Ten eerste moet Bosma bij zichzelf nagaan of hij de aangewezen persoon is om bij deze herdenking te zijn. Als hij op de uitnodiging ingaat, laat hem dan met de mensen in gesprek gaan over de betekenis van deze dag. Dan kan hij er nog wat van opsteken.’

Is VVD-leider Dilan Yesilgöz, die als minister onjuiste uitspraken deed over duizenden mensen die door nareis-op-nareis zouden komen, wel geschikt voor ‘de nieuwe bestuurscultuur’ waar Pieter Omtzigt aan zou werken? Of is dit de nieuwe bestuurscultuur?

‘Mevrouw Yesilgoz heeft een fout gemaakt. Dat heeft ze ook erkend. De fout ging ten koste van mensen. Maar ze heeft het afgelopen jaar geen enkele moeite gedaan om dit recht te zetten. Dat heeft ze pas deze week gedaan. Er kwam een terugblik, maar zonder excuses. Mevrouw Yesilgöz was en is minister van Justitie en Veiligheid. En dan verwacht je leiderschap, juist als fouten worden gemaakt. Dit valt mij heel erg tegen. Het doet afbreuk aan het ambt. Ze had eerlijk kunnen zijn, verantwoordelijkheid kunnen nemen en leiderschap kunnen tonen, dat heeft ze niet gedaan.’

Frankrijk verbiedt hoofddoek tijdens Olympische Spelen

0

Frankrijk verbiedt haar atleten een hoofddoek te dragen tijdens de Olympische Spelen. Het streng seculiere land gaat daarmee in tegen de regels van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), meldt de Marokkaanse nieuwssite Yabiladi

De Olympische Spelen worden deze zomer in de Franse hoofdstad Parijs gehouden van 26 juli tot 11 augustus. En met alle voorbereidingen voor de Spelen, is ook het debat over de hoofddoek weer opgelaaid. Het IOC heeft bepaald dat er ‘geen beperkingen mogen gelden voor het dragen van de hijab of andere religieuze of culturele kleding’.

De Franse minister van Sport Amélie Oudéa-Castéra beroept zich echter op het ‘secularisme’, de scheiding van kerk en staat. In Frankrijk wordt dat streng toegepast en ook wel ‘laïcité’ genoemd.

Mensenrechtenorganisaties noemen het verbod discriminerend voor Franse moslima’s. Begin deze maand stuurde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch een brief naar IOC-voorzitter Thomas Bach met het verzoek ‘de sportautoriteiten in Frankrijk publiekelijk op te roepen om alle verboden op het dragen van de hijab ongedaan te maken’. Vooralsnog tevergeefs.