8.6 C
Amsterdam
Home Blog

Britse definitie gooit islamkritiek en -haat op één hoop

0

Humanisten en conservatieven hebben stevige kritiek op een nieuwe islamofobie definitie, die is voorgesteld door de Britse moslimorganisatie APPG. De definitie zou onvoldoende onderscheid maken tussen religiekritiek en moslimhaat.

APPG, Parlementaire Groep van Alle Partijen voor Britse Moslims, stelt dat ‘islamofobie geworteld is in racisme en een vorm van racisme is die zich richt op uitingen van moslim zijn of waargenomen moslim zijn’. Volgens Humanists UK is deze definitie problematisch, omdat deze niet voldoende onderscheid maakt tussen vooroordelen over en discriminerende handelen tegen moslims (en mensen die ten onrechte als moslims worden geïdentificeerd) en kritiek op overtuigingen, ideeën en praktijken die onder de paraplu van de islam zouden kunnen vallen. Hierdoor houdt deze islamofobie-definitie een risico in voor de vrijheid van meningsuiting en denken, in het bijzonder de vrijheid van ex-moslims die hun geloof willen bekritiseren.

Bovendien speelt de definitie onbedoeld ook extremistische islamistische groeperingen in het buitenland in de kaart en een aantal islamitische regimes, die de beschuldiging van islamofobie gebruiken om kritiek op mensenrechtenschendingen het zwijgen op te leggen.

‘Het is van cruciaal belang dat elke definitie van vooroordelen gebaseerd op religie individuen beschermt tegen discriminatie en tegelijkertijd het recht behoudt om schadelijke overtuigingen en praktijken te bekritiseren’, verklaarde Humanist UK-bestuurslid Richy Thompson. ‘Wij geloven niet dat de voorgestelde definitie dat bereikt.’

Ook de conservatieve denktank Policy Exchange is kritisch. Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Sajid Javid en Labour-politicus Khalid Mahmood, het langst zittende islamitische parlementslid van Groot-Brittannië, dringen er in hun pas verschenen rapport bij de regering op aan de APPG-definitie niet over te nemen. In zijn voorwoord schrijft Sajid Javid dat deze definitie de inspanningen op het gebied van terrorismebestrijding schaadt en bovendien dat er ‘via de achterdeur’ een blasfemiewet wordt gecreëerd, omdat ‘legitieme kritiek’ volgens hem ook wordt gecriminaliseerd.

Labour, de Liberal Democrats en de Schotse Conservatieven hebben de definitie van APPG al omarmd, de Conservatieve Partij en de regering nog niet.

Koerdische journalisten opgepakt in Turkije, ook in België politie-invallen

0

In Turkije doet de repressie van Koerdische journalisten weer opgeld. Negen journalisten zijn in Istanbul en Ankara opgepakt. Een terugkerend patroon in Turkije nadat de regerende AKP de verkiezingen heeft verloren. Opvallend is dat er gelijktijdig ook politie-invallen plaatsvonden in pro-Koerdische nieuwsstations in België. Zo meldt de Turkse nieuwssite Bianet.  

De opgepakte journalisten werken allemaal voor oppositiegezinde en/of pro-Koerdische kranten, zoals Yeni Yasam, Özgür Politika en Mezopotamya Agency. In Turkije heeft alleen de pro-Koerdische partij DEM de arrestaties veroordeeld.

DEM liet ook de inval in het Belgische Denderleeuw niet onvermeld. ‘De studios van Sterk TV en Medya Haber TV werden zonder huiszoekingsbevel binnengevallen’ en de Belgische politie zou kantoorspullen en documentatie in beslag hebben genomen. ‘Dit is een aanslag op de persvrijheid. Journalistiek is geen misdaad’, laat de pro-Koerdische partij in een verklaring weten.

Volgens het Belgische VRT Nieuws draait het om een ‘buitenlands onderzoek’ naar de financiering van een terreurbeweging’. Met andere woorden: de financiering van de Koerdische PKK, die op de terreurlijst staat van Turkije, maar ook de VS en de EU.

In Turkije wordt de beschuldiging van ‘terreur’ systematisch ingezet voor persbreidel van Koerdische en andere oppositiegezinde media. In Europa, waar veel Koerdische journalisten naartoe zijn gevlucht en een grote diaspora-gemeenschap leeft, komt dit zelden voor.

Turkije laat haar invloed in Europa, sinds de oorlog in Oekraïne is uitgebroken en het verwante toetredingsproces van Zweden en Noorwegen, steeds meer gelden en wil dat Europa strikter optreedt tegen de Koerdische beweging.

‘De Armeense genocide herhaalt zich in Gaza’

0

Elk jaar op 24 april herdenken Armeniërs de Armeense Genocide van 1915. Dit jaar is de herdenking extra beladen, vanwege de oorlog in Gaza die volgens veel Armeniërs ook een genocide is.

Sinds 7 oktober is de wereld in de greep van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De brute oorlog, die begon met de Hamas-slachting van 1200 Israëliërs, heeft tot een meedogenloze tegenreactie van Israël geleid, die volgens velen genocidaal van karakter is. In de oorlog waar maar geen einde aan komt, zijn al meer dan 30.000 Palestijnen in Gaza omgekomen.

Op 24 april herdenken Armeniërs jaarlijks de Armeense Genocide uit 1915, toen tijdens de Eerste Wereldoorlog anderhalf miljoen Armeense christenen werd vermoord door het Jong-Turkse militaire regime. Het bloedbad in Gaza, 109 jaar later, doet vele Armeniërs aan die gewelddadige episode uit hun eigen geschiedenis denken.

‘Als een volk dat heeft geleden onder genocide weten Armeniërs heel goed wat Israël nu doet in Gaza’, zegt Vartan Estukyan, redacteur bij het Armeens-Turkse weekblad Agos. ‘We kunnen ons heel goed inleven in wat er nu met de Palestijnen gebeurt.’ Hij beschouwt de Israëlische oorlog in Gaza als een genocide. Tegelijk erkent hij de gevoeligheid van het gebruik van deze term en zegt hij dat elk volk het eigen lijden ‘een zweem van uniciteit’ toedicht.

‘Armeniërs beschouwen 1915 als de eerste genocide van de twintigste eeuw, terwijl sommige Joden een stap verder gaan en claimen dat de enige echte genocide de Holocaust was. Beide standpunten lijken me verkeerd, omdat verschillende vernietigingscampagnes onder de noemer genocide kunnen vallen. Niemand kan die term toe-eigenen. Terwijl de Holocaust door de gehele wereld wordt geaccepteerd en veel landen inmiddels de Armeense Genocide erkennen, zal vroeg of laat ook de genocide die nu in Gaza wordt gepleegd door Israël in de geschiedenisboekjes terecht komen.’

Ook voor socioloog Sayat Tekir, actief voor de Turks-Armeense beweging Nor Zartonk (Nieuw Ontwaken) is er een ‘vanzelfsprekende link’ tussen de Armeniërs en de Palestijnen.

‘Armeniërs zijn een volk dat uit hun eigen gebieden is verjaagd’, zegt hij. ‘Wij Armeniërs begrijpen daarom als de besten het lot van de Palestijnen in Palestina en het vluchtelingenbestaan in de Palestijnse diaspora. De Palestijnen worden ook al decennialang van huis en haard verdreven door Israël en zijn nu zelfs slachtoffer van de genocide in Gaza.’

‘Veel Joden spreken zich uit tegen de genocide in Gaza’

Tekir wijst op het collectieve geheugen van volkeren die genocidaal zijn uitgeroeid. ‘Wanneer andere volkeren ook slachtoffer worden van vernietiging, dan roept dat meteen herinneringen op aan de eigen uitroeiing’, legt hij uit. ‘Daarom hebben de gebeurtenissen in Gaza invloed op Armeniërs en laten ze hun stem horen. Wij van Nor Zartonk doen dat ook, omdat we geloven in wat de Palestijnse politica Hanan Ashrawi heeft gezegd. We cannot rely upon the silenced to tell us they are suffering. (We kunnen niet rekenen op degenen die tot zwijgen zijn gebracht om ons te vertellen dat zij lijden.) We moeten de stem zijn van andere onderdrukte volkeren. We moeten de Palestijnse schreeuw om hulp versterken door zelf ook te schreeuwen.’

Maar hoe zit het dan met de Joodse gemeenschap? Zij waren slachtoffer van de Holocaust en andere vervolgingen. En de gebeurtenissen van 7 oktober triggerden bij veel Joden aloude angsten.

‘Ik houd geen enkele Jood verantwoordelijk voor wat er gebeurt in Gaza’, antwoordt Agos-redacteur Estukyan. ‘Mijn verwijt richt zich op de Israëlische staat en zijn supporters. Overigens zou je precies vanwege de Holocaust van Joden kunnen verwachten dat ze dezelfde empathie zouden hebben over het lot van de Palestijnen. En dat gebeurt dan ook gelukkig. Vele Joden spreken zich uit tegen de genocide in Gaza.’

Hamas is niet het Palestijnse volk

Tekir noemt de huidige situatie in Gaza een ‘gruwelijke vorm van ironie’ voor de staat Israël. ‘Het volk, of beter gezegd de staat Israël, die namens het Joodse volk zegt te spreken en zelf slachtoffer is geweest van genocide, pleegt nu zelf een genocide. Dit gezegd hebbende kan ik de burgerslachtoffers die Hamas heeft gemaakt met de slachting op 7 oktober niet onbenoemd laten. Maar Hamas is niet het Palestijnse volk. Toch richt de Israëlische operatie zich tegen nu tegen de gehele Palestijnse bevolking. Dat wordt ook door zelfkritische Israëlische Joden gezegd. Dat zijn Joden die voor vrede en gelijkheid zijn. Het is belangrijk om hen niet te vergeten.’

Activist Max de Ploeg, die een Armeense en Joodse achtergrond heeft, is eveneens zeer begaan met het lot van de Palestijnen. Op 24 april zal hij in gedachten met hen zijn. Niet alleen vanwege de ‘fysieke vernietiging’ van mensen, vertelt hij, maar ook vanwege de culturele genocide die nu plaatsvindt en de historische identiteit van Palestina als Arabisch land dreigt uit te wissen. Dit doet hem denken aan hoe in Turkije de christelijke Armeense cultuur nu grotendeels is verdwenen.

‘Al die universiteiten, bibliotheken, moskeeën en kerken, alles wordt platgebombardeerd en uitgewist door Israël, de gehele infrastructuur maken ze kapot. Natuurlijk doet dit mij denken aan de  manier waarop Turkije de Armeense identiteit in historisch Armenië heeft weggevaagd, door duizenden kerken, scholen, ambachten en fabrieken te verwoesten. In 1948 verwoestte Israël tijdens de Nakba meer dan 500 dorpen, die werden gezuiverd van Palestijnen. Deze geschiedenis herhaalt zich nu in Gaza. Inmiddels zijn de eerste plannen voor het bouwen van Israëlische nederzettingen op de Gazastrook aangekondigd.’

Beruchte uitspraak van Hitler

Daarom staat De Ploeg op 24 april, maar ook op 4 en 5 mei stil bij de huidige vernietiging in Gaza, die grotendeels ontkend wordt door het Westen. ‘Wanneer we ‘nooit meer’ zeggen moet dat principe voor iedereen gelden.’ De Ploeg wijst op een beruchte uitspraak van Adolf Hitler. In 1939, vlak voordat de Duitse legers Polen binnenvielen, zei de Führer tegen zijn officieren dat ze genadeloos moesten zijn. ‘Wie herinnert zich vandaag de nog de vernietiging van de Armeniërs?’, vroeg hij zich retorisch af. De Ploeg: ‘Laten we niet dezelfde fout maken en ook de Palestijnen herinneren. Want anders komt er nooit een einde aan het geweld.’

‘Voor veel Israëliërs komt het bestaansrecht van de staat Israël op nummer 1, zoals bij Turken de Turkse staat altijd nummer 1 is’

De Armeense Genocide wordt door de Turkse staat ontkend. De Ploeg ziet parallellen met Israël, dat nu ontkent een genocide tegen de Palestijnen te plegen. ‘Ze zeggen constant dat ze tegen terroristen vechten en dat ze het recht hebben om zichzelf te verdedigen. Dit lijkt op de retoriek van de Jong-Turken in het Ottomaanse Rijk. Zij zouden in 1915 ook een terroristisch wespennest in Armenië hebben uitgerookt en de daarmee veiligheid van de Ottomaanse staat hebben gegarandeerd. Voor veel Israëliërs komt het bestaansrecht van de staat Israël op nummer 1, zoals bij Turken de Turkse staat altijd nummer 1 is. Beide landen hebben dan ook een sterk etno-nationalistische karakter, waarbij de staat er met name voor één volk moet zijn. In de Turkse propaganda worden Koerden soms ‘Bergturken’ genoemd. De Israëlische propaganda noemt Palestijnen vaak ‘Arabieren’. Het is in beide gevallen staatspropaganda: Turkije en Israël zeggen hiermee dat er maar één volk het legitieme recht op zelfbeschikking heeft, terwijl het andere volk eigenlijk niet bestaat.’

Als het aankomt op Joodse gevoeligheden en historische angsten, beschouwt De Ploeg het bestaan van  Israëlische staat als een vorm van ‘verraad’. ‘Israëlische politici misbruiken de geschiedenis van de Holocaust om kritiek op Israël verdacht te maken, zegt hij, door een claim van slachtofferschap. Maar tegelijkertijd zijn de Israëliërs gekomen als kolonisten en zijn het de Palestijnen die het recht hebben om zich te verdedigen tegen een bezetting. Tevens misbruiken Israëlische politici de joodse religieuze identiteit en de davidster als symbool voor hun staat. Hiermee brengen ze zelf de strijd tegen antisemitisme in gevaar, omdat ze het gebruiken ter legitimering van Israëlisch staatsgeweld. Zo leer je dus helemaal niks uit het verleden. Integendeel, het geweld uit het verleden wordt als propaganda voor nieuw geweld gebruikt, dat weer vijandigheid opwekt. Logischerwijs is het in Israël, als bezettingsmacht, voor Joden juist minder veilig dan elders in de wereld. ’

Nagorno-Karabach

Estukyan wijst nog op een ander, voor veel Armeniërs gevoelig punt als het gaat over Israël: de militaire steun aan Azerbeidzjan in de oorlog om Nagorno-Karabach. De Armeense enclave is sinds het begin van dit jaar officieel opgeheven, na twee verwoestende oorlogen. Meer dan 100.000 Armeniërs hebben eind vorig jaar de enclave onder Azerbeidzjaanse druk verlaten.

‘Die Israëlische steun aan Azerbeidzjan, ook qua militaire inlichtingen, heeft er mede voor gezorgd dat er na 5000 jaar geen enkele Armeniër meer is overgebleven in de enclave. Daarom mag geen Armeniër meer naast de Israëlische staat staan en is er veel meer sympathie voor de Palestijnen’, aldus Estukyan.

Tekir merkt op dat de Armeense sympathie met Palestijnen al langer bestaat. ‘In het verleden hebben Armeense revolutionaire groepen zich zelfs in de vrijheidsstrijd van de Palestijnen gemengd. De historische leider van de PLO, Yasser Arafat heeft zich vaak positief uitgelaten over Armeniërs en erkende de Armeense Genocide. In de strijd voor een democratisch Palestina verklaarde hij de Armeniërs en Palestijnen tot één volk.’

Hij noemt ook de Armeense buurten in Jeruzalem die door Israëlische kolonisten worden bedreigd. ‘Armeniërs worden in hun eigen buurten en woningen belaagd door extreemrechtse Israëlische racisten’, vertelt hij. ‘Ze worden in elkaar geslagen, zoals Palestijnen elke dag worden vernederd op de Westbank. De Israëlische staat wil Jeruzalem volledig homogeniseren en maakt daarbij geen onderscheid tussen Palestijnse moslims of christelijke Armeniërs. Alles moet volgens Israël Joods-Israëlisch worden.’

Volgens De Ploeg legt de ‘Turks-Azerbeidzjaanse-Israëlische’ militaire samenwerking de ‘totale hypocrisie’ van christelijke en rechtse politici in Nederland bloot, die op 24 april de Armeense Genocide herdenken.

‘Ze draven ieder jaar weer op, omdat de slachtoffers van de Armeense Genocide christenen zijn. Over de moslims in Gaza hoor je hen uiteraard niet. Tot zover universele mensenrechten. Maar ook in hun solidariteit met christenen zijn deze politici hypocriet. Want hun liefde voor Israël is zo ver gevorderd dat het hen blind heeft gemaakt voor de Israëlische steun aan Azerbeidzjan en de onderdrukking van Palestijnse christenen en Armeniërs in Jeruzalem door Israël.’ Volgens De Ploeg creëer je juist op deze manier een onveilige geopolitieke situatie. ‘Want deze politici durven hun mond niet open te trekken tegen de staat Israël, die maar zijn gang kan blijven gaan.’

‘Ontkenning is de laatste fase van genocide’

Met welke herdenkingsboodschap willen Estukyan, Tekir en De Ploeg afronden?

Estukyan: ‘Na 109 jaar is er nog steeds Turkse ontkenning. Dit is een groot obstakel voor het voorkomen van nieuwe genocides in de toekomst. Hoewel de Turkse regering harde woorden gebruikt tegen Israël blijven ze met het land handel drijven, waardoor ze medeverantwoordelijk zijn voor de humanitaire ramp in Gaza. We moeten historische en huidige genocides erkennen. Hoe eerder hoe beter. Misschien ben ik een utopist, maar als iemand wiens voorouders zijn afgeslacht kan ik niet anders doen dan dit verwachten van iedereen.’

Herdenking als moment van solidariteit en verbinding

Tekir: ‘Ontkenning is de laatste fase van genocide. Eerst worden mensen uitgemoord en daarna ontkennen daders dat ze iets misdaan hebben. Die ontkenning begint eigenlijk vanaf het eerste moment dat de misdaden bewust gepleegd word, en de daders alles op alles zetten om vervolging te voorkomen. Dus ontkennen ze dat ze iets verkeerd hebben gedaan. Die ontkenning stopt nooit meer als het onderdeel wordt van de nationale identiteit. Dit is bij de meeste genocides het geval, alleen in nazi-Duitsland is het anders gelopen. Vandaag wordt de Armeense Genocide nog steeds ontkend door Turkije en vindt voor de ogen van de wereld een nieuwe genocide plaats in Gaza. Wanneer je geen rekenschap aflegt over je eigen geschiedenis dan zal het geweld voortduren. Turkije heeft dat 109 jaar niet gedaan wat betreft de Armeniërs. En Israël al sinds 1948 niet met betrekking tot de Palestijnen, met alle misdadige gevolgen van dien.’

De Ploeg: ‘Herdenkingen zijn niet alleen belangrijke momenten om te rouwen en de doden te herdenken, maar kunnen hopelijk ook leermomenten zijn en momenten van solidariteit en verbinding tussen groepen. Helaas merk ik dat de Armeense Genocide en de Joodse Holocaust te vaak voor politieke doeleinden wordt ingezet, om te polariseren of de Nederlandse samenleving af te zetten tegen de ‘ander’, de Turk, de moslim. Als je dat doet, dan ben je niet bezig met herdenken en lering trekken, maar met geopolitieke belangen.’

Zo claimt de Nederlandse politiek vaak genoeg ‘joods-christelijk’ te zijn als samenleving, terwijl de Joden in Nederland eeuwenlang zijn gestigmatiseerd, gediscrimineerd en vervolgd, zegt De Ploeg. ‘Met deze geclaimde joods-christelijke identiteit dragen ze impliciet de boodschap uit: we zijn niet-moslim. Door pal achter deze genocide in Gaza te staan polariseren politici de samenleving tegen moslims en iedereen die zich identificeert met het leed van de Palestijnen. Dit brengt ons niet verder. Pas als we tegen alle genocides en vormen van onrecht staan dan pas kunnen we spreken van waardige herdenkingen. Dat kunnen we niet als we selectief zijn en genocides opportunistisch gebruiken als stok om de ander te slaan.’

Erdogan condoleert Armeense gemeenschap zonder genocide te noemen

0

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft ook dit jaar de Armeense gemeenschap gecondoleerd op 24 april. Sinds 2012 doet hij dat ieder jaar, zonder daarbij ‘de tragische gebeurtenissen in 1915’ een genocide te noemen. Zo meldt de Turks-Armeense nieuwssite Agos.

In zijn condoleance groet Erdogan eerst de Armeense patriarch Sahak Masalyan en vervolgens ‘de waardige leden’ van ‘onze Armeense gemeenschap en burgers’.

‘Vandaag eer ik opnieuw de Armeniërs, burgers van het Ottomaanse Rijk, die het leven lieten in de ongunstige omstandigheden veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog, en ik betuig mijn medeleven aan hun nakomelingen.’

In de volgende alinea vraagt de Turkse president ook aandacht voor ‘alle leden’ van de Ottomaanse samenleving die tijdens de Eerste Wereldoorlog stierven, daarbij verwijzend naar ‘opstanden’ en ‘activiteiten van bendes’.

Erdogan herhalt hiermee de gangbare opvatting dat aan het begin van de vorige eeuw in het oosten van het Ottomaanse rijk ‘zomaar’ Armeense opstanden ontstonden, waardoor een ‘verplaatsing’ van de gehele Armeense gemeenschap ‘onvermijdelijk’ was.

In werkelijkheid ging het vaak om daden van verzet tegenover een systematische moordcampagne van het Jong-Turkse regime waarbij meer dan anderhalf miljoen christenen omkwamen. Armeniërs, maar ook Assyriërs, Arameeërs en Pontische Grieken.

‘Het is belangrijk dat we de gebeurtenissen in de geschiedenis behandelen met hulp van de rede, het geweten en de wetenschap, zonder toe te geven aan radicale discoursen, marginalisatie en haatzaaiende taal’, aldus de president in zijn condoleance.

Noorwegen roept andere landen op: ga UNRWA weer financieel steunen

0

Noorwegen dringt er bij andere landen op aan de financiering van UNRWA weer te hervatten. De VN-organisatie in Gaza is volgens de Noorse minister van Buitenlandse Zaken Espen Barth Eide een levenslijn voor de 2,3 miljoen Palestijnen.

Veel westerse landen staakten hun financiële hulp aan UNRWA, vanwege vermeende betrokkenheid van de VN-hulporganisatie bij de gebeurtenissen van 7 oktober. Israël beweerde dat UNRWA-medewerkers deelnamen aan de aanval van Hamas. Onafhankelijke onderzoekers hebben onlangs echter een rapport gepubliceerd, waarin ze gehakt maakten van de Israëlische beschuldigen. En daarom moeten westerse landen UNRWA weer gaan helpen, vindt Noorwegen.

‘De situatie is catastrofaal’, zei de Noorse minister. ‘Gaza ligt in puin. De bevolking heeft aan alles gebrek, en velen lijden honger. De aanwezigheid van UNRWA is ook cruciaal voor de inspanningen van andere humanitaire organisaties in Gaza.’

Duitsland wil de samenwerking met UNRWA daarom ook weer voortzetten, bericht Frankfurter Allgemeine Zeitung. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Samenwerking maakten dit vandaag bekend.

UNRWA speelt een cruciale en momenteel onvervangbare rol bij het verlenen van zorg aan de bevolking van Gaza, aldus de twee ministeries. Wel eist Duitsland dat de VN-hulporganisatie de controle op de invulling van haar posities en het externe toezicht moet verbeteren. Er moet een voortdurende vergelijking van werknemerslijsten met de Israëlische veiligheidsautoriteiten plaatsvinden en een uitbreiding van de interne opleiding.

‘Nederlandse regering liet Papoea’s als een baksteen vallen’

0

Nieuw-Guinea zou tot 1962 een Nederlandse kolonie blijven. Was het een ‘troostprijs’ voor het verloren Nederlands-Indië, waar Nederland tegen beter weten in aan wilde vasthouden? Historici zetten hier hun vraagtekens bij.

Lange tijd was Nieuw-Guinea een ondergeschoven kindje in de geschiedschrijving over het Nederlandse kolonialisme in de Oost, de epiloog van de geschiedenis van Nederlands-Indië. Toen Nederland op 27 december 1949 de soevereiniteit overdroeg aan de Republiek Indonesië werd westelijk Nieuw-Guinea daarbuiten gehouden. Nederlanders zouden Nieuw-Guinea als kolonie willen behouden, omdat ze de Indonesische onafhankelijkheid ervoeren als een trauma. Maar klopt deze traumathese wel?

Historicus Bart Stol, die over de dekolonisatie van Nieuw-Guinea een proefschrift schreef, betoogt dat deze these op een misverstand berust. ‘Je moet de Nederlandse koloniale politiek vergelijken met die van andere koloniale mogendheden: het Britse Rijk, Frankrijk en België’, vertelt hij. ‘Na de Tweede Wereldoorlog zie je dat de Britten en Fransen zich gaan richten op de naar westerse maatstaven nog erg ‘onderontwikkelde’ kolonies die ze in de decennia daarvoor maar weinig aandacht hadden gegeven, met als doel hen op te stoten in de vaart der volkeren.’

‘Begin jaren vijftig dachten we dat we nog jaren in Nieuw-Guinea zouden blijven’

Daarnaast is Nieuw-Guinea etnisch en geografisch heel anders dan de rest van Indonesië, vervolgt Stol. ‘Dat idee leefde al voor de oorlog in Nederland en Indië.’ Dat Nieuw-Guinea buiten de soevereiniteitsoverdracht van 1949 werd gehouden was dus niet primair ingegeven door ‘irrationele’ motieven zoals frustraties over het verlies van Indië. Er waren hier – zeker volgens de logica die toen gold – goede argumenten voor. Aanvankelijk was er internationaal gezien ook veel steun voor het Nederlandse koloniale beleid in Nieuw-Guinea. Maar uiteindelijk zijn de Verenigde Staten van mening veranderd, mede omdat in Nederland de publieke opinie veranderde. Veel Nederlanders wilden geen oorlog met Indonesië riskeren. De Verenigde Staten waren toen niet meer bereid om Nederland te steunen. En ook omdat ze bang waren dat Indonesië in het kamp van de Sovjet-Unie zou belanden, dat president Soekarno met moderne wapens steunde.’

Thuisland voor Indische Nederlanders

De motieven van Nederland om in 1949-1962 aan Nieuw-Guinea vast te houden, hadden te maken met moraal – de paternalistische wens om de Papoea’s ‘opvoeden’ en ‘ontwikkelen’. Het kolonialistische idee van White Man’s Burden. Daarnaast ging het om eigenbelang: Nederland wilde een voet aan de grond hebben in Zuidoost-Azië. Economische motieven waren van ondergeschikt belang, aldus Stol. ‘Nederlands Nieuw-Guinea was juist een kostenpost.’ Een laatste argument was dat Nieuw-Guinea een nieuw thuisland kon worden voor Indische Nederlanders die niet meer welkom waren in Indonesië, maar niet naar Nederland wilden. ‘Begin jaren vijftig dachten we dat we nog jaren in Nieuw-Guinea zouden blijven. We hadden nog tientallen jaren de tijd om de Papoea’s klaar te stomen voor zelfbeschikking. Maar het werden uiteindelijk slechts dertien jaren.’

Een andere historicus die veel over Nieuw-Guinea weet is Karel Davids, tot zijn emeritaat hoogleraar Economische en Sociale Geschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Eerder dit jaar verscheen zijn boek Een laat koloniaal experiment. Hollandia, Nieuw-Guinea, 1944-1962. Centraal in zijn boek staat Hollandia, het huidige Jayapura, dat tot 1962 de hoofdstad van de Nederlandse kolonie was. ‘Nederlands Nieuw-Guinea was geen Nederlands-Indië in het klein, en Hollandia was geen Batavia (het huidige Jakarta, red.)’, vertelt hij. ‘In Batavia was er een samenleving van trappetjes, van strikt gescheiden bevolkingsgroepen. Dit was ook vastgelegd in wet- en regelgeving. Maar in Hollandia was dat niet zo. Het bestuur maakte onderscheid tussen de verschillende groepen – Europeanen, Aziaten en Papoea’s – maar Aziaten en Papoea’s hadden niet per definitie een lagere positie. Dat was een groot verschil met buurland Papoea-Nieuw-Guinea, op dat moment een kolonie van Australië. Daar was racisme vastgelegd in de wet. In de praktijk was er natuurlijk wel ongelijkheid en helaas ook racisme, maar Papoea’s konden opklimmen in de hiërarchie, doorstromen naar hogere functies. Het laatste hoofd van het plaatselijke bestuur (hpb) was een Papoea.’

Auto’s, huishoudelijke spullen en de bioscoop

In zijn boek kijkt Davids naar de rol van christelijke zendelingen en missionarissen, die actief waren in de binnenlanden. ‘Dankzij hun schooltjes steeg de geletterdheid snel. Ook waren ze bezig met het opzetten van een gezondheidszorg. Ze waren er vaak eerder dan het Nederlandse bestuur. In korte tijd veranderde er veel.’ Voor grote veranderingen zorgden ook de Papoea’s die in Hollandia waren geweest en de moderniteit daar proefden: auto’s, huishoudelijke spullen, de bioscoop. ‘Dit zorgde soms voor spanningen onder de Papoea’s onderling. Jongeren wilden geen gearrangeerd huwelijk meer, maar trouwen met iemand waar ze verliefd op waren. Het Nederlandse bestuur was bang dat de Papoea-cultuur ontwricht zou worden en trapte daarom op de rem.’

Kaart uit 1916 met stoombootverbindingen in Nederlands-Nieuw-Guinea. Beeld: Wikipedia

Het Nederlandse koloniale bewind werkte aan een beleid van ‘papoeanisering’. Papoea’s kregen in de loop van de jaren vijftig steeds meer zeggenschap. Eerst werden er dorpsraden ingesteld, daarna streekraden. In 1961 ten slotte stelde Nederland de zogenoemde Nieuw-Guinea Raad in, dat fungeerde als het vertegenwoordigende bestuur van de kolonie. De raad was bedoeld als voorbereiding voor een onafhankelijke Papoeastaat.  Er kwam ook een eigen Papoeavlag, de Morgenster en een volkslied, Hai Tanahku Papua (O, mijn land Papoea). De Nieuw-Guinea Raad stond wel onder de Nederlandse regering.

‘We zijn niet Aziatisch, zoals de Javanen, Sumatranen en Balinezen’

Vicevoorzitter van de Nieuw-Guinea Raad was Nicolaas Jouwe (1923-2017). Hij was ook de ontwerper van de Morgenster, die nu nog steeds fungeert als de vlag van West-Papua. Zijn zoon Nico Jouwe herinnert zich van Nieuw-Guinea vrijwel niets, omdat hij nog geen drie jaar oud was toen het gezin Jouwe naar Nederland moest vluchten. Maar hij legt uit dat voor de Papoea’s het Nederlandse regime heel anders was dan voor de Indonesiërs. ‘Wij Papoea’s hebben een andere geschiedenis dan Indonesië en horen een andere toekomst te hebben. We zijn geen Indonesiërs, maar een ander volk. We zijn niet Aziatisch, zoals de Javanen, Sumatranen en Balinezen, maar verwant aan de Melanesiërs.’

Onderaan de koloniale ladder

Het koloniale bewind op Nieuw-Guinea was heel anders, vervolgt hij. ‘Nederland heeft Indonesië 350 jaar lang onderdrukt. Denk aan het Cultuurstelsel en de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Nederland was pas veel later actief op Nieuw-Guinea. De kolonisatie verliep daar op een andere manier. Er was nauwelijks sprake van onderdrukking. Het Nederlandse koloniale bewind trad alleen op tegen stammentwisten die het gebied soms ontregelden. Het kolonialisme op Nieuw-Guinea was moreel. Natuurlijk, er was ook een schaduwkant, er was racisme. Mijn vader was getrouwd met een Indische vrouw. Dat vonden veel mensen not done. En natuurlijk stonden wij als Papoea’s onderaan de koloniale ladder, onder de Nederlanders, Indonesiërs en Molukkers. Maar tegelijkertijd was er ook een andere kant. Nederland was van plan om ons uiteindelijk zelfbeschikking geven. De Nederlandse militairen die in 1962 Nieuw-Guinea hebben verdedigd tegen Indonesische infiltraties hebben het idee dat de politiek hen en de Papoea’s hebben verraden. De Nederlandse regering heeft ons Papoea’s na 1962 als een baksteen laten vallen.’

Davids. ‘Als het aan Nederland had gelegen dan was Nieuw-Guinea nog zo’n tien jaar een Nederlandse kolonie gebleven en was het land daarna onafhankelijk geworden. Dat is niet gebeurd, omdat de Verenigde Staten Nederland dwongen Nieuw-Guinea aan Indonesië over te dragen.’

Indonesië zit niet te wachten op een onafhankelijk West-Papua en drukt separatisme de kop in. Het hijsen van de Morgenster is in Indonesië verboden. Maar voor het Nederlands elftal juichen mag wel. ‘Dat is eigenlijk ook een daad van verzet’, zegt Jouwe.

dK-panel: kunnen we nog gezamenlijk herdenken?

0

De Nationale Dodenherdenking op 4 mei is dit jaar extra beladen vanwege de oorlog in Gaza en vindt plaats onder strenge veiligheidsmaatregelen. Kunnen we in dit gepolariseerde klimaat nog wel gezamenlijk herdenken? We vroegen het onze panelleden.

Emine Öncü, kinderboekenschrijver en godsdienstdocent

‘Laten we het verleden niet met het heden verwarren. Wat voor kwaad schuilt er in het herdenken van mensen die veel hebben geleden onder de omstandigheden van die tijd? Herdenkingen en andere ceremonies weerspiegelen de waarden van een gemeenschap. Het brengt de samenleving samen. Het heeft geen zin om de fouten van vandaag aan het verleden te wijten. We hebben ceremonies nodig die de samenleving verenigen. We hebben misschien verschillende ideeën, maar van tijd tot tijd moeten we leren om met onze verschillen om te gaan. Wij moeten naast elkaar kunnen staan. Laten we samen nadenken terwijl we degenen herdenken die ooit leefden en hun leven verloren als gevolg van verkeerde beslissingen.

‘Aan de andere kant moeten we natuurlijk leren van het verleden, zowel politiek als sociaal, en bouwen aan onze toekomst. We weten allemaal hoe pijnlijk oorlogen zijn. Maar we weten ook dat degenen die nu oproepen tot vrijheid en democratie oorlogen steunen. Ik wil staatshoofden en politici het volgende vragen: stel je voor dat je sterft in een oorlog, stel je voor dat je kinderen, kleinkinderen en al je dierbaren sterven. Wat voel je? Stel je voor dat al je dierbaren tijdens de oorlog honger lijden en dat de verzonden hulp je dierbaren niet bereikt. Doet je hart pijn? Laten we samenkomen voor de herdenking en laten we nadenken over de oorlogen nu zijn.’

Jakob de Jonge, kunstenaar

‘Ik denk dat het steeds moeilijker wordt. Dat is te wijten aan mensen die polarisatie aanwakkeren in de maatschappij. Voornamelijk nu de Israël-lobby in Nederland en politieke partijen – van links tot rechts – sympathiseren met Israël. Zij doen op dit moment erg hard hun best om iedereen die zich verzet tegen Israëls genocide in Gaza de mond te snoeren. Dat doen zij door de Holocaust en hun schijnheilige strijd tegen antisemitisme in te zetten als middel om het maatschappelijk protest tegen deze genocide te delegitimeren.

‘Ook de Dodenherdenking wordt op dit moment cynisch politiek uitgebuit ten bate van Israël. Dit proces is niet onschuldig maar legt de bijl aan de wortel van onze democratie en vrijheden: het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting. We glijden door de zogenaamde strijd tegen antisemitisme razendsnel af naar repressie van iedereen die door rechtse groepen wordt gehaat zoals linkse mensen, moslims en iedereen die kritisch nadenkt.

‘Je moet antisemitisme bestrijden, niet politiseren. De Dodenherdenking had al veel eerder breder getrokken moeten worden dan de Tweede Wereldoorlog. Ook moet het zich vooral richten op de vraag: hoe voorkomen we massamoorden vandaag de dag? Ik vind het extreem hypocriet hoe onze politici tegenwoordig overal maar herdenkingen bezoeken, zoals in Srebrenica, Rwanda en voor de Armeniërs, terwijl ze tegelijkertijd medeplichtig zijn aan oorlogen en genocide. Hierdoor worden de herdenkingen een farce, een lege huls, een politiek middel. Er heerst een totale onverschilligheid en minachting voor Palestijnse mensenlevens onder Nederlandse politici. En zij staan dan vooraan op 4 mei. Ik vind het weerzinwekkend door zulke lieden geregeerd te worden.’

‘Er heerst een totale onverschilligheid en minachting voor Palestijnse mensenlevens’

Dimple Sokartara, communicatieadviseur

‘Het is nooit verkeerd om de doden gezamenlijk te herdenken. Het is waardig om mensen die voor vrijheid hebben gestreden en er niet meer zijn te herinneren. Het probleem is dat bij de Nationale  Dodenherdenking ook Nederlanders worden herdacht die bijvoorbeeld in Indonesië hebben gevochten. Was dat ook vrijheid? Nee, dat was koloniale onderdrukking. Waarom moeten we misdadigers herdenken? Dat maakt 4 mei voor mij een lastige kwestie.

‘Ook de huidige discussie over Palestina raakt me. Ik vind dat we ook de vrijheidsstrijd van het Palestijnse volk moeten herdenken. Waarom kunnen we niet een minuut stilstaan voor hen? Het is heel dubbel als sommigen worden herdacht en anderen niet worden gezien. Zo zaai je met herdenkingen tweedracht, in plaats van verbinding. Exact datgene wat je niet wil op 4 mei.’

Mostafa Hilali, militair

‘Het is niet een kwestie van kunnen, we moeten gezamenlijk herdenken. 4 mei is nou eenmaal officieel de herdenking van de oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de omgekomen soldaten in militaire operaties daarna. Maar in gedachten kan je herdenken wie je wil. Ik ben bijvoorbeeld bij mijn oom, die deels in Europa en deels in Noord-Afrika heeft meegevochten in de Tweede Wereldoorlog.

‘De behoefte om te verbreden snap ik overigens wel. Maar laten wie die dag elkaar geen verbaal en emotioneel geweld aan doen. Er is elk jaar wel discussie of deze of gene groep herdacht moet worden. Nu draait het om demonstraties vanwege de strijd in Palestina. Ik geloof niet dat je daarmee sympathie kweekt. Ik geloof in overleg en dialoog. Als jij als Palestina-activist bijdraagt aan een waardige herdenking op 4 mei, kunnen groepen die zich gekwetst voelen wellicht een wederdienst doen door bijvoorbeeld gezamenlijk een datum te kiezen voor een herdenking van de slachtoffers in Palestina.

‘Voor oudere generaties overheerst wellicht het gevoel dat er over 4 mei niet valt te onderhandelen’

‘Voor oudere generaties overheerst wellicht het gevoel dat er over 4 mei niet valt te onderhandelen, maar we moeten ook ons verstand gebruiken. Ik geloof in afspraken maken met mensen die terecht respect en waardigheid willen op 4 mei. Als zij dat respect ook kunnen opbrengen voor Palestijnse slachtoffers op een andere datum dan komen we verder als maatschappij. Anders is de eis van een ‘waardige herdenking’ slechts een drogreden.’

Ahmed Abdillahi, postbezorger

‘Ik probeer op 4 mei altijd twee minuten in acht te nemen, als de omstandigheden het toelaten. Ik ben stil en denk aan gruwelijke beelden van oorlogsslachtoffers, waar dan ook ter wereld. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik er echt moeite mee heb dat tijdens de Dodenherdenking alleen wordt gefocust op de Nederlandse slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog en de oorlogen daarna. Het moet echt breder getrokken worden, want zo blijft het iets voor witte Nederlanders onderling. Wanneer we dat kunnen organiseren en alle oorlogsslachtoffers erbij kunnen halen, dan kunnen we echt van een gezamenlijke herdenking spreken.

‘Ja, ik begrijp dat oudere generaties mijn woorden als kwetsend kunnen ervaren. Daarvoor bied ik ook meteen mijn excuus aan. Maar we moeten op zo’n belangrijke dag ook eerlijk zijn. Ik verwacht niet dat er verandering komt onder de groep oudere Nederlanders. Het is aan de volgende generaties om de Dodenherdenking toekomstbestendig te maken. Neem nou al die Afrikaanse bootvluchtelingen die zijn verdronken op de Middellandse Zee. Hoe kan je Afrikaanse jongeren meenemen – die de overzeese passage wel hebben overleefd – in de Dodenherdenking? De huidige herdenking spreekt hen op dit moment totaal niet aan. Er moet daarom ruimte komen voor nieuwe geluiden.’

Ruben Arnhem, docent

Foto: Ruben Arnhem

‘Natuurlijk kunnen wij nog samen op 4 mei herdenken en op 5 mei de vrijheid vieren. Al drie jaar bekleed ik een functie waarmee ik een krans mag leggen bij een 4 mei-herdenking. Dit jaar heb ik zelfs mijn vakantie ervoor uitgesteld. Dit omdat ik het belangrijk vind dat wij stilstaan bij al het leed dat moest plaatsvinden voordat ons land in mei 1945 bevrijd werd. Een moment om de oorlogsslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog uit het toenmalige Koninkrijk der Nederlanden te herdenken. En ook de slachtoffers die daarna vielen tijdens oorlogs- en vredesoperaties waarbij Nederland betrokken was.

‘Zie het als een eerbetoon aan de mensen die ervoor hebben gezorgd dat wij vandaag in vrijheid kunnen leven’

‘Zie het ook als een eerbetoon aan de mensen die ervoor hebben gezorgd dat wij vandaag in vrijheid kunnen leven. Iets wat niet overal in de wereld vanzelfsprekend is. Daarom vind ik het onbegrijpelijk dat enkele activisten zich hebben aangemeld om op 4 mei te demonstreren, naar aanleiding van de situatie in Gaza. We hebben een demonstratierecht, maar op 4 mei willen demonstreren vind ik een gebrek aan fatsoen. Het doet mij denken aan Amerikaanse activisten die regelmatig demonstreren bij begrafenissen van omgekomen militairen. Ontzettend misplaatst.’

Ibrahim Özgül, ondernemer en bestuurder

‘4 mei is belangrijk. Je bewijst dan de laatste eer aan onschuldige mensen die op een misdadige manier uit het leven zijn gerukt. Natuurlijk worden ook missies herdacht met een twijfelachtige status, zoals koloniale oorlogen. Niettemin zijn genoeg mensen die onschuldig zijn overleden. En ook zijn er genoeg Nederlanders die ons land wilden beschermen. Laten we niet focussen op de boeven en rovers, die kunnen we overslaan. Laten we twee minuten stilstaan voor de onschuldige slachtoffers van oorlogen.’

Leontine Vreeke, salesmanager

‘Gezamenlijk herdenken is juist in tijden zoals deze noodzakelijk. Elkaar opzoeken, verbinden en elkaar niet los laten.

‘Als ik de media en sommige politieke partijen mag geloven, dan zijn er enorme spanningen tussen moslims en Joden in Nederland. Maar alle vredesinitiatieven dan? Moskeeën die samenwerken met synagogen en de Joodse gemeenschap? En Joden die zich uitspreken tegen het geweld van Israël in Gaza? Dit blijft allemaal onderbelicht. Levert dit geen clickbaits op? Geen interessante televisie? Willen kiezers geen genuanceerd verhaal horen?

‘In de Provinciale Staten van Zuid-Holland zijn er enkele partijen die zich uitspreken tegen antisemitisme, maar vervolgens Nederlandse moslims aanwijzen als de zondebok. De reflex om voor een groep op te staan en meteen een andere groep te demoniseren heb ik nooit begrepen.

‘We moeten weten dat er een stille meerderheid was die wegkeek toen een groep werd buitengesloten’

‘Laat het duidelijk zijn: elke vorm van racisme en discriminatie is verwerpelijk, dus ook antisemitisme. En juist daarom moeten we nu samen stilstaan bij de Holocaust en ook bij wat daaraan voorafgegaan is. We moeten weten dat er een stille meerderheid was die wegkeek toen een groep werd buitengesloten, die niet ingreep toen ze werden ontmenselijkt. Als we de mechanismen kennen, kunnen we ze ook herkennen. Om vervolgens niet nog een keer dezelfde fout te maken. ‘Nooit meer Auschwitz’ betekent antisemitisme bestrijden, maar ook islamofobie tegengaan. In dezelfde handeling, met dezelfde woorden. Dus samen herdenken? Ja. Juist nu.’

Anastasia Kroupkina-Ferber, filmmaker

‘We kunnen zeker samen herdenken. Dat is belangrijk, omdat het een stukje menselijkheid is om dankbaarheid te tonen aan onze voorouders. Zij hebben letterlijk voor onze vrijheid moeten vechten. Daar gaat een enorme kracht
vanuit. En dat we daar met z’n allen staan, is verbindend. Iedereen wil groei en ontwikkeling meemaken.

‘Maar 4 mei is ook een moment om even te stoppen met alles en tot bezinning te komen. Juist met al onze verschillen. Het is een moment om dankbaar te zijn voor wat we hebben. Tegenwoordig verhuizen mensen makkelijk van de ene naar de andere plek. Nederland is een land met verschillende culturen, maar we hebben één ding gemeen: dat wie hier en nu op dezelfde aarde wonen. Dat moeten we ons realiseren. Wij mensen van verschillende komaf maken samen de plek waar we wonen. En hoewel sommigen onder ons hier nog nieuw zijn, maken wij met zijn allen Nederland. Dat betekent ook waardering en bewustzijn voor de geschiedenis van Nederland. Vragen we ons wel eens af wat hier allemaal is gebeurd, als nieuwkomers? Is er historisch besef onder deze groep? Ik denk dat dat wel beter kan.’

Gouverneur Istanbul verbiedt herdenking Armeense Genocide

0

De districtsgouverneur (vali) van Istanbul heeft een publieke Armeense herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Armeense Genocide verboden. De Turkse Mensenrechtenassociatie zal ter vervanging op dezelfde dag een persconferentie geven met de titel ‘Erken, Verontschuldig en Herstel’.  Zo meldt de Turkse nieuwssite Bianet.

Het event, georganiseerd door het Platform Herdenkingen 24 April, was gepland in Kadiköy, het Aziatische deel van Istanbul. Op 24 april 1915 (tijdens de Eerste Wereldoorlog) begon de Armeense genocide met de arrestatie van tweehonderd Armeense notabelen in Istanbul die later bijna allemaal zouden worden vermoord. Daarna zouden in een jaar tijd anderhalf miljoen Armeniërs, Assyriërs, Arameeërs en Pontische Grieken worden uitgemoord door het Jong-Turkse regime.

Het besluit van de gouverneur (die door de Turkse president Erdogan wordt benoemd) is in lijn met de toenemende repressie van minderheden, journalisten en activisten in Turkije sinds 2015, toen het vredesproces met de Koerdische PKK mislukte en een jaar later een mislukte couppoging plaatsvond. Sindsdien pakt de regering Erdogan bijna ieder met een afwijkend standpunt op, met name Koerden en Gülenisten die van ‘terrorisme’ worden beschuldigd.

De Turkse Mensenrechtenassociatie veroordeelt het verbod, meldt Bianet. Naast het bovengenoemde vervangende event van de mensenrechtenorganisatie op 24 april, vindt vanavond het debat ‘Genocide: Waarom is erkenning noodzakelijk?’ plaats, georganiseerd door het Platfrom ‘Stop Racisme en Nationalisme’ bij Nostalji Cafe (district Sisli).

Joodse gemeenschap viert Pesach

0

De Joodse gemeenschap viert een week lang Pesach, het lentefeest dat ook wel ‘Joods Pasen’ wordt genoemd. Bij Pesach, Hebreeuws voor ‘overslaan’, staat de bevrijding van 210 jaar aan slavernij onder de Egyptische farao centraal.

Joden geloven dat de uittocht (exodus) uit Egypte, na eeuwenlang gebruikt te zijn aan als slaven door de Egyptische farao, met de hulp van profeet Mozes en God is gelukt. Volgens de Torah moest dat zo snel mogelijk gebeuren, alvorens de farao van gedachte zou veranderen, en nam men daarom halfbakken, ‘ongerezen’ brood mee. Matzes. Volgens religieuze voorschriften mogen er deze week geen gistproducten gegeten worden.

Op Netflix is sinds kort de nieuwe driedelige documentaire Testament: The Story of Moses te zien, waarin het verhaal over de exodus wordt verteld.

De burgemeester van Arnhem, Ahmed Marcouch, heeft een draadje op sociale media gewijd aan Pesach.

‘Laten wij onze joden Chag Pesach Sameach wensen, vrolijk Pesach,’ schrijft hij. ‘Het frappeert mij altijd zo – als jochie aan de lippen van de meester al – dat aanvankelijk niemand de kar wilde trekken, ook Mozes niet. Een brandend braambos, een opdracht van God en maar liefst tien rampzalige plagen moesten er volgens de boeken aan te pas komen. Anno nu vieren vrije mensen met volle teugen het feest van de exodus.’

Amerikaanse universiteit geeft alleen online college, vanwege Palestina-demonstraties

0

Studenten aan de Columbia University in New York krijgen online college. De reden? Er zijn veel spanningen op de universiteit, nadat de politie vorige week pro-Palestijnse demonstranten had gearresteerd.

In een verklaring zei rector Nemat Minouche Shafik dat de collegebankjes in Columbia University voorlopig niet gevuld worden. Studenten moeten online hun colleges bijwonen. Ook hekelde de rector antisemitisch taalgebruik en intimiderend gedrag, die volgens haar onlangs op de campus hadden plaatsgevonden. ‘Deze spanningen zijn uitgebuit en versterkt door individuen die niet verbonden zijn met Columbia en die naar de campus zijn gekomen om hun eigen agenda’s na te streven’, aldus de rector. Daarom heeft de universiteit nu een ‘reset’ nodig.

De politie arresteerde afgelopen donderdag honderden pro-Palestijnse demonstranten. De rector had de politie toestemming gegeven om studenten weg te jagen die zich op de campus in een kampement hadden verschanst. De activisten demonstreerden tegen de Israëlische bombardementen op Gaza, die nu aan meer dan 34.000 Palestijnen het leven hebben gekost.

Maandagnacht maakte de politie opnieuw een einde aan een protest op Columbia en arresteerde enkele studenten.