20 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 3

Raoul White: ‘Verschillen mogen bij GroenLinks-PvdA’

0

Tweede Kamerlid Raoul White heeft zich de afgelopen twee jaar ingezet voor een beter, socialer en inclusiever Nederland. Hij wil meer aandacht voor Caribisch Nederland en kwetsbare wijken. Om Nederland écht beter te maken, moet GroenLinks-PvdA straks meeregeren, stelt hij. ‘En natuurlijk dat we de grootste worden.’

Sinds november 2023 zit Raoul White in de Tweede Kamer voor GroenLinks, in de gezamenlijke GroenLinks-PvdA-fractie. Omdat er op 29 oktober weer parlementsverkiezingen zijn, is de eerste periode nogal kort geweest. Toch heeft White in die periode niet stilgezeten. ‘Ik heb een sterk team opgebouwd en verschillende zaadjes geplant. Sommige zaadjes zitten nog in de grond, maar anderen beginnen al te bloeien.’

Wat heeft u kunnen doen, in de ruim anderhalf jaar dat u lid bent van de Tweede Kamer? Had u niet veel meer willen doen?

‘Het is inderdaad een korte rit tot nu toe, omdat het kabinet is gevallen en we weer verkiezingen hebben, maar dat wil uiteraard niet zeggen dat we de afgelopen tijd niks gedaan hebben. Integendeel. Ik heb me snel ingewerkt om het parlementaire handwerk onder de knie te krijgen en vanaf dag één geprobeerd resultaat te boeken. Tegelijkertijd ben ik ook bezig geweest om op langere termijn het verschil te maken. Dus ja, het voelt alsof we pas net begonnen zijn, maar ik ben trots op wat er al ligt. We hebben echt een duidelijk geluid neergezet.’

‘Ik wil dat echt iedereen in Nederland meedoet’

Wat is dat geluid?

‘Werk moet lonen. Mensen moeten meer overhouden aan het eind van de maand. En iedereen verdient een dak boven het hoofd. Dat zijn de basisvoorwaarden voor bestaanszekerheid. Ook mensen in kwetsbare wijken, die het nu vaak het moeilijkst hebben. Ik wil dat echt iedereen in Nederland meedoet. Dat is voor mij de kern van linkse politiek.’

U heeft de portefeuille leefbaarheid en veiligheid. Wat doet u daarin?

‘In 2022 maakte het demissionaire kabinet een doorstart met het programma om de leefbaarheid en veiligheid van twintig kwetsbare gebieden te verbeteren. De landelijke overheid werkt hier samen met lokale overheden, buurtbewoners en lokale partners. Ik ben iedere vrijdag in het land te vinden en ga naar de wijken die vallen onder het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Daar spreek ik met bewoners, politie, woningcorporaties, maar ook met kleine ondernemers. Die laatsten zijn vaak cruciale schakels in de wijk: ze sponsoren de voetbalclub of hockeyvereniging en ze zijn een aanspreekpunt voor jongeren. Hen probeer ik te verbinden aan de woningcorporaties en de politie. We moeten de sociale samenhang herstellen in buurten waar de criminaliteit dreigt de overhand te nemen.

‘Kleine ondernemers zijn vaak cruciale schakels in de wijk’

‘Laatst was ik in Heerlen, een gemeente waar nog veel ruimte is om te bouwen. We bespraken om hier meer woningen voor verschillende inkomensgroepen te bouwen. Dat idee heb ik ook bij minister Mona Keijzer neergelegd. Zij heeft ook toegezegd bij de woningbouw meer in te zetten op diversiteit in prijssegmenten. Dus niet alleen sociale huur of alleen dure koopwoningen, maar gemengd. Hierdoor breng je de weerbaarheid terug in die wijken.’

U vertelde net dat u samenwerkt met ondernemers in de wijken. Nu associeer ik GroenLinks-PvdA niet met ondernemerschap. Hoe zit dat?

‘We zijn als GroenLinks-PvdA juist heel erg voor ondernemerschap. Ondernemers, vooral micro- en kleine ondernemers, zijn belangrijk voor onze samenleving. Het verschil met de VVD is dat wij vinden dat grote bedrijven de samenleving meer tegemoet mogen komen. Als je miljoenen verdient, dan mis je die paar tientjes niet. Maar mensen onderaan de streep voelen elk tientje. We vragen de grote bedrijven daarom om aan social return te doen, om bij te dragen aan de samenleving waar ze winst uit halen.

‘Het moet wel aantrekkelijk blijven om te ondernemen’

‘Tegelijkertijd willen we hen niet ‘uitkleden’, zoals rechts vaak roept. Het moet wel aantrekkelijk blijven om te ondernemen. We zeggen alleen: iedereen draagt zijn steentje bij. Dat is sociaal én realistisch.’

U zet zich ook in voor het slavernijverleden. Wat heeft u daarin bereikt?

‘Ik heb op donderdag 2 juli een motie ingediend om van Keti Koti een nationale feestdag te maken. De minister staat daar positief tegenover en wil een onderzoek naar de implementatie van mijn voorstel. Dat is een mooie stap vooruit, maar ik hoop echt dat het voor 1 juli 2026 geregeld is.

‘Daarnaast heb ik aandacht gevraagd voor hoe het slavernijverleden in het onderwijs wordt behandeld. Slavernij heeft tegenwoordig een verplichte plek in het geschiedeniscurriculum, maar scholen mogen zelf bepalen hoe ze het invullen. Ik vind dat er meer toezicht moet komen op de kwaliteit en inhoud, en dat de schoolinspectie hierop moet controleren. Scholen mogen dit onderwerp niet in vijf minuten afraffelen. Het onderwerp moet serieus genomen worden.

‘Het slavernijverleden is geen ‘verdienmodel’, wat PVV-Kamerlid Peter van Haassen in juni tijdens het commissiedebat over het slavernijverleden beweerde. Zijn uitlatingen getuigen van een totaal gebrek aan historisch en moreel besef. Mensen zijn gedehumaniseerd en verscheept, verhandeld, verkracht en vermoord. Ze waren geen modellen, maar mensen van wie hun naam werd afgepakt. Deze geschiedenis heeft nog steeds doorwerking in het heden.’

In mei was u op werkbezoek in Caribisch Nederland. Wat trof u daar aan?

‘In mei was ik op Bonaire, bij afvalverwerkingsbedrijf Selibon. Wat ik en mijn collega-Kamerleden aantroffen, was ronduit schrijnend. We zagen huizen die hermetisch afgesloten zijn, vanwege de giftige rook. Maar hierdoor komt er ook maar heel weinig zuurstof in die huizen. We spraken met een bewoner wiens hond heel ziek was geworden door de omstandigheden. Dat raakt je.

‘Samen met de andere Kamerleden die met mij op reis waren, heb ik een motie ingediend die het kabinet oproept om per direct actie te ondernemen. Dat is gelukt. Links én rechts dienden het voorstel in. Dit is een belangrijk succes voor mij, dat laat zien dat samenwerking over de partijen heen heel goed mogelijk is als je laat zien hoe de situatie echt is.

‘Inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten mogen niet stemmen voor de Tweede Kamer’

‘Mijn collega Mpanzu Bamenga (D66) en ik hebben ook aandacht gevraagd voor het democratisch tekort. De inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten mogen niet stemmen voor de Tweede Kamer, omdat hun eilanden autonoom zijn. Tegelijkertijd beslissen we in Den Haag wel over hun belastingen en de defensie. Dat is scheef. Dit democratisch tekort moet worden opgelost.’

U heeft ook een motie aangenomen gekregen over inclusief ondernemerschap. Wat houdt die in?

‘We willen dat het kabinet geld vrijmaakt voor vrouwelijke ondernemers en ondernemers met een migratieachtergrond. Nu gaan subsidies en investeringen te vaak naar, met alle respect, witte mannen van middelbare leeftijd. Maar als je een diverse economie wilt, moet je daarin ook investeren. Die motie is aangenomen, en daar ben ik trots op.’

En u bent dus nog lang niet klaar?

‘Zeker niet. Ik heb net een wetswijziging aangenomen gekregen om een BSN-systeem in te voeren op de eilanden, zodat jongeren uit het Caribisch deel van het koninkrijk eenvoudiger in Nederland kunnen studeren. Dat is nu nog ontzettend omslachtig. Ook in de zorg is dat BSN cruciaal. En na het reces wil ik werk maken van digitale infrastructuur voor de eilanden. Die moet echt beter.’

GroenLinks-PvdA zit nu in de oppositie, maar wil graag weer regeren. Vindt u dat een goed idee?

‘We willen graag dat het weer de goede kant opgaat met Nederland. Wij hebben een helder verhaal: bestaanszekerheid, duurzaamheid, kansengelijkheid. We willen verantwoordelijkheid nemen en Nederland eerlijker maken. Als je kijkt naar wat er nu gebeurt — een radicaal-rechts kabinet dat fundamentele rechten ondermijnt — dan is het des te belangrijker dat wij als links blok duidelijk laten zien wat ons alternatief is. En ja, ik hoop dat we straks kunnen meeregeren. En natuurlijk dat we de grootste worden.’

Maar bent u niet bang dat GroenLinks-PvdA het nu voor zichzelf moeilijker maakt, met de motie van Kati Piri over het niet meer willen leveren van defensiewapens aan Israël? Volgens journalist Marcel ten Hooven was dit strategisch gezien geen slimme zet, omdat voor dit voorstel geen Kamermeerderheid is en GroenLinks-PvdA hiermee rechts én de middenpartijen tegen zich in het harnas jaagt.

‘We moeten als GroenLinks-PvdA onze achterban vertegenwoordigen. Op het congres stond ongeveer 80 procent van de mensen achter onze motie. Ook de linkse kiezer is het met ons eens. En kiezers in het midden geven we duidelijkheid over wat onze beargumenteerde keuzes zijn. Met deze motie wilden we voor het juiste kiezen.’

Een vocale groep verontruste PvdA’ers, gegroepeerd in ‘Rood Vooruit’, had ook kritiek op de motie-Piri. Hoe kijkt u, als GroenLinkser, tegen deze groep? En hoe kijkt u aan tegen de radicale vleugel van GroenLinks, die meer van de getuigenispolitiek en het actievoeren is?

‘In een verenigd links geluid geloof ik sterk. We moeten een duidelijk verhaal hebben tegenover de rechtse wind die door dit land waait. Natuurlijk zijn er verschillen tussen PvdA en GroenLinks, maar we hebben veel meer gemeen dan mensen denken. Binnen de partij moet ruimte zijn voor debat, dat zie ik als kracht, niet als zwakte. Maar uiteindelijk bepalen de leden samen de koers, via congressen en referenda.

‘Mensen die belangrijk zijn geweest voor de partij moeten zich ook thuisvoelen’

Dat er debat is binnen de nieuwe partij, is een goede zaak. Want inhoudelijke verschillen mogen er zijn. Tegelijkertijd moeten we wel met elkaar in gesprek blijven en niemand loslaten. Ik vind dat mensen die belangrijk zijn geweest voor de partij zich ook nu moeten thuisvoelen.

Je kunt de fusie tussen GroenLinks en PvdA misschien wel vergelijken met een huwelijk: je hebt soms meningsverschillen, maar je gaat niet meteen scheiden. We willen geen PVV zijn, waar één man de koers bepaalt. Wij zijn een ledenpartij. De meerderheid bepaalt, maar we zijn ook een partij voor diverse minderheden. En juist die diversiteit, in kleur én ideeën, maakt ons sterker.’

Trump ontslaat ruim 1.300 medewerkers van Buitenlandse Zaken

0

Het Hooggerechtshof heeft een eerdere blokkade opgeheven, waardoor president Trump ambtenaren massaal kan ontslaan. Vrijdag verloren ruim 1.300 medewerkers van Buitenlandse Zaken hun baan.

Trump wil fors snijden in het overheidsapparaat. Al in januari gaf hij federale instanties opdracht om werknemers die niet als essentieel waren aangemerkt, te ontslaan. Destijds gebeurde dat nog onder het Department of Government Efficiency (DOGE), onder leiding van Elon Musk.

De eerste ontslagronde is inmiddels aangekondigd. Afgelopen vrijdag liet het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken weten dat meer dan 1.300 medewerkers hun baan verliezen. In totaal zullen uiteindelijk zo’n 3.000 van de 18.700 medewerkers worden ontslagen, meldt Trouw.

Dat dit tot nu toe niet gebeurde, komt door felle maatschappelijke tegenstand. Een coalitie van vakbonden, non-profitorganisaties en andere groepen spande een rechtszaak aan tegen de regering-Trump. Volgens hen mochten massaontslagen niet zonder goedkeuring van het Congres. Deze redenatie was voor districtsrechter Susan Illston aanleiding om de plannen te blokkeren. Het Hooggerechtshof ziet dat anders en heeft de eerdere blokkade opgeheven, waardoor de weg vrij is voor de ontslagen.

Raad van State geeft vóór 8 september advies over strafbaarstelling illegaliteit

0

Minister Van Weel heeft de Raad van State om advies gevraagd over het strafbaar stellen van illegaliteit. Dat advies komt vóór 8 september en weegt mee in de behandeling in de Eerste Kamer.

De belangrijkste vraag bij het strafbaar stellen van illegaliteit is of ook de hulp aan illegale migranten uit medemenselijkheid strafbaar kan zijn. De Raad van State kijkt daar deze zomer naar en wil voordat politici weer aan het werk gaan, met een advies komen, zo meldde de Volkskrant.

De SGP, die voor het wetsvoorstel stemde in de Tweede Kamer, overweegt tegen te stemmen in de Senaat als hulp aan illegale migranten strafbaar wordt gesteld. Het was dan ook de SGP die aandrong op een advies van de Raad van State, wat ongebruikelijk is als een wet al door de Tweede Kamer is behandeld. Ook andere christelijke partijen hebben moeite met het strafbaar stellen van humanitaire hulp. Deze hulp wordt vaak verleend door religieuze instellingen, zoals kerken. Het advies van de Raad van State kan daardoor erg belangrijk worden.

De Eerste Kamer kan alleen de gehele wet verwerpen. Als er geen draagvlak is voor het strafbaar stellen van hulp aan illegale migranten, zal dit een afwijzing van de Asielnoodmaatregelenwet betekenen.

Niet de eerste keer

Het is overigens niet de eerste keer dat het strafbaar stellen van illegaliteit op tafel ligt in Den Haag. In 2013 deed de VVD een wetsvoorstel met gelijke strekking. Toen werd nadrukkelijk vermeld dat hulp aan illegale migranten niet strafbaar was. Ook mochten illegale migranten nog steeds noodzakelijke hulp ontvangen. Toch kwam deze wet er toen niet doorheen. Dit kwam door weerstand van coalitiepartner PvdA. Ook was er toen al veel kritiek vanuit de samenleving. Op 1 april 2014 werd het voorstel, dat ook in het regeerakkoord van Rutte II werd genoemd, ingetrokken.

Ruim 30 doden bij geweld tussen druzen en bedoeïenen in Syrië

0

In de Zuid-Syrische stad Sweida zijn meer dan 30 mensen gedood in een geweldsescalatie tussen druzen en bedoeïenen, zo meldt Al Jazeera. Eerder dit jaar vielen in april en mei ook al doden, toen door geweld tussen druzen en de nieuwe veiligheidsdiensten.

Volgens het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken zijn er ten minste 30 mensen gedood, onder wie een kind. Verder raakten nog eens 100 mensen gewond. De snelweg tussen Damascus en Sweida is afgesloten vanwege het geweld.

De autoriteiten sturen soldaten om de situatie te de-escaleren, zeggen ze. Maar niet iedereen is daar gerust op. De laatste keer dat de nieuwe machthebbers troepen stuurden voor ‘de-escalatie’, toen in Noordwest-Syrië, eindigde in een bloedbad, waarbij 1500 mensen omkwamen.

Het onderzoek naar die massamoord, dat de nieuwe machthebbers hadden beloofd, moet nog plaatsvinden.

Tussen de druzische minderheid (700.000) en de nieuwe islamistische machthebbers botert het ook niet. Israël, waar ook druzen leven, bemoeit zich in toenemende mate met het sektarische conflict. Druzische afscheidingsbewegingen, dichtbij de Israëlisch-Syrische grens, worden openlijk gesteund door Netanyahu en zijn regering.

Applaus voor de werkbijen van onze democratie

Mis je het niet, de politiek? Het is zonder twijfel de vraag die ik het meest krijg, sinds ik in 2021 afzwaaide als Kamerlid. Mijn eerlijke antwoord: nee, meestal mis ik het niet. De urenlange debatten, de soms nachtelijke stemmingen, de dikke dossiers mee naar huis, de telefoon die altijd aanstaat. Altijd klaar om ergens wat van te vinden, mocht de pers bellen. Niet voor niets zei mijn man op de dag dat ik afscheid nam van de Kamer: ‘Welkom terug!’ Hij had me inderdaad vaak moeten missen. En zelfs als ik thuis was, was ik vaak nog met werk bezig.

Ik herinner me dat ik tijdens mijn sollicitatiegesprek met de kandidaatstellingscommissie de vraag kreeg: ‘Waarom lijkt het je leuk om Kamerlid te worden?’ Ik moest er even over nadenken. Ik antwoordde dat het me niet per se leuk leek, maar wel belangrijk. Want politiek is niet per se altijd leuk. Maar, om met wijlen Els Borst te spreken, veel te belangrijk om alleen aan mannen over te laten.

Leuk was het inderdaad niet altijd. Nare mails, felle persoonlijke aanvallen, het op de vrouw in plaats van op de bal spelen: het hoort er blijkbaar allemaal bij. ‘Moet je maar een dikke huid kweken’, luidde het advies van een oudgediende toen ik als ‘brugpieper’ eens mijn beklag deed over die verruwing. Normaal ben ik die haatmails nooit gaan vinden. Maar eraan gewend raakte ik wel.

Voor u nu denkt dat ik spijt heb van mijn jaren in de Kamer: absoluut niet! Geen seconde. Het is een van de meest eervolle banen ter wereld, om gekozen volksvertegenwoordiger te mogen zijn, en een bijdrage te mogen leveren aan een betere wereld, hoe bescheiden ook.

Maar die betere wereld lijkt helaas in de dagelijkse politieke praktijk soms ver te zoeken. Te vaak gaan debatten niet over het vinden van oplossingen voor problemen, maar over de politiek zelf, over elkaar de schuld geven. Vaak staat dat vingerwijzen een oplossing zelfs in de weg. Want het is tegenwoordig een stuk makkelijker om aandacht te krijgen voor een probleem dan voor een oplossing. Ook in de media.

Gelukkig zijn er ook Kamerleden die laten zien dat het anders kan

Een goed – of liever gezegd slecht – voorbeeld daarvan was de berichtgeving over de komst van een asielzoekerscentrum in Zwolle. ‘Zwolse gemeenteraad stemt ondanks bezoek Wilders voor komst azc’, luidde de kop op Nos.nl. In het bijbehorende item kreeg de giftige hitserij van Wilders volop de ruimte. Veel minder aandacht was er voor de demonstranten die juist vóór de komst van het centrum waren. ‘Geef haat geen kans’, stond er op hun borden.

In plaats van makkelijke oneliners en zondebokpolitiek, waarin de leiders van partijen ter rechterzijde van het politieke spectrum grossieren, zijn er gelukkig ook Kamerleden die laten zien dat het anders kan. Die niet meegaan in de waan van de dag, maar de inhoud consequent vooropstellen. Zij bewijzen dat politiek ook constructief kan zijn, zelfs in deze gepolariseerde tijden. Ze krijgen alleen lang niet altijd de aandacht die ze verdienen.

Ik maak een diepe buiging voor deze onvermoeibare werkbijen van onze democratie. En wat vaak wordt vergeten: achter al deze harde werkers staan medewerkers die niet zelden meerdere Kamerleden tegelijk ondersteunen. Om nog maar te zwijgen over alle griffiers, bodes, beveiligers, commissiemedewerkers en al die anderen die ervoor zorgen dat de volksvertegenwoordigers hun werk kunnen doen.

Als er iets is dat ik mis aan Kamerlid zijn, dan zijn zij het wel. Dus de volgende keer dat u weer een nachtelijk debat of een hoofdelijke stemming voorbij ziet komen, denk dan even aan die onzichtbare helden dankzij wie alles op rolletjes loopt. Want zelfs als de wereld in brand staat, zorgen zij ervoor dat de stemmingsbel rinkelt, de koffie klaarstaat, het gebouw schoon en veilig is, de debatten op tijd kunnen beginnen en u de verslagen na afloop netjes terug kunt lezen op de website. En dat is toch best een applausje waard.

Nieuwe hulpboot op weg naar Gaza

0

Opnieuw is er een boot met hulpgoederen onderweg naar Gaza. De ‘Handala’ vertrok zondag vanaf de kust van Sicilië. Het is de tweede hulpboot in anderhalve maand. Op de vorige boot, de Madleen, zat ook de Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg. Die werd echter tegengehouden door het Israëlische leger en bereikte Gaza niet.

De hulpcoalitie voor Gaza laat zich niet uit het veld slaan en stuurt opnieuw een boot vanuit Italië, dit keer met ongeveer vijftien mensen aan boord. Bij vertrek zwaaien ze met Palestijnse vlaggen en roepen luid ‘Free Palestine’. Aan boord zijn ook medicijnen, voedsel en spullen voor kinderen, meldt nieuwsdienst AFP. De reis naar Gaza duurt ongeveer een week.

Onderweg wordt gestopt in Gallipoli, aan de Turks-Egeïsche kust, waar twee Franse activisten aan boord zullen gaan.

Intussen gaat de genocide in Gaza onverminderd door, met dagelijks tientallen Palestijnse doden. Israël voert intensieve bombardementen uit, terwijl de onderhandelingen met Hamas ondertussen doorgaan. Palestijnse Nederlanders op sociale media maken zich grote zorgen over hun familieleden in het gebied, onder wie de overlever Abed Al-Qader Al-Attar, die lange tijd zelf ook vastzat in Gaza.

Hij deelt een screenshot van het appverkeer met zijn zus. ‘Ik maak me de hele tijd zorgen om hen, ik ben bang, mijn hart is bij hen… Elke minuut voelt als een jaar. We horen over een staakt-het-vuren, en dan weer over bombardementen… Er is geen veiligheid’, schrijft hij op LinkedIn.

Hij kan zijn zus niet geruststellen met appjes. ‘Waar moeten we naartoe?’ schrijft zij wanhopig.

Geen andere taal nodig dan Engels

0

Mijn broer zei dat hij zich hier niet meer thuis voelt. Als hij naar de stad gaat, is er niemand meer die Nederlands spreekt. De medewerkers van winkels spreken Engels. In eigen land zijn we vreemden geworden, redeneert mijn broer.

Heeft het zin gehad om op de middelbare school andere talen dan Engels te leren? Duits is mooi. En ook wel te begrijpen. Maar ik durf het nauwelijks te spreken. En over Frans hoeven we het helemaal niet te hebben. Dat zijn vier weggegooide jaren. Spreken lukt sowieso niet. De Fransman praat alsof hij haast heeft. Daar begrijp je geen jota van. Ik durf niet in het Frans met mijn Franse neven te praten. Met de eerste generatie ooms lukte dat wel. ‘Ça va? Ça va. Ça va toi? Ça va bien. Bon.’

De Duitser haalt allang zijn neus niet meer op voor het Engels. De Fransman ziet ook dat het ancien régime voorbij is en past zich aan.

Om in Europa te leven, heb je geen andere taal meer nodig dan het Engels. In Nederland ook niet. De intolerantie van de Nederlander tegenover de vreemdeling die geen Nederlands spreekt, maar alleen Turks, Arabisch, Dari, Pashtun of Tigrinya, smelt terstond wanneer de Nederlander ziet dat de vreemdeling Engels spreekt. Het steenkolenengels wordt uit de kolenkit gehaald en er begint een gesprek.

Niemand spreekt beter steenkolenengels dan Mark Rutte

Over steenkolenengels gesproken: niemand spreekt dat beter dan Mark Rutte. Zijn in het Nederlands gevormde gedachten rollen in het Engels uit zijn mond.

De intolerantie van de Nederlander voor de vreemdeling die geen Nederlands spreekt, is tot op zekere hoogte wel begrijpelijk. Voor communicatie is een gezamenlijke taal nodig.

Ook ik spreek steenkolenengels. En het wordt steeds beter, omdat ik anders mijn patiënten niet voldoende kan helpen. Mijn patiënten zijn niet Bri ish. Het zijn Oost-Europeanen die aardig Engels spreken. Als we elkaar maar begrijpen. Grammatica en klank zijn niet belangrijk. Voor ons beiden is het een vreemde taal.

Expats, de arbeidsmigranten met hogere lonen, die dit land overspoeld hebben, claimen feitelijk dat we Engels met ze moeten praten. Dat doen wij dan maar braaf. Stiekem stralen ze ook uit dat ze sommige gebruiken hier maar vreemd vinden, en dat ze wereldburgers zijn en zich niet hoeven aan te passen aan die gebruiken. Dat vinden we maar best. Want ze spreken Engels.

Ook dit jaar preek tegen Gülen-sympathisanten in Turkse Diyanet-moskeeën

In Turkije en via de Diyanet-moskeeën in Europa blijven politiek en religie sterk met elkaar verweven. Aan de vooravond van de herdenking van de couppoging op 15 juli richten Turkse imams in Europa zich in hun vrijdagpreken opnieuw tegen Gülen-sympathisanten. Dat is te zien in meerdere versies van de vrijdagpreek (hutbe).

‘Het is alweer negen jaar sinds ons glorieuze verzet tegen de valstrikken van de verraders. We hebben ze uitgeschakeld met Allahs genade, de veerkracht van onze staat en de moed van onze geliefde natie’, staat in de preken die vandaag in Turkije worden gehouden.

De harde woorden zijn gericht tegen Gülen-sympathisanten, die worden uitgemaakt voor ‘FETÖ-terroristen’ – een term die buiten de Turkse invloedssfeer niet wordt gebruikt. Ze worden zonder uitzondering beschuldigd van de mislukte couppoging van 15 juli 2016.

‘Die nacht stonden we schouder aan schouder, man en vrouw, jong en oud, hand in hand tegen de interne en externe vijanden die het gemunt hadden op onze onafhankelijkheid en onze toekomst’, luidt het in de Turkse preek.

De islamitische religie wordt vervolgens direct verbonden met de politiek geïnspireerde couppoging, waarvan nog steeds onduidelijk is wat er precies is gebeurd. Een parlementair onderzoek daarnaar werd tegengehouden door de partijen AKP en MHP.

‘Het verraad van 15 juli heeft ons laten zien dat authentieke religieuze kennis, gebaseerd op de Koran en de Soenna, onmisbaar is. In de Hadith die ik aan het begin van mijn preek voorlas, waarschuwt onze geliefde Profeet (vrede zij met hem) ons als volgt: ‘Ik heb jullie twee dingen nagelaten, en zolang jullie je daaraan vasthouden, zullen jullie nooit afdwalen. Dit zijn: het Boek van Allah en de Soenna van Zijn Profeet.”

Opvallend is dat in de preken van Turks-Nederlandse Diyanet-moskeeën een afgezwakte vorm van deze haatretoriek tegen Gülen-sympathisanten wordt gehanteerd. De scherpe kanten, zoals hierboven beschreven, zijn weggelaten. De couppoging komt pas aan het einde van de preek aan bod. Maar ook daar wordt nog steeds een verband gelegd tussen ‘religieuze kennis’ als bescherming tegen staatsgrepen door ‘misbruikers van religie’ en ‘dwaallichten’.

‘… de mensen die het snelst misleid kunnen worden, zijn degenen die niet genoeg kennis hebben over de waarheid van de islam. Daarom moeten we in Turkije wetenschappelijk en intellectueel voorbereid zijn op bewegingen die de eenheid en het voortbestaan van onze natie hebben aangevallen, zoals op 15 juli.’

In de Nederlandse versie wordt ‘FETÖ’ niet genoemd, maar in de preek wordt nog steeds nadrukkelijk afstand genomen van Gülen-sympathisanten.

Frankrijk en VK ruilen migranten in nieuwe deal

0

One in, one out – zo heet de nieuwe migratiedeal die Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk deze week sloten tijdens een tweedaagse top. Voor elke illegale migrant die Frankrijk terugneemt, wordt een nieuwe migrant uitgenodigd.

De Britse premier Keir Starmer en de Franse president Emmanuel Macron kwamen deze week met een nieuw plan, dat vooral bedoeld is om de levensgevaarlijke overtocht in bootjes over het Kanaal te ontmoedigen.

Alleen vluchtelingen die nog niet hebben geprobeerd het VK met de boot en op illegale wijze te bereiken, maken kans om te worden uitgenodigd. Zij moeten bovendien een reële kans hebben op een verblijfsvergunning in het land.

In ruil voor elke teruggestuurde migrant zal het VK een asielzoeker uit Frankrijk opnemen die persoonlijke binding met Groot-Brittannië heeft, zoals familieleden die er al wonen. Mensen die het VK illegaal binnenkomen, worden direct in detentie geplaatst.

Naast het feit dat deze overeenkomst vooral over aantallen gaat – en de verhalen van mensen buiten beschouwing laat – is er ook de vraag of Frankrijk wegkomt met de deal. Frankrijk moet zich namelijk houden aan de Europese migratieregels. Migranten die worden teruggestuurd naar Frankrijk, moeten in veel gevallen terug naar het eerste Europese land van aankomst. Dat deze landen niet zijn meegenomen in de overeenkomst is problematisch, meldt NRC.

Frankrijk en het VK trekken, ondanks de Brexit, steeds vaker samen op. Sinds de oorlog in Oekraïne is het besef gegroeid dat ze op elkaar zijn aangewezen. Tijdens de top spraken beide landen ook af om nauwer samen te werken op het gebied van hun nucleaire arsenaal. Het zijn de enige twee Europese landen met kernwapens.

Akwasi: ‘Als zwart persoon is jezelf zijn al een daad van verzet’

In zijn nieuwste boek, Brieven aan Anton de Kom, lucht de Amsterdamse muzikant, schrijver en directeur van Omroep ZWART Akwasi Owusu Ansah (1988) zijn hart bij de beroemde Surinaamse verzetsstrijder Anton de Kom. Wat wil hij hem vertellen?

De beroemde Afro-Amerikaanse schrijver James Baldwin richtte zijn brieven aan zijn nichtje, Ta-Nehesi Coates schreef ze aan zijn zoon, jij schrijft aan Anton de Kom (1898-1945). Waarom?

‘Baldwin en Coates waren niet direct de inspiratiebronnen voor mijn brieven, hoewel ik hun werk natuurlijk erg waardeer. Mijn brieven waren het resultaat van jarenlange overpeinzingen. En ik richtte ze tot Anton de Kom omdat deze Surinaamse verzetsstrijder de enige gesprekspartner is. Hij begrijpt mij. Hij begrijpt hoe het is om te worden verguisd. Om telkens te horen dat je moet oppleuren naar je eigen land. De Kom was de enige met wie ik kon spreken over deze onderwerpen. Daarom schreef ik hem mijn brieven. Hij zette zich in voor gelijkheid en gelijkwaardigheid. Die twee dingen moet je natuurlijk wel onderscheiden, maar beiden zijn fundamenteel voor een rechtvaardige samenleving.’

Wat heeft Anton de Kom ons vandaag de dag te zeggen?

‘Voor mij is zijn gedachtegoed nog altijd levend. In het boek distilleer ik vier levenslessen uit zijn nalatenschap. Voor mij vormen die lessen een soort levensfilosofie, net als de vier natuurelementen: vuur, water, lucht en aarde.’

‘Hij begrijpt hoe het is om te worden verguisd’

Wat zijn die levenslessen?

‘Wees moedig. Wees gevreesd. Wees geliefd. En wees verstandig. Soms moet je je tanden laten zien, strijdvaardig zijn. Maar tegelijk is het belangrijk om je verstand te gebruiken, en niet alleen je hart. Die balans, dat is wat ik via hem heb meegekregen.’

‘Wees gevreesd’ klinkt niet per se als een positieve oproep…

‘Ik bedoel dat je gevreesd moet zijn bij diegenen die het onrecht in stand houden. Dat vergt vuur, durf en wijsheid.’

Wat heb jij Anton de Kom te vertellen?

‘Ik ben geboren in 1988, hij is van 1898. We schelen 90 jaar, de leeftijd van een willekeurige opa. Ja, het gaat op papier beter met Nederland dan in zijn tijd. Maar gaat het écht beter? Daarover wilde ik met hem in gesprek. Dat is de kern van het boek.’

Je schrijft ergens aan het begin van je boek: ‘Gewoon jezelf zijn zonder restricties als zwart mens is de grootste vorm van verzet die ik me kan voorstellen.’ Wat bedoel je hiermee?

‘Het klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Jezelf zijn, zonder maskers op te zetten, is voor een zwart persoon een daad van verzet. Er is altijd druk om je aan te passen. Om ‘mee te doen met de rest’. Iedereen eet pizza en jij wilt stamppot. Durf je dat?

Het gaat niet alleen over eten natuurlijk. Het gaat over je identiteit, je overtuigingen, je waarden. Kun je echt kiezen wat bij jou past? Of laat je je leiden door de massa?

”Niet iedereen kan die vrijheid nemen. Maar wie het wél doet, strijdt op z’n manier voor gelijkwaardigheid.’

Akwasi

In het boek staat nog een andere opvallende zin: ‘Ik zal dekoloniseren tot de dood.’ Wat bedoel je daarmee?

‘Ik doe niets anders dan James Baldwin, Martin Luther King, Nelson Mandela of Marcus Garvey deden. Of Adriaan van Dis, wat dat betreft. We leven met een koloniale erfenis – in ons denken, in onze instituties. Die scheve balans moeten we blijven rechtzetten.’

En dat ‘tot de dood’?

‘Voor mij betekent dat: ik zal mijn hele leven strijden voor gelijkwaardigheid. Dat klinkt radicaal, maar het is simpelweg mijn toewijding aan een rechtvaardige wereld. En ja, dat zal ik blijven doen, tot mijn laatste adem. Het is niet iets wat ik ‘erbij’ doe. Het ís mijn leven.’

Je vertelt ook veel over jezelf. Bijvoorbeeld over de toespraak die je hield op de Dam, op 1 juni 2020. Hoe kijk je op deze toespraak terug?

‘Mijn uitspraak, dat ik Zwarte Piet een trap zou verkopen, werd uit zijn verband gerukt. Natuurlijk bedoelde ik dat niet letterlijk. Iedereen die mij kent, weet dat ik geen strafblad heb, geweldloos ben en altijd probeer het gesprek aan te gaan met anderen. Maar nu werd ik door veel media geframed als de ‘angry Black man’, als een oproerkraaier. Niemand nam de moeite om contact met mij op te nemen voor wederhoor. Het zegt veel over hoe we in Nederland omgaan met zwarte stemmen die zich krachtig uitspreken. Het was ‘a trial by media’ wat mij overkwam. Het voelde in zekere zin als een soort digitale lynching.’

Over lynchen gesproken, je verwijst in je boek naar de beruchte Willie Lynch Letter. Wat voor brief is dat eigenlijk? En is het een hoax?

‘Het zou een speech uit 1712 zijn, die plantage-eigenaar William Lynch hield voor een wit publiek, waarin hij hen uitlegde hoe je tot slaaf gemaakten onder de duim kon houden.

‘Wees moedig. Wees gevreesd. Wees geliefd. En wees verstandig’

‘Ik hoorde rond 2010 voor het eerst over deze brief. Wat erin staat is heel pijnlijk en heel waar. Zo zijn zwarte mensen inderdaad eeuwenlang behandeld door slaveneigenaren. Maar mogelijk is de brief een hoax, omdat er historische onnauwkeurigheden en inconsistenties in staan. Maar waar of niet, het gevoel dat uit deze brief spreekt, de verdelende strategie tegenover tot slaaf gemaakten, die raakt aan een diepere realiteit. Sommige documenten zijn niet feitelijk ‘waar’, maar wel moreel of historisch raak.’

Op 1 juni 2020 zei je dat je niet in de Nederlandse politiek gelooft, omdat er geen politici zijn die op je lijken, die zwart zijn. Is er sindsdien niet veel veranderd?

‘Niet echt. Kijk bijvoorbeeld naar dit extreemrechtse kabinet. De invloed van mensen met een migratieachtergrond is nog steeds marginaal. Natuurlijk zijn er lichtpuntjes. Sylvana Simons die namens BIJ1 ruim twee jaar in de Tweede Kamer zat, de excuses voor de slavernij. Maar fundamenteel is er weinig veranderd. De sleutelposities in de politiek en in de media zijn nog steeds in handen van witte mensen. Hier en daar heb je een zwart Kamerlid of een zwarte columnist, maar dat is het dan. Omroep Zwart probeert daar onder andere verandering in te brengen. Dat is waar ik nu mijn energie in steek.’

Heb je zelf geen politieke ambities, bij deze of gene partij? In je boek las ik dat je benaderd bent voor BIJ1.

‘Voor mij is het belangrijk om mezelf te kunnen zijn. En dat kan ik beter in de media dan in de politieke arena. Natuurlijk spreek ik mij ook uit over politieke en maatschappelijke zaken, maar ik doe dat liever op het podium waar ik het beste tot mijn recht kom. Ik ben niet uit op politieke macht. Het gaat mij om invloed. Niet dat ik een influencer ben, maar ik kan mensen wel beïnvloeden.

‘Als zwart persoon  heb je drie keer minder kans om te worden aangenomen voor een functie dan als wit persoon’

‘Het is jammer dat er geen geluid zoals BIJ1 meer is in de Tweede Kamer. In 2023, toen ik in Zuid-Afrika was voor een documentaire, ben ik door een witte vrouw benaderd om het lijsttrekkerschap van BIJ1 te overwegen, omdat Sylvana Simons was opgestapt en de partij een nieuw charismatisch gezicht nodig had. De witte dame onderhandelde niet officieel namens BIJ1, maar was een soort broker. Ik zei meteen tegen haar dat het lijsttrekkerschap niets voor mij was. Maar ik ben ook iemand die openstaat voor gesprekken, dus ik heb het even laten bezinken. Toch heb ik uiteindelijk ‘nee’ gezegd.’

En als BIJ1 je nu zou vragen? Waarschijnlijk wordt Edson Olf weer de nieuwe lijsttrekker, is mijn inschatting, maar de partij heeft nog geen knoop doorgehakt.

‘Dan zou ik nog steeds nee zeggen. Ik wil niet in de politiek. Ook niet voor GroenLinks-PvdA of voor een andere partij. Dat hoofdstuk is voor mij gesloten. Mijn plek is nu bij Omroep Zwart. Daar kan ik impact maken.’

Hoe verhoudt Omroep Zwart zich tot andere organisaties van de zogenaamde ‘zwarte zuil’? Denk aan BIJ1, The Black Archives, NiNsee, enzovoort.

‘Die organisaties zijn geen monoliet. Er is onderlinge herkenning, ja, maar geen structurele samenwerking. Iedereen voert zijn eigen strijd, op zijn eigen terrein. En dat is oké.’

In je boek noem je veel helden, maar bijna allemaal zijn ze zwart: De Kom, Garvey, Malcolm X, Mandela, Beyoncé… Heb je ook helden die niet zwart zijn? Soekarno bijvoorbeeld? Mohamed Abdelkrim Al-Khattabi of Tupac Amaru?

‘Dat zijn allemaal indrukwekkende figuren, die je noemt. Maar voor dit boek heb ik bewust gekozen om me te richten op helden uit Afrika en de Afrikaanse diaspora. Afrika wordt in de westerse media nog steeds te vaak weggezet als arm, zielig en hulpbehoevend. Maar er gebeurt zóveel daar. Weet je dat er in Afrika 54 landen zijn? Dat weten de meeste mensen in Europa niet eens. Afrika heeft een jonge bevolking en een bruisende dynamiek. Het is een continent met toekomst. Dat verhaal wil ik vertellen.’

Je voelt veel woede in je boek. Terecht ook. Maar je schrijft ook dat het niet altijd tactisch is om die woede te uiten. Hoe doe je aan emotieregulatie?

‘Je moet jezelf ontluchten. Vroeger had je die oude gaskachels, die moesten af en toe ontlucht worden, anders ging het mis. Zo werkt het ook met emoties.

‘Ik zoek uitlaatkleppen. Dat doe ik via de muziek, via schrijven en het voeren van goede gesprekken. Woede is geen probleem – het probleem is wat je ermee doet.’

Je hebt stevige kritiek op de hypocrisie in Nederland. Is het beter als witte mensen hun racisme openlijk tonen, in plaats van het wegstoppen? Of leidt dat juist tot polarisatie?

‘Dat is een moeilijke vraag. Je moet de vinger op de zere plek kunnen leggen en racisme benoemen. Want racisme bestaat en het is structureel. Er zijn genoeg onderzoeken die aantonen dat je als zwart persoon drie keer minder kans hebt om te worden aangenomen voor een functie dan als wit persoon. Als we dat blijven ontkennen, dan verandert er niks. Dus ja, ik heb liever dat we de pijn benoemen dan dat alles wordt weggemoffeld.’