23.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 128

Wie wordt de nieuwe president van Iran?

0

De kandidaten die de komende twee weken zullen strijden voor het presidentschap in Iran zijn bekend. De keuze is tussen conservatief, ultraconservatief en bij wijze van uitzondering: één reformist. Wat betekent dit voor de nabije toekomst in Iran?

Op woensdag 12 juni gingen de campagnes van start. Op 28 juni, over twee weken, vinden de vervroegde verkiezingen plaats, vijftig dagen nadat de voormalige president Ibrahim Raisi omkwam bij een helikopterongeluk. Iraniërs raakten in de dagen na het ongeval in de ban van de machtswisseling. Niet alleen vanwege het perspectief van een nieuwe president, maar ook omdat de opperste leider, de stokoude Ali Khamenei niet lang meer te leven heeft.

Komkommers uit dezelfde tuin

Volgens Maaike Warnaar, Irandeskundige en universitair docent aan de Universiteit Leiden, moeten we niet al te veel rekenen op een echte verandering. ‘Wie er nu president wordt of Khamenei opvolgt maakt eigenlijk niet zoveel uit. De macht ligt bij een netwerk aan mensen die gelijke belangen hebben. Dit is de groep mensen die in de jaren tachtig de islamitische revolutie steunden. Uit deze groep valt nog wel even te putten.’

Dit machtssysteem houdt zichzelf goed in stand

In 1979 werd de islamitische republiek gesticht, onder leiding van Ruhollah Khomeini. De opperste leider van het land moet een jurist zijn die de principes van de sjiitische islam kende en kon vertalen in wetgeving. Deze leider wordt gekozen door de Raad van Experts, een raad van 88 rechtsgeleerden die op hun beurt door het volk worden gekozen. Ook de president wordt door het volk gekozen. Dit lijkt op een democratisch proces, maar dat is het niet. Kandidaten kunnen zich pas verkiesbaar stellen als ze gescreend en goedgekeurd zijn door de Raad van Hoeders, een raad van twaalf rechtsgeleerden. En de helft van deze Raad van Hoeders wordt weer benoemd door de Opperste Leider. 

‘Dit machtssysteem houdt zichzelf goed in stand’, zegt Warnaar. Hoewel er van tijd tot tijd een progressieve president aan de macht is, is dit niet het soort progressief zoals we dat in het westen kennen, en zullen deze leiders het idee van een islamitische regime niet ondermijnen. ‘Er zijn uiteraard verschillen tussen personen, maar deze blijven altijd bestaan binnen de marges van de islamitische staat. Of je nu Raisi als president hebt of zijn voorganger Rouhani, die gematigder was en een nucleaire deal sloot met het Westen, het zijn komkommers uit dezelfde tuin’, zegt de Leidse docent. 

Steeds minder progressieven

Bovendien is de machtsbasis van het regime in de laatste jaren gekrompen en zijn de verschillen tussen de kandidaten steeds kleiner geworden. Sinds de protesten die uitbraken na de dood Mahsa Amini, die door de zedenpolitie was opgepakt en gemarteld, is het regime strenger geworden. Waar de politieke geschiedenis van Iran zich kenmerkte door een afwisseling van progressieve en conservatieve presidenten, waait er nu al enkele jaren een conservatieve wind in Iran en wordt de poule waaruit de nieuwe leiders worden gerekruteerd steeds kleiner. ‘Er is weinig kans dat dit gaat veranderen’, zegt een Irandeskundige uit Irak, die liever anoniem blijft. ‘Twee jaar geleden zijn de laatste progressieven verdwenen uit de politiek. Nu heb je de conservatieven en de gematigde conservatieven.’

Warnaar spreekt van conservatieven en ultraconservatieven, maar doelt op hetzelfde. De kandidaten die nu zijn goedgekeurd door de Raad van Hoeders verschillen ideologisch gezien niet veel van elkaar. De huidige parlementsvoorzitter Mohammad-Bagher Ghalibaf, de voormalig nucleair onderhandelaar Saeed Jalili, burgemeester van Teheran Alireza Zakani, voormalig minister van Binnenlandse Zaken Mostafa Pourmohammadi en de huidige vice-president Amirhossein Ghazizadeh-Hashemi worden door Iraanse media beschreven als conservatief of ultra-conservatief. Een aantal van hen heeft een dubieuze reputatie. Zo zat bijvoorbeeld Pourmohammadi in dezelfde ‘commissie des doods’ die in 1988 duizenden Iraniërs naar de galg stuurde. De kansrijke Jalili is een uitgesproken voorstander van de zedenpolitie en de harde aanpak van de vrouwenprotesten. 

De progressieve kandidaat

De uitzondering in het rijtje is parlementslid Masoud Pezeshkian, een ervaren politicus die als progressief wordt beschreven. Zo liet hij zich kritisch uit over corruptie ten tijde van de regering Ahmadinejad, en sprak hij zich uit tegen de repressie van demonstraties in 2009. Verwacht wordt dat hij andere progressieve politici en kiezers achter zich zal scharen. Een reden om een progressieve kandidaat toe te laten tot de verkiezingen zou kunnen zijn om het electoraat tevreden te houden, legt de Iraakse Irandeskundige uit. ‘Tijdens de laatste parlementaire verkiezingen was de opkomst dramatisch laag. Het regime beweert dat het gesteund wordt door de meerderheid van de bevolking. Maar als de helft niet komt opdagen bij verkiezingen haalt dat de propaganda van het regime onderuit. Het regime zal dus een progressieve kandidaat hebben toegelaten, om ervoor te zorgen dat mensen naar de stembus gaan’, legt hij uit.

Heeft Pezeshkian daadwerkelijk kans om de verkiezingen te winnen? ‘Als er veel mensen aan de verkiezingen deelnemen wel’, zegt hij. ‘Tegelijkertijd zal ook hij niet veel verandering kunnen brengen in het repressieve beleid van het regime, verwacht hij. ‘Hij behoort tot de progressieven, maar tot de groep progressieven die in het systeem gelooft en de islamitische revolutie steunt. Ze zijn kritisch op het systeem, maar willen dit van binnenuit veranderen, niet van buitenaf. Als Pezeshkian wint, zal er een verandering plaatsvinden in het beleid van het regime maar op microniveau, niet op macroniveau.’

De nieuwe president zal niet zomaar toegeven aan de verlangens van de demonstranten

Warnaar onderschrijft deze analyse en verwacht evenmin dat de verkiezingen voor een omwenteling zullen zorgen. ‘Juist nu er zo veel onrust is. De nieuwe president zal niet zomaar toegeven aan de verlangens van de demonstranten (recht op vrijheid van religieuze uiting en op privacy), want dat wordt gezien als een knieval. Bovendien zou de president zich dan openlijk kritisch uitlaten over het regime, en dat zou de status quo nog meer ondermijnen. Daar waakt het regime voor.’

Veelzeggend is ook de lijst met 74 kandidaten die niet mee mochten doen aan de verkiezingen. Ook in 2021 werd een groot aantal kandidaten geweigerd, een trend die zich nu voort lijkt te zetten. De meest opvallende naam in het rijtje is dit jaar Mahmoud Ahmadinejad, die van 2005 tot 2013 de president van Iran was. 

‘Ahmadinejad was toen al een vreemde eend in de bijt, als je naar de andere presidenten kijkt’, zegt Warnaar. Hij had eigenlijk lak aan de ayatollahs en deed controversiële uitspraken die niet pasten bij het dogma van het regime. ‘Hij was meer van de spirituele ervaring en deelde deze ook met het volk. Dit was voor de conservatieven, die liever vasthouden aan de dogmatische lijn, soms lastig.’ 

Voorsorteren op de nieuwe opperste leider

‘De huidige elite zal het liefst een president willen zien die de machtswisseling naar een nieuwe opperste leider zo makkelijk mogelijk maakt’, legt de Irakese deskundige uit. Daarom zijn de huidige presidentsverkiezingen ook zo belangrijk voor het regime. In zekere zin wordt hier voorgesorteerd op de machtswisseling van de opperste leider. Khamenei is momenteel 85 en heeft al jaren kanker. De verwachting is dat hij binnenkort zal sterven. Slechts één keer eerder werd een nieuwe opperste leider aangesteld. Dat was in 1989, toen Khamenei het overnam van Khomeini. Hij zegt: ‘Het kiezen van een volgende opperste leider hangt samen met het hele systeem. Dit systeem moet goed in elkaar zitten, alle pilaren moeten op een lijn met elkaar staan. Als een schakel in dit systeem niet dezelfde kant opstaat, kan dat problemen veroorzaken.’ 

‘De president heeft wel degelijk macht, veel macht zelfs’

In dit opzicht heeft de president wel degelijk macht, zegt de deskundige uit Iran. ‘Veel macht zelfs. Hij staat aan het hoofd van verschillende instanties. Hij heeft veel mogelijkheden om invloed uit te oefenen, of problemen te veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat de president de opperste leider steunt.’ Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat het volk de president steunt’, voegt hij toe, ‘vooral nu er onrust is.’ De vraag is dan ook in hoeverre de steun van het volk kan worden herwonnen, zonder de machtswisseling in gevaar te brengen. 

Opvolgingscrisis?

De omgekomen president Raisi was een hardliner, die de opperste leider onvoorwaardelijk steunde. Zijn naam werd zelfs genoemd als mogelijke opvolger van Khamenei. Door de progressieve Iraniër werd hij gezien als een beul. Maar door het huidige regime wordt zijn dood beschouwd als een groot verlies. 

Maar zijn dood zal niet zorgen voor een opvolgingscrisis, denkt Warnaar. ‘Er ligt al jaren een procedure klaar. Die zal worden gevolgd, ondanks het feit dat er nu onverwachts een nieuwe president komt.’ De uitkomst van deze procedure is volgens haar niet te voorspellen. ‘De Raad van Experts is nogal verdeeld, en het gaat om een stemming. Er is een voortdurende machtsstrijd gaande tussen de conservatieven en ultraconservatieven, maar die is er altijd al geweest.’

Afrikaanse atleten geven Europa nieuw elan

0

Na een aanloop van bijna vijftig meter volgt de verlossende afzet van de verspringer. Gehuld in het goudbruin van Duitsland. En ze zweeft meer dan zeven meter door de lucht voordat ze met een verlossende dreun neerkomt in de zandbak. Het gebeurt allemaal voor mijn ogen, maar het vindt plaats in Rome waar de Europese Kampioenschappen Atletiek worden gehouden. De atlete krabbelt op, loopt de zandbak uit en wacht de meting af. Euforie bij haar.

Het goud gaat naar een Duitse, haar naam is Malaika Mihambo. Malaika betekent koningin in het Swahili, haar vader komt uit Tanzania. Ze wordt omhelsd door haar landgenoot en competitiegenoot Mikaelle Assani, dochter van een Kameroense vader. Het verspringen en het hinkstapspringen, waar nog verder wordt gesprongen door de twee extra passen die worden gemaakt, is een ijzersterk veld door alle atleten met Afrikaanse wortels.

De medailles bij de dames worden verdeeld tussen de atleten met een Afrikaanse achtergrond. Bij Spanje, Portugal, Frankrijk en Italië, voormalige koloniale grootmachten, springen vrouwen met roots in Afrika en de Carabische eilanden naar de sterren op een warme, zomeravond in Rome.

Het verspringen dat van oudsher werd gedomineerd door atletes uit Oost-Europese landen is verschoven naar de Middellandse Zee, waar Afrika begint en eindigt.

Waar ik naar kijk, is een staalkaart van het nieuwe Europa

Bij het polstokhoogspringen vliegt een Griekse god over een lat die op bijna zes meter ligt. Emmanouil Karalis is zijn naam, een Griek met een Oegandese moeder. Grieken zijn een kosmopolitisch volk. Ze trokken als migranten naar Egypte om onder de farao’s hoge ambten te bekleden en lieten zich als Egyptenaren begraven. De geschiedschrijver Herodotus schreef over Afrika met al zijn wonderen en volkeren. De wereld was toen kleiner dan nu. Zou Herodotus hebben geleefd dan zou hij schrijven over Karalis als een Afrikaanse Hermes.

De bakermat van de westerse beschaving was óók Afrikaans. De atletieksport waar ik zo van geniet heeft zijn wortels in Griekenland. Emmanouil Karalis brengt nieuwe elan aan de oude sport. Het voelt alsof de geest van die migrerende Grieken uit Egypte zich in hem hebben getransformeerd; de Griekse Afrikaan, de Afrikaanse Griek, zoals het altijd is geweest.

De overrompelende aanwezigheid van deze atleten laat zien dat de werkelijkheid van Europa toch heel wat interessanter is dan de populisten ons willen doen geloven. Waar ik naar kijk is een staalkaart van het nieuwe Europa, een Europa dat onder onze ogen door de impulsen van migranten uit Afrika een nieuwe identiteit aan het vormen is.

Waarom spreekt het verspringen me zo aan? Omdat het zo goed past bij de droom van de migrant die zich gesteld ziet met alle obstakels die hij moet overwinnen. Maar je kan ook over de obstakels heen springen. Zweven door de lucht. Misschien moeten we dat wat vaker doen. Leren ver te springen. Wetende dat er straks een ministerie van Asiel en Migratie komt dat uitsluiting tot chefsache verheft, worden we geconfronteerd met een verpletterende realiteit: de afkeer van migranten is staande beleid geworden.

Hoe dat te overwinnen? Ik kijk naar Assani, Iapichino, De Sousa, Kpatcha, maar ook Compaoré, Guillaume en ik spring. Ik spring over de brandhaarden, ik spring over de nietszeggendheid van de machthebbers, ik spring over de haat, ik spring over het onbegrip, ik spring over het verdriet, ik klauw mijn vingers in de lucht, ik steek mijn voeten naar voren om de lucht weg te duwen, ik spring zo ver als ik kan, omringd door al het Afrikaanse talent, om op een betere plek terecht te komen.

Verspringen staat voor hoop. Namelijk dat om de toekomst te veroveren je moet durven springen. Deze dames wijzen ons de weg.

Petitie: zet Mikael (11) en zijn moeder niet uit

0

‘Ik vind het nog steeds eng om naar een land te gaan dat ik totaal niet ken, op een ander continent’, zegt Mikael tegen AT5. Zijn moeder Gohar luistert bedroefd mee. Ze zijn op bezoek bij een kennis, maar verblijven normaliter in een azc in Zuidoost. Maar niet voor lang meer, als het aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND ligt, die Mikael en zijn moeder wil uitzetten naar Armenië.  
Mikael is elf jaar geleden in Amsterdam geboren en heeft nooit ergens anders gewoond. Zijn asielaanvraag had volgens de rechter niet afgewezen mogen worden, maar de IND denkt daar anders over en is in hoger beroep gegaan.

‘Ik ben bang dat de onzekerheid me gaat beïnvloeden op mijn cijfers en misschien ook op mijn gedrag’, zegt Mikael met hangende schouders tegen AT5.

Guy Loyson, de vriend bij wie ze vaker op bezoek zijn, vindt het ongehoord. Hij heeft er niks op tegen dat mensen uitgezet worden, als ze geen recht op verblijf hebben. ‘Maar beslis dat dan in een jaar of twee. Je kunt niet tegen iemand die hier 11 jaar geleden is geboren zeggen: je hoort hier niet. Dat is inhumaan en voor mij ook onbegrijpelijk’, aldus Loyson.

Er is inmiddels een petitie gestart voor de ‘rasechte Amsterdammer’, zoals Dave Ensberg, voorzitter van de Maatschappelijke Alliantie hem noemt in een video op LinkedIn. Hij neemt het samen met een groep bekende Nederlanders voor hem op.

In de video herhaalt Ensberg de rechterlijke uitspraak dat Mikael mag blijven. Hij noemt ook het Kinderrechtenverdrag en het kinderpardon uit 2013 (een regeling voor asielkinderen die al meer dan vijf jaar in Nederland verblijven en een herbeoordeling mogen krijgen). ‘Je mag hier blijven van de rechter, maar niet van de IND’, zegt Ensberg verbaasd en roept iedereen op om de petitie te ondertekenen.

Oekraïense ambassadeur: ook kabinet-Schoof steunt onze strijd

0

Ook het nieuwe kabinet-Schoof zal straks Oekraïne blijven steunen in de strijd tegen Rusland. Dat zegt Oleksandr Karasevych, de Oekraïense ambassadeur in Nederland.

Vandaag presenteerde oud-minister Joris Voorhoeve in politiek café Nieuwspoort in Den Haag zijn boek Ware moed, over de strijd van Oekraïne tegen de Russische invasie. Het eerste exemplaar van het boek werd uitgereikt aan Oleksandr Karasevych, de ambassadeur van Oekraïne in Nederland.

Karasevych zegt dat Oekraïne de kabinetsformatie nauwlettend volgt, maar zich geen zorgen maakt over het nieuwe kabinet-Schoof, ondanks het feit dat de PVV onderdeel uitmaakt van dit kabinet. ‘Het coalitieakkoord heeft ons gerustgesteld. Nederland blijft Oekraïne steunen. Ik verwacht dat het nieuwe kabinet zich aan dit akkoord zal houden.’ Karasevych vertelt dat hij de afgelopen tijd met veel Haagse politici heeft gesproken, ook met ‘de heer Wilders’. Het is belangrijk dat Nederland Oekraïne blijft steunen met munitie en wapens, want daar is nu een gebrek aan.

Volgens Joris Voorhoeve, voormalig minister van Defensie, moeten Nederland en andere Europese landen de hulp aan Oekraïne verdubbelen. De steun aan Oekraïne bedraagt 0,6 procent van ons Bruto Nationaal Product. Daarmee bevindt Nederland zich in de middenmoot. Estland en Denemarken steunen Oekraïne met 1,6 procent van hun BNP, NAVO-bondgenoot Turkije steunt Oekraïne met slechts 0,01 procent van het Turkse BNP.

Het feit dat de oorlog in Oekraïne tegenwoordig nauwelijks nog de voorpagina’s haalt, heeft alles te maken met de oorlog van Israël in Gaza. Dat is enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds vergeten we wat er nu op het spel staat, aldus Voorhoeve. ‘Als Rusland de oorlog wint, komen er binnen enkele weken 10 tot 20 miljoen Oekraïense vluchtelingen naar de EU. En niets garandeert dat de Russische president Vladimir Poetin daarna een ander land aanvalt.’

Joris Voorhoeve: ‘Poetin stopt niet bij Oekraïne’

0

De oorlog in Oekraïne woedt nu meer dan twee jaar, maar haalt zelden nog de voorpagina’s. Dat is vreemd, want de Oekraïners strijden voor onze Europese idealen. In zijn boek Ware moed breekt oud-minister Joris Voorhoeve (78) een lans voor hen. ‘Ook de geïnformeerde krantenlezers hebben te weinig besef van de verregaande gevolgen van deze oorlog.’

Joris Voorhoeve (78) heeft een indrukwekkende politieke en academische carrière achter de rug. Hij was onder andere fractieleider van de VVD, directeur van Instituut Clingendael, minister van Defensie in het kabinet Kok-I,  deeltijdhoogleraar Internationale Veiligheidsstudies aan de Nederlandse Defensie Academie NLDA, lector internationale vrede, recht en veiligheid bij De Haagse Hogeschool en hoogleraar Internationale Organisaties aan de Universiteit Leiden.

In zijn boek Ware moed schetst Voorhoeve de offers die de Oekraïners moeten brengen en de overtuigingen die hen overeind houden tegenover de grote overmacht van Rusland. ‘Zij hebben onze hulp nodig. Ze vechten ook voor onze Europese idealen.’ De netto-opbrengsten van Ware moed worden verdeeld over de stichting OpenDoorUkraine.nl, die humanitaire en wederopbouwprojecten in Oekraïne uitvoert, en de Netherlands for Ukraine Foundation, die humanitaire en medische hulp aan Oekraïne biedt.

Joris Voorhoeve schrijft in zijn boek ‘Ware moed’ over de Oekraïense strijd voor vrijheid. Beeld: Ewout Klei

Als oud-minister van Defensie kent Voorhoeve veel Oekraïners, vertelt hij. ‘Ik heb een zwak voor dit jonge land, deze jonge democratie’, vertelt hij. ‘Ik heb dit boek daarom geschreven en omdat dit mijn vakgebied is. Al vijftig jaar houd ik mij bezig met het internationale bestel. Wat mij opvalt: ook geïnformeerde krantenlezers hebben te weinig besef van de verregaande gevolgen van deze oorlog. Terwijl je goed moet denken over verschillende toekomstscenario’s. Wat als Oekraïne de oorlog verliest? Dan vallen er tientallen miljoenen Oekraïners onder het juk van Vladimir Poetin. Krijgt de Europese Unie 20 miljoen Oekraïense vluchtelingen, want de meeste Oekraïners willen niet onder Poetin leven.’

‘Het poetinisme is pure terreur en vernietigingsdrang. Ik zeg bewust niet: de Russen. Het gaat om Poetin en zijn kompanen. De misdaden die zij begaan. Poetin houdt bovendien niet op bij Oekraïne. Alles en iedereen in Rusland wordt voorbereid op de strijd. Zelfs studenten uit Afrika, India en Nepal worden geronseld. Ze tekenen een contract om te studeren in Rusland en eindigen aan het front. Een Russische overwinning betekent een sterker Poetin-Rusland. En dan zal hij de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen, red.) aanvallen en Moldavië.’

‘Zelfs studenten uit Afrika, India en Nepal worden geronseld’

De NAVO doet tegen Poetin-Rusland nu veel te weinig. Belangrijk is afschrikking, zegt Voorhoeve. ‘Als je geen oorlog wil, dan moet je ervoor zorgen dat de oorlog niet uitbreekt, en dat kun je doen door de vijand af te schrikken. Je hebt twee onderdelen. Ten eerste conventionele afschrikking, het hebben van veel defensiekracht. Dat valt nu heel erg tegen. Daarnaast heb je de nucleaire afschrikking. Maar ook dit valt tegen. Frankrijk heeft 600 atoomwapens, het Verenigd Koninkrijk 300 atoomwapens, Poetin-Rusland maar liefst 6000. Ik heb als lid van de Adviesraad Internationale Vraagstukken het kabinet geadviseerd om militaire oefeningen te houden in het Oostzeegebied, om Poetin af te schrikken. Dit advies hebben we meerdere malen herhaald, maar de regering deed er niets mee. Mark Rutte werd in 2022 wakker. Terwijl Poetin-Rusland in 2014 al de Krim bezette en een oorlog begon in Oost-Oekraïne. Omdat Poetin niet werd afgeschrikt, probeerde hij steeds meer. Net als Adolf Hitler in de jaren dertig.’

Poetin spiegelt zich aan Russische tsaren

Het Rusland van Poetin wordt door Voorhoeve omschreven als een ‘roofzuchtige autocratie’. ‘Veel analisten noemen Rusland een imperialistische staat, maar imperialisme is als begrip ontoereikend. Een imperium opbouwen, dat kun je ook vreedzaam doen. Poetin is erger dan imperialisme. Met imperialisme verklaar je niet waarom steden worden platgegooid, universiteiten worden gebombardeerd. Poetin wil niet alleen Oekraïne veroveren, hij wil het land van de kaart vegen, Russificeren. Dat wil hij ook met de Baltische staten en Moldavië.’ Volgens Voorhoeve spiegelt Poetin zich aan de Russische tsaren van weleer, zoals Peter de Grote. ‘Maar Poetin is meer Iwan de Verschrikkelijke. Poetin denkt een groot rijk op te bouwen, maar dat valt te bezien. Rusland wordt steeds afhankelijk van China.’

‘Rusland en China zijn ook koloniale machten, die heersen over vele volkeren’

Voorhoeve ziet China als een groot gevaar voor het Westen. ‘En er is maar één manier om de westerse beschaving – rechtsorde en vrijheid – te redden: samenwerking tussen Noord-Amerika en Europa. Want als ze gescheiden wegen ingaan is dat niet slechts gevaarlijk voor Europa, maar ook voor de VS. Zij komen dan alleen te staan tegenover Rusland, China, Noord-Korea en Iran. Deze landen zijn megagevaarlijk voor de vrije wereld.’

Veel landen in Afrika en Azië hebben sympathie voor de Russische invasie in Oekraïne, omdat ze antiwesters zijn. Voorhoeve vindt deze opstelling kortzichtig. ‘Ze denken dat de vijand van hun vijand hun vriend is, maar feitelijk kiezen ze daarmee voor de duivel. Bovendien zijn Rusland en China ook koloniale machten, die heersen over vele volkeren. Het kolonialisme is niet iets waar het Westen het patent op heeft.’

Is het antiwesterse denken ook de reden waarom linkse intellectuelen als Noam Chomsky, Willem Schinkel, Jolle Demmers en Ewald Engelen vooral naar de NAVO wijzen, als het om Oekraïne gaat? Volgens Voorhoeve beseffen deze denkers onvoldoende dat de vrede en vrijheid die we in het Westen hebben te danken is aan het Noord-Atlantisch Handvest, dat de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk in 1942 sloten, in hun strijd tegen Hitler-Duitsland. ‘Dát is de basis van ruim 75 jaar vrede en vrijheid.’

De zelfbenoemde pacifisten zijn volgens Voorhoeve niet realistisch. ‘Omdat uiteindelijk onze vrede en vrijheid op de macht van de gezamenlijke NAVO-lidstaten berusten. Afschrikking is nodig. Het feit dat wij bereid zijn om onze vrije rechtsorde te verdedigen, daarop zijn onze vrede en vrijheid gefundeerd. Dat kun je verschrikkelijk vinden, maar dit is gebaseerd op een gestaafde werkelijkheid. Een vrije ordening zonder macht bestaat alleen in Utopia. Maar de heilsstaat die Thomas More beschreef was een eilandje, zonder internationale betrekkingen. Wetten kunnen niet zonder macht. Je moet wetten kunnen afdwingen. De rechtsorde heeft fysieke macht nodig, niet alleen vriendelijke instellingen. Anders betaalt niemand nog belastingen. Recht zonder macht is als een zuchtje wind. Macht zonder recht is dictatuur.’

Democratische Palestijnse staat

Hoe kijkt Voorhoeve ten slotte naar Israëls oorlog in Gaza. ‘Kijk, ik vind dat Israël op een hele onverstandige manier reageert. Ze roepen met hun geweld alleen maar nog meer haat op. Voor elke gedode Palestijnse strijder staan er tien nieuwe op. Wat we nodig hebben is een democratische Palestijnse staat. Maar door dit grove geweld bereik je dus het tegendeel, schep je vijanden, fanatiekelingen.’ Toch is Voorhoeve het niet eens met die linkse critici, die het Westen hypocrisie verwijten omdat we wel Oekraïne steunen, maar niet de Palestijnen en andere onderdrukte volkeren. ‘Er gaat helaas ontzettend veel dingen mis in deze wereld. Onze middelen zijn helaas beperkt. We kunnen niet consequent zijn. Ik kan mijn buurman wel helpen om een dief te vangen als hij wordt beroofd, maar niet tegelijkertijd een diefstal in Groningen voorkomen. Je kunt alleen 100 procent rechtvaardig zijn achter je schrijftafel.’

Joris Voorhoeve, Ware moed, Aspekt, 247 blz., €24,95.

Afrikaanse kinderen gedwongen werkzaam in Europese drugshandel

0

Het cocaïnegebruik in Europa drijft op een groeiend netwerk van Afrikaanse migrantenkinderen, die door drugskartels – gesitueerd in West-Europa – gedwongen worden om voor hen te werken. Wanneer de kinderen niet genoeg verkopen, zouden ze zelfs gemarteld en verkracht worden. Zo onthult the Guardian in een onderzoek.

De Europese cocaïnehandel, met een jaarlijkse omzet van tien miljard euro, leidt tot een ‘geïndustrialiseerde vorm van uitbuiting van Afrikaanse kinderen’, schrijft the Guardian. Verschillende Europese politiediensten vangen signalen op van het fenomeen. Ook kinderbeschermingsorganisaties waarschuwen voor ‘cocaïne-gangs’, die kwetsbare Afrikaanse kinderen uitbuiten.

Het gaat vooralsnog om netwerken die in Parijs en Brussel actief zijn, meldt the Guardian. Volgens experts is het een kwestie van tijd dat ook in andere West-Europese steden, zoals Londen, Afrikaanse kinderen voor drugsverkoop worden ingezet.

In Zweden, België, Nederland en Spanje zouden al concrete zaken gesignaleerd zijn. Het aantal kinderen dat hiermee gemoeid is, loopt in de duizenden, meldt the Guardian. De drugsmaffia put uit een ‘oneindig reservoir’ aan kinderen die zonder ouders op het Europese continent arriveren. In 2022 alleen al ging het om 16.000 kinderen, die vermist raakten in Europa en vermoedelijk zijn verdwenen in drugsnetwerken.

Britse schrijver Thomas Harding houdt Keti Koti-lezing

0

De Britse historicus Thomas Harding gaat op 18 juni de Keti Koti-lezing houden in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De bestsellerauteur schreef het boek White Debt, dat bij de Arbeiderspers is verschenen onder de titel Witte schuld.

De Keti Koti-lezing wordt elk jaar georganiseerd door het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee). White Debt gaat over de slavenopstand van 1823, in de Britse (voorheen Nederlandse) kolonie Demerara. Volgens Harding is deze opstand van groot historisch belang, want dit was het dominosteentje dat er uiteindelijk toe leidde dat het Britse Rijk de slavernij besloot af te schaffen. Harding beschrijft de slavenopstand door de ogen van vier mensen: de slaafgemaakte Jack Gladstone, missionaris John Smith, de kolonist John Cheveley en politicus en slavenhouder John Gladstone, vader van de liberale premier William Gladstone.

Harding is zelf een nazaat van plantagehouders. In zijn lezing breekt hij een lans voor bewustwording, onderwijs over het slavernijverleden én herstelbetalingen.

De  lezing vindt op 18 juni plaats in het Scheepvaartmuseum, van 18:30 uur tot 21:30 uur. De toegang is gratis, maar bezoekers moeten zich wel van te voren aanmelden.

Italiaanse antifasciste op vrije voeten na plek in Europees Parlement

0

De Italiaanse antifasciste Ilaria Salis is weer op vrije voeten, omdat ze in het Europees Parlement is verkozen. Ze zat vijftien maanden in een Hongaarse cel.

De 40-jarige Salis werd ervan beschuldigd extreemrechtse activisten in Hongarije te hebben aangevallen tijdens een antifascistische tegendemonstratie. Er hing haar een gevangenisstraf van twintig jaar boven het hoofd. Salis is in het Europees Parlement verkozen voor de Groene en Linkse Alliantie, een zusterpartij van GroenLinks.

Salis wordt beschuldigd van poging tot moord, omdat ze deel zou hebben uitgemaakt van een groep antifascisten die een groep extremistische activisten aanviel. Haar verschijning in de rechtbank begin dit jaar – een bewaker hield haar vast aan een ijzeren ketting – leidde tot ophef in Italië. De Hongaarse autoriteiten zeiden echter dat dit een standaardprocedure was, aldus Euronews.

Marxisme Festival: ‘Er is veel meer actie voor Palestina nodig’

0

Op het Marxisme Festival ging het dit weekend vooral over de pro-Palestina protesten op de universiteiten en de opkomst van extreemrechts. ‘Wilders heeft zijn verhaal klaar voor als het kabinet in elkaar dondert.’

Het Marxisme Festival dat ieder jaar door de Internationale Socialisten wordt georganiseerd vindt deze keer plaats in buurtcentrum Ru Paré in Amsterdam Nieuw-West. Er zijn bijeenkomsten in zaaltjes, die voor de gelegenheid zijn omgedoopt in de namen van activisten en Palestijnse slachtoffers van het Israëlische regime.

Zo is er de Shireen Abu Akleh Zaal, de Palestijnse journaliste die door Israëlische troepen werd doodgeschoten in 2022 op de Westoever. Of het Refaat Alareer Auditorium, naar de Palestijnse dichter die in december vorig jaar omkwam bij Israëlische bombardementen op de Gazastrook. Maar daar is ook de Angela Davis Zaal, het zwarte, feministische boegbeeld van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging en het Rosa Luxemburg Lokaal, de Duitse communiste die in 1919 door rechtse Freikorpsen werd vermoord.

‘We zijn allemaal Palestijnen. Stop de genocide’, staat met grote letters op een poster in de grote zaal. De Engelstalige bijeenkomst Intifada at the universities: The struggle for an academic boycott staat op het punt te beginnen met activisten van Dutch Scholars for Palestine (Harry), Students for Palestine (Ghali), Internationale Socialisten (Eden Young) en een andere marxistische organisatie (Elisa) in het sprekerspanel.

Het gaat deze zondagmiddag al snel over de ‘vreselijke’ open brief van de rectoren waarin staat dat de universiteiten de banden met Israël niet verbreken. Het Marxisme Festival komt voor de activisten dan ook als geroepen, na zes weken protest en politiegeweld.

‘We hebben Nederland op de grondvesten doen schudden’, zegt Eden Young. ‘Zelfs FNV spreekt zich nu uit.’ Hij is kritisch op de studenten die volgens hem soms te snel voor de troepen uit lopen, terwijl de samenleving er nog niet klaar voor is.

‘We moeten strategisch nadenken. Je kunt een boycot van Israël niet alleen met studenten bewerkstelligen’, zegt hij. Studenten zijn te kwetsbaar en bezitten weinig tot geen economische macht, denkt hij. ‘Ze hebben nog geen werkplek. De productie stopt niet als ze overgaan tot een boycot of staking’.

Beeld: Tayfun Balcik

Harry van Dutch Scholars for Palestine wil eerst applaus voor de intense strijd van de afgelopen zes weken. ‘Er was vanuit de academische staf veel betrokkenheid en zeker niet iedereen was voorbereid op de brutale interventie van de ME’, zegt hij, waarmee hij doelt op de manier waarop de politie een aantal malen een einde maakte aan de protesten. Hij is kritisch op de interne en externe communicatie van de beweging, die volgens hem niet op orde was.

‘Je kunt een boycot van Israël niet alleen met de studenten bewerkstelligen’

‘Hierdoor waren we extra kwetsbaar voor vooringenomen media, die alleen maar op het geweld focusten. Dit terwijl het eerste geweld van de politie kwam’, zegt Harry, die ook de politie beschuldigt van ‘racialiserend optreden’. Palestijnen en studenten van kleur zouden extra hard aangepakt worden. De academische staf moet daarom de eigen privileges gebruiken en deze praktijken publiekelijk afkeuren, vindt hij.

De Palestijnse rechtenstudent Ghali uit Leiden wil teruggaan naar het begin. ‘Ik wist dat er in Amsterdam iets bijzonders stond te gebeuren, toen ik in de auto met andere studenten stapte’. Dat voorgevoel is volgens hem ook uitgekomen.

Hij erkent dat de studenten nu het momentum verliezen. ‘Maar we moeten deze periode gebruiken om van onze fouten te leren’, zegt hij zonder verder in te gaan op wat die fouten exact zijn. ‘Het is belangrijk om te zeggen dat meer dan 50 procent van de Nederlanders een einde wil aan de wapenhandel met Israël. Dat komt mede door ons activisme. Verder vind ik het ook interessant dat er zoveel mensen hun vrije zondag opofferen om naar het Marxisme Festival te komen.’

De zaal is inderdaad goed gevuld. Ghali wil dat nieuwkomers met zorg ‘geïntegreerd worden in de beweging’ en vindt dat er veel meer ‘nationale coördinatie’ nodig is. Afsluitend is hij fel: ‘De universiteiten zijn pas klaar met ons als de banden met Israël zijn verbroken’.

De felheid slaat over en iemand uit de zaal begint te scanderen. ‘Boycot, divest, we will not stop, we will not rest.’ De zaal doet uit volle borst mee.

De laatste spreker is Elisa van een niet nader gedefinieerde Marxistische club. Zij zegt dat je de studentenprotesten en de ‘bevrijding van Palestina’ niet los kunt zien van de strijd tegen het Amerikaanse imperialisme en de zionistische staat die daar een uiting van is.

Volgens haar is het Palestijnse conflict geen ‘geïsoleerde zaak’. ‘Amerika heeft Israël nodig om dominant te blijven in de wereld,’ aldus Elisa, die daaraan toevoegt dat de studenten de ‘voorhoede’ vormen van ‘de strijd tegen imperialisme’.

Het publiek staat te popelen om te reageren. Een leraar van de Hogeschool Leiden klaagt over het college van bestuur, dat repressief zou zijn in de communicatie. ‘Niet het woord genocide gebruiken, omdat die term het onveilig voor anderen zou maken’, werd tegen ons gezegd toen we onze acties aankondigden.

Een jongen van de pro-Palestijnse Samidoun-beweging rept over vastzittende studenten als ‘politieke gevangenen’ in Nederland. Een andere activist vindt het ‘jammer’ dat er weinig ruimte was voor strategische discussies over tactiek. Dat leidde volgens hem tot een ‘backlash in de media’, waardoor het gehele land zich tegen de studenten zouden hebben gekeerd. ‘We moeten kunnen praten over de vernielingen die plaatsvonden’, zegt hij.

Vanuit de sprekers komt weinig respons op tactische kwesties en het geweldsvraagstuk. In de pauze wil een van de bezoekers, een moslima, wel op de vernielingen ingaan. ‘Die zijn vooral begaan door het zwarte blok, door de anarchisten. Maar uiteindelijk draaien de studenten van kleur en de Palestijnse studenten ervoor op. Zij worden er door de politie uitgepikt.’

Huwelijken uit liefde voor de mensheid

Na de koffiepauze begint in de Angela Davis Zaal het programma De strijd voor een wereld zonder grenzen, met jurist Bahisja Zander en activist Roos Ykema van Migreat.

‘Een dokter verdient ook geld met het redden van levens. Die pakken we toch ook niet op?’

De focus ligt op de negatieve lading van alle woorden die met migratie te maken hebben. Termen als illegaal, veiligelanders, gelukszoekers en vluchtelingenstroom versterken de ontmenselijking, die dag in dag uit aan onze grenzen plaatsvindt, aldus Bahisja Zander.

‘We gaan systemen van onderdrukking niet afschaffen door het keurig te vragen, er zijn harde acties nodig om de grenzeloze wereld te creëren waar iedereen vrij is’, zegt Roos Ykema. ‘Er is serieuze politieke strijd nodig, voor vrijheid en gelijkheid. Grenzen zijn gecreëerd om ons te categoriseren en uit te buiten.’

Ykema heeft geen problemen met mensensmokkelaars. ‘Het zijn de enige mensen die vluchtelingen redden. Een dokter verdient ook geld met het redden van levens. Die pakken we toch ook niet op?’

Ze wijst er nog op dat xenofobie veel breder is dan de PVV. ‘Het beleid van de aankomende regering zal tot grote kampementen in de grote steden leiden. En dat gaan ze gebruiken om vluchtelingenorganisaties verder te criminaliseren. Daarom is er nog meer actie nodig. Kraken, tenten uitdelen, huwelijken aangaan uit liefde voor de mensheid, zodat mensen toch hier kunnen komen.’

Ze nodigt iedereen in de zaal uit om zaterdag te demonstreren op de Dam en sluit af met de woorden van migranten die naar Europa willen komen. ‘We don’t cross the border, the border crossed us’, een verwijzing naar de met liniaal getrokken koloniale grenzen, aldus Ykema.

Beeld: Tayfun Balcik

In de slotrally in de grote zaal wordt nog meer gewaarschuwd voor extreemrechts. Een van de sprekers, Malachi Shapiro, is lid van Erev Rav, een anti-zionistische Joodse organisatie. ‘Ik noem mezelf een anti-zionistische Jood en word daarom door zionisten een verrader genoemd. Ik zou hierdoor ook niet ‘puur joods’ kunnen zijn. Alsof Joden één, monolithisch geheel zouden zijn’, zegt hij. ‘Dit is racistische onzin. Joden zijn divers. Er is geen raciale puurheid. Israël is en zal wat mij betreft nooit een Joodse staat zijn. Het is een zionistische staat.’

Shapiro wil nog even kwijt dat het een ‘verraad aan de mensheid’ is dat ‘veel media’ bij de bevrijding van de vier gijzelaars vorige week, de honderden Palestijnse doden die daarbij vielen niet noemden.

Er komen nog meer activisten aan het woord.

‘Extreemrechts wil onze verbondenheid verbreken, daarom komen ze alleen op voor Henk en Ingrid’, zegt Alexandra Slutzky van het Platform Stop Racisme en Fascisme. Milene Bolder van de Internationale Socialisten maakt zich zorgen over de lage actiebereidheid onder links. Ze voorspelt dat Wilders zijn verhaal klaar heeft wanneer ‘het eerste experiment met extreemrechts’ van het kabinet in elkaar dondert. ‘Hij gaat de EU en linkse partijen de schuld geven. We weten dit al. En toch zijn er weinig acties op straat,’ zegt ze en deelt de linkse partijen een laatste tik uit. ‘Vroeger zag je de PvdA, SP en Groenlinks nog bij demonstraties, nu bijna niet meer.’

Discriminatie door financiële instellingen toch wijdverbreid in Nederland

0

Uit een onderzoek van accountantskantoor KPMG blijkt dat een groot aantal Nederlanders discriminatie ervaren bij de dienstverlening van banken en financiële instellingen. Zo bericht de website Consultancy.nl. 

Ongeveer 10 procent van de Nederlandse bevolking heeft ooit discriminatie in zijn contact met financiële instellingen ervaren. Het gaat hier vooral om mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Daarnaast ondervinden zowel jongeren als ouderen vaak leeftijdsdiscriminatie.

Demissionair minister van Financiën Steven van Weyenberg (D66) noemt de bevindingen van het KPMG-onderzoek ‘onacceptabel’ en vindt dat er actie moet worden ondernomen. Het mag niet zo zijn dat een deel van de bevolking zich buitengesloten of anders behandeld voelt, zegt hij.

Het onderzoek van KPMG, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Financiën, identificeerde specifieke situaties waarin discriminatie vaak voorkomt, zoals bij het wijzigen van een hypotheek of het openen van een nieuwe rekening. Vooral telefonisch en e-mailcontact met banken en financiële instellingen leidt tot discriminatie. Klanten klagen over overmatige controles en vragen van medewerkers die een toon van wantrouwen aanslaan.

Banken en financiële instellingen moeten wettelijk hun klanten verifiëren en ongebruikelijke transacties melden om witwaspraktijken en terrorismefinanciering tegen te gaan. Maar in sommige gevallen nemen banken deze plichten te serieus, aldus het KPMG-onderzoek. Een voorbeeld is een Russische vrouw die sinds de invasie in Oekraïne dagelijks vragen krijgt van haar bank over haar supermarktbezoeken.

Van Weyenberg roept banken op om niet meer informatie op te vragen dan nodig is. Ook moeten banken duidelijk communiceren waarom ze om bepaalde informatie vragen. Ten slotte moeten banken intern werken aan de bewustwording van vooroordelen. De Nederlandse Bank (DNB) is belast met het monitoren van dit proces via een vervolgonderzoek.

Eerder onderzoek

Het KPMG-onderzoek volgt op een onderzoek door accountantskantoor EY in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), dat in maart een tegenovergestelde conclusie trok. Aanleiding van dit onderzoek waren de uitlatingen van Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), vorig jaar in Trouw. Hij stelde dat moslims ‘structureel gediscrimineerd worden’ door banken en financiële instellingen bij klantenonderzoek. Deze discriminatie zou voortkomen uit de anti-witwaswet die banken verplicht om de herkomst van het geld van hun klanten te onderzoeken. Het EY-onderzoek concludeerde dat de meeste banken geen klachten ontvangen van klanten die zich gediscrimineerd voelen naar aanleiding van witwasonderzoek.

Volgens Van Weyenberg geeft het EY-onderzoek een vertekend beeld van de werkelijkheid. De drempel om een klacht in te dienen is namelijk heel hoog, aldus de minister.