Activisten in Nederland die het regelmatig opnemen voor de Palestijnen maken zich zorgen over de Taskforce antisemitismebestrijding, die sinds 1 februari werkzaam is namens het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ze zijn bang dat pro-Palestinaprotesten bestempeld worden als antisemitisme.
Vier academici die zich regelmatig kritisch uitlaten over Israël en het beleid van Nederland schreven deze week een opinieartikel inTrouw over de Taskforce, die toen net de eerste vergadering achter de rug had. Het artikel deed veel stof opwaaien maar was niet de eerste kritiek op het nieuwe comité.
De opinieschrijvers maken zich zorgen om de samenstelling van het team en de doelen die het zichzelf stelt. Het wil de veiligheid van Joden bevorderen, onder andere door het weren van sprekers op hogescholen en universiteiten en door consequenties te hanteren bij sit-ins op ov-stations.
Opvallend is de deelname van Wouter Koolmees, president-directeur van NS, aan de taskforce. Actiegroep New Neighbours uit Utrecht mede betrokken bij sit-ins, maakte bezwaar tegen zijn deelname omdat hiermee de link wordt gelegd tussen sit-ins op treinstations en antisemitisme, terwijl daar volgens de groep absoluut geen sprake van is, zo schrijft NRC.
Ook de deelname van Mirjam van Praag, hoogleraar ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, wordt bekritiseerd. De wetenschapper is komend jaar gasthoogleraar aan de Universiteit van Tel Aviv, een universiteit waarvan een aantal Nederlandse universiteiten vermoedt dat het indirect meewerkt aan illegale nederzettingen door middel van onderzoeksprogramma’s.
Door de positie die leden als deze innemen, zouden ze niet neutraal kunnen oordelen over de demonstraties, denken critici. De vergelijking met Amerika is al snel gemaakt: ook hier werd een taskforce opgericht en wordt gedreigd met deportaties van kritische demonstranten. Ook in Duitsland zijn vier internationale studenten opgepakt, ook hen hangt uitzetting boven het hoofd.
Veertig ambtenaren van het ministerie van Asiel en Migratie hebben in een advertentie in Trouwhun waardering uitgesproken voor de vrijwilligers die zich inzetten voor vluchtelingen en morgen een lintje krijgen. Eerder weigerde asielminister Marjolein Faber (PVV) haar handtekening te zetten onder het toekennen van het lintje.
‘Dank aan de vrijwilligers’, schrijven de ambtenaren, van wie slechts drie – Jan Verboom, Jort van Gennep en Edit Bleeker – hun naam durven te vermelden.
Faber weigerde te tekenen voor de lintjes, omdat ze het niet eens is met het asielbeleid in Nederland. Haar partij, de PVV, wil een asielstop en grootschalige grenscontroles. Na een korte crisis in het kabinet tekenden premier Schoof en minister Uitermark (NSC) alsnog voor de lintjes.
De oppositie beschuldigde Faber ervan dat ze een ongeschreven regel in het bestuur heeft geschonden, omdat ze haar eigen politieke voorkeur vooropstelde bij de toekenning van lintjes.
De asielambtenaren die nu hun nek uitsteken in Trouw zijn dat niet vergeten en willen de vrijwilligers alsnog een hart onder de riem steken. Ze prijzen hun ‘belangeloze’ inzet en ‘toewijding’.
De weerstand onder ambtenaren tegen bewindspersonen – hoogst ongebruikelijk, meldt Trouw – is onder deze kabinetsperiode gegroeid bij verschillende ministeries. Zo protesteren al maandenlang wekelijks rijksambtenaren tegen de onvoorwaardelijke steun van het kabinet aan Israël.
Ahmed al-Sharaa, de interim-president van Syrië, staat open voor nieuwe bondgenoten. Hierbij wordt Rusland niet uitgesloten, zei de leider in een uitgebreid interview met The New York Times deze week.
Het is een van de weinige momenten dat de nieuwe president met westerse media sprak. Hij is doorgaans druk bezig met de wederopbouw van zijn land, dat na 14 jaar burgeroorlog op veel vlakken opnieuw moet beginnen. Maar daarbij heeft hij hulp nodig, mogelijk ook van het Westen.
‘De val van het regime en de staat waarin Syrië zich vervolgens bevond, hebben de weg vrijgemaakt voor nieuwe veiligheidsrelaties in de regio’, zegt de leider tegen de Amerikaanse krant. ‘Daarom hebben veel landen, zowel regionaal als Europees, groot belang bij de stabiliteit van Syrië.’
Opvallend is daarbij dat Al-Sharaa samenwerking met Rusland niet uitsluit. Rusland was immers een bondgenoot van het vorige regime onder Bashar al-Assad. Het steunde de dictator ook in de onderdrukking van de protesten tijdens de burgeroorlog en verleende hem en zijn familie een verblijfsvergunning om te kunnen vluchten na de machtsovername.
Maar, zo legt Al-Sharaa uit in het interview, het militaire arsenaal van Syrië bestaat voornamelijk uit Russische wapens en er zijn tot nu toe geen andere landen die zich hebben aangediend om deze wapens te vervangen.
Naast Rusland zoekt Al-Sharaa toenadering tot de Golfstaten, die het land in wederopbouw financieel zullen steunen. Ook met het Westen hoopt de leider op samenwerking, maar hier zitten de sancties in de weg. Hoewel de EU een aantal sancties reeds heeft opgeschort, is Amerika hierin terughoudend. De regering-Trump heeft een aantal voorwaarden gesteld. In het interview zegt Al-Sharaa niet aan alle voorwaarden te kunnen voldoen.
Zo wil hij buitenlandse strijders die zich in het land hebben gevestigd en inmiddels ingeburgerd zijn de Syrische nationaliteit geven. Dit wil Amerika niet, uit angst dat Syrië een hotspot wordt voor extremisme. Sommige van deze strijders hebben posities in de interim-regering gekregen.
De omstreden politicus en putschist Desi Bouterse is vorig jaar overleden, maar Suriname is nog lang niet klaar met zijn politieke nalatenschap. ‘Hij heeft nog altijd een grote groep aanhangers en loyalisten die nog steeds op invloedrijke posities in het leger, de politie en andere staatsinstellingen zitten’, schrijven onderzoeksjournalisten van Investico in een reconstructie, in samenwerking met de Groene Amsterdammer en Argos.
Dit uitgebreide netwerk heeft er mede voor gezorgd dat hij bijna een jaar lang, na zijn veroordeling, uit de handen van de autoriteiten kon blijven, schrijven de onderzoekers.
Desi Bouterse kwam in 1980 aan de macht middels een staatsgreep. Twee jaar later verstevigde hij zijn greep op het land als hoofddader van de zogenoemde Decembermoorden, waarbij vijftien tegenstanders van het regime werden gemarteld en vermoord. De traumatische effecten van het bloedbad zijn nog steeds voelbaar onder Surinamers.
Voor het eerst sinds 1953 zal er op 4 mei tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam weer een krans worden gelegd ter nagedachtenis aan Indonesische verzetsstrijders.
Een van deze verzetsstrijders was de vader van Iwan Faiman, bericht NH Nieuws. Slamet Faiman hielp onder meer Joden onderduiken en hield zich bezig met spionageactiviteiten.
Al jaren zet Iwan Faiman zich in om de erkenning van Indonesische verzetsstrijders terug te brengen op de Dam. Dat ze decennialang niet werden herdacht kwam door de spanningen tussen Nederland en Indonesië. Tussen 1945 en 1949 voerde Nederland een bloedige strijd tegen Indonesië, met als doel het eilandenrijk opnieuw te koloniseren na de Japanse bezetting.
Waarom streden Indonesiërs in Nederland in de jaren 1940-1945 tegen de Duitse bezetter? Volgens Iwan is het antwoord op deze vraag simpel: ‘Als ze onafhankelijkheid wilden in Indonesië, moesten ze ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch werd.’
Indonesiërs die tijdens de Duitse bezetting aan Nederlandse zijde hadden gestreden werden in 1953 ons land uitgezet. ‘Dat was het moment waarop veel Indonesiërs zeiden: als Nederland dit kan doen, dan kunnen we niet langer samen herdenken’, zegt Iwan. Maar inmiddels, nu Nederland excuses heeft gemaakt voor het koloniale verleden, leeft het gevoel dat gezamenlijke herdenking weer mogelijk is.
Nationalistische en communistische studenten
Slamet Faiman was lid van Perhimpunan Indonesia, een studentenvereniging voor Indonesische studenten in Nederland. Toen de Duitsers Nederland bezetten besloten veel studenten om in het verzet te gaan. ‘Ze hadden in 1938 in de gaten: als we ons doel willen bereiken, moeten we ervoor zorgen dat Nederland niet fascistisch wordt’, vertelt Iwan. Daarom sloten de studenten zich volgens hem aan bij het verzet, om de democratische idealen te beschermen waarin zij geloofden.
Perhimpunan Indonesia was in 1908 opgericht als de Indische Vereeniging, een studentenvereniging die koos voor gezelligheid en studentikoziteit. Maar na de Eerste Wereldoorlog sloeg de vereniging een activistische, pro-onafhankelijkheidskoers in, mede omdat er steeds meer studenten uit Indonesië lid werden. In 1923 veranderde de vereniging haar naam daarom in Perhimpunan Indonesia, Maleis voor Indonesische Studentenvereniging. Het tijdschrift van PI heette Indonesia Merdeka, onafhankelijk Indonesië, dat ook stiekem naar Indonesië werd gesmokkeld. De studentenvereniging voerde vanaf 1922 ook een rood-witte vlag, die daarna de nationale vlag van Indonesië zou worden.
Het bekendste lid van Perhimpunan Indonesia was zonder twijfel Mohammed Hatta, die op 17 augustus 1945 samen met Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië zou uitroepen. Hatta studeerde aan de Hogeschool van Rotterdam, de latere Erasmus Universiteit. In 1927 werden Hatta en enkele andere studenten gearresteerd en aangeklaagd voor opruiing. In de gevangenis schreef Hatta het later beroemd geworden pamflet Indonesië vrij.
In 1931 veranderde de vereniging weer van karakter. Communistische studenten namen de macht over en veranderden de Perhimpunan Indonesia in een mantelorganisatie van de Communistische Partij Holland. Hatta en andere nationalisten werden geroyeerd. PI-voorzitter Roestem Effendi werd in 1935 als eerste Indonesiër in het Nederlandse parlement verkozen, voor de CPH.
In Duitsland wordt pro-Palestijns protest steeds minder getolereerd. Ook Joodse Duitsers die kritiek hebben op Israël merken hoe weinig ruimte er is voor zulke geluiden, meldt De Morgen.
Bij de protesten tegen de oorlog in Gaza vallen de paarse vlaggen van de Jüdische Stimme op, een groep antizionistische Joden in Duitsland. ‘De Duitse antizionistische evenknie van Een Ander Joods Geluid’, typeert De Morgen hen. Maar nu Duitsland harder optreedt tegen pro-Palestijnse demonstraties, doen ook zij minder vaak mee.
‘Ik ben bang dat ik mijn baan kwijtraak’, zegt een van hen op anonieme basis tegen De Morgen. Hij is zeker niet de enige die de Duitse autoriteiten vreest. Ook de 76-jarige Thomas, kind van Holocaust-overlevenden, moest eraan geloven na een demonstratie. Hij loopt met de sticker Jüden gegen Genozid rond. Na een toespraak in Berlijn werd hij opgewacht door de politie, naast het podium.
‘Ze stopten me in een busje en namen me mee naar het bureau’, vertelt Thomas aan De Morgen. ‘Wegens verheerlijking van een strafdaad.’ Hij had de terreuraanval van 7 oktober vergeleken met de Joodse opstand tijdens de Tweede Wereldoorlog in het getto van Warschau. ‘Ik ben opgegroeid met volkerenmoord, dus ik herken het wanneer ik het zie’, zegt hij.
Hij is het totaal oneens met de Duitse overheid, die volgens politicoloog Lode Vanoost een resolutie aannam waarin elke kritiek op Israël als antisemitisme wordt gezien, aldus Daarmee zet Duitsland een stap verder in zijn steun aan de genocide in Gaza, schrijft hij in De Wereld Morgen.
Nog niet zo lang geleden werd Duitsland opgeschrikt door een reeks dodelijke aanslagen, en recent gingen daar opnieuw scholen dicht vanwege extreemrechtse dreigementen. Ook in Baarn moesten scholen tijdelijk sluiten na een dreiging. Maken jullie je weleens zorgen over mogelijke aanslagen in Nederland?
Ayala Levinger, softwareontwikkelaar
‘Extreemrechts wint al jaren terrein en tegelijk wordt de haat tegen minderheden steeds normaler. Ze zijn al jaren bezig met ophitsen: tegen vluchtelingen, tegen moslims, tegen queerpersonen — vooral tegen transgenders en non-binaire mensen. Dan is het op een gegeven moment geen kwestie van ‘of’, maar van ‘wanneer’ racisten de wapens oppakken en aanslagen plegen. Als een Palestijnse vlag op je balkon ertoe leidt dat buitenlandse hooligans je woning aanvallen, en die daders in Nederland het voordeel van de twijfel krijgen, dan is er iets goed mis.
‘Ik ben queer, net als veel van mijn vrienden. Transfobie is altijd al een directe bedreiging voor ons geweest. En als je een keffiyeh draagt, is het grootste gevaar niet eens een willekeurige aanslag op straat, maar de politie zelf. De afgelopen weken was ik bang dat ik net als andere Palestina-demonstranten intimidatie aan mijn deur zou krijgen van de politie.
‘Maar weet je wat? Al die haat, die dreiging, die pogingen om ons klein te krijgen… het houdt me niet tegen. Ik blijf strijden — tegen de genocide, tegen islamofobie, tegen elke vorm van onrecht. En ik ga niet uit de buurt verhuizen omdat dat misschien ‘veiliger’ zou zijn. Ik ben niet bang om zichtbaar te zijn. Ik ben niet bang om te blijven strijden.’
Ahmed Abdillahi, postbezorger
‘Eerlijk gezegd niet echt. Waar ik me wél zorgen over maak, is de toenemende verrechtsing van de samenleving. Ik ben een fervent gebruiker van platform X, en wat ik daar zie, de bagger over moslims, asielzoekers en linksgeoriënteerde mensen, is echt zorgwekkend. Sommige medelanders worden letterlijk ontmenselijkt. En dat maakt de weg vrij voor extreme maatregelen tegen hen. Want: ontmenselijkte mensen hoeven volgens die extremistische logica niet menswaardig behandeld te worden.
‘Rechtse politici, met name van partijen als de PVV en de VVD, dragen daar actief aan bij. Dit moet écht stoppen. Anders loopt het verkeerd af. John F. Kennedy zei ooit: ‘In een tijd van nationale crisis moeten mensen van goede wil en vrijgevigheid zich kunnen verenigen, ongeacht partij of politiek.’ Daar sluit ik me van harte bij aan.’
Ruben Arnhem, docent
Foto: Ruben Arnhem
‘Aanslagen zijn helaas een terugkerend fenomeen: extremisme, jihadisme, verwardheid. De afgelopen jaren hebben we het allemaal voorbij zien komen in Nederland. Ik denk dat dit komt doordat we steeds minder met elkaar praten. Mensen met frustraties kunnen die nergens kwijt, behalve op social media of in obscure groepen op het dark web, waar frustratie omslaat in haat.
‘De GGZ heeft wachtlijsten, en de eigen omgeving heeft geen tijd meer voor je, omdat iedereen het druk heeft. Zelf ben ik altijd een voorstander geweest van het gesprek, hoe radicaal het onderwerp ook is. Zo sprak ik laatst een jongeman van 18 die zonder vader is opgegroeid en als oudste zoon vijf broertjes en zusjes moet onderhouden. Zijn moeder toont geen interesse of dankbaarheid, terwijl hij de kostwinner is. Voor de buitenwereld is hij een mooiboy of een fuckboy — hij versiert meiden en dumpt ze na de seks, alsof ze objecten zijn.
‘Mensen met frustraties kunnen die nergens kwijt’
‘Gevoed door types als Andrew Tate op social media is dat voor hem normaal gedrag geworden. Tijdens een gesprek met hem over mannelijkheid, respect voor vrouwen en zijn thuissituatie, barstte hij in tranen uit. We gaan nu met andere partijen kijken hoe we zijn leven wat aangenamer kunnen maken. Door meer met elkaar te praten kunnen we mensen helpen die dreigen vast te lopen, en misschien voorkomen dat zij later een serieverkrachter, moordenaar of terrorist worden. Praten helpt!’
Mostafa Hilali, militair
‘Helaas zijn aanslagen van alle tijden. Vroeger waren er de Rote Armee Fraktion, RaRa, de IRA en de ETA. Later kwam het gevaar van extreem-islamitische zijde: Al Qaida, DAESH. De laatste jaren zien we ook steeds meer geweld van extreemrechtse en nationalistische kant. Denk aan Breivik, Christchurch, en 6 januari in Amerika.
‘Eerlijk gezegd maak ik me niet echt zorgen over aanslagen. Dat komt deels door mijn karakter, deels door mijn werk: ik heb als militair al het een en ander meegemaakt tijdens missies. Maar vooral wil ik terroristen niet laten winnen. De bedoeling van terrorisme is ons zo bang maken dat we ons gedrag aanpassen. Die overwinning gun ik ze niet.
‘Wat me wél zorgen baart, is hoe extreemrechts geweld vaak wordt gebagatelliseerd, terwijl aanslagen van extreem-islamitische of linkse hoek juist enorm worden uitgelicht. Geweld is geweld en moet altijd worden veroordeeld. Dreigen met geweld is al onacceptabel.
‘De bedoeling van terrorisme is ons zo bang maken dat we ons gedrag aanpassen’
‘Maar jarenlang werd gezegd: ‘De kogel komt van links’. Tegenwoordig komt het geweld steeds vaker van rechts, maar daar wordt nauwelijks over gepraat. Niemand vraagt rechtse politici om afstand te nemen, terwijl moslims en linkse mensen dat voortdurend moeten doen. Die dubbele standaard helpt niet om een samenleving op te bouwen waarin we ons verbonden voelen en extremisme geen kans krijgt.’
Jakob de Jonge, kunstenaar
‘Ik maak me niet per se zorgen over aanslagen. Mijn eerste zorg is een overheid die de maatschappij ondermijnt door allerlei wetgeving door te voeren die een bedreiging vormt voor de rechtsstaat. Een overheid, en in haar kielzog een maatschappij, die een genocide in Gaza laat gebeuren. Een maatschappij die zich voorbereidt op oorlog en zich bewapent. Dat zijn zaken die mij bezighouden.
‘En aanslagen — ja, die kunnen gebeuren — maar eerlijk gezegd houd ik mij daar niet zoveel mee bezig in de context van de hierboven genoemde, grotere bedreigingen voor onze samenleving.
‘Elk incident zal worden aangegrepen om de samenleving verder uit elkaar te trekken’
‘Waar ik me wél zorgen over maak bij een aanslag, is het effect ervan op een doorgeslagen overheid. Want elk incident wordt gebruikt om de agenda van verdere ondermijning van de samenleving door te drukken. Elk incident wordt aangegrepen om middels rampen- en shocktherapie wetgeving door te voeren die onze samenleving verder militariseert en onze democratische rechten verder uitholt. Er wordt geknaagd aan de sociale voorzieningen die juist bedoeld zijn om de maatschappij bij elkaar te houden.
‘Van het allerkleinste incident — zoals dat met Lenny Kuhr destijds — werd een heel statement gemaakt vanuit de Tweede Kamer, met allerlei wetsvoorstellen, een taskforce antisemitisme, en andere draconische maatregelen. Terwijl zulke incidenten vaak ook een vorm van legitiem verzet zijn tegen de genocide in Gaza. Dit is een overheid die niet meer te vertrouwen is, en elk incident zal worden aangegrepen om de samenleving verder uiteen te drijven.’
Gewapende mannen hebben in Pahalgam, een toeristenoord in het door India bestuurde deel van Kasjmir, een aanslag gepleegd waarbij 26 mensen zijn omgekomen. Volgens persbureau AFP is het de dodelijkste aanval op burgers sinds 2000.
Alle slachtoffers, op één Nepalees na, hadden de Indiase nationaliteit en waren mannen. ‘De daders spaarden overduidelijk de vrouwen’, aldus een ooggetuige tegen AFP.
De veiligheidsdiensten zijn een klopjacht gestart op de daders. Premier Narendra Modi sprak van een ‘afschuwelijke daad’ en beloofde de daders te vervolgen.
Geen enkele organisatie heeft de verantwoordelijkheid opgeëist. Opvallend is wel dat de aanslag plaatsvond een dag na het bezoek van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, JD Vance.
Kasjmir is een betwist gebied tussen India en Pakistan, die beide claimen het volledig te bezitten, maar elk een deel controleren. Sinds 1989 is er een gewapende opstand tegen het Indiase gezag, vooral vanuit de moslimmeerderheid in de regio. De opstandelingen streven naar onafhankelijkheid of aansluiting bij het islamitische buurland Pakistan.
Bij een ander incident in het grensgebied Baramulla zou het Indiase leger schoten hebben gewisseld met gewapende mannen die via Pakistan Kasjmir probeerden te infiltreren. Daarbij zouden twee terroristen zijn gedood, aldus het Indiase leger.
Nathalie Nede, raadslid voor de ChristenUnie in Arnhem, deed aangifte van een racistische e-mail die leidde tot een rechtszaak. ‘De verdachte bleef het n-woord herhalen.’
De verdachte stuurde Nede op 24 mei 2024 een e-mail met hatelijke en racistische inhoud. Daniël N. was boos, omdat Nede een week eerder in de gemeenteraad schriftelijke vragen had gesteld over gehandicaptenparkeerplaatsen en het feit dat gemeente Arnhem in haar eigen parkeergarage een rolstoelopgang een ‘invalidenoprit’ noemde. ‘Dat is een woord dat letterlijk onwaardig betekent’, aldus Nede. Daniël N. was hierdoor getriggerd en stuurde het CU-raadslid een boze e-mail: ‘Wat is het weer aanstootgevend zo’n invalidebordje. Natuurlijk stoort een n-woord er weer aan. Jullie soort zijn misselijk’, schreef hij.
Nede vertelt dat ze eerst geen aangifte wilde doen, omdat ze verwachtte dat hier toch niets mee zou worden gedaan. Vrienden echter adviseerden haar om dit wel te doen, evenals een antidiscriminatiebureau dat ze had gecontacteerd. Nede was enigszins verrast toen het toch tot een rechtszaak kwam, op dinsdag 25 februari.
Het n-woord
‘Het was een zware zitting’, vertelt Nede aan de Kanttekening. ‘De verdachte werd niet bijgestaan door een advocaat, maar deed de verdediging zelf. Hij bleef het n-woord herhalen, maar vond dat dit gewoon kon. De rechter probeerde hem uitwegen te bieden en bood hem aan om spijt te betuigen, maar Daniël N. bleef het woord claimen. Het was pijnlijk om het n-woord te horen, vooral omdat het woord ook enkele keren werd herhaald door de rechter en de officier van justitie. Zij moesten – althans, dat denk ik – het woord letterlijk citeren. Dat maakte het extra confronterend voor mij.’
Bij de zitting waren slechts weinig mensen aanwezig. Nede kreeg morele steun van de griffier en iemand van het antidiscriminatiebureau die met haar mee was gegaan. ‘Met die steun was ik erg blij’, zegt Nede. ‘Maar helaas was er weinig aandacht voor deze racismezaak in de media, behalve in AfroMagazine.’ Komt dit omdat Arnhem geen Amsterdam is, of omdat ze bij de ChristenUnie zit en niet bij een linkse partij? Nede durft dat niet te zeggen, maar vertelt dat ze de media ook niet actief heeft opgezocht.
‘Ik ben – tot nu toe – blij met ons rechtssysteem’
Over hoe sommige media berichten is ze kritisch, bekent ze. ‘Media spelen een grote rol in hoe mensen naar politici kijken. De Gelderlander schreef bijvoorbeeld alleen wat ik zei over invalideparkeerplaatsen, terwijl mijn betoog veel uitgebreider was. Ik begrijp de drang naar ophef, maar het is niet goed.’
Daniël N. werd veroordeeld tot een boete van 600 euro aan zijn slachtoffer, en verder tot een taakstraf van 60 uur, waarvan 30 uur voorwaardelijk. Maar nu gaat hij hierin tegen beroep, vertelt Nede aan de Kanttekening. ‘Ik weet nog niet wanneer deze zitting is. Ik was opgelucht toen hij werd vervolgd en vervolgens ook veroordeeld. Ik ben – tot nu toe – blij met ons rechtssysteem. Maar vanwege dit hoger beroep ben ik bang dat hij misschien toch wordt vrijgesproken. Ik heb trouwens geen flauw idee of de verdachte weer zijn eigen verdediging zal doen, of straks wordt bijgestaan door een advocaat.’
Raadslid in Arnhem
Nede is fractievoorzitter en het enige raadslid van de ChristenUnie in Arnhem. Toch weet ze veel impact te maken. Dankzij Nede moest het College van Burgemeester en Wethouders in 2021 een kritisch rapport over discriminatie openbaar maken, dat dankzij wethouder Jan van Dellen in de la was blijven liggen. Volgens de wethouder was het rapport nog niet af, maar de wetenschappers durfden niettemin de conclusie te trekken dat mensen met een niet-westerse achtergrond minder snel een baan kregen bij de gemeente Arnhem dan anderen. Nede bleef de wethouder naar het rapport vragen, totdat hij er eindelijk mee over de brug kwam.
Beeld: Rinus Baak
‘Dankzij deze kwestie is representatie echt een belangrijk speerpunt voor mij geworden’, zegt Nede hier nu over. ‘Representatie was één van de redenen waarom ik mij verkiesbaar heb gesteld. Het achterhalen van dit rapport heeft het belang van representatie onderstreept.’
Ze heeft zich daarna ingezet voor de Keti Koti-herdenking in Arnhem en mede dankzij haar komt er nu ook een monument voor de slachtoffers van de slavernij. ‘Ik trek hier veel op samen met D66 en GroenLinks, vertelt ze. ‘En omdat we een linkse meerderheid in de gemeenteraad krijg ik veel voor elkaar.’
Als raadslid is Nede vaker slachtoffer geweest van racisme. Het bleef niet bij de email van Daniël N. Zo maakten boze burgers enkele jaren geleden vanaf de publieke tribune scheetgeluiden toen Nede aan het woord was, tijdens het debat over Zwarte Piet in de Arnhemse gemeenteraad. En onlangs kreeg Nede een zogenoemd grappig bedoelde opmerking van een collega-raadslid van een lokale partij naar haar hoofd geslingerd, toen ze vroeg om een wit paaseitje omdat ze nu eenmaal meer van witte chocolade houdt. ‘Dat was ook discrimineren, zei hij. Gelukkig hoorde een collega van de Partij van de Dieren dit gesprek ook, en stak mij toen een hart onder de riem. Dat waardeer ik enorm.’
ChristenUnie en diversiteit
Nede is christelijk en zit daarom bij de ChristenUnie, omdat ze het belangrijk vindt om dit geluid te laten horen. ‘Er is geen partij waar je het 100 procent mee eens bent, maar lokaal is er ruimte om eigen invulling te geven. De ChristenUnie is sociaal en christelijk-sociaal. De partijcultuur is goed; we maken anderen niet zwart. En we staan voor gelijkwaardigheid: alle mensen zijn gelijk geschapen, naar Gods beeld.’
‘In de grote steden is de ChristenUnie divers’
Binnen de ChristenUnie zet Nede zich in voor diversiteit en inclusie via het ‘veelkleurig netwerk’. ‘Klassiek gezien is de ChristenUnie sterk verbonden met witte gereformeerde kerken, waar veel onwetendheid is over diversiteit. Maar er zijn ook leden van kleur die invloed hebben, zoals Don Ceder in de Tweede Kamer en oud-Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn in het verleden. In de grote steden in het Westen van het land, zoals Amsterdam, Rotterdam en Almere, is de ChristenUnie divers. In de provincie is dat minder het geval. We zijn vooral zichtbaar in de raden nu. Maar in de verschillende organen van de partij, denk aan het landelijk bestuur en het wetenschappelijk bureau, is dat minder het geval. Ik denk dat dit op termijn veranderen zal. Het heeft tijd nodig.’
Het diversiteitsnetwerk heeft volgens Nede ook invloed gehad op de koers van de ChristenUnie. Als voorbeeld noemt ze Zwarte Piet. ‘Gert-Jan Segers, de voormalige ChristenUnie-leider, vertelde dat hij hierover anders is gaan denken. Hij is niet de enige die van mening is veranderd.’
Het aantal Nederlanders dat het regeringsbeleid ten aanzien van de oorlog in Gaza steunt, wordt steeds kleiner. Dat concludeert onderzoeksbureau Ipsos I&O.
Sinds oktober 2023, het begin van de oorlog, heeft Ipsos I&O vier peilingen uitgevoerd om te onderzoeken hoe Nederlanders kijken naar de betrokken partijen, het handelen van de Nederlandse regering en de impact van het conflict. In oktober 2023 stond 23 procent achter het regeringsbeleid. Dat percentage daalde gestaag en was in april 2025 nog maar 12 procent, aldus het bureau.
‘Het aandeel dat ‘helemaal niet’ achter het regeringsbeleid staat, groeide in het afgelopen halfjaar van 19 naar 27 procent. Ruim de helft (54 procent) vindt nu dat de Nederlandse regering kritischer moet zijn ten opzichte van Israël. Eind vorig jaar was dat nog 47 procent.’
De kloof tussen de houding van de regering en de mening van de bevolking valt al langer op. Regelmatig vinden er grote demonstraties plaats tegen het regeringsbeleid, zoals afgelopen weekend in Rotterdam, waar 10.000 mensen op afkwamen.
Onlangs deden vijf grote mensenrechtenorganisaties een oproep aan minister-president Schoof om grenzen te stellen aan het geweld van Israël. Zij vroegen onder andere om het trekken van een ‘rode lijn’, maar die kwam er niet.
‘De publieke opinie over Israël verschuift. Steeds meer mensen worden zich bewust van het onrecht dat Palestijnen wordt aangedaan. De oorlog in Gaza kreeg veel aandacht, waardoor mensen zich zijn gaan verdiepen in de bredere context. Tegelijkertijd wordt het steeds moeilijker om de politiek te overtuigen. Het was nooit makkelijk, maar met de huidige samenstelling van de regering is het misschien wel lastiger dan ooit’, zei Thomas van Gool, projectleider Israël-Palestina bij vredesorganisatie PAX, onlangs in een interview in de Kanttekening.
‘Het probleem is dat mensen hun standpunten hierover vaak niet meenemen het stemhokje in. Daar spelen heel andere kwesties mee. Terwijl lang niet iedereen die stemt op een partij die de Israëlische koers steunt, die standpunten ook zelf deelt.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.