15.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 202

Drones in Israëlische nederzettingen betaald door Nederlandse christenen

0

Conservatieve protestantse christenen in Nederland zamelen geld in om drones, kogelvrije vesten en helmen te kopen voor Israëlische kolonisten. Dit bericht Trouw.

Het gaat om een donatie van 25.000 euro van Christenen voor Israël (CvI), een liefdadigheidsinstelling uit Nijkerk die vooral onder evangelische en reformatorische christenen populair is. Het geld gaat naar de Christian Friends Of Israeli Communities (CFOIC), die hiermee drones, helmen en andere noodzakelijke apparatuur aanschaft voor Israëlische gemeenschappen.

De gemeenschappen waar CFOIC voor opkomt, zijn de omstreden nederzettingen in Palestijns gebied, zo meldt Trouw. ‘CvI en CFOIC bestrijden in hun publicaties dat er sprake is van illegale bezetting.’ CvI-woordvoerder Sara van Oordt vertelt de krant dat het geld niet wordt uitgegeven aan wapens voor kolonisten. ‘Dat doet CFOIC niet en dat doet CvI ook niet.’

Jaarlijks haalt CvI 130.000 euro op voor CFOIC. Maar de bestemming van het geld is na 7 oktober veranderd. CFOIC-bestuurder Henk Poot schrijft in de laatste CvI-nieuwsbrief: ‘Dit is de tijd om de inwoners van het Bijbelse hartland te steunen met wat zij nu nodig hebben. Even geen kinderspeelplaatsen, bibliotheken of renovatie van de bejaardensoos. (…) Dit is de tijd dat we geven voor veiligheid, voor bewakingscamera’s, voor de uitrusting van teams die bij onraad als eerste erop afgaan, voor kogelvrije vesten.’

Nederlanders die de Palestijnse zaak een warm hart toedragen zijn woedend. ‘Financiering van terrorisme’, zo noemt de Leidse historica Nadia Bouras de donatie op X.

Ook Denk-raadslid Sheher Khan werd heimelijk onderzocht door ministerie

0

Het Amsterdamse Denk-raadslid Sheher Khan stond in het geheime onderzoek naar moslims en moskeeën vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Hij was onderverdeeld in de categorie ‘salafisme en aanverwante onderwerpen’, zegt de politicus op X.

Khan had vorig jaar, nadat bekend werd dat het ministerie de moslimgemeenschap bespioneerde, zelf een mail gestuurd om te weten of hij ‘heimelijk is onderzocht’. Hij riep andere moslims op om ook een mailtje te sturen.

Vijf maanden na het mailtje kreeg Khan het langverwachte antwoord. ‘Hierbij bevestig ik dat directie Samenleving en Integratie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid persoonsgegevens van u heeft verwerkt’, staat in het mailtje. 

Volgens SZW zouden die gegevens zijn gebruikt omdat hij ‘deelnam aan bijeenkomsten van die directie’. In een ander screenshot laat Khan zien dat hij zich had aangemeld voor SZW-bijeenkomsten voor bruggenbouwers en verbinders. Bovendien nam hij deel aan een bijeenkomst over moslimdiscriminatie, een andere activiteit waardoor zijn naam opdook in het onderzoek.

Het SZW meldt echter dat naar Khans gegevens is gezocht binnen het dossier ‘salafisme en aanverwante onderwerpen’. De post van Khan zorgt voor verontwaardiging op sociale media. Nederlanders met een moslimachtergrond vragen zich af waarom de overheid zo’n lijstje met gegevens bijhoudt.

De post van Khan maakt ook anderen geïnteresseerd in de werkwijze van het ministerie. ‘Op welke manier heb je dit opgevraagd? Dit is wel schokkend en nu ben ik ook wel benieuwd of ik ben onderzocht…’, vraagt Selim Ozcelik, fractievoorzitter van Denk Venlo zich af.

Ramadan voor Palestijnen: ‘De wereld geeft niets om ons’

Terwijl de ramadan bijna begint, lijkt er maar geen einde te komen aan het lijden van de Palestijnen in Gaza. Vier Palestijnen vertellen hun verhaal. ‘In Gaza vasten de inwoners al maanden dankzij de schaarste aan voedsel.’

Voor de in Gaza wonende reddingswerker Mahmoud Abu Saleh (31) is er nog weinig hoop voor de inwoners van zijn regio. Het gebied telt rond de twee miljoen Palestijnen. De inwoners kampen al maanden met een tekort aan voedsel en drinkwater. Desondanks blijft Abu Saleh zich als vrijwilliger van hulporganisatie Sawaed inzetten. Hij deelt voedsel uit aan kinderen en zoekt dagelijks tussen het puin naar gewonden om hen van medische hulp te voorzien. ‘Wat ik nu om mij heen zie gebeuren is een collectieve uitroeiing van voornamelijk vrouwen en kinderen’, vertelt Abu Saleh aan de telefoon vanuit de medische post in Gaza.

Sinds de start van de oorlog op 7 oktober hebben meer dan anderhalf miljoen Palestijnen binnen de Gazastrook moeten vluchten voor geweld door het Israëlische leger. Volgens de autoriteiten van Gaza zijn er nu 30.000 Palestijnen gedood. De meeste burgers verblijven onder erbarmelijke omstandigheden in tenten in het grensstadje Rafah, waar ze in angst afwachten of er een Israëlisch grondoffensief zal komen. Vorige week kwamen in het noorden van Gaza meer dan honderd burgers om tijdens Israëlische beschietingen en de paniek die ontstond terwijl zij in de rij stonden bij een voedselkonvooi.

Ze hopen dat de heilige maand hen meer veerkracht en moed zal geven

Het huis waar Abu Saleh samen met zijn vrouw, kinderen en familieleden woonde, werd in oktober zwaar beschadigd nadat een Israëlische raket het huis van zijn buren raakte. ‘In één klap verloor ik alle vijftien buren door de aanslag’, vertelt hij verdrietig. ‘Mijn gezin en familieleden, we zijn met negen, zijn sinds de aanslag genoodzaakt om samen in één tent te verblijven. Door de oorlog gaan we met een angstig gevoel de ramadan in. Ik denk dat geen enkel volk in deze eeuw zoveel heeft geleden als de mensen hier in Gaza.’

Beeld: Sawaed Youth Center

Pijn met elkaar delen

Voor moslims is de ramadan een maand waarin warmte en samenzijn centraal staan. Het is ook een periode waarin ze bidden voor de medemens en aan liefdadigheid doen, zegt Kamal Almashharawi (25), die uit Gaza komt en nu in Saoedi-Arabië verblijft. In november vluchtte hij samen met zijn familie naar het koninkrijk. Almashharawi werkt voor de wereldwijde vredesorganisatie Seeds of Peace, die solidariteitsbijeenkomsten met Palestina en ontwikkelingssamenwerking organiseert.

Hij ziet met lede ogen aan hoe achtergebleven familieleden in Gaza, met wie hij nog nauw contact heeft, alles doen om te overleven. ‘Deze ramadan heeft een speciale betekenis, een andere dan alle voorgaande’, zegt hij. ‘Moslims zijn betrokken bij mensen die honger lijden door armoede of conflict. Ik geloof dat de ramadan dit jaar mensen overal ter wereld kan verenigen en laat pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren.’

Kamal Almashharawi. Beeld: Sunbox

Door de schaarste aan voedsel en water zijn de inwoners van Gaza feitelijk al sinds oktober aan het vasten, zegt Almashharawi. ‘In Gaza vasten de mensen urenlang, variërend van veertien tot twintig uur per dag. Sinds 7 oktober leven ze in de geest van de ramadan. Ze hopen dat de heilige maand hen meer veerkracht en moed zal geven om hun land terug te winnen, een einde te maken aan de oorlog. Het besef dat de wereldwijde moslimgemeenschap straks druk bezig zal zijn met het vieren van de ramadan, terwijl zij worstelen om te overleven, maakt het voor hen extra uitdagend. Daarom vragen ze andere gelovigen om in hun pijn te delen en dit jaar niet te veel nadruk te leggen op de festiviteiten van de ramadan.’

Machteloos

Hopelijk biedt de heilige maand een tijd van reflectie, waarin westerse regeringen meer stilstaan bij het disproportionele Israëlische geweld tegen de burgers in Gaza, vervolgt Almashharawi. ‘De Israëlische agressie tegen het Palestijnse volk is onvergeeflijk en moet onmiddellijk stoppen. De Palestijnen die net als ik moesten vluchten verdienen het om terug te keren naar hun huizen in Gaza.’

Ook op de Westelijke Jordaanoever leven de Palestijnen sinds 7 oktober in angst. Ze zijn bang voor wat hen te wachten staat. Hoewel hier geen grootschalige Israëlische aanvallen plaatsvinden, neemt het geweld tegen Palestijnen volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International wel toe. Ook verhindert Israël medische hulp aan Palestijnen in levensbedreigende situaties. ‘Twee oorlogen zijn momenteel gaande: één in Gaza en één op de Westbank,’ vertelt Louy Alsaeed (25). Alsaeed komt uit de Palestijnse stad Hebron, hij is journalist en filmmaker en werkt bij de Nederlandse stichting Plant een Olijfboom. ‘Als journalist voel ik me vrijwel machteloos’, zegt hij. ‘Mensen hier zijn heel verdrietig vanwege de genocide die op burgers in Gaza wordt gepleegd. Ik heb zelf twee collega-journalisten en veel vrienden verloren. Zij werden gedood door Israëlische bombardementen.’

Louy Alsaeed

Voor Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever geldt dat ze niet meer naar hun werk in Israël mogen reizen, waardoor velen vrezen voor hun inkomen. ‘Wat voor hoop kan de aankomende ramadan ons nog bieden?’, vraagt hij zich retorisch af. ‘Het lijkt alsof de rest van de wereld niets om ons geeft. Mensen leven nu nog meer in armoede dan voorheen. Hierdoor kunnen we ook niet de iftar-avonden vieren zoals we dat normaal doen met zoetigheden en cadeautjes. Veel Palestijnen rouwen om het leed in Gaza. De burgers leven daar momenteel in één grote gevangenis. Hierdoor gaat de ramadan ook volledig aan ons voorbij.’

Apartheidsmuur

Veiligheidsdiensten in Israël staan op scherp sinds de ultrarechtse defensieminister Itamar Ben Gvir met het voorstel kwam om de toegang van Palestijnen van de Westbank tot de heilige Al-Aqsa-moskee tijdens de Ramadan te beperken. Experts vrezen dat hij hiermee de Palestijnen onnodig provoceert. De defensieminister houdt echter vol dat de restricties van belang zijn omdat afgelopen jaren tijdens de Ramadan er regelmatig escalaties waren die soms dodelijk afliepen. Hoewel Netanyahu heeft aangegeven dat er nog geen ‘concrete plannen’ zijn om het plan van de defensieminister uit te voeren, overweegt hij wel om beperkingen op te leggen voor Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever.

‘Een bezoek aan de Al Aqsa-moskee is een bijzonder moment tijdens de heilige maand ramadan omdat deze plek één van de heiligste plaatsen is in islam,’ vertelt fotojournalist Wahaj Bani Moufleh (24). Hij komt uit het dorpje Beita, dat dichtbij de Palestijnse stad Nablus ligt. ‘Ik vrees dat als Israël deze maatregelen doorzet sommigen geen andere keus hebben dan via onveilige en illegale routes toch naar de moskee te gaan.’

Wahaj Bani Moufleh

Zelf weet hij als geen ander hoe gevaarlijk de route naar de Al Aqsa-moskee is voor de inwoners van de Westelijke Jordaanoever. ‘Het is mij enkele jaren terug één keer gelukt om de moskee te bezoeken, ondanks de restricties tijdens de ramadan. Daarvoor moesten we de Apartheidsmuur (de naam die Palestijnen geven aan de muur die de grens vormt tussen de Westelijke Jordaanoever en Israël) die tot tien meter hoog kan komen, beklimmen in het donker. Ik was bang dat Israëlische soldaten mij zouden zien en oppakken.’

‘Ik wil dat internationale organisaties humanitaire hulp blijven leveren aan de mensen in Gaza’

Intussen heeft minister Benny Gantz van het Israëlische oorlogskabinet een ultimatum gesteld. Als Hamas de honderdvierendertig gegijzelde Israëliërs niet vrijlaat voor de start van de ramadan, komt er een grondoffensief in Rafah. Hamas wil daarentegen alleen de gijzelaars vrijlaten als Israël zich uit de Gazastrook terugtrekt. De Amerikaanse president Joe Biden zegt dat hij hoopt op een staakt-het-vuren tijdens de ramadan. Maar de burgers in Gaza houden hun hart vast.

‘Ramadan zal het dit jaar heel anders zijn, omdat de meeste moskeeën in de Gazastrook zijn gebombardeerd en verwoest’, vertelt Abu Saleh. ‘Mijn familieleden zijn ondergedoken in een schuilplaats. Palestijnen in Gaza zijn ontheemd. Er is hier nauwelijks water of elektriciteit en er is gebrek aan voedsel. Veel mensen in Gaza hebben geen toegang tot medische zorg. De meeste van mijn vrienden zijn omgekomen, anderen zijn gewond.’ Abu Saleh drukt de mensen in Nederland en andere westerse landen op het hart dat hun regeringen en mensenrechtenorganisaties er alles aan moeten doen om Israël tot een staakt-het-vuren te dwingen. ‘Ook wil ik dat internationale organisaties humanitaire hulp blijven leveren aan de mensen in Gaza om hongersnood tegen te gaan.’

Mahmoud Abu Saleh deelt voedsel uit aan kinderen in Gaza. Beeld: Sawaed Youth Center

Almashharawi roept moslims op om tijdens deze ramadan solidair te zijn met de mensen in Gaza. ‘Deze heilige maand moet een tijd zijn waarin moslims wereldwijd, door samen te vasten, meeleven met het Palestijnse volk en alle anderen die wereldwijd honger lijden.’ Het verlies van de vele dierbaren en de wanhopige omstandigheden waarin zijn familieleden in Gaza nu verkeren, breken zijn hart. ‘Helaas ben ik ervan overtuigd dat het einde van deze oorlog nog niet in zicht is. Mijn vrees is dat Israël zijn toevlucht zal nemen tot nog strengere maatregelen om de Palestijnse burgers van hun land te verdrijven, ondanks dat zij onschuldig zijn.’

Stil protest

Een kartonnen bordje met daarop de tekst ‘Stop genocide Gaza’. Elke avond staat Albert Koot bij de pont naar Amsterdam-Noord om aandacht te vragen voor de Palestijnse slachtoffers. ‘Het leed van die mensen is onvoorstelbaar.’

‘Ik vind het zo erg wat er in Gaza gebeurt, vertelt Koot. ‘Het gaat om kwetsbare mensen, het zijn vluchtelingen en er zijn zoveel kinderen bij. Natuurlijk, de aanslag van Hamas was verschrikkelijk. Dat was terrorisme, maar de oorlog moet stoppen.’

‘Er zijn al bijna dertigduizend mensen overleden, en er zijn zoveel gewonden’, zegt hij. ‘De Gazastrook is geblokkeerd. Er komt maar mondjesmaat hulp. Huizen en wegen worden gebombardeerd. Het leed is onvoorstelbaar. Daar kan ik mijn mond niet over houden.’

Koot stelt zich voor dat hij in Gaza woonde en zijn huis kapotgeschoten was. ‘Het is bijna niet te bevatten. Je kunt nergens heen, er is geen eten en drinken, je kinderen worden ziek. Het is een tragedie.’

Voor de houding van Mark Rutte en de zijnen heeft Koot geen goed woord over. ‘Onze regering leverde onderdelen voor Israëlische straaljagers, via de vliegbasis in Woensdrecht. Het is onbegrijpelijk dat wij één van de twee partijen steunden met materieel. Gelukkig zijn die leveringen tijdelijk gestopt.’

Koot voelde de behoefte om iets te doen. ‘Daarom sta ik hier iedere avond, behalve als ik verkouden ben.’ Hij krijgt veel reacties van mensen die naar de overkant varen. Sommigen steken hun duim op, anderen glimlachen. ‘Ik hoop dat ik de passagiers aanzet tot nadenken en dat ze stemmen op partijen die ook vrede willen. Gelukkig zijn wij een democratie. De Palestijnen hebben dat voorrecht niet, er is niemand die ze beschermt.’

‘Als je minder migratie wil, gaan er meer bedrijven failliet’

0

Als je echt tegen migratie bent dan moet je ook accepteren dat dit negatieve gevolgen heeft voor de economie. Dit zei migratie-expert Hein de Haas tegen de Vlaamse krant De Standaard.

De expert vindt dat je kritisch mag zijn over migratie, hij noemt dat een ‘legitiem standpunt’. Maar hij vindt dat tegenstanders van migratie wel het eerlijke verhaal moeten vertellen, in plaats van te komen met ‘nepoplossingen’, zoals een streng grensbeleid.

‘Een open, welvarende economie én minder migratie: dat gaat niet samen’, zegt De Haas. ‘Willen we minder migratie, dan moeten we ook kiezen welke bedrijven we failliet laten gaan.’

De Haas is socioloog en geograaf en heeft in Nederland, Marokko en het Verenigd Koninkrijk gewoond en gewerkt. Tegenwoordig is hij hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Eerste sterfte in Gaza door uitdroging en ondervoeding

0

Tenminste vijftien Palestijnse kinderen zijn omgekomen vanwege uitdroging en ondervoeding. Het is een van de gevolgen van de Israëlische blokkade van het gebied.

De kinderrechtenorganisatie van de VN, UNICEF, waarschuwt dat het aantal doden enorm zal toenemen als de oorlog niet direct stopt en humanitaire hulp het gebied in mag. Zo meldt de nieuwssite Middle East Monitor.

‘Het is hoogst aannemelijk dat meer kinderen voor hun leven vechten in de paar overgebleven ziekenhuizen van Gaza’, zegt Adele Khodr van UNICEF in een persverklaring. ‘Deze tragische en weerzinwekkende doden zijn het gevolg van menselijk handelen, te voorspellen en volledig te voorkomen’.

Sinds de start van de oorlog blokkeert Israël de toevoer van water, elektriciteit en voedingsmiddelen om vrijlating van de gijzelaars af te dwingen. Volgens de VN lijdt 16 procent van de Palestijnse kinderen (1 op de 6 Palestijnse onder twee jaar) aan ondervoeding in Noord-Gaza.

Vorige week passeerde het officiële dodental onder Palestijnen de 30.000, terwijl er meer dan 70.000 gewonden zijn gevallen. In januari werd bekend dat tenminste 10.000 van de dodelijke slachtoffers kinderen zijn.

Conservatieven winnen Iraanse verkiezingen, opkomst historisch laag

0

De conservatieven hebben de parlementsverkiezingen in Iran gewonnen. De opkomst was met 41 procent echter de laagste opkomst sinds de revolutie in 1979.

De verkiezingen van vrijdag 1 maart waren de eersten sinds de dood van Masha Amini, de Koerdisch-Iraanse vrouw die werd gearresteerd omdat ze zich zonder hoofddoek in de publieke ruimte had begeven. Haar dood ontketende massale antiregeringsprotesten, maar het Iraanse regime bleef in het zadel en sloeg de repressie keihard neer.

Veel Iraniërs zeggen dat verkiezingen weinig zin hebben, omdat progressieve kandidaten door de regering worden geweerd. Het gevolg is dat de opkomst historisch laag was. In Teheran, een stad met zo’n 7,7 miljoen stemgerechtigde kiezers, zou ongeveer een kwart hebben gestemd, aldus de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

Bij de strijd om zetels in het 290 leden tellende parlement waren 15.200 kandidaten betrokken, terwijl nog eens 144 een plaats zochten in de 88 leden tellende Raad van Experts, die onder andere tot taak heeft de volgende Opperste Leider van Iran te kiezen.

Van den Bergh stuitte op Surinaamse corruptie

0

Een pluimveebedrijf in Suriname was de droom van de Hollandse ondernemer Gerard van den Bergh. Het werd geen sprookje. Hij ondervond corruptie en overleefde een aanslag op zijn leven.

Het leek zo’n mooi idee, een pluimveebedrijf in Suriname. Ondernemer Gerard van den Bergh (64) vroeg aan zijn Surinaamse vrouw of ze met hem naar haar geboorteland wilde verhuizen. ‘In eerste instantie wilde ze niet, maar uiteindelijk hebben wij besloten om het toch te doen’, zegt Van den Bergh.
Achteraf gezien was die eerste reactie van zijn vrouw verstandig geweest. De kersverse pluimveehouder en zijn vrouw worden in het nieuwe land al snel tegengewerkt, schrijft Van den Berg in zijn boek Zakendoen in Suriname – corruptie op het hoogste niveau, dat hij in eigen beheer heeft uitgegeven. Het boek zorgde voor opschudding in Suriname en werd zelfs besproken in het Surinaamse parlement.

U beschuldigt mensen in Suriname van corruptie. Dat kan toch niet zomaar?

‘Het is een boek met vooral feiten, zonder dat iemand direct wordt beschuldigd. De lezer kan zelf conclusies trekken. Uit de honderden mails en WhatsApp-berichten die ik inmiddels heb gekregen, blijkt dat ik veel steun krijg van het Surinaamse volk. Dat is een unicum. Normaal krijgt een wit persoon nooit zoveel steun.

Had u voordat u ging twijfels om te ondernemen in Suriname?

‘We wisten natuurlijk dat er veel corruptie was in Suriname, maar dat het er ook gevaarlijk was niet. Toch heb ik in 2008 bij aankomst een wapenvergunning aangevraagd. Dat gaf mij toch een veiliger gevoel.’

Waar gaat uw boek over?

‘Wat voor de meeste mensen ondenkbaar is, is in Suriname een normale manier van werken. Er is ontzettend veel corruptie. Ze noemen het ook wel toekoe. Dat betekent iets lekkers geven onder de tafel om voor elkaar te krijgen wat je wil.

‘Het was een vreemde ervaring voor mij om te zien hoe sommige mensen in staat waren om te krijgen wat ze wilden. Ik ben nooit betrokken geweest bij omkoping. Mensen om mij heen hebben mij weleens gezegd dat ik het misschien beter wel had kunnen doen om mijn situatie te verbeteren.’

Wat heeft u meegemaakt?

‘Ik kreeg op een gegeven moment geen importvergunning meer voor broedeieren, terwijl mijn concurrenten die wel kregen. Nadat iemand had geklaagd bij de Belastingdienst ontving ik een aanslag voor omzetbelasting voor doksa (Surinaams voor eend), terwijl er geen omzetbelasting op pluimvee zat.

‘Na een discussie met de directeur van de Belastingdienst duurde het vijf jaar voordat het probleem werd opgelost. Zelfs met een brief van de baas van die directeur bleef hij bij zijn beslissing. Zijn opvolger luisterde wel naar de baas, waardoor het uitblijven van een vergunning uiteindelijk werd opgelost.’

Gerard van den Bergh

Was dat een normale gang van zaken in Suriname?

‘Ja, degenen met het meeste geld waren vaak de mensen die in de praktijk het land bestuurden en niet de bestuurders zelf. We hadden een verzoek van de president met handtekening naar de minister van Landbouw gestuurd voor de importvergunning van broedeieren, maar zelfs toen werd er niks mee gedaan. Na een rechtszaak, waar de president ook moest verschijnen, heeft de rechter de minister bevolen om ons de importvergunning te verlenen.

‘Dit kost natuurlijk veel geld en tijd. Het is erg frustrerend om constant dit soort processen te moeten doorlopen. Dat mensen met het meeste geld het land besturen is wel duidelijk in Suriname. Dit houdt ook de toekomst van het land tegen. Het volk wordt er zwaar door benadeeld.’

Is het gevaarlijk om deze rechtszaken aan te spannen?

‘Ja, het zorgde voor gevaar voor mij en mijn familie. Na een gewonnen rechtszaak tegen een investeerder van mijn bedrijf is er een aanslag op mijn leven geweest. Op camerabeelden is te zien dat er zes gewapende mannen een uur lang in mijn huis waren.

Op het laatste moment kon ik niet mee met het regeringstoestel

‘Ze hebben niks gestolen, geen kast of la opengetrokken. Ze stonden constant met wapens in de hand voor mijn slaapkamerdeur. Als ik de deur open had gedaan dan had dat mijn leven gekost. Na een uur besloten ze om mijn slaapkamerdeur open te breken, waarvan ik wakker schrok. Er volgde een schietpartij. Er werden in totaal 27 schoten gelost, een paar kogels belandden in mijn bed, mijn bank en in de muur. Zelf overleefde ik de aanslag, maar twee mensen in de kamer raakten gewond, een persoon overleed. Maar het meest merkwaardige is dat deze aanslag vervolgens in de doofpot belandde.’

Bent u daarna nog lang in Suriname gebleven?

‘Ik had er niet zoveel last van, maar mijn vrouw was heel erg bang geworden. Zij wilde terug naar Nederland. Na een vakantie in Nederland moest ik haar overtuigen om terug te gaan naar Suriname, wegens alle bezittingen die daar waren. De doodsteek van ons verblijf in Suriname was het moment dat wij geen importvergunning meer konden krijgen.’

Heeft u veel financiële tegenslag gehad door uw tijd in Suriname?

‘Ja, toen we gingen samenwerken met de investeerders was mijn bedrijf getaxeerd op tien miljoen dollar. Nu ben ik alles kwijt. Ik heb vijfentwintig jaar in het buitenland gewoond, waardoor ik geen pensioen heb of een AOW krijg. Ik heb echt een serieus probleem door mijn tijd in Suriname.’

U zegt onder andere dat ons beeld van Suriname haaks staat op de werkelijkheid. Waarom zegt de Nederlandse overheid hier niks over?

‘Enkele maanden terug was er een handelsdelegatie gepland naar Suriname. Ik was van plan om mee te gaan en had mij ook aangemeld. Echter, er was opnieuw toestemming nodig van Suriname. Op dat moment ontving ik een uitnodiging van het kabinet van de president. Daarbij werd mij vriendelijk verzocht om te zwijgen over de nare ervaringen die ik had meegemaakt. Ik stemde hiermee in, maar het voelde dubbel: aan de ene kant werd er een handelsdelegatie georganiseerd, maar aan de andere kant werd er weinig gedaan om potentiële deelnemers te informeren over de realiteit daar.’

‘Op het laatste moment kon ik niet mee met het regeringstoestel, waar iedereen in zou zitten. Ik was bereid om zelf de kosten te dekken, maar dat kon niet. Hierdoor besefte ik dat mijn deelname aan de handelsdelegatie weinig zin had. Het leek alsof er bewust werd vermeden om belangrijke informatie te delen met mensen die geïnteresseerd waren in ondernemen in Suriname.’

Is Nederland dan onwetend over de situatie in Suriname?

‘Nee, dat is niet het geval. Ik heb gesprekken gevoerd met de Nederlandse ambassade. Ze zijn op de hoogte van verschillende incidenten, waaronder de overval met dodelijke afloop en het uitblijven van een onderzoek. Toch wordt er aangedrongen om te zwijgen.’

Waarom zou de Nederlandse overheid dat doen? 

‘Ik kan alleen maar speculeren waarom dat gebeurt. Ik heb zelfs geprobeerd om de Nederlandse ambassade te betrekken bij het initiëren van een onderzoek, maar zij stellen dat dit een zaak is voor de Surinaamse overheid.’

De Surinaamse president Santokhi heeft een kort geding aangespannen tegen Van den Bergh vanwege zijn foto die op de voorkant van het boek is afgebeeld. De rechter doet komende woensdag uitspraak. 

Turkse zelfrijdende bus eind dit jaar in bedrijf op Rotterdam Airport

0

De nieuwste generatie zelfrijdende elektrische bussen van het Turkse bedrijf Karsan zal eind dit jaar testritten afleggen op Rotterdam Airport. Als dit goed gaat, zullen ze in 2025 dienst doen als transportmiddel voor passagiers en medewerkers van de luchthaven. Zo meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.

Voor Karsan, het Turkse bedrijf dat de ‘e-TAKbus’ produceert, is het de eerste levering aan Nederland. In november 2024 zullen de zelfrijdende bussen voor het eerst pendelen tussen Rotterdam Airport en de metrohalte Meijersplein, een route van 5 kilometer.

De CEO van Karsan, Okan Bas, is tevreden over de deal. ‘We zien het als een belangrijke stap in de transportwereld, die onderhevig is aan vele veranderingen,’ zei hij tegen SonHaber.

Volgens Bas is de levering een mijlpaal, omdat het de eerste keer is dat autonome bussen worden ingezet op een internationale luchthaven. Ook wijst hij op de duurzaamheid van de elektrische bussen. ‘Ze zijn milieuvriendelijker dan de traditionele bussen, die op fossiele brandstoffen rijden.

Weemoed naar de Rif

0

In de voorjaarsvakantie vloog ik voor het eerst alleen met mijn kinderen richting het Rifgebergte. Terwijl de vleugels van het vliegtuig de wolken raakten, verlangde ik sterk naar mijn favoriete vijgenboom, met diepe oude boomwortels die kriskras door de rood gekleurde aarde lopen.

De plek waar de boom staat, brengt mij onbezorgdheid en vertrouwen. Vroeger leerden mijn oma en tante mij dat ik een vijg pas kan plukken als je een melkachtige waslaag op het rijpe fruit ziet. Omdat ik de zelfgeplukte vruchten mocht opeten deed ik extra mijn best om een zachte, donkerpaarse en opengebarsten vijg te vinden. Ook was het een plek waar ik als kind achter de kippen aanrende en op zoek ging naar de scharreleieren. Ofschoon mijn oma er niet meer is, de rivieren zijn opgedroogd, de bergen en heuvels kaal zijn én de grond is uitgeput, is dit een dierbare plek. Een plek die mij altijd laat terugkeren en nieuwsgierig maakt. Waar kom ik vandaan? En waar liggen mijn wortels?

In de jaren zestig kwam mijn opa als arbeidsmigrant naar Nederland. Hij zag migratie als oplossing om aan armoede in de Rif te ontsnappen. Bij aankomst in Venlo werkte mijn grootvader eerst anderhalf jaar in de mijnbouw. Vervolgens vertrok hij naar Den Haag waar hij verschillende banen kreeg, onder andere bij metaalfabrieken en loodgietersbedrijven. Hij dacht dat zijn verblijf tijdelijk zou zijn, maar zijn terugkeer bleef uit. Hij besloot daarna om mijn toen zestienjarige vader uit Marokko te laten overkomen, in het kader van gezinshereniging. En ik werd de eerste kleindochter van de hardwerkende Riffijnse landbouwer die geloofde dat het leven voor zijn kinderen, aan de andere kant van de Middellandse Zee, beter zou zijn.

Mijn opa heeft zijn dromen in Marokko opgegeven voor een betere toekomst. Ik ben om die reden dankbaar dat ik ben geboren en getogen in het welvarende Nederland. De kansen die ik hier heb gekregen binnen het onderwijs zijn onbetaalbaar, evenals de goede zorg. Bovendien woon ik in het prachtige Den Haag, een stad waar veel bossen, duinen en parken zijn. Die groene gebieden zorgen ervoor dat ik prettig kan leven.

Ik zal onophoudelijk onderweg zijn tussen twee continenten

Maar toch blijf ik steeds verlangen naar de Rif, om er op de grond op dunne matrasjes te eten, aan een klein rond tafeltje met een gevulde tajine van scharrelkip, gedroogde pruimen, gebakken amandelen en frietjes. De briesjes die dan zacht langs mij en de geliefde vijgenboom voorbij waaien geven mij een gevoel van ontsnapping aan de hectische wereld.  Ik ben eindelijk thuis.

Een bekende vroeg mij laatst of er óók een Nederlands stukje in mijn identiteit zit. Als ik eerlijk ben, heb ik nog geen goed antwoord op deze moeilijke vraag. Zelf denk ik dat ik nooit af zal komen van het beeld dat ik dat kleinkind ben van een arbeidsmigrant. Ook zal ik mijn identiteit altijd moeten verantwoorden in Nederland. Ik ben een trots kind van een Riffijnse plattelander.  Ik zal onophoudelijk onderweg zijn tussen twee continenten, bezig zijn met thuiskomen.

Prepare for landing klonk er door de luidsprekers aan boord van het vliegtuig. Mijn kinderen waren opgewekt en vreugdevol. Zal opa gelijk hebben en was het verblijf in Nederland misschien tóch tijdelijk? Kunnen zijn Nederlandse achterkleinkinderen ooit nog voorgoed terug keren naar huis om hun diepe oude boomwortels, die kriskras door de rood gekleurde aarde lopen, te omarmen?