19.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 30

EU wil handelsrelatie met Israël herzien

0

De druk vanuit Europa op Israël neemt toe vanwege de aanhoudende bombardementen en de blokkade van Gaza. Daarom willen de buitenlandministers de handelsbetrekkingen met het land herzien, meldt Deutsche Welle. Daarbij wordt ook de associatieovereenkomst, die Israël toegang geeft tot handelsvoordelen op de Europese markt, kritisch bekeken.

Of dat daadwerkelijk gaat gebeuren is de vraag. De EU is nog erg verdeeld over het gemeenschappelijke beleid ten aanzien van Israël. Zo zijn er landen die erg kritisch zijn, zoals Ierland en Spanje. Aan de andere kant staan landen zoals Duitsland, die Israël onvoorwaardelijk blijven steunen, ondanks de alarmerende toestand in Gaza die door veel wetenschappers en NGO’s als genocide wordt betiteld.

Dat de handelsbetrekkingen nu worden herzien, is vooral het werk van Israël-kritische landen, maar ook een traditioneel pro-Israëlisch land als Nederland heeft er, onder toenemende binnenlandse druk, vorige week om gevraagd.

Kaja Kallas, chef externe betrekkingen van de EU, heeft in ieder geval het toelaten van minimale noodhulp door Israël verwelkomd. Al noemt ze het nog wel een ‘druppel op een gloeiende plaat’ en zegt dat de situatie in Gaza ‘catastrofaal’ is.

Israël heeft geen boodschap aan de kritiek vanuit de EU. ‘We weigeren de richting die de EU opgaat, hetgeen een totale misvatting is van de complexe realiteit waarin Israël zich bevindt’, aldus buitenlandminister Katz van Israël. Verschillende Israëlische ministers hebben aangegeven Gaza te willen ‘vernietigen’.

Turkije en de PKK: ‘Voor echte vrede is meer democratie nodig’

0

De Koerdische PKK heeft het besluit genomen om de wapens neer te leggen. De Turkse president Erdogan jubelt al over een ‘terreurvrij Turkije’. Maar is vrede met de Koerden wel mogelijk als er weinig democratie is? Drie experts geven hun mening.

Eerder deze maand maakte de PKK, de militante Koerdische beweging die op de terreurlijst staat van Turkije, de VS en de EU, bekend dat zij de wapens neerlegt en zichzelf wil opheffen. Op zich positief nieuws, maar het blijft een opmerkelijke beslissing in een tijdsgewricht waarin de democratie in het autoritaire Turkije steeds meer klappen oploopt. Zo is onlangs de burgemeester van Istanbul opgepakt op verdenking van corruptie en het leiden van een criminele organisatie. Ook zitten er nog duizenden journalisten en politici vast, onder wie de Koerdische politicus Selahattin Demirtas. Wat is er aan de hand?

‘Het is potentieel goed nieuws voor Koerden, Turken en de hele regio’, denkt antropoloog Bedel Bayrak. ‘Het feit dat men de intentie heeft of toont om zonder wapens verder te strijden of zich in te zetten voor een vreedzame oplossing, moet men niet licht opvatten. Maar wat de toekomst brengt, is niet zeker’, zegt hij voorzichtig.

‘Als het de regering uitkomt, mag Öcalan een publieke statement maken’

Socioloog Joost Jongerden van de Wageningen Universiteit is eveneens behoedzaam in zijn commentaar. ‘De PKK nam in 2015 al het initiatief tot het bijeenroepen van een congres waarin zij zichzelf zou opheffen. Dit gebeurde in de veronderstelling dat Turkije bereid zou zijn tot een vredesproces. Turkije koos er echter voor om de gesprekken over een politieke oplossing af te breken’, vertelt hij over het mislukte vredesproces van tien jaar geleden.

Stappen van Turkije

Over het recente besluit van de PKK wil Jongerden vooral stappen vanuit de Turkse staat zien. ‘Zoals ook in de verklaring wordt benadrukt, is de uitvoering van deze besluiten — het opheffen van de PKK en het beëindigen van de gewapende strijd — afhankelijk van stappen die Turkije nu moet zetten. De PKK verwijst daarbij onder meer naar wettelijke en juridische garanties. Mogelijk doelen zij hiermee op het recht op onderwijs in de Koerdische taal, het recht op lokaal zelfbestuur, de vrijlating van politieke gevangenen, en een wijziging in het gevangenisregime van Abdullah Öcalan’, zegt hij.

Koerdische vrouwen in Diyarbakir gaan de straat op na het nieuws dat de PKK zichzelf opheft. Beeld: Yasin Akgul/AFP

‘Als Turkije daadwerkelijk stappen onderneemt in reactie op dit principebesluit van de PKK, zou dat goed nieuws zijn voor iedereen. Het lijkt er echter op dat Turkije de opheffing van de PKK en het einde van de gewapende strijd ziet als een eindpunt, terwijl de PKK deze principiële besluiten ziet als een startpunt voor een politieke oplossing en een democratisering van Turkije. We zijn er dus nog lang niet’, zegt Jongerden.

Inzet van drones en warmtesensoren

Emeritus hoogleraar Martin van Bruinessen reageert vanuit Indonesië. ‘Turkije houdt Öcalan vast als een middel om invloed uit te oefenen; als het de regering uitkomt, mag hij een publieke statement maken’, zegt hij. ‘De PKK, bij alles wat je aan negatiefs over hen kunt zeggen, hebben de Koerdische kwestie – de politieke en culturele rechten van Koerden – beter op de internationale agenda gezet dan welke andere groep dan ook. Vroeger wisten ze de staat gevoelige slagen toe te brengen, maar door de technische ontwikkelingen op het slagveld, zoals drones en warmtesensoren, is hun militaire positie verzwakt.’

‘Turkije kan de Koerdische werkelijkheid niet meer ontkennen’

Bayrak vindt het ‘moeilijk’ te beoordelen of de Turkse staat nu wel te vertrouwen is. ‘Historisch gezien niet’, zegt hij. ‘Gaan ze bijvoorbeeld tijdens dit proces door met het bombarderen van Koerdische gebieden, zoals Rojava (in Noord-Syrië, red.)? Of gaan ze gevangenen vrijlaten? De tijd zal het uitwijzen.’

Hij denkt dat het besluit van de PKK een nieuw begin is voor Turkije en de Koerden. ‘Turkije kan de Koerdische werkelijkheid niet meer ontkennen, dus moet de politiek het wel een plek geven, en dat kun je alleen maar doen mét de Koerden. Welke plek dat zal zijn, autonomie, een gedeelde staat of iets daartussenin, is nog niet duidelijk. Het belangrijkste waar ze het over eens lijken te zijn, is dat het op een democratische manier moet gebeuren.’

Politiek probleem

Volgens Jongerden is het belangrijk om te erkennen dat de Koerdische kwestie ook een politiek probleem is, om zo vrede te bereiken. ‘Het Oslo Centrum in Noorwegen, dat zo’n vijftien jaar geleden bemiddelde tussen de PKK en de Turkse staat, identificeerde het gebrek aan politieke bereidheid van de staat als een belangrijk obstakel voor een onderhandelde vrede’, meldt hij.

‘Erdogan heeft er geen belang bij om de samenleving te democratiseren’

‘De Turkse staat koos voor militaire middelen en grootschalige economische investeringen in Koerdische regio’s — een strategie van stok en wortel, in plaats van een politieke oplossing. Een duurzame oplossing vereist dat de staat erkent dat het probleem dieper gaat dan de PKK alleen. De PKK is historisch voortgekomen uit een beleid van ontkenning en onderdrukking van de Koerden, en uit een breder tekort aan democratie. De kernvraag is dan ook niet of de staat te vertrouwen is, maar of zij bereid is te democratiseren — en als onderdeel daarvan de Koerdische kwestie politiek, in plaats van militair, op te lossen’, aldus Jongerden.

Van Bruinessen gelooft niet dat dit onder Erdogan zal gebeuren. ‘Hij heeft er geen belang bij om de samenleving te democratiseren. Zijn ultieme doel is politieke overleving. Als hij daarvoor een bondgenootschap met de MHP moet sluiten, doet hij dat. En als hij denkt dat de Koerden hem aan een verlenging van zijn presidentschap kunnen helpen, zal hij aan hen de minimale concessies doen die daarvoor nodig zijn’, merkt hij op.

Veel critici speculeren dat er achter de schermen wordt gewerkt aan een deal tussen de Koerden en de Turkse autoriteiten voor een verlenging van het presidentschap van Erdogan vanaf 2028. Precies datgene waarvoor Selahattin Demirtas tien jaar geleden terugdeinsde, en waarvoor hij nu een hoge prijs betaalt in gevangenschap.

Aanhangers tonen een poster met de afbeelding van Abdullah Öcalan, in het zuidoosten van Turkije, op 27 februari. Beeld: Yasin Akgul/AFP

‘Wil echte vrede een kans van slagen hebben, dan is het antwoord daarop democratisering’,  zegt Jongerden. ‘Democratisering en de Koerdische kwestie zijn nauw met elkaar verweven. Omdat Turkije weigert de Koerdische kwestie via politieke middelen aan te pakken, blijft de politieke handelingsruimte in het land sterk beperkt. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de aanhoudende praktijk waarbij na elke lokale verkiezing gekozen burgemeesters van de pro-Koerdische en pro-democratische partij worden afgezet. Inmiddels is deze praktijk uitgebreid naar burgemeesters van de CHP. Een duurzame oplossing van de Koerdische kwestie en een democratisering van Turkije zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden’, aldus Jongerden.

Geen gezamenlijke rechten voor Koerden

Van Bruinessen denkt daar ietwat anders over. ‘Een functionerende liberale democratie in Turkije is ook heel goed denkbaar zonder een oplossing van de Koerdische kwestie. Helaas. Om alle Koerden volledig als Koerden in het politieke systeem op te nemen, moeten hun wensen worden gerespecteerd. Maar de overheid wil waarschijnlijk alleen individuele rechten geven, geen gezamenlijke rechten’, aldus Van Bruinessen.

‘Vrede met de Koerden is een van de eerste stappen’

Voor Bayrak hangt het in grote mate af van wat als vrede wordt gedefinieerd. ‘Als je echte vrede definieert als een democratische rechtsstaat, dan is een van de voorwaarden toch het ophouden van de gewapende strijd. Want die gewapende strijd wordt vaak aangehaald en misbruikt om mensen blijvend te onderdrukken, om ze in de gevangenis te gooien, en om heel veel andere dingen in de doofpot te stoppen. Heel veel ondemocratische maatregelen zijn op de een of andere manier genomen onder het mom van vaderlandsliefde en strijd tegen terrorisme.’

Daarom hangt de Turkse democratie samen met vrede met de Koerden, volgens Bayrak. ‘Vrede met de Koerden is een van de eerste stappen die nodig is om de democratisering van Turkije mogelijk te maken. Omdat het vijandbeeld over de Koerden decennialang als excuus is gebruikt om mensen te arresteren, vast te zetten, te beschuldigen van verraad, van willekeur in de rechtspraak en dus van heel veel ondemocratische maatregelen. Het wegnemen van die voedingsbodem, van het angstbeeld van de Koerden als vijand en dreiging, maakt volgens mij de weg vrij voor verdere democratisering van Turkije. Gaat dat automatisch? Nee. Er zitten nog steeds zoveel politici vast. Maar het is wel een voorwaarde.’

Ambtsberichten van landen niet meer openbaar

0

Wordt Syrië als veilig land beschouwd of niet? Het rapport daarover had eind maart klaar moeten zijn, maar het kabinet heeft besloten zulke landenrapporten niet langer openbaar te maken, zoals voorheen gebruikelijk was. Dat meldt NRC.

Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) verwijst in een Kamerbrief naar de wet, die hem niet verplicht om landenrapporten te publiceren. Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International noemen dit een zorgwekkende ontwikkeling.

‘Het probleem is dat hierdoor niet meer transparant is waarop het kabinet zijn asielbesluiten baseer’, zegt Anouk Donse, beleidsmedewerker bij Amnesty, tegen NRC. ‘Als iemand die bescherming vraagt wordt afgewezen omdat de situatie in diens land veilig genoeg zou zijn, moet diegene wel kunnen weten waar dat besluit op is gebaseerd. Anders kun je je er ook niet tegen verweren.’

Veel Syrische asielzoekers wachtten in spanning af hoe hun herkomstland Syrië dit jaar, na de val van het Assad-regime, beoordeeld zou worden. Jarenlang gold Syrië als onveilig vanwege het onderdrukkende regime van Assad.

Dat er nu een machtswisseling heeft plaatsgevonden, betekent echter niet automatisch dat Syrië veiliger is geworden. Vooral religieuze minderheden zoals alawieten, christenen en druzen maken zich zorgen over de nieuwe islamistische machthebbers. Een paar maanden geleden vonden er zelfs moordpartijen plaats op alawieten.

Carolus Grütters, onderzoeker bij het Centrum voor Migratierecht, vermoedt dat er iets in het ambtsbericht staat wat minister Faber niet goed uitkomt. ‘Bijvoorbeeld dat de situatie in het land zorgelijk blijft, ondanks het vertrek van Assad.’ Dat past niet bij het verhaal van xenofoben zoals Faber en Wilders, die overigens ook onder Assad al Syriërs wilden terugsturen.

‘In Kashmir zijn opnieuw de burgers de dupe’

0

Na een dodelijke aanval in Kashmir en Indiase luchtaanvallen lopen de spanningen tussen India en Pakistan weer op. Experts vrezen een opleving van jihadistische netwerken en nieuw geweld, met de bevolking van Kashmir als grootste slachtoffer.

Kashmir is een betwist gebied. India en Pakistan claimen allebei het gebied, waarvan de meerderheid van de bevolking moslim is. Het leeuwendeel van Kashmir wordt sinds 1947 door India bezet, een klein deel – Azad Kashmir – hoort bij de Islamitische Republiek Pakistan. De situatie in het Indiase deel is enorm verslechterd. In augustus 2019 schafte de hindoe-extremistische regering van premier Narendra Modi artikelen 370 en 35A af in Jammu en Kashmir, waarmee een einde kwam aan de semi-autonome status van deze regio’s. Ook stuurde India veel troepen naar het gebied en kopen Indiërs – voornamelijk hindoes – huizen en land in Kashmir.

Ondanks de repressie was het lange tijd rustig in het door India bezette deel van Kashmir. Tot 22 april dit jaar. Op die dag vielen vijf militanten een bus met toeristen aan. Hierbij kwamen 26 mensen om het leven, voornamelijk Indiase hindoemannen, en raakten twintig mensen gewond. De militanten zouden gelinkt zijn aan The Resistance Front (TRF), een organisatie die volgens India steun ontvangt uit Pakistan. Hard bewijs hiervoor leverde New Delhi echter niet.

Toch voerde India enkele dagen later luchtaanvallen uit op Pakistaans grondgebied, gericht op basissen van gewapende groepen die volgens India achter de aanslag zouden zitten. Op 6 mei werd onder andere een school en een moskee in de stad Bahawalpur in Zuid-Punjab getroffen. Daarbij kwamen tientallen mensen om het leven, onder wie een voormalig leider van de verboden militante groep Jaish-e-Mohammed, en zijn familie.

Kritiek op Indiase aanpak

Volgens de Pakistaanse journalist Ali Fuqan draait de recente korte oorlog tussen India en Pakistan om de voortdurende strijd om Kashmir, waarbij India zich als regionale hegemon probeert te profileren. India’s agressieve houding tegenover Pakistan en andere buurlanden, zoals Bangladesh, Sri Lanka en Nepal, is volgens Fuqan geworteld in de agressieve hindoe-nationalistische hindutva-ideologie. Alleen Pakistan en China bieden hiertegen weerstand.

Pakistan stelt zich volgens Fuqan altijd redelijk op en probeerde ook tijdens het laatste conflict te de-escaleren, hoewel het land genoodzaakt was om te reageren op Indiase agressie. Zo haalde de Pakistaanse luchtmacht begin mei enkele Indiase vliegtuigen neer. India besloot vervolgens om niet verder te escaleren en koos wijselijk voor een staakt-het-vuren. Fuqan: ‘Dit besluit werd echter mede ingegeven door India’s onvermogen om Pakistaanse raketten tegen te houden, wat je zou kunnen interpreteren als een Indiase nederlaag.’

De Pakistaanse journalist en extremisme-expert Mujahid Hussain, die jarenlang in Europa woonde en nu in Islamabad werkt voor Hum News, uit ook scherpe kritiek op de Indiase aanpak. ‘India heeft veel te snel Pakistan en de Pakistaanse inlichtingendienst ISI verantwoordelijk gehouden voor de aanslag’, zegt hij. ‘In de afgelopen tien jaar is er nauwelijks nog sprake van samenwerking tussen Pakistaanse militante groepen en strijders in Kashmir. Ik ken deze netwerken goed. Ik heb leiders van die groepen geïnterviewd. Hun focus ligt al jaren elders, niet op Kashmir.’

‘India heeft veel te snel Pakistan verantwoordelijk gehouden voor de aanslag’

Hussain wijst erop dat India mogelijk reageert op een incident dat niet volledig begrepen is. ‘Misschien is het een nieuwe groep, een lokale cel, of zelfs iets in de sfeer van IS of Al Qaida. Die zouden wél baat hebben bij een escalatie tussen India en Pakistan. Maar bewijs ontbreekt nog altijd. En het kan natuurlijk ook zo zijn dat de aanslagplegers op eigen houtje hebben gehandeld.’

Indiase soldaten houden op 20 mei de grens met Pakistan in het door India bestuurde deel van Kashmir in de gaten. Beeld: Tauseef Mustafa/AFP

Volgens Hussain hebben de aanslag in Kashmir en de daaropvolgende Indiase bombardementen op Pakistan een gevaarlijke dynamiek op gang gebracht. ‘Er is een reëel risico dat militante groeperingen in Pakistan nu opnieuw actief worden in Kashmir. Er komt weer geld, weer training, weer steun van het Pakistaanse establishment. Dat is de cyclus waar we bang voor waren.’ Ook vreest hij een harde tegenreactie van India tegen de burgerbevolking in Kashmir: ‘Die betaalt altijd de hoogste prijs.’

Oorlog van overdrijvingen

Hussain spreekt van een ‘oorlog van overdrijvingen’. Volgens hem zijn de regeringen van India en Pakistan gebaat bij de escalatie. ‘De Indiase premier Narendra Modi profileert zich weer als sterke leider, die aartsvijand Pakistan opnieuw een lesje leert.’ Journalist Mohsin Raza senior, die decennia ervaring heeft met de verslaggeving over India en Pakistan, beaamt dit. ‘In de Indiase media werd het onmiddellijk een overwinning genoemd, ondanks het feit dat de Pakistaanse luchtmacht enkele Indiase toestellen wist neer te halen.’

Pakistan, op zijn beurt, bleef militair terughoudend, zegt Hussain. Politiek instabiel, economisch verzwakt en zonder internationale steun koos Islamabad ervoor niet publiekelijk te reageren, al zou het volgens hem wel kunnen profiteren van de heropleving van militante netwerken. ‘Voor het leger en de religieuze groeperingen is dit een kans om hun oude rol weer op te eisen. En gewone mensen? 40 procent leeft onder de armoedegrens. Zij zijn vooral de dupe.’

Referendum

Ali Raza Syed, voorzitter van de in Brussel gevestigde Kashmir Council, ziet de escalatie als een symptoom van een dieper liggend probleem. ‘Zolang het conflict over Kashmir niet wordt opgelost, is stabiliteit in Zuid-Azië onmogelijk’, stelt hij. ‘De bevolking van Kashmir, dertien miljoen mensen, leeft al 78 jaar onder militaire bezetting. Ze hebben recht op zelfbeschikking. Dat is de enige weg naar vrede.’

Fuqan beaamt dit. Hij pleit voor een referendum in Kashmir, waarbij de inwoners zelf mogen kiezen wat hun toekomst zal zijn: aansluiting bij Pakistan, blijven bij India of onafhankelijkheid. Maar voordat dit referendum kan worden georganiseerd moet er eerst worden gede-escaleerd, benadrukt hij. ‘India en Pakistan moeten eerst hun militaire aanwezigheid in het gebied drastisch verminderen en grenscontroles afschaffen, zodat Kashmiri aan beide zijden van de grens elkaar weer kunnen opzoeken. Als dat goed gaat kan er, na zo’n tien jaar, een referendum gehouden worden.’

‘Elke keer voor de verkiezingen gebeurt er iets waardoor Modi zich kan profileren als sterke leider’

Syed verwijt India bewust het conflict te laten oplaaien om politieke winst te behalen. ‘Elke keer voor de verkiezingen gebeurt er iets waardoor Modi zich kan profileren als sterke leider tegen Pakistan en tegen de moslims.’ Hij pleit daarom voor een internationale vredesconferentie. ‘De Europese Unie kan hier het voortouw in nemen. Als hoeder van het internationaal recht is het hun morele plicht om dit conflict op de agenda te zetten.’

Onzekere toekomst

Alle geïnterviewden maken zich grote zorgen over de toekomst. Hussain spreekt van een mogelijke ‘wederopstanding’ van de jihadistische netwerken, die eerder gestopt waren onder internationale druk. Syed vreest dat India door wil gaan met demografische veranderingen in Kashmir: ‘Meer dan 3,5 miljoen hindoestaanse nieuwkomers zijn er inmiddels gevestigd, om de bevolkingssamenstelling te beïnvloeden.’

 ‘India en Pakistan zullen pas naar kernwapens grijpen als alle andere wapens zijn gebruikt’

Fuqan wijst op de hegemoniale aspiraties van de Indiase staat, die nu met alle buurlanden een conflict heeft. ‘India was verantwoordelijk voor de laatste oorlog en is verantwoordelijk voor de situatie in Kashmir. We willen graag dat de spanningen worden opgelost, maar de bal ligt bij India, niet bij Pakistan.’

Een duurzame vrede komt er voorlopig niet. Maar een kernoorlog tussen India en Pakistan zal ook niet gauw uitbreken. ‘India en Pakistan zullen pas naar kernwapens grijpen als alle andere wapens zijn gebruikt’, zegt Mohsin Raza senior.  Fuqan is het daarmee eens. ‘New Delhi en Islamabad beseffen dat verdere escalatie desastreuze gevolgen hebben zal.’ Hussain gelooft evenmin in een kernoorlog, maar vreest wel voor een nieuwe periode van geweld. ‘Er komt, zo ben ik bang, een hernieuwde proxy-oorlog tussen India en Pakistan. Hierbij zullen, zoals ik al zei, onschuldige burgers in Kashmir opnieuw de hoogste prijs betalen.’

Charles Kusher, vader van Trumps schoonzoon, wordt ambassadeur in Frankrijk

0

Charles Kushner, de vader van de schoonzoon van president Donald Trump, is benoemd tot de Amerikaanse ambassadeur in Frankrijk. De Senaat keurde gisteren zijn benoeming goed met een stemming van 51 tegen 45.

Kushner heeft eerder in de gevangenis gezeten wegens belastingontduiking. In 2020 verleende Trump hem gratie, vlak voor het einde van zijn eerste ambtstermijn. Kushner is vastgoedondernemer en voormalig advocaat.

Trump omschrijft hem als een geweldige zakenman, filantroop en dealmaker, die een krachtig pleitbezorger zal zijn voor de Verenigde Staten en de belangen van de president, zo meldt nieuwsdienst AFP. Volgens Trump is dat noodzakelijk gezien de huidige staat van het bondgenootschap tussen de VS en de EU.

Kushners zoon, Jared Kushner, trouwde in 2009 met Trumps oudste dochter Ivanka. Hij was tijdens Trumps eerste ambtstermijn ook adviseur van de president, met name inzake het conflict in het Midden-Oosten.

Meer minderjarige Syrische vluchtelingen komen in aanraking met criminaliteit

0

Steeds meer Syrische minderjarige vluchtelingen komen in aanraking met criminaliteit. Hiervoor waarschuwen verschillende gemeentes, schrijft NRC vandaag.

De burgemeesters van Groningen en Utrecht hebben het ministerie van Asiel en Migratie om hulp gevraagd. In deze gemeentes komen Syrische minderjarige vluchtelingen regelmatig samen. Ze kennen elkaar uit de asielketen en zoeken elkaar op, schrijft de krant.

Het blijft niet bij gemeenschapszin. De jongeren raken met elkaar in gevecht, zijn betrokken bij diefstal en gebruiken soms drugs. Ze staan nu al met één been in de criminaliteit, aldus NRC. Volgens de krant zijn Syriërs oververtegenwoordigd op de Top-X-lijst, een lijst van overlastgevende asielzoekers. Er staan 12.000 namen op; de helft is van Syrische afkomst.

Beslisstop

Sinds de machtsovername in Syrië is er een beslisstop voor Syrische vluchtelingen. Dit betekent dat alle dossiers die niet ouder zijn dan 21 maanden op dit moment niet worden behandeld. Syrische vluchtelingen zitten zonder enig perspectief opgekropt in overvolle opvangplekken. Jongeren zijn extra kwetsbaar: ze hebben vaak veel meegemaakt en zijn hier meestal alleen naartoe gekomen.

Hoewel er op papier begeleiding is voor deze jongeren, is die in de praktijk bij lange na niet voldoende. Dit bleek eerder uit een uitzending van Zembla over pleegzorg voor jonge vluchtelingen. Ze krijgen een voogd aangewezen, maar die heeft doorgaans weinig tijd per cliënt. Dit geldt ook voor jongeren in azc’s, waar de voogdij op dezelfde manier is georganiseerd.

In het NRC-artikel vertellen drie Syrische jongeren openhartig over hun problemen. Sommigen van hen zijn dakloos. Ze zijn verbannen uit de opvang vanwege de problemen die ze veroorzaakten. Ze stelen regelmatig om te kunnen betalen voor pillen die hen tot rust brengen. Een jongere geeft aan wat hij nodig heeft: een huis, iemand die voor hem kookt en zijn kleren wast. Naar school gaan ze niet, want ze mogen toch niet blijven, leggen ze uit.

Wie wint de Surinaamse verkiezingen?

0

Zondag zijn er verkiezingen in Suriname. Het is niet zeker of de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) weer de grootste wordt. ‘Santokhi zegt dat de economie herstelt, maar veel gewone Surinamers merken daar niets van.’

Op 25 mei gaat Suriname naar de stembus. Het belooft een spannende verkiezingsdag te worden, niet alleen vanwege de nieuwe kiesregeling – voor het eerst op basis van evenredige vertegenwoordiging – maar ook vanwege de grote teleurstelling onder de bevolking over het zittende kabinet van president Chandrikapersad Santokhi. ‘Kinderen gaan met een lege maag naar school’, zegt afzwaaiend parlementslid Patrick Kensenhuis (NDP), die na vijftien jaar in De Nationale Assemblée een stap terug doet.

De economische crisis drukt zwaar op het dagelijks leven. De koers van de Surinaamse dollar is gedaald. De Amerikaanse dollar is nu veertig keer zo veel waard als de Surinaamse. De inflatie lijkt volgens de regering te zijn afgevlakt, ‘maar de mensen voelen het niet in de portemonnee’, zegt Kensenhuis. ‘Wie eind april zijn salaris kreeg, is dat geld nu alweer kwijt.’

Nieuwe kiesregeling, oude zorgen

Met de nieuwe kiesregeling – een breuk met het districtenstelsel uit 1987 – kunnen partijen nu landelijk campagne voeren. Dat vergroot volgens Kensenhuis de mogelijkheden voor inhoudelijke politieke keuzes, los van districtspolitiek of etniciteit. Toch blijven etnische lijnen zichtbaar in het Surinaamse politieke landschap. ‘Suriname is een bloemtuin’, zegt Kensenhuis. ‘Maar politieke partijen zijn nog vaak verbonden aan één bevolkingsgroep. De VHP is vooral voor hindoes. De NDP wil dit doorbreken, alle bevolkingsgroepen zitten in deze partij.

Patrick Kensenhuis

Ook econoom Winston Ramautarsing (68), oud-voorzitter van de Vereniging van Economisten, ziet dat patroon. ‘De koloniale erfenis werkt nog steeds door. Mensen stemmen vaak op iemand die op hen lijkt. Partijen komen op voor de belangen van hun groep – of beter gezegd: van de elite binnen die groep.’

Van crisis naar crisis

Ramautarsing is somber over de vooruitzichten. ‘We zijn al vijftig jaar van crisis naar crisis gegaan. De bevolking leeft nog steeds grotendeels in armoede. En bij elke verkiezing beloven partijen gouden bergen.’ Hij noemt het ‘collectieve belazerij’. Volgens hem zullen de meeste mensen de komende jaren ‘op een houtje moeten bijten’.

‘Mensen stemmen vaak op iemand die op hen lijkt’

Hoewel president Santokhi de economische neergang heeft weten af te remmen sinds hij in 2020 het roer overnam van nu wijlen Desi Bouterse (NDP), zijn de resultaten volgens veel kiezers veel te mager. Na een krimp in welvaart van circa 20 procent in de jaren 2020-2021 is de economie de laatste 3 jaar slechts met 8 procent gegroeid. ‘Het bloeden is gestopt, maar de economische groei is te langzaam’, zegt Ramautarsing. ‘En de corruptie in de top is verder toegenomen. Maar ook de bevolking  wil profiteren: een baantje, een stuk grond, een voedselpakket. Zelfs de waarden en normen die je thuis en in de kerk leert, verdwijnen dan naar de achtergrond.’

Corruptie, armoede en machtsstrijd

Volgens Ramautarsing zijn alle partijen officieel fel tegen corruptie, ‘maar zodra ze aan de macht zijn, vergeten ze dat weer. Dat is al vijftig jaar zo.’ Ook binnen de NDP, die hoopt te profiteren van het groeiende ongenoegen, zijn er interne spanningen. ‘De weduwe van de overleden oud-president Bouterse zou zich kandidaat stellen voor het presidentschap, maar ik denk dat partijleider Jennifer Simons meer kans maakt, mocht de NDP winnen.’

Kensenhuis probeert zich te distantiëren van de fouten uit het verleden. Hij veroordeelt de Decembermoorden van 1982, maar benadrukt tegelijkertijd dat Desi Bouterse hier ook spijt van had. ‘De NDP heeft geleerd van de geschiedenis. We zijn tegen corruptie, tegen armoede, vóór vooruitgang. We moeten criminaliteit aanpakken, volksgezondheid verbeteren, het onderwijs op orde brengen. En bovenal: onze natuurlijke hulpbronnen zelf ontwikkelen. Geen export van ruw hout meer, maar meubels produceren in eigen land.’

Toekomstvisie vóór etniciteit

Wie gaat de verkiezingen winnen? Kensenhuis voorspelt de NDP. ‘Niet alleen omdat ik lid van deze partij ben hoor, maar omdat de VHP het niet zo goed heeft gedaan. Santokhi zegt dat het weer goed gaat met de economie, maar veel gewone Surinamers merken daar niets van.’

‘We zijn tegen corruptie, tegen armoede, vóór vooruitgang’

Ramautarsing denkt dat de VHP en NDP ongeveer even groot zullen worden, maar verwacht van hun geen beter beleid. De coalitiepartner ABOP zal mogelijk wat moeten inleveren. Interessanter zijn de andere partijen. NPS, de zusterpartij van GroenLinks, zal bovendien een comeback maken en zal van drie zetels nu richting negen stijgen. Hij verwacht een bescheiden winst voor Pertjajah Luhur, de Javaanse partij die nu met een zetel in de Nationale Assemblée zit, en denkt dat nieuwkomers OPTSU en A20 in het parlement zullen worden verkozen.

Winston Ramautarsing

Over de huidige politieke cultuur van Suriname, waar politieke partijen zijn georganiseerd op basis van etniciteit, zijn beide mannen kritisch. ‘Politiek gebaseerd op etnische tegenstellingen leidt in het ergste geval tot etnische conflicten’, zegt Kensenhuis. ‘Daarom moeten partijen over hun eigen schaduw heenstappen en samen met anderen nadenken over de toekomst van Suriname.’

Ramautarsing beaamt dit, hoewel hij niet gelooft dat Suriname een etnisch kruitvat is. ‘Tijdens de verkiezingen wordt er inderdaad etnisch gepolariseerd, maar daarna zoeken partijen – pragmatisch als ze zijn – naar samenwerking. Fundamenteel verandert er in Suriname maar weinig.’

Een kleine haven in Suriname. Beeld: Pixabay

Het politieke landschap van Suriname

Aan de Surinaamse verkiezingen doen veertien partijen mee. Ze hopen zo veel mogelijk zetels te halen in de 51 zetels tellende Nationale Assemblée.

Dit zijn de belangrijkste acht partijen, die of al in het parlement zitten, of grote kans maken om in het parlement te worden verkozen.

De Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) is met twintig zetels de grootste partij in het Surinaamse parlement. Leider is president Chan Santokhi. De VHP heette vroeger de Verenigde Hindostaanse Partij en was een partij van en voor hindoes. Dat is de partij volgens haar critici feitelijk nog steeds, maar officieel is de partij er voor iedereen.

De Nationale Democratische Partij (NDP) is de grootste oppositiepartij van Suriname, en heeft nu zestien zetels in het Surinaamse parlement. Het was de partij van Desi Bouterse. De huidige leider van de NDP is Jennifer Simons. Fractievoorzitter is de hindoestaanse Rabin Parmessar.

Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP): heette eerst de Bosnegers Eenheid Partij en vertegenwoordigt de Marrons. Deze partij heeft twee zetels in het Surinaamse parlement.

Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij ABOP is een afsplitsing van BEP. ABOP heeft acht zetels. Leider van de partij is Ronnie Brunswijk, tevens de vicepresident van Suriname. Naast de eigen kandidaten biedt de ABOP in 2025 ruimte aan vijf kandidaten van de partijen Amazone Partij Suriname (APS), Volkspartij voor Vernieuwing en Democratie (VVD), Nieuwe Stijl KTPI (NSK), Groep Djojo (GD) en Partij voor Democratie en Ontwikkeling (PDO). Verder is er samenwerking met Nieuw Suriname (NS).

Pertjajah Luhur is een partij voor Javaanse Surinamers en heeft een zetel in het parlement.

De Nationale Partij Suriname heeft drie zetels in het parlement. Lange tijd was de NPS de grootste partij van het land. Het is de partij van Johan Ferrier, de eerste president van Suriname.

Alternatief 2020 (A20) werd in juni 2019 opgericht als politieke partij in Suriname. De leiding is in handen van Steven Reyme, een predikant verbonden aan de Volle Evangeliegemeente Logos International in Paramaribo. De partij richt zich op christelijke waarden en normen als fundament voor haar beleid. Onder hun vlag doen ook de kleinere partijen PRO en DOE mee.

OPTSU, ook geschreven als OptSu, geen acroniem maar verwijst naar Optie voor Suriname. De partij ontstond in 2019 als politieke beweging en bestaat nu uit een bundeling van 5 kleinere partijen waaronder de PALU. Ze richt zich op het belang van alle Surinamers, ongeacht hun etnische achtergrond.

Safae el Khannoussi wint met Oroppa de Libris Literatuur Prijs

0

De Marokkaans-Nederlandse Safae el Khannoussi heeft met haar debuutroman Oroppa, het Marokkaanse woord voor Europa, de Libris Literatuur Prijs gewonnen ter waarde van 50.000 euro. Dat meldt NRC.

Niet eerder won een debutant de Libris Literatuur Prijs. El Khannoussi heeft die primeur. Volkskrant-columnist Sheila Sitalsing, lid van de jury, is lyrisch over het boek. ‘We zijn erdoor overdonderd’, zei ze gisteravond bij de uitreiking in Felix Meritis in Amsterdam.

Eerder dit jaar won El Khannoussi al 50.000 euro met de Boon, de Vlaamse tegenhanger van de Libris Literatuur Prijs.

Oroppa wordt geprezen omdat het geen doorsnee autobiografie of coming-of-ageverhaal is. Meerdere personages komen op hun eigen manier tot een explosief keerpunt.

‘Wij hebben gekozen voor de roman die ons diep in onszelf deed afdalen en ons in de spiegel laat kijken: dit is wie wij zijn’, staat in het juryrapport. ‘Dit verhaal, zo voelt de lezer pagina na pagina, móést verteld worden, en wel nu, omdat dit ook óns verhaal is.’

Volgens NRC verwijzen de woorden ‘ons’ en ‘wij’ in het rapport naar de lezers van Oroppa en naar migrantengemeenschappen waartoe zij behoren. ‘De titel Oroppa is niet voor niets het woord voor Europa in het Noord-Afrikaanse Arabisch. Die titel verraadt al dat hier de blik van immigranten centraal staat: hún blik op óns, op het Europese continent’, aldus NRC.

Nieuwe Israëlische aanvallen doden weer tientallen Palestijnen

0

Ook vandaag zijn er weer tientallen Palestijnse doden gevallen door Israëlische bombardementen. AFP meldt ten minste 44 doden.

In het weekend vielen al ruim 150 doden aan Palestijnse kant. Het nietsontziende Israëlische geweld blijft onverminderd doorgaan. Veel wetenschappers en mensenrechtenorganisaties spreken inmiddels van genocidaal geweld, waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen burgers en strijders van Hamas.

Volgens critici is het doel van het Israëlische geweld om een etnische zuivering door te voeren in Gaza, dat vervolgens zou worden geannexeerd door het Israëlische regime. Wat er met de Palestijnse inwoners moet gebeuren, blijft de vraag. Aan het begin van de oorlog opperden Israëlische en Amerikaanse bestuurders nog een evacuatieplan, maar geen enkel land had daar oren naar.

Inmiddels wordt de druk vanuit het Westen opgevoerd op Israël. Zo dreigen Canada, Frankrijk en Engeland met sancties als Israël niet onmiddellijk tot een staakt-het-vuren komt en noodhulp toestaat in Gaza, waar de bevolking lijdt aan honger.

Netanyahu reageert geagiteerd op X. ‘Dit is een oorlog van beschaving tegen barbarij. Israël zal zich met rechtvaardige middelen blijven verdedigen totdat de totale overwinning is behaald,’ aldus de president, tegen wie een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof is uitgevaardigd.

Filosoof Yolande Jansen: ‘Studenten doorzien onrecht vaak als eersten’

0

Voor UvA-filosoof Yolande Jansen horen pro-Palestinaprotesten thuis op de universiteit. Juist academische instellingen moeten zich uitspreken, zegt ze en voor veel studenten is Gaza geen ver-van-mijn-bed-show.

Yolande Jansen wil vastleggen hoe taal subtiel verandert, op een manier die politieke betekenis heeft. Op LinkedIn deelt ze dat idee. Ze laat zich inspireren door Viktor Klemperer, een Duitse taalwetenschapper.

Als universitair hoofddocent sociale en politieke filosofie aan de UvA verdiept ze zich in die taalkundige veranderingen. In haar werkkamer aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam vertelt ze hoe Klemperer tijdens het nazisme bijhield hoe de Duitse taal langzaam evolueerde. Hij hield in de jaren dertig en veertig een notitieboek bij dat later bekend werd als Lingua Tertii Imperii – de taal van het Derde Rijk. Daarin analyseerde hij hoe woorden werden gebruikt om haat en geweld normaal te laten lijken.

‘Hij keek bijvoorbeeld naar het woord organisieren,’ zegt ze. ‘Hij liet zien hoe dat woord in de nazi-taal verwees naar controle en dwingende orde. Dat deed me denken aan het Nederlandse woord regelen, dat je sinds Geert Wilders’ uitspraak ‘Dat gaan we regelen’ steeds vaker hoort. Het komt positief en daadkrachtig over, maar dan mis je de hardheid en agressie die er ook in meeklinken.’

Volgens Jansen zien we vandaag de dag opnieuw zulke taalverschuivingen. Bijvoorbeeld in de berichtgeving over de oorlog in Gaza. ‘Je leest dan vaak: ‘er vielen bommen in Gaza’ of ‘zoveel mensen werden gedood’, zonder te vermelden wie de bommen gooide. Die passieve manier van formuleren verhult de verantwoordelijkheid van Israël in die aanvallen.’

Ook het debat over VN-rapporteur Francesca Albanese toont volgens Jansen hoe politiek taal kan zijn. ‘Zij zou in februari naar de Tweede Kamer komen, maar werd op het laatste moment toch niet uitgenodigd. In de Volkskrant werd daarna gezegd dat haar uitspraken misschien niet antisemitisch zijn als je een ‘soepele norm’ hanteert, maar wél als je een ‘strenge norm’ gebruikt. Maar die zogenaamd strenge norm sluit óók veel legitieme kritiek op Israël uit. Het is dus geen neutrale maatstaf, maar een politieke keuze.’

Yolande Jansen

Je mengt je in het publieke debat met opiniestukken over de oorlog in Gaza en de studentenprotesten. Tegelijkertijd schrijf je op LinkedIn dat je het spannend vindt om over Israël en Palestina te schrijven, en opziet tegen de reacties die dat kan oproepen.

‘Ik ben wel terughoudend. Ik krijg weleens reacties als: ‘Waarom houdt u zich zo met Israël bezig?’ of: ‘Waar komt uw anti-Israëlische enthousiasme vandaan?’ Zulke opmerkingen probeer ik naast me neer te leggen, al vind ik dat soms lastig. Ik wil niemand kwetsen, zeker niet als het gaat om iemand met een oorlogstrauma – wat eens is voorgekomen.’

‘Maar het gaat hier om zeer ernstige mensenrechtenschendingen, in een situatie waarbij Nederland, en ook de universiteiten, nauw betrokken zijn. Dus ik weet waarom ik me hier zo druk over maak. En trouwens, dat geldt voor veel anderen ook – mensen die zich juist betrokken voelen vanwege hun eigen oorlogsgeschiedenis, of die van hun ouders of grootouders.

‘Dat betekent overigens niet dat ik me niet ook zeer betrokken voel bij andere conflicten of humanitaire rampen. Maar de situatie in Gaza raakt direct aan hoe we hier in Nederland samenleven, aan het internationaal recht en aan onze herinneringscultuur. Het beïnvloedt hoe mensen hier met elkaar omgaan.’

Je schreef samen met drie collega’s een opiniestuk in Trouw over de taskforce antisemitisme. Waar maken jullie je zorgen over?

‘Wij vinden zo’n taskforce problematisch, omdat er een groot risico is dat ook legitieme kritiek op mensenrechtenschendingen tegen Palestijnen als antisemitisch wordt bestempeld. Daardoor zouden mensen kunnen terugschrikken om zich uit te spreken en te zeggen dat dit moet stoppen.

‘De taskforce is nauw verbonden met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. De nadruk ligt sterk op het controleren van protestacties, zoals sit-ins op stations en universiteiten – precies de plekken waar het Palestijnse protest het meest zichtbaar is.

‘In de Verenigde Staten en Duitsland bestaan al langer dit soort taskforces, en daar hebben ze geleid tot hard optreden tegen demonstranten. In de VS worden demonstranten opgepakt en zelfs met deportatie bedreigd. Beschuldigingen van antisemitisme worden ingezet om mensen het zwijgen op te leggen, en campussen worden zwaar beveiligd. Dit heeft grote gevolgen voor het academisch debat en het studentenleven. Die ontwikkelingen zijn al langer gaande, maar worden nu steeds ernstiger.

‘In Duitsland werd jaren geleden al de gerenommeerde Brits-Joodse denker Brian Klug beschuldigd van antisemitisme, net als wetenschappers als Judith Butler, Achille Mbembe en vele anderen. Klug wordt internationaal erkend als een van de belangrijkste denkers op dit gebied. Hij heeft zich jarenlang verdiept in de betekenis en definitie van antisemitisme en speelt een constructieve rol in het debat. Maar omdat hij kritisch is op het opnemen van kritiek op Israël in de definitie van antisemitisme, werd ook hij verdacht gemaakt.’

Ben je bang dat zulke situaties ook hier aan de Universiteit van Amsterdam gaan ontstaan?

‘Die zijn er deels al. Er loopt beveiliging in burger rond, en op het Roeterseiland (de campus van de Universiteit van Amsterdam, red.) zijn er ineens nieuwe medewerkers van de facilitaire dienst verschenen, van wie niet duidelijk is wat precies hun taak is. Ze grepen plotseling in bij een studentenprotest. We weten niet met wie zij binnen de universiteit contact hebben, of hoe de lijnen precies lopen.’

Kunnen jullie het universiteitsbestuur niet om opheldering vragen?

‘Er zijn collega’s van de rechtenfaculteit die proberen te achterhalen wat er precies speelt. Maar het blijft allemaal erg onduidelijk.’

De sfeer op de universiteit is dus behoorlijk gespannen?

‘Ja, dat kun je wel zeggen. Veel medewerkers die zich actief inzetten voor de Palestijnse zaak voelen zich soms ook door collega’s gemarginaliseerd. Dan krijgen ze te horen: ‘Begin je nu alweer over Palestina? We willen het nu over de bezuinigingen hebben.’ Terwijl die onderwerpen juist met elkaar samenhangen. De bezuinigingen worden namelijk ook gebruikt om universiteiten – en vooral kritische stemmen daarbinnen – sterker onder toezicht te stellen.

‘Het is niet voor niets dat de PVV nu bijvoorbeeld voorstelt om universiteiten waar veel pro-Palestina-demonstraties zijn, extra te korten. In de VS gebeurt dat ook, onder het mom van het bestrijden van antisemitisme.’

Is de universiteit wel de juiste plek voor Palestina-demonstraties?

‘Zeker, om twee redenen. Ten eerste werken Nederlandse universiteiten op grote schaal samen met Israëlische instellingen, onder andere via het Horizon-programma. Er zijn gezamenlijke onderzoeken, uitwisselingen, en sommige Israëlische universiteiten zijn nauw verbonden met het Europese academische netwerk. Tegelijkertijd zijn in Palestina alle universiteiten verwoest, en is er binnen Israël sprake van ernstige discriminatie van Palestijnen – ook in het onderwijs. Juist als academische instellingen hebben wij de verantwoordelijkheid om ons hierover uit te spreken.

‘Studenten hebben historisch gezien een belangrijke rol gespeeld in protesten tegen onrecht’

‘Ten tweede hebben universiteiten een heel diverse groep studenten. Voor veel van hen is dit onderwerp allesbehalve een ver-van-mijn-bed-show. Ze voelen zich persoonlijk betrokken bij het onrecht in Palestina. Sommigen omdat ze er familie hebben, anderen vanwege hun achtergrond of band met de regio. En studenten voelen zich vaak sterk verbonden met elkaar – ze zijn solidair.

‘Studenten hebben bovendien historisch gezien een belangrijke rol gespeeld in protesten tegen onrecht, zoals tijdens de Vietnamoorlog of de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika. De protesten rond Palestina passen in diezelfde traditie.

‘Daarnaast hebben studenten meestal nog weinig vaste verplichtingen. Ze hebben vaak nog geen baan of gezin, en daardoor meer ruimte – ook in hoe ze denken en handelen. Studeren is bovendien bedoeld om je kritisch te leren kijken naar de wereld. Je ontdekt dat dingen die als normaal worden gepresenteerd, dat lang niet altijd zijn – en soms zelfs ronduit onrechtvaardig. Studenten zijn vaak de eersten die dat doorzien.’

Beeld: Nick Gammon/AFP

Sommige mensen voelen zich bedreigd door de protesten aan de universiteit.

‘Ik vind het heel naar als mensen zich bang of onveilig voelen. Dat zou niet mogen. Tegelijkertijd denk ik dat het beeld soms vertekend is. Ook veel Joodse en Israëlische studenten en collega’s doen mee aan de protesten. Het is dus zeker niet zo dat alle Joodse of Israëlische studenten zich onveilig voelen.

‘Er bestaan ook grote misverstanden. Een collega van mij aan de VU schreef laatst dat er tijdens een bezetting ‘Jews are not allowed’ werd geroepen. Ik schrok enorm en bekeek de beelden die ze erbij had gedeeld. Maar ze riepen ‘You are not alone’ – een slogan die vaak wordt gezongen wanneer iemand wordt gearresteerd. Dit laat zien hoe belangrijk het is dat we beter naar elkaar luisteren.

‘Je kunt je ook oncomfortabel voelen – maar dat is iets anders dan echt onveilig zijn’

‘Ik ben bij verschillende protesten en bijeenkomsten geweest, en ik heb nooit iets meegemaakt waarvan ik dacht: dit is onveilig voor iemand. Dat betekent niet dat ik gevoelens van angst bagatelliseer – angst is een reële emotie en heel naar. Ik heb ook wel dingen gehoord die ik niet tactvol of verstandig vond. Maar het waren uitingen van begrijpelijke woede en wanhoop.

‘Tegelijkertijd zijn sommige meldingen ook duidelijk politiek gestuurd. Ze dienen een politiek doel – dat gebeurt al sinds november 2023, ook in Israël zelf. De Israëlische organisatie Academia4Equality heeft daar uitgebreid over gerapporteerd. Op een gegeven moment werd het doen van onveiligheidsmeldingen zélf een politiek middel.

‘Je kunt je ook oncomfortabel voelen – maar dat is iets anders dan echt onveilig zijn. Soms hoor je iets wat je kijk op de wereld totaal verandert. Dat kan schokkend zijn en leiden tot een soort morele crisis. Dat voelt vervelend, maar is niet hetzelfde als onveiligheid.’

Een punt van kritiek is dat de demonstraties wel opkomen voor de Palestijnen, maar weinig zeggen over de gijzelaars. Waarom is daar zo weinig aandacht voor?

‘Bij verschillende protesten en teach-ins is wél gesproken over de gijzelaars en natuurlijk ook over het geweld van 7 oktober. We hopen allemaal dat de mensen die nog vastzitten, levend thuiskomen.

‘Maar ons protest gaat over een breder probleem: het illegale optreden van de Israëlische staat in de Palestijnse gebieden, vooral in Gaza, maar ook in alle andere bezette gebieden en jegens Palestijnen in Israël. Het gaat om structureel geweld door de staat, apartheid, bezetting en mogelijk genocide. Het protest richt zich vooral op de betrokkenheid van Nederlandse universiteiten hierbij, door hun samenwerking met Israëlische universiteiten en bedrijven die deze grootschalige mensenrechtenschendingen faciliteren of steunen.

‘Ons uitgangspunt is dat als dat geweld stopt en er een rechtvaardiger samenleving ontstaat, dit zal bijdragen aan het beëindigen van álle vormen van geweld — dus ook het geweld van 7 oktober en het vasthouden van gijzelaars. Die gebeurtenissen zijn onderdeel van het conflict, maar niet de oorzaak en vormen niet de kern van ons protest.’

Theatermaker en filosoof Jaïr Stranders zei in Het Parool dat hij het ingewikkeld vindt dat mensen al een paar weken na 7 oktober 2023 spraken over een genocide in Gaza. Dat vond ik herkenbaar. Bij de Kanttekening ontvingen we al na enkele dagen opiniestukken waarin Israël werd beschuldigd van genocide.

‘Dat komt doordat er vóór 7 oktober al lange tijd werd gesproken over genocide in de Palestijnse gebieden, vooral in Gaza, ook binnen genocide studies. Die discussie liep dus al.

‘Wat ook belangrijk is om te weten: Raphael Lemkin, de man die in 1944 het begrip genocide introduceerde, zag genocide niet alleen als fysieke vernietiging, maar ook als culturele vernietiging. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij inheemse volkeren in Noord-Amerika en Canada, waar hun cultuur systematisch werd vernietigd en kinderen uit hun families werden weggehaald. In de Verenigde Staten en Australië worden deze gebeurtenissen vaak erkend als genocide, ook binnen holocaust- en genocidestudies, maar in Europa is dat minder bekend.’

Net als veel anderen zei ook Stranders: genocide is een juridische term. Laten we de term genocide aan het Internationaal Gerechtshof overlaten. Moeten we niet gewoon de uitspraak afwachten?

‘Dan kom je bij een fundamenteel punt: het begrip genocide is juist bedoeld om dreigend grootschalig geweld vroegtijdig te benoemen en te stoppen. Als je zegt: ‘Ik wacht totdat het Internationaal Gerechtshof een uitspraak doet’, terwijl zulke procedures jaren duren, dan ben je te laat. Tegen de tijd dat er een juridisch oordeel ligt, is de genocide al voltrokken. Dat maakt zo’n houding – hoe juridisch correct die misschien ook lijkt – in de praktijk heel problematisch.

‘Tegen de tijd dat er een juridisch oordeel ligt, is de genocide al voltrokken’

‘Bovendien zijn er inmiddels veel genocideonderzoekers, ook van Joodse afkomst, die zich publiekelijk hebben uitgesproken en zeggen: dit is genocide. De Israëlische historicus Amos Goldberg noemde het in mei 2024 bijvoorbeeld expliciet genocide – met een uitgebreid en onderbouwd betoog. En Raz Segal publiceerde al op 27 oktober 2023 in Jewish Currents een artikel waarin hij sprak van een textbook case of genocide. Zijn conclusie was niet overhaast, maar kwam voort uit een jarenlang opgebouwde analyse van wat er in Gaza gebeurt.’

Na afloop van het interview mailt Jansen nog een laatste opmerking, geïnspireerd door taalwetenschapper Klemperer, over wie ze aan het begin van het gesprek vertelde: ‘Aandacht voor taal gaat ook over wie we aan het woord laten. In Nederland krijgen Palestijnse wetenschappers, of zelfs mensen met een Arabische naam, maar weinig ruimte om over genocide te spreken – en trouwens ook weinig vrouwen. Laat iedereen ook het werk lezen van Nimer Sultany, Sarah Ihmoud, Anwar Mhajne, Nahed Samour, Layal Ftouni (Utrecht) en vele anderen.’ Waarvan akte.