11.7 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 42

Een avond rondom het nieuwe boek van Çankaya: ‘Ik hoef het Westen niet meer’

In het Amsterdamse cultuurcentrum De Nieuwe Liefde kwam gisteren de crème de la crème van de allochtone intelligentsia bijeen om het nieuwe boek Galmende geschiedenissen van antropoloog Sinan Çankaya te bespreken. Het werd een indrukwekkend pleidooi voor meer opstandigheid tegen de zogenaamde beschaving van het Westen, die de genocide in Gaza laat gebeuren.

De grote zaal van De Nieuwe Liefde is tot de nok toe gevuld. Veel jongeren van kleur zijn afgekomen op de boekpresentatie Galmende geschiedenissen van Sinan Çankaya, met, in de woorden van moderator Charisa Chotoe, een ‘Lowlands-achtige line-up’ van sprekers.

Als eerste komt Çankaya’s redacteur Katrijn van Hauwermeiren van De Bezige Bij kort aan het woord. Ze vertelt dat ze vanaf het begin ‘binnenstebuiten’ werd gekeerd en vaak tegen zichzelf aanliep door de ‘seismograaf van onze tijd’.

Woede spat ervan af

Het was geen gemakkelijke opgave om degene te redigeren die zelfs Adriaan van Dis ‘de racist in zichzelf zou laten zien’, zegt ze, en geeft dan snel het woord aan de man van het uur: Sinan Çankaya.

Çankaya benoemt eveneens de worsteling met de redactie. ‘De eerste reacties na het indienen van mijn manuscript waren termen als ‘rommelig’ en dat ‘het spettert’.’ Hij vroeg om uitleg. ‘De woede spat ervan af,’ kreeg hij te horen.

‘Tja, wat verwacht je als er een genocide plaatsvindt die tot de totale ineenstorting van westerse instituties heeft geleid’, neemt Çankaya ons mee in de worsteling met zijn redacteuren. Dat is ook in het boek te lezen, en hij deelt grijnzend mee dat Van Hauwermeiren daarin als ‘Esther’ opduikt.

‘De institutionele kramp tegenover de genocide in Gaza is overal waar te nemen’, stelt Çankaya. ‘Bij de reacties op de studentenprotesten – dat is gewoon staatsgeweld – de censuur en repressie in de media, de opdracht dat we ons als personen van kleur gematigd moeten opstellen bij het betreden van witte instituties. Dat je constant sommige woorden moet inslikken. Velen moeten grote delen van zichzelf achterlaten bij de poorten van de witheid. Ik praat anders, ik kleed me anders.’

De genocide in Gaza is een centraal punt in zijn betoog, en hij neemt geen blad meer voor de mond. Ook niet over de zogenoemde instrumentalisering van de Holocaust. ‘Het laatste westerse taboe, het hoogste in de pikorde – de Holocaust – is politiek gemaakt’, vertelt hij. Het drukt alle andere herinneringen aan massaal geweld weg, zoals de genocide op de Roma en Sinti en de slavernij.

Over antisemitisme en de ‘Europese ereschuld tegenover Joden’ stelt hij dat er inmiddels iets anders aan de hand is, namelijk het etaleren van witte onschuld na 1945. Het hele ‘zelfgenoegzame’ idee dat antisemitisme na de oorlog is gestopt en dat racisme iets van vroeger was. Ook de ontkoppeling van antisemitisme van de bredere strijd tegen racisme is hem een doorn in het oog.

Door dit alles blijft Palestina letterlijk en figuurlijk in Europa’s dode hoek. ‘Het zijn de slachtoffers van slachtoffers’, citeert hij de Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper Edward Said.

Beeld: Tayfun Balcik

Maar Çankaya is klaar met de ‘verhullende taal’ over de genocide in Gaza. ‘De oorlog in het Midden-Oosten’ of ‘het Palestijns-Israëlische conflict’ dekt volgens hem geenszins de lading van het genocidale Israëlische geweld. Onder deze omstandigheden is er volgens hem ook geen recht op Israëlische zelfverdediging. ‘Het bezette Palestijnse volk heeft dat wel.’

Hij herinnert zich het wandelen in Amsterdam met een gebroken hart, maar haalt daarna weer fel uit. ‘Ik hoef er niet meer bij te horen, bij de zogenaamde beschaving op westerse voorwaarden.’ Over de volgende generaties zegt hij: ‘Zij zullen terugkijken en zich afvragen: Waarom grepen er niet meer mensen in?’

Çankaya krijgt een daverend applaus voor zijn scherpe uitspraken. De zaal verheugt zich op meer ‘allochtone waarheid’ in een panel met bestuursadviseur Tofik Dibi, fotograaf Çigdem Yüksel en journalist Lotfi el Hamidi. Hoe gaan zij om met de weerstand als ze over het lijden in Gaza willen praten?

‘Je kunt niet ongeschonden blijven wanneer je klappen blijft vangen,’ vertelt Lotfi el Hamidi mysterieus over zijn vertrek bij NRC. Hij schrijft nu voor De Groene Amsterdammer.

Opklimmen

Voordat hij daar verder op in kan gaan, wil Çankaya nog kwijt dat hij ook weerstand voelde om over zijn kindertijd te praten, zowel bij de psycholoog als in het boek. Het zou symbool staan voor het idee dat zijn woede op de maatschappij alleen een persoonlijk probleem is.

‘Ik wilde vooral een politiek verhaal vertellen. Sociale problemen kunnen we niet individualiseren. Mijn boosheid komt niet door mijn kindertijd. Ik ben boos om dat Palestijnen worden afgeslacht.’

Daarop trekt een ‘getriggerde’ Tofik Dibi een boekje open over ‘standaardverhalen’ van personen van kleur die opklimmen. ‘Dat kennen we nu wel’, zegt hij. ‘Verhalen over Aboutaleb die het gelukt is om burgemeester te worden. Prima.’

El Hamidi heeft met Generatie 9/11 ook geen standaard migrantenboek geschreven. ‘Het moest eruit, niet zomaar een coming-of-age’, zegt hij sarcastisch. ‘Het is wel belangrijk om het persoonlijke politiek te maken.’

Tussen het allochtone mannengeweld luistert fotograaf Yüksel aandachtig. Wanneer haar werk Je moest eens weten ter sprake komt, deelt ze mee dat ze het stereotiepe beeld van moslimvrouwen op straat met boodschappentassen heeft willen corrigeren. ‘Dit, de blik van witte Nederlandse fotografen, mocht niet het enige beeld zijn dat volgende generaties van deze generatie vrouwen zouden hebben.’

Van Aboutaleb tot Bolkestein

De moderator wil meer weten over de dubbele strijd van sociale klimmers van kleur die een tweefrontenoorlog voeren. Çankaya geeft toe dat hij in dat proces het racistisch neerkijken op de eigen gemeenschap heeft verinnerlijkt. ‘Over Turken, over religie.’

Dibi herkent het in de lof die hij kreeg nadat hij uit de kast kwam. ‘Van Aboutaleb tot Bolkestein. Ik was de meest geïntegreerde Marokkaan ooit, op een ex-moslim na. Maar het duurde maar één tweet over Palestijnse doden, en ineens was ik een Hamas-terrorist. Ik wist altijd al dat het vrijblijvend was, het was geen echte connectie, het waren vooral Nederlandse zelffelicitaties.’

De moderator vraagt Dibi hoe het is om in Marokkaanse kringen de ander te zijn. Hij denkt even na en zegt dat het hem toch makkelijker afgaat. ‘Mijn familie pretendeert niet constant een democratische rechtsstaat te zijn’, zegt hij en krijgt de lachers mee.

Dibi deelt mee dat hij zich heeft neergelegd bij het feit dat Joodse levens in Nederland hoger worden gewaardeerd dan andere levens. ‘Ongeloof, woede en verdriet. Dat is wat ik voel. Constant. We zijn met veel minder. En de enige momenten van verlichting zijn zulke avonden van waarheid.’

Yüksel meldt dat de tweefrontenoorlog soms ‘schizofreen’ kan aanvoelen, maar dat ze altijd kan thuiskomen bij familie. Dit terwijl ze de publieke ruimte, de straat onveiliger dan ooit ervaart.

‘Als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen’

Terug bij El Hamidi, die openhartig vertelt over zijn tijd bij NRC. ‘Ik zei tegen mijn collega-redacteur: van 9 tot 5 draag ik een pet, maar zodra ik het pand verlaat, stap ik de echte wereld in met de naakte waarheid die je op Al Jazeera over Gaza ziet.” Hij ontwikkelde een strategie van pick your battles.

‘Want anders verspeel je bij het eerste het beste meningsverschil al je kaarten. Sommige mensen willen het gewoon niet begrijpen. Daar lijkt het op. En als ik het genocide wil noemen, dan moet dat gewoon kunnen. Mijn maatstaf was mijn dochter van tien. Kun je al die verminkte lichamen uitleggen aan kinderen? Nee, dus ik ben niet degene die gek is.’

Op de vraag wat uiteindelijk tot zijn vertrek heeft geleid, is hij eerlijk. ‘Een vrijgekomen vacature bij De Groene Amsterdammer. Tja, de huur moet worden betaald.’

Dibi vertelt daarop dat hij veel voetballers en andere beroemdheden kent die om dezelfde reden stil blijven. ‘Ik heb net een contract’, kreeg hij vaak te horen toen hij acties over Gaza wilde opzetten.

‘Hoe lang zijn we nog veilig hier?’

Yüksel legt een link tussen het geweld in Gaza en de situatie hier. ‘Hoe lang zijn we nog veilig hier? Elk jaar verschijnt er wel een rapport over moslimdiscriminatie dat niet serieus genomen wordt.’

Çankaya vindt het ‘betalen van de huur’ te makkelijk als een genocide plaatsvindt. Hij stelt voor om ons collectief beter te organiseren. ‘Dus mocht iemand hierdoor ontslagen worden, dan zou dat opgevangen kunnen worden’. Aansluiten bij een vakbond dus.

‘Dat is de reden waarom ik de banden met mijn gemeenschap, de moskee, nooit heb verbroken’, reageert El Hamidi. ‘Ik maakte me nooit illusies en heb daarom altijd twee paspoorten behouden.’

‘Waar ga je überhaupt naartoe?’, wil Dibi van El Hamidi weten. Dubai? Weer gelach in de zaal.

‘Ik maakte me nooit illusies’

‘Nee, gewoon Marokko’, zegt hij en uit opnieuw zijn ontgoocheling en verontwaardiging over ‘de uitroeiing van Palestijnen als beesten’. Hij richt zich direct tot de zaal. ‘Als dit een rechtbank was, dan was het het hele kabinet schuldig aan medeplichtigheid en ontkenning van genocide.’

Luid applaus volgt. El Hamidi roept iedereen tenslotte op door te gaan met ‘je blijven uitspreken’, en deel te nemen aan ‘sit-ins’ en demonstraties. ‘Geef vooral niet op’, aldus El Hamidi.

Gaza als catharsis

Na het panel neemt de dichter Nisrine Mbarki het woord en ook in haar voordracht is de teleurstelling met Nederland en het Westen diep. ‘Ben ik blind geweest de afgelopen 45 jaar. Gaza is de catharsis geworden voor het failliet van het Westen. Ik hoor en hoor niet bij dit systeem’, zegt ze.

Het einde van de avond is weer voor de man van het uur. ‘’Hoe kun je nog in het Westen en het internationaal recht geloven? Wij moesten integreren. Wij, de barbaren, die mens moesten worden. Het waren allemaal luchtkastelen, van anti-moslim, anti-Arabisch en anti-Palestijns racisme.’

Çankaya omarmt daarom liever de excommunicatie als ‘barbaar’, die opstaat tegen de genocide in Gaza, dan de ‘beschaving van het Westen’.

Palestijnse journalist Fatma Hassona gedood door Israëlische luchtaanval

0

De Palestijnse fotojournalist Fatma Hassona en haar familie zijn gisteren omgekomen bij Israëlische luchtaanvallen. Hassona is het hoofdpersonage in een documentaire over Gaza, die volgende maand in première gaat op het filmfestival van Cannes.

De familie werd getroffen door een luchtaanval op het huis waar ze verbleven. Het Israëlische leger claimt wederom dat Hamas-leden het doelwit waren. Enkele dagen eerder werd bekendgemaakt dat de documentaire waarin Hassona speelt, getoond zou worden op het gerenommeerde filmfestival, dat een internationaal publiek trekt.

De documentaire heet Put Your Soul on Your Hand and Walk en is gemaakt door de Iraans-Franse regisseur Sepideh Farsi. In de film praat hij met Hassona over de overlevingsstrijd in Gaza. Hassona bracht deze strijd ook zelf in beeld met haar werk.

De aanval op het huis van Hassona en haar familie valt op, maar valt tegelijkertijd in het niet bij het aantal doden dat dagelijks valt als gevolg van het Israëlische offensief. Alleen al vannacht vielen er vijftien doden als gevolg van twee Israëlische luchtaanvallen. Tien van hen behoorden tot dezelfde familie. Enkele uren later is het dodental alweer opgelopen vanwege nieuwe aanvallen in het hele gebied.

De extreemrechtse minister van Financiën, Bezalel Smotrich, had het vandaag over een volledige bezetting van Gaza, naar eigen zeggen omdat Hamas het laatste voorstel tot een staakt-het-vuren heeft afgekeurd. ‘Het is tijd om de poorten van de hel voor Hamas te openen en de strijd op te voeren totdat de Gazastrook volledig is veroverd’, zei hij volgens persdienst AFP. Hamas zegt dat het alleen een staakt-het-vuren wil als dat ook echt het einde van de oorlog betekent, en niet alleen gaat over het vrijlaten van gijzelaars.

VS trekt troepen terug uit Noordoost-Syrië

0

De Verenigde Staten zijn begonnen met het terugtrekken van troepen uit Noordoost-Syrië, meldt The New York Times. De troepen vormden een buffer tegen de dreiging van oprukkende IS-cellen.

Van de 2.000 militairen die in de regio aanwezig waren, zullen er 1.400 overblijven. Na vijftig dagen volgt een nieuwe beoordeling van de veiligheidssituatie, met de mogelijkheid om nog eens 900 militairen terug te trekken. Er zouden dan nog 500 Amerikaanse soldaten in de regio blijven. Dat meldt de Amerikaanse krant op basis van uitspraken van twee hooggeplaatste officieren. Het gaat om de bases Mission Support Site Green Village, M.S.S. Euphrates en een kleinere basis in de autonome regio in het noordoosten van Syrië.

De Amerikaanse troepen waren sinds 2014 in de regio aanwezig om samen met de SDF,  de voornamelijk Koerdische groep die het autonome gebied bestuurt, te strijden tegen Islamitische Staat (IS). Met succes: IS werd grotendeels verslagen. Maar de terreurbeweging werd nooit volledig uitgeschakeld; verschillende cellen houden zich nog altijd schuil in de omliggende gebieden.

De dreiging van een oprukkende IS nam bovendien toe na de val van het Assad-regime in november vorig jaar. IS maakt gebruik van de chaotische situatie en heeft inmiddels meerdere aanvallen uitgevoerd op de SDF. Gisteren nog vielen IS-strijders een SDF-basis aan in de stad Al-Tayyana, meldt de organisatie op X. ‘De cellen van de terroristische organisatie proberen de veiligheid en stabiliteit in de regio te ondermijnen en hun aanwezigheid nieuw leven in te blazen’, aldus de SDF.

Het besluit van de VS om de troepen weg te halen, heeft waarschijnlijk te maken met een overeenkomst die de SDF vorige maand sloot met het nieuwe regime in Damascus, schrijft The New York Times. Die overeenkomst hield in dat de SDF militair zou integreren met het nationale leger. De vraag is echter in hoeverre dat nationale leger in staat én bereid is de strijd tegen IS voort te zetten.

‘Als je tegen oorlog bent, ben je voor Poetin’

Nooit meer oorlog en een geweldloze, rechtvaardige samenleving. Het zijn de idealen van de pacifisten, in de jaren van de Koude Oorlog een beweging van honderdduizenden. Nu is er weinig ruimte voor dit geluid. ‘Als je tegen de oorlog bent, ben je voor Poetin’, zegt Willem de Haan. 

De Haan is van de Nieuwe Vredesbeweging, een verzameling bestaande en nieuwe vredesorganisaties die hun krachten hebben gebundeld om het hoofd te bieden aan de toenemende oorlogsbereidheid van het Westen. ‘Er zitten organisaties bij die al jaren bestaan, zoals Kerk en Vrede, Pais Vredesbeweging en Stop Wapenhandel. Maar er zijn ook nieuwe partijen met jonge activisten. Er komen steeds meer groepen bij.’

Zelf is hij pacifist van het eerste uur. Tijdens de Koude Oorlog stond hij vooraan om te pleiten voor ontwapening, want oorlog brengt alleen maar narigheid met zich mee, vindt hij. ‘Het is het meest verschrikkelijke wat mensen elkaar aan kunnen doen.’ Hij weigerde militaire dienst te voltooien, wat hem op een celstraf van achttien maanden kwam te staan. Maar het bracht hem niet van zijn stuk. Nu de oorlogsretoriek ons opnieuw om de oren vliegt, is het tijd voor de pacifisten hun boodschap nieuw leven in te blazen. 

Willem de Haan. Beeld: Jaap Schuurman.
Willem de Haan. Beeld: Jaap Schuurman

Kwetsbaarheid 

Nadat de Amerikaanse president Trump duidelijk had gemaakt dat hij Europa niet langer vanzelfsprekend zou steunen en president Poetin de wind in de zeilen kreeg, werd de kwetsbaarheid van de Europeanen tot in de huiskamer gevoeld. Nederlanders moesten zich voorbereiden op de mogelijkheid van een oorlog, zei NAVO-baas Mark Rutte. Ondertussen wordt er flink geïnvesteerd in defensie en zijn we het met het overgrote deel van de Europeanen eens over de noodzaak van een Europees leger aan de grens van het continent. 

Afgezien van de vraag waar het geld voor dit soort uitgaven vandaan moet komen, is er maar weinig discussie over de toenemende bewapening van Europa, merkt De Haan op. ‘Behalve SP en FvD zijn alle politieke partijen hier voor. Dat heeft me wel verbaasd. De oorlogsretoriek wordt door veel mensen gewoon overgenomen, zonder erover te discussiëren.’

Het is ook Wendela de Vries opgevallen. ‘Er is geen kritiek op dit beleid, niet onder politici en niet in de media. Journalisten mijden het tegengeluid. Gelukkig begint dat nu een beetje te kantelen.’ De Vries is mede-oprichter van de stichting Stop Wapenhandel en al 25 jaar actief als vredesactivist. ‘De afgelopen jaren is het steeds lastiger om te pleiten voor minder wapens, vertelt ze. ‘Voor de oorlog in Oekraïne werd de wapenindustrie over het algemeen gezien als iets problematisch. Maar sinds de oorlog zijn wapens opeens het enige geworden wat ons veilig kan stellen.

‘Het is echt een fixatie. We zijn bang voor Poetin en denken dat afschrikking het juiste antwoord is. Maar een wapenwedloop biedt geen veiligheid. Als wij er een schepje bovenop doen, doet de vijand dat ook. Al je geld gaat in zo’n wapenwedloop zitten en het kan heel erg fout gaan. Aan beide kanten zitten altijd haviken die oorlog willen.’

‘Waar is deze fixatie begonnen?’ vraagt De Haan zich af. De Russische inval van Oekraïne zat er al veel langer aan te komen. Inlichtingendiensten wisten dat het ging gebeuren. Toch hebben we het laten gebeuren, zonder te proberen de diplomatieke weg te bewandelen. Europa ging gelijk op ramkoers. Waarom? Dat weet ik niet. Er zijn mensen die hier een complot in zien: een samenwerking met de wapenindustrie die hiervan zou profiteren. Ik denk dat dit te simpel is. Ik denk eerder aan een psychologische verklaring. We voelen ons bedreigd. Bang gemaakt door het idee dat de Russen aan de Noordzee staan. Als we niets doen, dan neemt Rusland heel Europa in. De vraag is in hoeverre dit klopt. Is de dreigende taal van Rusland niet evengoed retoriek?  

Wendela de Vries

Vijandsbeeld

Volgens De Vries is er in het huidige conflict een vijandsbeeld geschetst dat erg lijkt op de manier waarop ook tijdens de Koude Oorlog over Rusland werd gesproken. ‘Het is een eenzijdig beeld: wij zijn de goeden, zij zijn de vijand. Daarin zit geen enkele nuance. Ben je tegen de oorlog, dan ben je voor de vijand. Over het algemeen hebben mensen een sterke behoefte om bij ‘de goeden’ te horen. Poetin is de vijand, met hem valt niet te praten. We zijn als mens erg vatbaar voor dit simplisme’, aldus De Vries. 

‘De emotie over deze oorlog is in Nederland heel sterk’

Daarbij komt, zo beargumenteert ze, dat we in Nederland al vrij snel in direct contact kwamen met Oekraïense vluchtelingen. ‘We vingen ze op, er waren heel veel mensen die deze vluchtelingen wilden helpen. Dat is natuurlijk heel fijn, maar daaruit ontstond ook een gedeelde boosheid over de Russen. We hoorden de verhalen over de oorlog van mensen die het mee hadden gemaakt. We hoorden over de geliefden die ze hadden verloren, of die er nog waren en onder vuur lagen. Daardoor is de emotie over deze oorlog heel sterk.’

‘Ik ben ook bang. Voor Poetin, maar ook voor de NAVO. Ook voor Trump. Ik ben er bovendien niet heel erg gerust op dat Ursula von der Leyen zo gefocussed is op het hebben van wapens,  zonder het te hebben over het feit dat deze wapens mensen dood maken. Toch denk ik dat het belangrijk is rationele afwegingen te maken.’

Diplomatie

Een van de dingen die De Haan politici in Nederland en Europa het meest aanrekent, is het feit dat diplomatie bij voorbaat werd uitgesloten. ‘Praten kan met iedereen’, denkt hij. ‘Ook Poetin is onderdeel van een systeem. Het is echt geen idioot. Ben je het niet met hem eens, leg het op tafel. Maar er zijn op dit moment helemaal geen gesprekken tussen Europa en Rusland.’

‘We praten ook met Benjamin Netanyahu, of met Abdel Fateh al-Sisi’

‘Natuurlijk valt er te praten met Poetin’, zegt De Vries. ‘We praten ook met Benjamin Netanyahu, of met Abdel Fateh al-Sisi. Het gaat er niet om of deze leiders te vertrouwen zijn, maar je moet zien te begrijpen wat hun belangen zijn en welke garanties je van ze kunt krijgen. Dat is diplomatie, je moet onderhandelen. Daarbij helpt het natuurlijk ook dat je je als land aan het internationaal recht houdt. Dan kun je anderen daar ook op aanspreken. Dat doet Nederland op dit moment niet waar het op Israël aankomt’, zegt de activiste. 

Volgens De Haan is dit gebrek aan diplomatie waarin de huidige situatie wezenlijk verschilt van die in de Koude Oorlog. ‘Ook toen vond er een wapenwedloop plaats, ook toen werd Rusland gezien als de vijand. Maar er werd ook onderhandeld. Terwijl de oorlogsretoriek doorging, werden er allerlei verdragen gesloten die uiteindelijk tot een detente leidden. Denk aan de Salt-akkoorden in 1969-1972 en de Helsinki-akkoorden in 1975.’ 

Hoewel deze akkoorden inderdaad leidden tot een ontspanning van de wapenwedloop, was er ook veel kritiek. De Amerikaanse president Ford zou te veel hebben ingeleverd. Rusland wilde de invloedssfeer in Oost-Europa behouden. Door dit in te willigen, gooiden de VS de Oost-Europese landen te grabbel, vonden veel mensen. 

Het is een machtsspel tussen de NAVO en Rusland dat al veel langer speelt dan alleen de laatste drie jaar in Oekraïne, merkt De Haan op. ‘Maar het Westen speelt hier net zo goed een rol in als Rusland. De NAVO-uitbreiding in oostelijke richting is niet bevorderlijk geweest voor de ontspanning. Deze uitbreiding was vooral een initiatief van de Amerikanen, daar had Europa zelf weinig belang bij. Maar het heeft zich hier ook niet tegen verzet. Nu is dit machtsspel opnieuw geëxplodeerd.’

Een machtsspel

Als je tegen de oorlog bent, wordt al snel gezegd dat je voor Poetin bent, maar zo zwart-wit is het niet, legt hij uit. ‘Natuurlijk ben ik tegen Poetin’ zoals ik tegen elke megalomane dictator ben. Maar met ‘ tegen’ iemand zijn schiet je niet zoveel op, je moet het probleem met zo iemand oplossen. Daarom ben ik dus tegen de oorlog. Bovendien is oorlog een gevolg van een machtsspel tussen politici, waarbij militairen als pionnen worden ingezet. Ja, deze militairen willen vechten voor hun land. Moed en opoffering klinken krachtig en geven voldoening, maar vechten is een eenvoudige reactie op een ingewikkeld probleem dat door politici is veroorzaakt.’

‘Het dominante discours is dat we Poetin moeten verslaan’

De Nieuwe Vredesbeweging wil voor de NAVO-top in Den Haag een groot actieweekend organiseren. Want het gebrek aan reflectie is niet alleen een fenomeen onder politici. Ook in de sociale omgang is het niet gangbaar om over vrede te praten, merkt De Haan op. ‘Het dominante discours is dat we Poetin moeten verslaan.’

‘We willen ons hierbij richten op de linkse politiek, maar ook maatschappelijke druk uitoefenen. Er moet meer discussie komen, meer dialoog met meer perspectief. In buurthuizen, cafés en op straat. Wat we willen zeggen is vooral: geloof niet alles wat de politiek ons voorhoudt en durf te twijfelen over het heersende narratief.’

Ooit zorgden pacifisten voor de grootste Nederlandse demonstratie ooit. Ruim een half miljoen mensen gingen in 1983 de straat op om te demonstreren tegen de plaatsing van kernraketten in Nederland. De Haan: ‘We begonnen ooit met tien tot twintig mensen, die half miljoen mensen stonden echt niet direct op. Ook nu kunnen we dit weer bereiken. We beginnen met een klein groepje. Als het nu niet lukt om een groter tegengeluid te organiseren, lukt dat later misschien wel. Ik geloof dat het kan.’

Op maandag Tweede Paasdag houdt de Nieuwe Vredesbeweging een vredesmars in Den Haag. Ze verzamelen om 1 uur op de Kalvermarkt, nabij Den Haag CS.

Op 1 juli verschijnt het boek van Willem de Haan: Vrede als daad‘ bij uitgeverij Bot. 

Raad van State: ‘Democratie is meer dan meerderheid beslist’

0

De vicepresident van de Raad van State (RvS), Thom de Graaf, waarschuwt voor ‘krachten van binnenuit’ die de democratie slechts gebruiken om de meerderheid aan de macht te helpen. ‘Democratie is meer dan de meerderheid beslist’, zegt hij in Binnenlands Bestuur.

De Graaf stelt dat democratie ‘altijd samengaat’ met de rechtsstaat, de waarborging van de grondrechten, de rechten van minderheden en de onafhankelijke rol van de rechter. Het een is niet mogelijk zonder het ander, aldus de vicepresident tijdens de presentatie van het jaarverslag van de RvS.

‘Als alleen de meerderheid regeert onder democratie wordt verstaan, verlies je veel: het vrije en open debat, de noodzaak om samen naar compromissen en consensus te zoeken, en dat de meerderheid rekening houdt met de minderheid. Dat laatste is belangrijk, want minderheden kunnen ooit meerderheden worden, en andersom’, aldus De Graaf.

Hij meent dat de Nederlandse democratie wordt bedreigd door politici met ‘autocratische tendensen’ die een loopje nemen met rechtsstatelijke instituties en daarom ‘weerbaarder’ moet worden gemaakt. ‘Een volwaardige democratie moet weerbaar zijn tegen uitholling van binnen en aanvallen van buiten’, adviseert hij.

Slopen van de democratie begint bij de aanval op journalistiek

0

In de Italiaanse universiteitsstad Perugia kwamen journalisten uit de hele wereld bezorgd bijeen. Yavuz Baydar doet verslag. ‘Eerlijke verslaggeving is urgenter dan ooit.’

‘Hey, welkom bij de club!’ Dit was een veelgehoorde begroeting telkens als een collega uit welk deel van de wereld dan ook een journalist uit de VS ontmoette. Het weerspiegelde onvermijdelijk de wereldwijde sfeer van onrust, die op allerlei manieren tot uiting kwam tijdens het drukbezochte International Journalism Festival dat afgelopen zondag eindigde. Het centrale thema was, zoals een Oekraïense verslaggever het verwoordde: ‘een vermenigvuldigd niveau van existentiële bedreigingen voor ons vak wereldwijd.’

Elk jaar nemen minstens 500 sprekers deel aan de bijeenkomst in Perugia, dat zijn prachtige middeleeuwse ruimtes openstelt voor moderne discussies en uitwisselingen op hoog niveau tijdens meer dan 200 sessies. Journalisten van over de hele wereld komen bijeen, waaronder Nobelprijswinnaars, Pulitzer- en European Press Prize-winnaars, financiers, en een groot publiek dat gratis mag deelnemen. Zoals in eerdere edities werd geen cruciaal of gevoelig onderwerp geschuwd, met Gaza als een van de vele besproken thema’s.

Gedurende de vier intensieve dagen, van het ene naar het andere panel rennend, kon men niet anders dan de sombere stemming voelen die de journalistiek in haar greep had genomen.

Amerikaanse collega’s

Daarom het centrale thema: gelaagde bedreigingen voor de ruggengraat van onafhankelijke journalistiek, via ’tech-leenheren’, ‘broligarchen’ en autocratieën die druk bezig zijn netwerken op te bouwen. Amerikaanse collega’s sloten zich aan bij onze zorgen, zorgen die ons al meer dan tien jaar bezighouden,  en ‘werden lid van de club’.

Het was geen verrassing een prominente figuur in de wereldwijde strijd voor mensenrechten op verschillende locaties te zien: Ken Roth, voormalig directeur van Human Rights Watch, dat hij dertig jaar leidde, en schrijver van het recent verschenen boek Righting Wrongs.

Toen we elkaar spraken tussen enkele panels, zei hij tegen mij: ‘Autocraten begrijpen dat een essentieel onderdeel van hun pogingen om checks and balances te ondermijnen, het ondermijnen van de media is. We zien dit in landen als India of Turkije, maar in het algemeen geldt nu: de verdediging van journalistiek is de verdediging van democratie wereldwijd.’

‘Wij bevinden ons in een crisismoment, waarin journalistiek als geheel onder druk staat’, vertelde Jodie Ginsberg, directeur van het Committee to Protect Journalists (CPJ), me. ‘Het staat niet langer alleen onder druk in autocratieën, maar ook in grote democratieën. We moeten samenwerken en terugvechten.’

‘Wat er in de VS gebeurt, heeft gevolgen voor al onze landen’

Patrícia Campos Mello, een vooraanstaande journaliste van Folha de São Paulo, die tot voor kort zwaar werd aangevallen door het Bolsonaro-regime, beaamde: ‘We bereiden ons allemaal voor op een wereldwijde impact. Wat er in de VS gebeurt, heeft gevolgen voor al onze landen. Ja, sommige landen zoals India en Turkije ondergaan een ‘autocratisering’, maar de risico’s zijn niet verdwenen — ook niet in bijvoorbeeld Brazilië. Daarom is de behoefte aan accurate en eerlijke verslaggeving groter dan ooit, in plaats van een onevenredige nadruk op opiniestrijd.’

Janine di Giovanni en Ken Roth. Beeld: Alexa Cano, IJF

De beproevingen veroorzaakt door autocraten vormden een terugkerend thema. In een speciaal panel benadrukte ik de ‘nieuwe norm’ die zich ontwikkelt, gebaseerd op Anne Applebaums boek Autocracy Inc.: de zelfverzekerde autocraten vallen niet alleen journalisten of redacties aan, maar intimideren ook democratische overheden zodat zij geen onafhankelijke journalistiek meer financieren, noch in eigen land, noch voor journalisten in ballingschap. Mijn gevluchte collega uit Azerbeidzjan, Arzu Geybulla, onderstreepte dit met een waarschuwing: ‘De uitdagingen nemen razendsnel toe’, zei ze. ‘Alles wat we wisten verandert in hoog tempo. Onze verdedigingsmechanismen zijn niet langer toereikend. We hebben alle steun nodig die we kunnen krijgen.’

Van Steffan Lindberg van het V-Dem Instituut leerden we dat drie op de vier mensen in de wereld in niet-democratische landen leven. Dat betekent dat momenteel 72 procent van de wereldbevolking in autocratische regimes leeft, tegenover 49 procent in 2004. Volgens Lindberg werd mediavrijheid in de afgelopen tien jaar in 44 landen aangevallen en ondermijnd.

Huilen om Russische gevangenis

In een uiterst aangrijpende sessie ontmoette het publiek Alsu Kurmasheva, een journaliste van Radio Free Europe/Radio Liberty, die negen maanden in Rusland gevangen zat en vorig jaar via een speciale uitwisseling werd vrijgelaten. Samen met Can Yeginsu, een expert op het gebied van vergelijkbare internationale zaken, vertelde zij in huiveringwekkend detail over de vreselijke omstandigheden in de Russische gevangenis, haar strijd tussen hoop en wanhoop, en het moment waarop zij weer vrij was, waarbij ze beelden toonde van de vreugdevolle hereniging met haar familie.

Op dat moment huilde Yeginsu, net als enkelen in het publiek. Tijdens de sessie werd ook gesproken over journalisten die nog steeds gevangen zitten, waaronder Joakim Medin, wiens naam tijdens de festivaldagen geregeld viel.

Een ander belangrijk onderwerp was de opkomst van foreign agent laws, wetten die journalistiek criminaliseren. Can Yeginsu deelde ideeën over hoe hiertegen op te treden: ‘Turkije presenteerde in oktober 2024 een geavanceerde foreign agents-wet en trok die in november weer in. Als je verantwoordelijk bent voor de economie van een land dat buitenlandse investeringen probeert aan te trekken, dan helpt zo’n wet niet. Landen met open economieën beseffen steeds vaker dat dit soort wetgeving economische schade kan aanrichten. Dus: ga naar de ministeries van Financiën. Ik zeg niet dat het altijd werkt, maar je zou verbaasd zijn’, zei hij.

Journalistiek in Palestina

Toen ik die avond een groep collega’s uit Palestina en Egypte sprak tijdens het diner, was hun stemming uiterst somber. De Egyptische onafhankelijke media hadden te lijden onder de financieringsbeperkingen die de regering-Trump had opgelegd. De ervaren hoofdredacteur uit Ramallah, Muamar Orabi, sprak met wanhoop in zijn stem: ‘Internationale organisaties straffen de journalistiek in Palestina zwaar’, zei hij tegen mij. ‘Onze grootste geldschieter, SIDA uit Zweden, heeft de steun beëindigd — net als de Amerikanen. We staan nu al maanden financieel op nul. Hoe verwacht de wereld dat wij ons werk doen als men ons zo behandelt?’

De Hongaarse collega Peter Erdelyi schatte dat momenteel zo’n 50 procent van de wereldwijde publieke financiering is weggevallen, wat dwingt tot heroverweging van verdienmodellen en het opnieuw opbouwen van de band met lezers.

‘Hoe verwacht de wereld dat wij ons werk doen als men ons zo behandelt?’

Later die avond ontmoette ik Yuval Abraham, de Israëlische collega, hoofdredacteur van het kritische nieuwsplatform +972 en co-regisseur van de Oscar-winnende film No Other Land. We vergeleken hoe Erdogan en Netanyahu op hun eigen manier de journalistiek onderdrukken. Daarna bracht hij het gesprek op een ander censuuronderwerp: de film werd zonder enige uitleg afgewezen door Netflix, HBO, Disney en andere grote platforms. Alleen MUBI toonde interesse. ‘Het is kleiner, maar we gaan er waarschijnlijk voor’, voegde hij toe.

Geglobaliseerde digitale censuur was een centraal thema gedurende het hele festival, met nadruk op tech-oligarchen — Musk, Zuckerberg, Bezos. Een duister onderwerp was het structureel schrappen van factcheckers bij big tech. Sommige factcheckers waren aanwezig en spraken in een panel over de giftige, bedreigende werkomgeving. Ze worden lastiggevallen door agressieve partijdige stemmen en legden uit hoe hun werk wordt ondermijnd door overheidsfunctionarissen en tech-oligarchen die bewust wantrouwen zaaien bij het publiek om politieke of financiële redenen.

De dag erna sprak ik Natalia Antelava, redacteur van Coda Story en afkomstig uit Georgië. Zij vertelde over haar, en vele anderen hun, grootste zorg en gaf dit mee in verschillende sessies.

‘Het is verdrietig dat we onszelf blijven uitlijnen met big tech, alsof het een bondgenoot is’, zuchtte ze. ‘Dat is het niet. We moeten beseffen dat het niet neutraal is. Alles wordt gerund door een groep machtsbeluste mannen.’ Het is duidelijk: het is tijd om buiten de gebaande paden te denken.

Kwart van de thuiswonende jongeren wil uit huis, maar kan niet

0

De woningnood in Nederland blijft een hardnekkig probleem, dat alleen maar lijkt te verergeren. Met name een groeiend aantal thuiswonende volwassen kinderen is hiervan de dupe, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De afgelopen jaren is de groep mensen die uit huis wil, maar niet kan, verder toegenomen. Deze stijging was het sterkst onder volwassen kinderen die noodgedwongen nog bij hun ouders moeten wonen. Terwijl in 2021 het aantal onvrijwillig thuiswonende kinderen 13 procent bedroeg, is dat aantal in drie jaar tijd verdubbeld tot 26 procent.

Deze cijfers zijn gebaseerd op een meerjarig woononderzoek van het CBS onder ruim 40.000 mensen.

Ook het aantal volwassenen dat wil verhuizen, maar dat niet kan, is gestegen in die periode: van 6 procent (2021) naar 10 procent in 2024. Ook zijn er cijfers bekend van daadwerkelijke verhuizingen. Die laten eveneens een afname zien door de jaren heen. Van degenen die in 2021 aangaven graag te willen verhuizen, deed 45 procent dat binnen twee jaar na de enquête. In 2018 verhuisde nog 47 procent binnen twee jaar.

Per provincie zijn er grote verschillen voor woningzoekende jongeren. Zo is het in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland het moeilijkst om een woning te vinden. Maar liefst 30 procent van de jongeren in die provincies kon niet verhuizen, terwijl dat aantal in Zeeland met 12 procent het laagst was.

Volgens het CBS hebben huurders een grotere verhuiswens dan mensen met een koopwoning.

De woningnood is al decennia een hardnekkig probleem in Nederland. De situatie, met onder andere dakloosheid, is vooral sinds de kabinetten-Rutte verergerd. Zo zorgde de verhuurdersheffing ervoor dat woningcorporaties in groten getale sociale huurwoningen gingen verkopen. Oud-minister van Wonen Stef Blok (VVD) zei in 2017 trots in een interview dat hij ‘de eerste VVD’er’ was die erin slaagde een heel ministerie te sluiten.

Algerije en Frankrijk zetten diplomaten uit

0

De spanningen tussen voormalig kolonisator Frankrijk en Algerije zijn opnieuw opgelopen. Beide landen hebben twaalf diplomaten uitgezet, meldt NOS.

De verwijdering van diplomaten wordt beschouwd als de ergste escalatie sinds de onafhankelijkheid van Algerije in 1962, na acht jaar bloedige strijd.

Bij het huidige conflict is buurland Marokko ook betrokken, en dan met name de bezette Westelijke Sahara in het zuiden, waar Algerije de rebellenbeweging Polisario tegen Marokko steunt. Frankrijk koos de kant van Marokko, nadat er in Europees verband een deal met Marokko werd gesloten om de migratiestroom in te dammen.

Hierbovenop komt ook nog de kwestie van de gearresteerde Algerijns-Franse schrijver Boualem Sansal. De 75-jarige schrijver, die aan kanker lijdt, zou de Algerijnse staatsveiligheid en territoriale integriteit ‘bedreigen’ en werd vorige maand tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld.

Sansal staat bekend als een omstreden criticus van de islam en het Algerijnse regime. Zijn boeken, waarin hij onder meer een verband ziet tussen het nationaalsocialisme en de islam, zijn sinds 2003 in Algerije verboden verklaard. Naar eigen zeggen wordt hij hierdoor door de meeste Algerijnen als de ‘duivel’, ‘verrader’ en ‘vriend van Israël’ weggezet.

Belgische PVDA luistert naar kiezers, maar neemt niet klakkeloos standpunten over

0

De Belgische PVDA gaat langs de deuren om te luisteren naar de zorgen en wensen van burgers. Volgens politicus Peter Mertens levert dat niet alleen stemmen op, maar ook een breed draagvlak, zoals voor het pro-Palestina standpunt van de partij.

Op een lentedag verzamelen vijf PVDA-leden zich op het Vosplein in de Antwerpse wijk Borgerhout. Twee mannen en drie vrouwen van verschillende generaties. De marxistische PVDA is in Nederland eerder verwant aan de SP dan aan de PvdA. Dertiger Heleen heeft de leiding en bespreekt tien stellingen met de basisgroep. Vervolgens bellen ze twee uur lang aan bij bewoners en voeren gesprekken die al snel vijftien minuten duren. De openingsvraag: ‘Wat vindt u van Arizona, de nieuwe Belgische regering?’ Opvallend is de grote respons, ook onder niet-PVDA-stemmers.

Politiek van superrijken

‘Politiek moet mensen bij elkaar brengen’, zegt Peter Mertens later in het Paleis der Natie in Brussel. Deze PVDA-volksvertegenwoordiger en algemeen secretaris neemt de tijd om een Nederlandse journalist uit te leggen waarom zijn partij ook buiten verkiezingstijd langs de deuren gaat. Het doel: mensen informeren en emanciperen. ‘Wij geloven niet in een groepje intellectuelen dat voor anderen beslist. Je moet luisteren naar de werkende klasse, en samen met hen dingen veranderen.’

Mertens heeft een prominente stem in het maatschappelijk debat te België. Zijn boeken staan regelmatig in de top 10 en in een podcast deelt hij eveneens zijn visie op de Belgische en wereldpolitiek. In het gesprek valt meerdere keren de naam Musk, die voor Mertens symbool staat voor een botsende wereldvisie. ‘Een politiek van superrijken, waarin alles aan de zogenaamde genieën wordt overgelaten en de gewone mens nauwelijks wordt betrokken. Een superelitaire visie op de samenleving.’ De PVDA stelt daar iets anders tegenover: mensen moeten kunnen meedenken. De term ‘verheffen’ valt. ‘Zodat mensen zelf beslissingen kunnen nemen over hun woonomgeving en werk en meedenken over het inrichten van de maatschappij. We moeten continu luisteren en hen betrekken zodat ze in beweging komen.’

PVDA-leden gaan langs de deuren in Antwerpen. Beeld: Arjan van Westen

De PVDA heeft vijftien van de honderdvijftig zetels in de Kamer van volksvertegenwoordigers. Tijdens de laatste verkiezingstijd pakte de PVDA het bevragen groots aan: ruim 100.000 Belgen werden bevraagd. De partij is op landelijk niveau zichtbaar bij de recente algemene staking tegen de hervormingsplannen van regering De Wever. Eind april initieert de PVDA een mars tegen de sociale afbraak & voor de vrede.

De bevragingen leveren de partij inzicht over de samenleving op. Het zorgt ervoor dat de PVDA haar standpunten bijstelt. Mertens noemt de wooncrisis, waarbij de partij lange tijd enkel gefocust was op de belangen van huurders en niet op die van huiseigenaren. ‘De mensen die denken eigenaar te zijn. Die een lening af moeten betalen en geconfronteerd worden met rentestijgingen.’ Door de bevragingen zag de partij ook veel beter het onderscheid tussen gezinnen die bijvoorbeeld door een erfenis één huisje kunnen verhuren en de mega-eigenaars die zoals Mertens zegt professioneel huisjesmelker zijn.

Brood en boter

Bestaanszekerheid domineert de gesprekken in Borgerhout. De ‘brood- en boterthema’s’ noemt Mertens ze. Grote zorgen over pensioenskortingen en onbetaalde overuren. Een oudere gepensioneerde vrouw noemt de naam van premier Bart de Wever en maakt een schietgebaar.

‘So what, als onze standpunten niet populair zijn’

Mertens benadrukt dat de PVDA-ers eerst luisteren. ‘Maar we doen niet flauw over ons politieke programma. Voordat we dat vertellen, willen wij horen hoe de mensen denken en redeneren.’ De PVDA wil daarvan leren en de standpunten van de partij kunnen zo ‘een beetje’ bijgestuurd worden. ‘De bevraging verandert hoe wij argumenteren. Het verandert onze wereldvisie niet. Het is geen populisme. Onze ruggengraat is een emancipatorische, socialistische.’

Luisteren is geen gelijk geven. ‘Hoeveel racisme wij ook ontmoeten, ons standpunt erover wijzigt niet. So what, als onze standpunten niet populair zijn.’ Mertens haalt veel inspiratie uit de geschiedenis van het socialisme, hoe je met volksopvoeding samenlevingen verandert, draagvlak creëert. ‘Kinderarbeid afschaffen? Dat was ook niet populair. Stemrecht voor vrouwen? Totaal niet populair begin vorige eeuw. Gelukkig waren er toen socialisten die aan volksverrichting deden en tegen de stroom ingingen. Deur-aan-deur gaan wij nu tegen de stroom in.’ De PVDA doet dat volgens Mertens in een taal die soms als radicaal wordt ervaren. Een bewuste keuze, die directe radicale taal. ‘Anders laten wij die autostrada over aan extreem rechts. Want die vermommen zich graag als sociale partij.’

Afkeer van groen

Het klimaat is een belangrijk PVDA-thema. ‘Zowel de mensen in het globale zuiden als de werkende klasse hier ervaart de desastreuze gevolgen van het kapitalisme met de uitstoot van fossielen.’ Mertens verwijst naar de overstromingen in België in 2021. ‘De armste mensen, die dicht bij de rivier wonen, werden getroffen.’ De PVDA verzet zich tegen, zoals Mertens het noemt, klimaat-elitisme. ‘De oplossing dat de mensen meer taksen moeten betalen, duurder leven en zelf moeten besparen. Dat werkt niet.’ Hij verwijt veel partijen de taal van de volkswijken niet te spreken. ‘Besef dat er in het klimaatdossier een andere weg is dan de kleinburgerlijke en upper middle class benadering. In de volkswijken is er een afkeer van groen, betweterig en belerend. De PVDA merkte dat bij het deur-tot-deur gaan. ‘Het weerhoudt ons er niet van tegen klimaatontkenners te vechten.’

Wie behoort vandaag tot de werkende klasse? Volgens Mertens heeft het marxisme in 2025 een brede visie. ‘Meer dan ooit verkopen mensen hun arbeid om te kunnen leven. Sommigen houden nog net neus en mond boven water, zoals tweeverdieners die moeite hebben om een huis of auto af te betalen. Anderen zitten al onder water: steeds meer werkende armen in Europa. Een deel van de werkende klasse is werkzoekend en een ander deel heeft geen papieren In Brussel werken duizenden mensen zonder papieren in de bouw, schoonmaak et cetera.’ De PVDA koestert de term ‘werkende klasse’ in zijn diversiteit als geuzennaam. ‘Men probeert de term te vernietigen en te vervangen door middenklasse en paupers en die tegen elkaar op te zetten.’

Ook de Gaza-oorlog wordt als thema in Borgerhout aan de bewoners voorgelegd. De PVDA is fel pro-Palestina. ‘Tegen de genocide, in het begin was dat niet evident. Later wel’, aldus Mertens. ‘De brood- en boterthema’s, daar zijn we bekend door. Vanuit die basis openen wij vensters naar thema’s als Gaza.’ In Borgerhout valt op dat de zorgen om de oorlog in Gaza breed gedeeld worden, niet enkel door mensen met een migratieachtergrond. Mertens: ‘Soms hoorde je: ‘Zeg manneke, houd je bezig met de thema’s van hier. Dat idee.’ Hij denkt dat inmiddels wel bewezen is dat de PVDA een onderwerp als Gaza prima bij een breed publiek kan brengen. ‘Omdat we ons keren tegen de zelfbedieningspolitiek in Brussel, zien mensen dat we een andere mentaliteit hebben. De mensen zijn misschien niet gelijk akkoord met alles waar we voor staan, maar ze zien een eerlijke partij die er altijd is.’

‘Poetin is absoluut geen lieverdje, laat dat duidelijk zijn’

Bij de bespreking van de PVDA in Borgerhout vertelt iemand over een echtpaar dat bang is dat de Russen snel in Borgerhout zullen verschijnen. De PVDA-leiding heeft dit thema bewust meegenomen in de bevraging en voorziet in extra scholing voor haar leden over de gespannen relatie met Rusland. Mertens: ‘Wij hebben een helder antimilitaristisch standpunt.’ Hij weet dat oorlog in Oekraïne gevoelig ligt. ‘Zijn mensen echt bang voor oorlog of niet? Willen ze hun pensioen inleveren voor het leger? Dat moeten we weten voordat we ons antimilitaristische standpunt aan ze uitleggen.’

Beeld: Arjan van Westen

Mertens: ‘Poetin is absoluut geen lieverdje, laat dat duidelijk zijn. Maar we gaan niet de toekomst van Europa weggooien in een waanzinnige militaire cyclus.’ Mertens stelt dat dit desastreus is voor de sociale zekerheid en publieke investeringen. Hij verbaast zich erover dat er een idee leeft van onderbewapening in Europa. ‘Dat is gewoon een mythe! Men creëert een angstpsychose.’

Volgens Mertens krijgt het geluid voor minder militarisering nauwelijks media-aandacht. ‘De poortwachters van het systeem laten veel toe, maar kritiek op militarisering blijft een no-go. Maar wat in de media wordt gezegd, slikt men in de volkswijken niet allemaal als zoete koek.’ Mertens wil het ‘pro-oorlogsentiment keren. ‘Het is aangeprate angst.’

Mertens schetst een somber beeld van de wereldpolitiek en ziet absurditeit. ‘Trump noemt zichzelf vredespresident en wil de Nobelprijs. Terwijl hij twee miljoen Gazanen wil verplaatsen en dan zijn zoontje een resort laten bouwen. Op een bodem bezaaid met het bloed van een genocide.’

De wereld kantelt beschrijft Mertens in zijn nieuwste boek Muiterij. Een wereld waar autoritair rechts fors terrein wint. ‘Als je dan ziet hoe Musk, Trump en JD Vance de AfD in Duitsland steunen. Men probeert een internationale extreemrechtse scene op te bouwen.’ Die scene heeft volgens Mertens als een van de agendapunten het verzwakken van Europa. ‘Ze maken racisme mainstream. Het machismo is terug: anti-vrouwen, anti abortus, die scene.’

Normalisering van geweld

Zwijgen tegen onrecht is geen optie, aldus de PVDA-politicus. Hij verwijst naar een gedicht dat de Duitse theoloog en verzetsstrijder Martin Niemöller in gevangenschap te Dachau schreef. Dat ten tijde van Hitler-Duitsland mensen stap-voor-stap monddood werden gemaakt. ‘En uiteindelijk protesteerde niemand meer als je zelf aan de beurt was.’ Mertens ziet parallellen met nu: de normalisering van het Israëlische geweld te Gaza. Hij noemt de uitspraak ‘het is geen genocide, het mag’ van Bouchez, de voorzitter van MR, de Waalse liberale partij. ‘Ook Vlaams Belang, de extreemrechtse partij in Vlaanderen, is pro-Israël. Hun voorouders waren voor de Holocaust en hun nazaten zijn voor de genocide in Gaza. Ze missen geen enkele genocide.’ Mertens noemt het wegkijken beangstigend. ‘Musk en Steve Bannon, die de Hitlergroet doen. Het wordt normaal gevonden. Men is echt dingen aan het voorbereiden.’

Zo’n beeld roept de vraag op of dat niet dwingt tot vergaande samenwerking met andere linkse, progressieve en middenpartijen? Mertens ziet juist ruimte voor aparte marxistische partijen: ‘Het gaat om een eigen analyse. Je moet een emancipatorische kracht opbouwen. Heb je die niet en werk je samen, dan ben je het wagonnetje van een andere locomotief. Onze visie is socialisme waar de mens en natuur centraal staan. Een onafhankelijke socialistische arbeidersbeweging die offensief is en niet de dienstmaat van het systeem is.’

Mertens ziet in heel Europa ruimte om ‘een socialistische, linkse, marxistische emancipatorische kracht op te bouwen. En ja, dat mag radicaal zijn. ‘Radicaal en  positiviteit uitstralen, en zo die woede van de werkende klasse pakken. Want er is een gigantische onvrede. Alleen gaat dat nu vaak naar de verkeerde rattenvangers van Hamelen, naar die geblondeerde figuren à la Wilders, of naar goed georganiseerde partijen als de AfD en Vlaams Belang. De meerderheid van hun aanhangers, niet iedereen, kunnen wij terughalen.’

Toch werkt de PVDA samen met andere partijen en organisaties. ‘Op assen die bijvoorbeeld tegen oorlog en militarisering zijn.’ Ook in dossiers als klimaat, sociale investeringen, zorg en onderwijs zoekt de partij samenwerking op. ‘De enige partij waar wij nee tegen zeggen is Vlaams Belang, wij werken niet samen met fascisten.’

Politici met een migratieachtergrond liggen onder vergrootglas

0

Politici met een migratieachtergrond zijn ‘hyperzichtbaar’ en ervaren extra weerstand. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, waarvan de resultaten vorige week werden gepresenteerd. 

Nederland mag dan voorop lopen als het gaat om politieke representatie van mensen met een migratieachtergrond, dit neemt niet weg dat ze extra moeten knokken. Ze liggen onder een vergrootglas, krijgen disproportioneel veel weerstand en worden beoordeeld op hun achtergrond in plaats van hun prestaties, concluderen de onderzoekers. 

Zahra Runderkamp, Liza Mügge en Melanie Ihuoma presenteerden het onderzoek afgelopen vrijdag in Spui25. Het is de eerste keer dat de uitdagingen van politici met een migratieachtergrond in kaart werden gebracht. Hiervoor interviewden ze meer dan vijftig (oud-)politici met een migratieachtergrond in Nederland. ‘Hun verhalen laten zien hoeveel veerkracht, netwerken en steun er nodig zijn om een plek te verwerven én te behouden in een politiek landschap dat niet voor hen is ontworpen’, schrijft Runderkamp op de website van UvA.

Zahra Runderkamp presenteert de conclusie van het rapport. Beeld: Daan Quittner

Er is niet alleen slecht nieuws. Nederland loopt voorop waar het gaat om het aandeel politici met een migratieachtergrond (19 procent) in vergelijking met andere Europese landen. In het VK is dat 15 procent, in Zwitserland 14 procent en in Duitsland 11 procent. In Spanje heeft slechts 2 procent een migratieachtergrond. Toch is dit aandeel niet representatief voor de samenleving, waar het aandeel burgers met een migratieachtergrond ongeveer 25 procent is, merken de onderzoekers op. 

Het aandeel verschilt wel veel per partij. DENK en BIJ1 hadden ten tijde van het onderzoek alleen maar Kamerleden met een migratieachtergrond. Bij GroenLinks, PvdA en Volt was dat een derde, bij D66 ruim een kwart, bij de ChristenUnie een vijfde en bij de VVD 15 procent.

De weg naar een politieke functie blijkt vaak lang en ingewikkeld, blijkt uit het onderzoek. Persoonlijke factoren als geslacht, afkomst, geloof en werkervaring spelen een rol. Ook wanneer ze eenmaal in de politiek zitten, blijven ze weerstand ervaren. Ze krijgen te maken met discriminatie, seksisme, islamofobie, maar ook agressie en intimidatie, zowel vanuit de politiek als van buitenaf. 

Ze blijven dan ook vaak in de schaduw van de macht, is de conclusie, uitzonderingen als VVD-leider Dilan Yeşilgöz daargelaten. Wanneer ze met een zelfgekozen profiel over zelfgekozen onderwerpen hun plek opeisen, ervaren ze vaak weerstand, aldus Runderkamp.