12.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 43

Twee jaar oorlog in Soedan, miljoenen mensen op de vlucht

0

Twee jaar na het uitbreken van de oorlog in Soedan zijn miljoenen mensen nog steeds op de vlucht. Paramilitairen van de Rapid Support Forces (RSF) vielen onlangs het vluchtelingenkamp Zamzam binnen en richtten een bloedbad aan, zo meldt persbureau AFP.

Een van de slachtoffers is Amna Hussein (37), die tijdens de aanval in haar hand werd geraakt door een kogel. ‘Ze vielen het kamp binnen en begonnen meteen te schieten’, vertelt ze vanuit de stad Tawila, zo’n zestig kilometer ten westen van het kamp. Ze bond haar bloedende hand af met een doekje en bleef rennen – weg van de kogels, op zoek naar veiligheid.

Volgens de Verenigde Naties zijn bij de aanval op het kamp al meer dan 400 mensen omgekomen en zijn zo’n 400.000 anderen op de vlucht geslagen. Hulporganisaties schatten dat er vóór de aanval ongeveer een miljoen mensen in Zamzam verbleven.

Hussein had geluk – ze wist te ontsnappen. Net als Ibrahim Essa (43), vader van zes. ‘We probeerden al op de eerste dag te vluchten, maar de rebellen blokkeerden de weg en vuurden artillerie op ons af’, vertelt hij aan AFP.

De oorlog in Soedan duurt sinds gisteren precies twee jaar. In die tijd zijn duizenden mensen vermoord, vrouwen op grote schaal verkracht, en miljoenen Soedanezen gevlucht. Volgens de VN kent Soedan momenteel de grootste humanitaire ramp ter wereld. 13 miljoen mensen verkeren in acute hongersnood of zijn op de vlucht.

EU tegen Servië: ga niet naar Poetins parade in Moskou

0

Servië staat op een tweesprong: kiezen ze voor democratie en Europa, of slaan ze het autoritaire pad in van Poetins Rusland? De EU heeft een ultimatum gesteld aan de kandidaat-lidstaat, die zich opmaakt om de jaarlijkse overwinningsparade van Rusland op 9 mei bij te wonen. Dat meldt de nieuwssite Euractiv.

‘Wij willen niet dat een EU-kandidaat-lidstaat deelneemt aan de overwinningsparade in Rusland’, aldus Kaja Kallas, de Europese vertegenwoordiger voor externe betrekkingen. Zij deed deze uitspraak tijdens een ontmoeting met de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Andriy Sybiha. Die stelde juist voor om op 9 mei naar Kiev te komen, als een ‘diplomatieke vuist’ tegen Rusland.

De relatie tussen Servië en de EU is al langere tijd gespannen, mede door massale protesten tegen het corrupte regime van president Vucic, wiens regering vorige maand is gevallen. De nationalistische president staat onder grote invloed van Rusland. Vucic heeft inmiddels een nieuwe premier naar voren geschoven, meldt Trouw.

De vraag is of Servië zal toegeven aan de druk en op 9 mei verstek zal laten gaan. Binnen de EU bestaat grote verdeeldheid over de oorlog in Oekraïne; zo nemen lidstaten als Hongarije en Slowakije openlijk pro-Russische standpunten in.

Pro-Palestijnse demonstranten hardhandig gebouw UvA uitgewerkt

0

Op door demonstranten zelfgemaakte beelden is te zien hoe agenten in burger met gummiknuppels hen uit het Oudemanspoortgebouw van de Universiteit van Amsterdam jagen. De mannen schreeuwen hard ‘lopen’ en ‘aan de kant’.

Maandag hadden pro-Palestijnse activisten het Maagdenhuis aan het Spui en andere gebouwen van de Universiteit van Amsterdam bezet, om zo te protesteren tegen de banden van de universiteit met Israëlische instellingen. Het gaat hier onder andere om de Universiteit van Tel Aviv, die een gezamenlijk onderzoekscentrum heeft met het Israëlische leger. De UvA is vanwege deze liaisons medeplichtig aan de genocide in Gaza, vinden de activisten.

Mede omdat ze zich schuldig maakten aan vandalisme en de gebouwen hebben beklad met politieke leuzen besloten de autoriteiten in te grijpen. Maar volgens demonstranten is hierbij ten onrechte gegrepen naar grof geweld. Ze zijn woedend over deze behandeling. ‘Schande over Nederland, ze denken dat dit geweld ons zal stoppen in onze strijd voor de kinderen. Dat zal niet gebeuren. We hebben onth**fde baby’s gezien. – We zullen niet stoppen, we zullen niet rusten.’

Met onthoofde baby’s doelen de activisten op de Palestijnse baby’s die in stukken zijn gereten als gevolg van de Israëlische bombardementen op Gaza.

De onwaarschijnlijk verre reizen van Ibn Battoeta

De Marokkaanse avonturier Ibn Battoeta reisde tot aan het randje van de bekende wereld. Maar niet iedereen geloofde zijn verhalen, zegt vertaler Richard van Leeuwen.

In de veertiende eeuw is de Marokkaanse stad Tanger, net als nu, een kruispunt van culturen. De havenstad ligt tussen Afrika in het zuiden en Europa in het noorden. De geboorteplaats van Ibn Battoeta is daarmee een belangrijke handelsbestemming voor zeelieden en kooplieden, vertelt islamdeskundige Richard van Leeuwen. Zijn vertaling van De reis, het reisverslag van de Noord-Afrikaanse avonturier, werd onlangs opnieuw uitgegeven.

De beroemde wereldreiziger Ibn Battoeta heet eigenlijk Aboe Abdallah Mohammed ibn Abdallah ibn Mohammed ibn Ibrahiem al-Lawati at-Tandji. ‘Hij wordt in 1304 geboren in een welvarende Berberse familie en krijgt een opleiding in islamitisch recht’, vertelt Van Leeuwen.

‘Op zijn 22e, in 1325, besluit hij op reis te gaan. Zijn doel is de hadj verrichten en een betrekking vinden als religieus geleerde. In Tanger liggen geen carrièrekansen voor hem.’

Ibn Battoeta begint zijn reis te voet, langs de kust van Noord-Afrika. De Middellandse Zee is op dat moment te gevaarlijk door piraten en vijandige Europese schepen, vertelt Van Leeuwen. De route over land is ook riskant, vanwege rondtrekkende bendes die reizigers overvallen. ‘Al komt hij daar gelukkig niet mee in aanraking.’

De avonturier reist verder naar het zuiden, met de intentie het Arabische Schiereiland te bereiken. Zijn poging om de Rode Zee over te steken mislukt. Hij keert terug en in 1326 bereikt hij via Damascus Mekka. Na omzwervingen door Irak, Jemen en Oost-Afrika keert hij nog twee keer terug naar de heilige stad. Na zijn derde hadj reist hij verder, via Egypte, Syrië en Anatolië naar het verre Oosten.

‘Het lijkt erop dat Ibn Battoeta zelfs de Russische steppen doorkruist, die dan onder Mongools gezag staan. Voor moslims was dat gebied het uiterste randje van de bekende wereld’, vertelt Van Leeuwen.

‘Van daaruit reist hij via Noord-Perzië door naar India – het gebied dat bij de Arabieren bekendstond als Sind en Hind. Hij treedt er in dienst bij de plaatselijke vorst, de sultan van Delhi. Die was bezig het gebied verder te islamiseren en zocht geleerden met kennis van de islamitische wetgeving.’

Persoonlijke belevenissen

‘Een van de bijzonderste verhalen uit zijn reis is die van zijn tocht van India naar Ceylon en uiteindelijk naar China. Al wordt er getwijfeld of hij echt in China is geweest.’

‘Wat zijn boek boeiend maakt, zijn de persoonlijke belevenissen’, zegt Van Leeuwen. ‘Wanneer hij naar Anatolië reist, vertelt hij bijvoorbeeld over zijn worsteling met rijdieren en karren die zich door sneeuw en regen een weg banen.’

‘Soms reist een vrouw met hem mee’

‘Ook zijn verhalen over India en de Malediven zijn heel persoonlijk. De Malediven waren toen nog maar net geïslamiseerd. Ibn Battoeta heeft er vier vrouwen en een aantal bijvrouwen. Hij bezoekt ze dagelijks en brengt de nacht door bij degene die ‘aan de beurt’ is. Op de Malediven is het gebruikelijk dat vrouwen met passerende reizigers trouwen, en zodra die weer vertrekken, eindigt het huwelijk. De vrouwen blijven altijd op het eiland. Hij vindt hun kleding onfatsoenlijk en probeert met een officieel bevel de klederdracht te veranderen, maar dit is tevergeefs. Zijn gezag blijkt beperkt.

‘Het lijkt erop dat Ibn Battoeta uiteindelijk vijf kinderen achterlaat op verschillende plekken. Soms reist een vrouw met hem mee, maar meestal trekt hij toch weer alleen verder’, zegt Van Leeuwen.

‘Als hij de Malediven verlaat, krijgt hij later bericht dat een van zijn vrouwen daar een zoon heeft gekregen. Dat nieuws lijkt hem echt te raken. Dit toont enige zorgzaamheid van zijn kant.’

Ibn Battoeta blijft dertig jaar weg. Wat treft hij aan als hij terugkomt?

‘Hij vertelt er niet veel over, maar we weten dat hij zich in 1349 vestigt in de Marokkaanse stad Fes, toen een belangrijk cultureel en bestuurlijk centrum. Zijn reisdrang is nog niet gestild. Hij maakt nog een paar korte reizen, onder andere naar Granada, dat op dat moment onder islamitisch gezag staat. En naar het verre zuiden van Afrika, naar het koninkrijk Mali, dat de Arabieren ‘het land der zwarten’ noemen.’

‘Ibn Battoeta bleef binnen een wereld die hem vertrouwd was’

‘In 1355 schrijft hij, op verzoek van de sultan van Marokko, zijn beroemde reisverslag. Hij krijgt hulp van zijn secretaris Ibn Djoezajj, die waarschijnlijk ook enkele gedeelten toevoegt. Niet lang nadat het verslag klaar is, overlijdt Ibn Djoezajj. Ibn Battoeta wordt tot kadi, rechter, benoemd in een Marokkaanse kustplaats. Hij overlijdt in 1368.’

Twaalfduizend bisschoppen

‘Ibn Battoeta maakte een wereldreis, maar bleef toch binnen een wereld die hem vertrouwd was’, zegt Van Leeuwen. ‘De gebieden die hij bezocht, vormden een religieus-culturele eenheid.’

Niet iedereen was overtuigd van de waarheid van zijn reisverhalen, aldus Van Leeuwen. ‘Een geleerde schreef over een ‘sjeik uit Tanger’ die de wereld zou hebben bereisd, maar door velen als leugenaar werd gezien. Aan een geleerde in Andalusië vertelde Ibn Battoeta over een kerk in Constantinopel, nu Istanbul, zo groot dat het dak een hele stad bedekte. Er zouden twaalfduizend bisschoppen wonen. De geleerde geloofde er niks van. Maar ondanks die scepsis bleef zijn reisverslag populair.’

Ibn Battoeta, De reis, uit het Arabisch vertaald en van aantekeningen voorzien, door Richard van Leeuwen, uitgeverij Jurgen Maas.

Harvard verliest miljardensteun na weigeren eisen Witte Huis

0

Harvard University verliest zo’n 2 miljard euro aan overheidssubsidies omdat de Amerikaanse topuniversiteit weigert gehoor te geven aan eisen van de regering van president Donald Trump. Dit bericht NOS.

Het Witte Huis wil dat Harvard ‘activisme’ op de campus tegengaat, onder meer door diversiteitsprogramma’s te schrappen en mondkapjes te verbieden. Ook moet de universiteit harder optreden tegen antisemitisme in het onderwijs en op de campus.

In een reactie noemt de rector van Harvard de eisen ‘ongehoord’ en stelt hij dat deze indruisen tegen grondrechten. ‘Geen regering, ongeacht van welke partij, mag dicteren wat particuliere universiteiten moeten onderwijzen, wie ze kunnen toelaten of aannemen en welke onderwerpen ze willen onderzoeken.’

De brief van het ministerie van Onderwijs, ingezien door The New York Times, stelt dat studenten en docenten minder zeggenschap moeten krijgen en dat buitenlandse studenten die regels overtreden meteen bij de autoriteiten gemeld moeten worden. Ook moet een externe toezichthouder nagaan of er genoeg politieke diversiteit is binnen academische programma’s.

Volgens persbureau AP kan het totale subsidieverlies oplopen tot 9 miljard dollar. Harvard beschikt over een donatiefonds van 53,2 miljard dollar, maar afhankelijkheid van overheidsmiddelen blijft aanzienlijk.

Studenten en oud-president Barack Obama prijzen Harvard om het principiële standpunt van de universiteit. Ondertussen heeft de bezuiniging al gevolgen: zo moest een onderzoek naar tuberculose worden stilgelegd. De regering-Trump oefent ook druk uit op andere universiteiten, waaronder Columbia, Princeton en Brown, om in lijn te komen met haar beleid. Harvard wordt nu gezien als het symbool van verzet tegen deze autoritaire tendensen. Een juridische strijd lijkt onvermijdelijk.

Twee gerenommeerde Yale-hoogleraren, historicus Timothy Snyder en politicoloog Jason Stanley, zijn naar Canada vertrokken omdat ze vrezen slachtoffer te zullen worden van academische repressie. Beide auteurs hebben over fascisme geschreven.

 

Luisteren naar de mensen in de wijken

0

De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Steeds vaker krijg ik de vraag: ‘Ga je de politiek weer in? Wil je lokaal iets doen?’ Maar het antwoord is niet zo simpel als ja of nee – ik ben namelijk nooit gestopt.

Voor sommigen is politiek een baan. Na hun aftreden volgt een detox, daarna een carrière elders. Maar ik heb niet de luxe om uit te stappen. Alles is politiek, zeker voor de mensen voor wie ik opsta: mijn kinderen, mijn ouders, mijn buren, en de kleinkinderen die, insha’Allah, ooit zullen komen.

Het begint met zien wat er nu misgaat. Niet in beleidsnota’s, maar in het dagelijks leven, op plekken waar mensen al te vaak niet worden bereikt. Zoals op de Haagse Markt, tijdens de vorige verkiezingen. Een oudere vrouw van Marokkaanse afkomst sprak me aan in onze moedertaal. Ze zei: ‘Dochter, ik wil wel. Ik gun het jou. Maar wie legt mij uit wat ik moet doen? Ik heb niemand die mij en mijn man vertelt waar we moeten stemmen. Ik heb de stempassen al weggegooid.’

Het beleid van nu is niet voor haar. Het sluit haar buiten, zelfs als ze haar stem zou willen uitbrengen.

En zij is niet de enige. We weten uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat mensen met een migratieachtergrond zich stelselmatig minder vertegenwoordigd voelen in de politiek. Niet alleen qua aantallen, maar vooral omdat ze niet worden gehoord of serieus genomen. Kijk bijvoorbeeld naar ‘ondervertegenwoordigd Amsterdam’, waar de kloof tussen beleidsmakers en bewoners alleen maar verder groeit.

Het beleid van nu is niet passend voor de realiteit die veel mensen in de wijken ervaren. De focus ligt niet op het luisteren naar de zorgen van mensen die te vaak het gevoel hebben dat hun stem niet gehoord wordt. Het gaat niet alleen om het creëren van beleid voor de toekomst, maar ook om het afstemmen van dat beleid op de mensen die nu al aan de zijlijn staan.

Kom je alleen informatie halen of geef je ook iets terug?

De sleutel is luisteren. Beleidsmakers moeten niet alleen in vergaderzalen blijven zitten en van bovenaf met oplossingen komen. We moeten samen met de mensen in de wijken werken aan vragen, antwoorden en dromen die hen daadwerkelijk verder helpen.

Dat begint met de vraag: wat kom je brengen? Kom je alleen informatie halen, of geef je ook iets terug? Mensen zijn het zat om keer op keer bevraagd te worden zonder dat er iets verandert. We kennen de reacties inmiddels: ‘Je komt de wijk in, maar er gebeurt verder niks. Wat levert het ons op?’

Maar als ik kom, breng ik iets mee. Ik wil leren hoe ik het beleid zó kan beïnvloeden dat de behoeften van deze mensen worden meegenomen. Ik breng kennis mee over de achterstanden die bestaan – en over manieren om die te verkleinen. Ik breng verhalen mee uit de wijken, over hoe het echt is. Ik kom kennismaken. Ik kom mijn netwerk delen. Ik ben er voor jou. En ik vraag: hoe kan ik jou helpen?

Dus als me nu wordt gevraagd: ‘Ga je weer de politiek in?’, dan is mijn antwoord simpel: ik ben er nooit uit geweest. Ik bén nog steeds volksvertegenwoordiger. Want de mensen die niet worden gehoord – zoals die vrouw op de markt – wachten nog steeds op iemand die hun vragen beantwoordt en hun stem laat doorklinken in de politiek. Tot die tijd blijf ik dat doen.

Commotie om verspreking NOS: ‘geweld’ in plaats van ‘gebed’

0

Het was een ongelukkige verspreking. In het 6-uur journaal van NOS noemde presentator Simone Weimans maandag de islamitische gebedsoproep een ‘oproep tot geweld’. Dit leidde tot ophef op sociale media. 

Het ging om het initiatiefwetsvoorstel van de SGP en JA21 om de versterkte gebedsoproep te verbieden. Maar in plaats van ‘oproep tot gebed’, zei ze ‘oproep tot geweld‘.

De verspreking werd opgemerkt en getipt aan stichting Meldpunt Islamofobie, dat er een LinkedIn-post aan wijdde. ‘Dit is enorm gevaarlijk daar veel Nederlanders vertrouwen en geloven in de rapportages van de NOS. Daarom is het belangrijk dat dit heel nadrukkelijk en via hetzelfde kanaal gecorrigeerd gaat worden’, aldus de stichting.

Die correctie kwam vier uur later op de herstelrubriek van de NOS te staan. ‘Excuses, in de categorie ongelukkige versprekingen staat deze voor mij met stip op 1. Maar van islamofobie is hier absoluut geen sprake’, zegt Weimans. ‘Achteraf is het jammer dat er geen opname is van de reactie van mijn eindredacteur, die in mijn oortje schreeuwde ‘gebed’!!!’

Daarmee is de kritiek op de berichtgeving van NOS nog niet gaan liggen. De zender zou gekleurd zijn in de berichtgeving. Bijvoorbeeld met een kop als ‘SGP en Ja21 maken werk van verbod’. ‘Dit is gewoon moslimdiscriminatie hoor. Deze partijen willen niet alle gebedsoproepen verbieden – kerkklokken mogen blijven. Discriminatie moet echt in de kop’, schrijft onderzoeksjournalist Zoë Papaikonomou op LinkedIn.

Alternatieve dodenherdenking wil ook Gaza herdenken

0

Ambtenaren en oud-diplomaten hebben een alternatieve dodenherdenking georganiseerd. Op 4 mei herdenken ze niet alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar alle slachtoffers van genocide, oorlog, vervolging en onderdrukking.

Onder de noemer ‘4 mei Inclusief’ speelt het comité in op een groeiende kritiek in de samenleving op de herdenking van slachtoffers van de Holocaust, zonder hierbij stil te staan bij de huidige oorlog in Gaza. Veel mensen hebben moeite met de stilte vanuit de Nederlandse politiek en vinden het lastig te begrijpen waarom er wel aandacht is voor de slachtoffers uit het verleden, en niet voor die in Gaza.

‘Dit initiatief is ontstaan door de verschrikkingen van de genocide op de Palestijnen en door het hierop terzijde schuiven van mensenrechten en internationaal recht door de Nederlandse staat’, schrijft het comité op de website. Het comité bestaat uit rijksambtenaren en oud-diplomaten, maar ze komen samen als burger en mens, aldus de initiatiefnemers.

Tijdens de ceremonie wordt nadrukkelijk gedacht aan mensen in Nederland die zijn gevlucht voor oorlog, genocide, vervolging of onderdrukking en mensen die momenteel gebukt gaan onder deze omstandigheden, of al zijn overleden. Daarbij voegt het comité ‘door toedoen of nalaten van de Nederlandse staat’ toe, doelend op de rol van de Nederlandse overheid in de oorlog van Gaza.

De herdenking vindt plaats aan de Laan van Reagan en Gorbatsjov in Den Haag en start om 19.00 uur. Het is niet de bedoeling dat deelnemers vlaggen meenemen. ‘Neem een bloem mee als symbool om te herdenken’, schrijft het comité.

Trouw: kabinet schenkt geen aandacht aan rapporten over moslimdiscriminatie

0

Trouw schrijft dat het kabinet het nieuwste rapport over moslimdiscriminatie zonder pardon van tafel veegde. Volgens de krant verdwenen eerdere rapporten over moslimdiscriminatie eveneens in de politieke la, al hebben sommige onderzoeken wél invloed gehad op de maatschappij.

Zo noemt Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, het onderzoek naar discriminatie bij banken als voorbeeld. ‘Dat was een enorme wake-upcall’, zegt hij tegen Trouw. ‘Banken zijn als de wiedeweerga aan de slag gegaan. Je wilt niet weten bij hoeveel banken ik ben uitgenodigd om over dit probleem te praten.’

De banken hebben toegezegd samen te werken met Discriminatie.nl en hun personeel te trainen in het herkennen van onbewuste vooroordelen. Toezichthouders van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten onderzoeken momenteel of die beloftes worden nagekomen, meldt Trouw.

Bij andere rapporten is het effect verwaarloosbaar. Zo verscheen in 2023 een onderzoek naar de discriminatie van moslima’s, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daaruit bleek onder meer dat vrouwen die een hoofddoek dragen vaker worden benadeeld op de arbeidsmarkt. ‘In de werving- en selectiefase ontvingen zij 2 tot 7 keer minder positieve reacties op sollicitaties dan vrouwen zonder migratieachtergrond.’

Wat de huidige minister van Sociale Zaken, Eddy van Hijum, met dit rapport heeft gedaan of nog van plan is te doen, wordt in juni duidelijk, bij een debat over arbeidsmarktdiscriminatie.

De Monitor Moslimdiscriminatie, verschenen in 2012, 2015, 2017 en 2021, constateert dat er sinds 2010 een kentering gaande is en dat ‘moslimdiscriminatie steeds vaker openlijk en publiekelijk wordt geuit, in media, op straat, online en in de politiek’.

Volgens de onderzoekers Ineke van der Valk, Roemer van Oordt en Ewoud Butter zijn ‘discriminerende vragen tijdens sollicitaties en op de werkvloer’ eerder regel dan uitzondering.

‘Kandidaten worden bevraagd over hun geloof, loyaliteit aan Nederland en opvattingen over onderwerpen als homoseksualiteit of terrorisme — vragen die vaak weinig met de functie te maken hebben’, schrijft Trouw.

Ook volgens hen gebeurt er in politiek Den Haag weinig met dit rapport. Ewoud Butter: ‘Moslimhaat is genormaliseerd. Dat maakt effectieve bestrijding lastig — zeker met een kabinet waarin de grootste partij moslims fundamentele rechten wil ontzeggen.’

‘Door Sivas besefte ik dat ik aleviet ben’

0

In de Amsterdamse Tolhuistuin verzamelden zondag alevitische Nederlanders zich voor de benefiet Aşk ile, met liefde. De organisatoren pleiten voor een monument in Nederland voor het bloedbad in Sivas in 1993, waar 37, vooral alevitische, kunstenaars en intellectuelen omkwamen. ‘Het blijft een open wond’, zegt een van de sprekers.

‘Steek ze in brand, de fik erin’, herhaalt een muzikant de haatdragende woorden van duizenden soennitische extremisten tijdens de massamoord in Sivas. Hij was toen nog niet geboren, maar heeft de pijn als aleviet wel meegekregen.

De muzikant verwijst naar de beelden van de brandstichting van hotel Madımak in Sivas, aangemoedigd door soennitische jihadisten. ‘Het is prachtig’, roept een van hen op camera. Later, wanneer er grote vlammen uit het gebouw slaan, voegt de menigte daaraan toe: ‘Allah, dit is jouw vuur, het hellevuur.’

De alevieten in de Amsterdamse zaal herbeleven het trauma dat zich meer dan dertig jaar geleden voltrok. Slachtoffer en nabestaande Ismail Kaya, die zijn dochter Menekse en zoon Koray in de brand verloor, is uit Turkije overgevlogen en zingt zijn verdriet in een treurzang.

‘Ik heb kinderen, ze hebben geen jeugd gehad
Mijn kroost, dat nooit heeft gebloeid

Ik heb diepe wonden
Eeuwige duisternis, zonder zucht van verlichting’

‘Hij heeft ons kapotgemaakt met zijn roerzang’, reageert hoogleraar Ugur Ümit Üngör (NIOD), die ook een van de sprekers is. Vele anderen in de zaal pinken een traan weg.

Er zijn gesprekken en workshops, die gelijktijdig in verschillende zalen plaatsvinden. Beroemde alevitische Nederlanders zoals Sinan Can, Meral Polat en Funda Müjde zijn aanwezig.

Beeld: Tayfun Balcik

Schrijver Chris Keulemans interviewt historicus Mahmut Erciyas, die het boek De God is in de mens samenstelde met vertaalde gedichten van alevitische troubadours. ‘Het was voor mij een vorm van zelfstudie naar mijn eigen achtergrond en een poging om kennis over het alevitisme over te dragen aan de volgende generatie’, vertelt hij.

Keulemans doet een poging om tot de essentie van het alevitisme door te dringen. ‘Een aleviet ben je niet, een aleviet word je’, wil hij van Erciyas weten. ‘Zelfs de grootste alevitische leermeesters zijn nooit af’, antwoordt Erciyas.

Sommige teksten, zoals die van Asik Ibreti, waarin hij zich uitspreekt tegen de soennitische orthodoxie, zijn volgens Keulemans uitdagend en polariserend. ‘Ze zijn geschreven in een context van toenemende haat en geweld tegen alevieten. Hijzelf is ontsnapt aan een aanslag door radicale islamisten’, legt Erciyas uit.

Antropologiestudente

Bij het bloedbad in Sivas viel ook een Nederlands slachtoffer, de 23-jarige antropologiestudente Carina Thuijs. Zij deed onderzoek naar Turkse vrouwen en kwam via contacten van Rahmi Sivri in Doetinchem, betrokken bij Stichting DIDF en deelnemer aan het gesprek met Keulemans en Erciyas, in Sivas terecht.

‘Ze kwam lachend en een beetje bescheiden bij ons op kantoor in Doetinchem. Ze wist helemaal niets van het alevitisme’, aldus Sivri, die bij de massamoord zijn twee nichtjes Asuman en Yasemin Sivri verloor. Sivri is voorstander van een monument voor de slachtoffers, en vindt het passend als dat in de Achterhoek wordt geplaatst.

Ineenstorting Ottomaanse rijk

Na een korte pauze is professor Üngör aan de beurt. Volgens hem moet de massamoord in Sivas worden geplaatst binnen een bredere context van anti-alevitisch geweld sinds het ontstaan van de Turkse republiek, na de ineenstorting van het Ottomaanse rijk. ‘De eerdere Ottomaanse periode kende ook periodes van alevitische moordpartijen, maar er waren ook lange tijden van vreedzame co-existentie’, zegt hij.

‘De meeste massamoorden vonden plaats tijdens de republiek’, vertelt Üngör, en noemt bijvoorbeeld de genocide in Dersim in 1938, die onder bevel van Mustafa Kemal Atatürk werd uitgevoerd.

‘Het was een aanval op de culturele elite van de alevieten’

Üngör was twaalf jaar oud toen het bloedbad in Sivas plaatsvond. Zoals bijna elke zomer zouden ze met de auto naar Turkije reizen, maar uit angst reden ze dat jaar niet naar Erzincan, waarvoor je Sivas moet passeren, de geboortestreek van zijn ouders.

‘Het was een aanval op de culturele elite van de alevieten, en de angst onder alevieten was daarom enorm’, merkt Üngör op. ‘Een aanval op de elite is meestal een opstap naar bredere vervolging van groepen.’

, universitair hoofddocent (Universiteit Utrecht) en onderzoeker bij het NIOD. Beeld: Tayfun Balcik

Na zijn korte presentatie volgt een panel met Sinan Can als moderator. ‘Door de gebeurtenissen in Sivas besefte ik dat ik aleviet ben’, zegt hij recht voor z’n raap. Panelist Serdar Manavoglu kan dat beamen. ‘In Sivas kwamen we erachter dat we alevieten waren’, zegt hij instemmend. Can benadrukt ook dat er in Sivas niet alleen alevitische slachtoffers vielen. Ook enkele soennitische muzikanten en intellectuelen kwamen toen om het leven.

‘De daders zijn er toch goed mee weggekomen’, zegt panelist Kul Yetimi, die eraan herinnert dat twintig veroordeelden onlangs vervroegd zijn vrijgelaten door Erdogan.

Geen rechtse alevieten

Manavoglu denkt dat ‘het linkse bewustzijn’ onder alevieten in Nederland is gegroeid door Sivas. ‘Ik ken eigenlijk helemaal geen rechtse alevieten hier, behalve Dilan Yesilgöz dan’, reageert Can, waarop de zaal in lachen uitbarst. ‘Het is best een zwaar onderwerp, ik probeer het een beetje luchtig te houden’, zegt Can quasi-verontschuldigend.

‘De daders zijn er toch goed mee weggekomen’

Hij noemt eerdere herdenkingen van de massamoord in Sivas vooral ‘alevitische incrowd’-bijeenkomsten. ‘Dat is vandaag zeker niet het geval. Moet dit niet vaker gebeuren?’ vraagt hij aan de panelleden.

Zeynep Çimtay, voorzitter van de Federatie van Alevitische verenigingen Nederland, is hier ook in Europees verband mee bezig. Ze noemt een gerealiseerd project met vijf onderdelen. Een digitaal museum, bibliotheek, webdocumentaire, de overdracht van oral history en de film ‘Er is iets verschrikkelijks gebeurd’.

’s Avonds treden nog muzikanten op, onder wie Meral Polat, met moderne uitvoeringen van alevitische folklore. Het is niet bekend hoeveel geld er zondag is opgehaald voor het Sivas Namenmonument, maar het lijkt erop dat de alevieten van Nederland klaar zijn met de angstcultuur binnen Turkse kringen. Met het daverende concert smaakt het in ieder geval naar meer alevitische verlichting in de duisternis.