19.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 53

Nilgün Yerli: ‘Ik houd van dit kikkerlandje’

Theatermaker Nilgün Yerli verliet Nederland vanwege het negatieve politieke klimaat, maar kwam terug en wil nu voorgoed blijven. ‘Ik houd van dit kikkerlandje.’

Het was even lastig om Nilgün Yerli te bereiken. Ze is druk met haar theatertour en vliegt op het moment van afspreken plotseling naar Istanbul voor een optreden. ‘Dat zijn reclamemomenten voor mij’, legt ze telefonisch uit. ‘Als mensen mij daar zien optreden en het mooi vinden, komen ze vaak ook naar het theater.’

Is ze ook bekend in Turkije? ‘Ja, ik treed daar ook op, maar ik denk dat ik bekender ben in Nederland – hoewel ik dat niet zeker weet. Sommige mensen herinneren zich mij nog van vroeger, maar de nieuwe generatie van 18-plus heeft nooit van mij gehoord.’

Voor die nieuwe generatie, en voor de oudere lezers die haar misschien vergeten zijn: in 2001 werd Nilgün Yerli bekend met haar boek De garnalenpelster. Het verhaal over haar moeder, die als gastarbeider met haar gezin van Turkije naar Nederland kwam, maakte diepe indruk op lezers. Voor velen was het de eerste kennismaking met de wereld van een migrantengezin. Daarna volgden verschillende theaterprogramma’s en een periode in het buitenland – daarover straks meer.

Eerst je nieuwe voorstelling Later als ik dood ben. Waar gaat die over?

‘We stellen onze dromen uit naar later’, legt Yerli uit. ‘Later, als we groot zijn, rijk zijn, als we vrij zijn, met pensioen zijn, als de kinderen… En dan maar hopen dat later komt vóór het te laat is.’

‘De voorstelling draait om een diner met zes personages’, vertelt Yerli, ‘een dwarsdoorsnede van de samenleving. Ooit waren ze buren, maar inmiddels zijn ze uit elkaar gegroeid. Hun opvattingen over het leven, de maatschappij, politiek en geloof staan lijnrecht tegenover elkaar, en dat botst aan tafel. Tegelijkertijd schept het samen eten een gevoel van verbondenheid. Het brengt kwetsbaarheid en relativering met zich mee. Want uiteindelijk zijn we allemaal gewoon mensen, met onze primaire behoeften en soms primitieve gedachten.

De eerste opvoering was erg bijzonder, in de voornacht van de ramadan, om 1 uur ’s nachts gingen we met het publiek aan tafel, een gezamenlijk nachtelijk eten.’

Vast jij ook?

‘Of ik vast, vind ik eigenlijk iets tussen mij en het heelal. Maar nee, ik ben nierpatiënt, dus ik mag helemaal niet vasten.’

‘Mijn opa was imam, mijn oma was Joods – maar daar werd nooit over gesproken’

Uit wat voor familie kom je?

‘Mijn ouders waren moslim. Toen ik 14 was, verloor ik hen allebei. Ik werd opgevangen door katholieke nonnen in Steenwijkerwold. Dagelijks kwam ik in de kerk, las de Bijbel en bad thuis op de islamitische manier.

Mijn opa was imam, mijn oma was Joods – maar daar werd nooit over gesproken. We hadden bijvoorbeeld vrijdagdiners, die we familiediners noemden, waarvan ik later dacht dat was gewoon sabbat. Mijn oma hield er een strikt koosjere keuken op na, ze had aparte koelkasten voor zuivel, vis en vlees. Alles was gescheiden, zelfs de pannen. Ze zou nooit vlees bakken in een pan waarin vis was gebakken.

Beeld: Govert de Roos

Dertig jaar geleden vertrok ik naar New York, naar de filmacademie. Vlak voordat ik wegging, gaf mijn tante me een davidsterretje. ‘Hier’, zei ze, ‘dit zal je beschermen.’

Ik vond dat vreemd want mijn ouders waren moslim. En ironisch. Miljoenen Joden zijn gestorven omwille van die ster, en nu zou die mij beschermen? Toen voegde ze eraan toe: ‘Ja, maar na 9/11, als je zegt dat je Turks en moslim bent, dan…’

Ik heb het sterretje aan een ketting gehangen, samen met het teken van Allah, Boeddha en een kruis. Voor mij is dat humanisme. In mijn voorstelling draag ik een dichtregel van Rumi voor:

‘Elke dag toon ik een ander gezicht, soms dat van een christen, soms dat van een jood, soms dat van een moslim, om in ieders hart te passen.’

Hij schreef dit in 1260, en nog steeds is de mensheid niet zover om alle geloven in het hart te sluiten. Nog steeds strijden religies tegen elkaar. Geloof is altijd een machtsmiddel geweest voor machthebbers – en helaas volgt het volk vaak.’

Door De garnalenpelster werd je beroemd, maar daarna verdween je uit beeld.

‘Wat er gebeurde, is dat ik in 2005 in Carré stond. Ik was net moeder geworden. Mijn zoontje was vijf maanden oud. Toen ik thuiskwam van de voorstelling, lag hij in zijn wieg. Ik kuste hem, en in zijn slaap glimlachte hij. Zo puur, zo echt.

Ineens besefte ik: dat applaus van vanavond is voorwaardelijk. Zolang je een goede voorstelling neerzet, lachen mensen, applaudisseren ze. Maar de lach van je kind… die is écht. Opeens voelde ik hoezeer hij me nodig had. En ik dacht: Dit is niet oké. Hij had al een parttime vader – zijn vader woonde in Londen – en een parttime moeder die alsmaar op pad was. In die tijd deed ik wel 200 optredens per jaar.

‘Zolang je een goede voorstelling neerzet, lachen mensen, applaudisseren ze’

Toen besloot ik fulltime moeder te worden en mijn man te volgen. Het was een enorme luxe, en ik ben op mijn knieën dankbaar dat ik die kans heb gekregen. Maar het betekende ook een vorm van carrièresabotage.

Na jaren keerde ik terug, uitgerekend in een coronajaar. In 2020. De theaters waren dicht. Inmiddels was mijn huwelijk wankel, mijn kind uit huis – hij studeerde. Ik had in New York gewoond, in Londen, Istanbul. Ik was alles kwijt, ontheemd. En eigenlijk was ik mezelf ook kwijt. Vond mijzelf pas weer terug in het theater, en nu is mijn nieuwe show Later als ik dood ben er. Dus ja, ik ben helemaal terug. En ik ben weer aan het schrijven.’

Vroeger had je een column in Het Parool.

‘Ja, dat is verdrietig. Toen ik terugkwam, solliciteerde ik bij Het Parool. Daar zeiden ze: We hebben al een Turkse schrijfster. Daarna belde ik de Volkskrant. Die waren nog grover. Ze zeiden: We hebben al een Turk. De enige die me aannam, was Trouw, als zomercolumnist, voor drie maanden. Maar ik geef het niet op, want ik wil per se columns schrijven. Daar hou ik van.’

Je noemt privéredenen voor je vertrek uit Nederland, maar de politiek speelde toch ook een rol?

‘Ja, ik vertrok uit Nederland in 2006. Het was de tijd na de moord op Theo van Gogh (in 2004, red.). Een hele negatieve periode. De mensen waren het vertrouwen in elkaar kwijt, de islam was een gevoelig onderwerp.

In 2013 kwam ik even terug, omdat ik wilde dat mijn kind Nederlands leerde. Op een dag kwam mijn zoontje thuis van de kleuterschool en vroeg: Wat is een allochtoon? Zijn Engels-Turkse vader zei toen: Ik wil niet dat mijn kind hier als allochtoon door het leven gaat. Waarom krijgt hij dat label? Bovendien had mijn kind blond haar en blauwe ogen door zijn Engelse oma.

Ik merkte dat het wantrouwen alleen maar erger was geworden. Er hing een negatieve sfeer in mijn mooie Nederland, dat ik altijd als positief had ervaren. Toen dacht ik: Ik wil eigenlijk ook niet dat mijn kind hier opgroeit. Dus ben ik volledig weggegaan en heb ik de banden verbroken.’

Waarom raakte die negatieve sfeer jou zo diep?

‘Mijn drijfveer is idealisme. Dat wil ik ook op het podium uitdragen. Ik probeer mensen te prikkelen tot alles wat er volgens de maatschappij en in de naam van humaniteit toe doet. De moord op Van Gogh was voor mij een enorme klap. Er was een brief met een mes op zijn borst geprikt. De hele wereld, alle journalisten vroegen zich af wat er in die brief stond. Het was ook de tijd dat Wilders populair werd. Hij ageerde natuurlijk op dit soort slecht nieuws.

Beeld: Govert de Roos

Na de moord ben ik naar de Islamitische Universiteit in Rotterdam gegaan en zei daar: De mensen worden bang voor de islam. En al het negatieve geluid over islam wordt 300 miljoen keer weerkaatst door populisten. Kunnen jullie niet iets doen in de naam van liefde?

De 355 studenten hebben toen allemaal een liefdesbrief geschreven, gericht aan Geert Wilders. Over de liefde voor de mensheid, liefde voor je geloof, liefde voor Geert, liefde voor de natuur, gewoon liefde waar hun geloof voor staat. Want ieder geloof pretendeert uiteindelijk liefde voor alles wat leeft.

Een bloemenwinkel in Haarlem heeft mijn actie gesponsord en 355 boeketten gegeven. De brieven en boeketten namen we mee naar het Binnenhof, om aan Wilders te geven. Hij zei: Ik moet ze niet, laat die mensen die bloemen maar naar een bejaardentehuis brengen.

‘Ik neem het de media kwalijk dat zij alleen geïnteresseerd zijn in geweld’

Daar stonden we op het Binnenhof. De eerste die kwam aanlopen was Rita Verdonk. Zij nam een boeket in ontvangst. Uiteindelijk zijn we toch de Tweede Kamer ingegaan, en kreeg elk parlementslid een boeket en een brief mee. Weet je wat mij zo diep teleurstelde? We haalden het nieuws, maar het werd een ludieke actie genoemd. Niemand vroeg wat er in die brieven stond.

Ik dacht: Verdorie, als er een brief aan een mes hangt, dan willen ze weten wat er in die brief staat. Maar als er een brief bij een bloem zit, dan vinden ze dat niet interessant. Ik neem het de media kwalijk dat zij alleen geïnteresseerd zijn in geweld, dat alleen dat nieuwswaardig is. Dit is de maatschappij waarin we nu leven.

Toen ik later weer terugkwam naar Nederland, heb ik Tinderella gemaakt, een voorstelling over al die datingsites. Maar ik kreeg heel veel brieven van mensen die zeiden: We missen jouw genuanceerde geluid over geloof, politiek, racisme. Dat willen we horen. En toen dacht ik: Ja, ze hebben gelijk. Dat is wat mij het diepste aangrijpt, vooral nu.’

Waarom ben je teruggekomen? Het politieke klimaat is nu toch nog guurder dan toen?

‘Ja, maar ik ben me gaan realiseren dat ik van Nederland houd. Dit is het land dat mij opving toen ik op mijn veertiende alleen stond. Ik kreeg studiefinanciering, ik mocht studeren.

Daar komt bij dat ik van het kleine houd. Op de fiets naar de supermarkt, fietspaden door het weiland. Er zit waarschijnlijk een boerin in mij. Ik houd van dit kikkerlandje, en van kikkers. Die worden misschien ooit een prins, en in mijn hart zijn ze al een prins.

Op mijn tiende, toen ik met mijn ouders naar Nederland kwam, koos mijn vader dit land. Maar nu, op mijn vijftigste, kies ik zelf voor Nederland. Ik wil hier blijven en sterven. Tot mijn laatste adem wil ik hier zijn. In het land dat zo klein is, maar verder alles hoog houdt. Het land van appelmoes. Ik houd van de Nederlander die zo direct is. Elders in de wereld wordt dat bot genoemd, maar ik vind dat fijn.

In Amerika zeggen ze ‘It’s good to see you’ en ze menen er niks van. Een Nederlander zegt gewoon: ‘Kom maar niet. Dit komt me nu niet uit. Ik wil je even niet zien.’ Nou, dat is keihard, maar dan weet je wel waar je aan toe bent. Want als hij zijn deur opent, dan is dat wel heel erg gemeend.’

Denk is de snelst groeiende partij

0

Tien jaar na de oprichting is Denk de snelst groeiende partij van Nederland. De partij groeide met 28,8 procent en telt nu ongeveer 4.200 leden, zo meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.

Uit de nieuwste cijfers van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de  Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat Denk als relatief kleine partij boven partijen zoals JA21 en 50Plus uitsteekt. Met name voor JA21 was 2024 een slecht jaar: het aantal leden daalde met 18 procent naar 3.600.

De partij met de meeste leden blijft Forum voor Democratie, met 60.000 leden. Voor het eerst in de geschiedenis van deze extreemrechtse partij liep het aantal echter terug, met een daling van ongeveer 1.500 leden.

Als de PvdA en GroenLinks worden samengevoegd, hebben deze twee linkse partijen samen bijna 100.000 leden. Een jaar eerder kwamen ze samen nog niet eens in de buurt van 75.000 leden.

Verder valt op dat de coalitiepartijen BBB, VVD en NSC allemaal te maken hebben met dalende ledenaantallen. De PVV vormt een uitzondering: die blijft stabiel met één lid, Geert Wilders.

‘Eenzame Oeigoer’ pleit voor Oeigoerse taal op Dag van de Moedertaal

0

Aan veel Nederlanders ging de Internationale Dag van de Moedertaal – op 21 februari – wellicht geruisloos voorbij. Maar voor Oeigoeren is taal zeer belangrijk. Een zaak van leven of dood. Oeigoer Abdurehim Gheni legt in dit artikel uit wat zijn taal voor hem betekent.

De oorspronkelijke naam van deze dag was Dag van de Moedertaalbeweging, ingesteld om universiteitsstudenten te herdenken die gemarteld werden tijdens het verdedigen van de Bengaalse taal. In 1952, toen het huidige Bangladesh nog deel uitmaakte van Pakistan, eiste de bevolking dat het Bengaals erkend zou worden als officiële taal van het land. Op 21 februari van dat jaar opende de politie het vuur op een groep demonstranten, waarbij ter plekke vijf doden vielen. Nadat Bangladesh op 26 maart 1971 onafhankelijk werd van Pakistan, werd er een monument opgericht ter ere van deze vijf ’taalhelden’.

UNESCO stelde deze dag in met een resolutie, die als doel had het gebruik van moedertalen te bevorderen, taalkundige diversiteit te behouden en het uitsterven van talen wereldwijd te voorkomen. Volgens statistieken zijn er meer dan zevenduizend talen in de wereld en 96 procent daarvan wordt gesproken door slechts 4 procent van de wereldbevolking. De afdeling Immaterieel Cultureel Erfgoed van UNESCO heeft gewaarschuwd dat meer dan de helft van alle talen ter wereld met uitsterven wordt bedreigd, waarbij elke twee weken een taal verdwijnt. Zonder effectieve maatregelen zullen er de komende eeuwen nog maar een paar honderd talen overblijven.

Het voortbestaan en de ontwikkeling van elke taal hangt af van de mensen die de taal spreken, hun cultuur, tradities en waarden. Deze elementen kunnen echter alleen behouden en versterkt worden als de sprekers soevereiniteit hebben over hun eigen land.

Oeigoers is een van de oudste Turkse talen

Helaas heeft het assimilatiebeleid van de Chinese regering, sinds Oost-Turkestan (in het Chinees bekend als Xinjiang) onder Chinese koloniale heerschappij valt, de Oeigoerse taal aanzienlijk verstoord. Oeigoerse generaties zijn meerdere keren gedwongen geweest hun schrift te veranderen, waardoor de schriftelijke continuïteit onderbroken werd. Ondanks deze obstakels is de Oeigoerse taal blijven bestaan en van generatie op generatie doorgegeven.

Oeigoers is een van de oudste Turkse talen en heeft een uitgebreide schriftelijke geschiedenis. Op de Astan begraafplaats in Turpan werd een oud document uit het jaar 480 ontdekt, geschreven in het Oeigoerse schrift dat gebaseerd is op het Sogdische alfabet.

Sinds de achtste eeuw (toen de Orkhon-Oeigoerse staat is opgericht) hebben Oeigoeren hun taal in vele soorten schrift geschreven, waaronder het Orkhon-Yenisei schrift, het Sogdische schrift en het Manichese schrift. Oeigoerse geleerden hebben andere culturen aanzienlijk beïnvloed: in de dertiende eeuw paste de Oeigoerse geleerde Tata Tonga het Oeigoerse schrift aan voor de Mongolen, een schrift dat vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt.

Oeigoerse geleerden hebben ook belangrijke literaire werken in de Oeigoerse taal geproduceerd. Zo werden Mahmud Kashgari’s Diwan Lughat at-Turk en Yusuf Khass Hajibs Kutadgu Bilig in het Oeigoers-Turks geschreven en later in vele talen vertaald. Als erkenning voor de literaire bijdragen van die eerste riep UNESCO 2008 uit tot het Internationale Mahmud Kashgari-jaar.

Het Oeigoers behoort tot de altaïsche taalfamilie, wat met name geldt de Oost-Turkse (Oeigoers-Qarluq) tak, waardoor het nauw verwant is aan het Oezbeeks. Volgens taalkundige ranglijsten staat het Oeigoers in de top honderd van meest gesproken talen ter wereld op de 98e plaats.

Ondanks haar rijke geschiedenis is de Oeigoerse taal dankzij het beleid van culturele genocide van de Chinese regering tegenwoordig een bedreigde taal. Onderwijs in de Oeigoerse taal is op scholen volledig verboden. Schrijvers die in het Oeigoers publiceren zijn gevangen gezet. Miljoenen Oeigoeren – kinderen, jongeren en volwassenen – zijn onder dwang opgesloten in concentratiekampen, waar ze gedwongen worden hun taal op te geven en alleen Chinees te leren. In Oost-Turkestan kunnen Oeigoeren geen Dag van de Moedertaal vieren of in hun moedertaal spreken, schrijven of publiceren zonder dat dit ernstige gevolgen heeft.

‘Schrijvers die in het Oeigoers publiceren zijn gevangen gezet’

Omdat het onmogelijk is om de Oeigoerse taal in Oost-Turkestan te beschermen, heeft de Oeigoerse diaspora deze verantwoordelijkheid op zich genomen. Oeigoeren in het buitenland hebben scholen opgericht om kinderen hun moedertaal te leren. Er zijn online Oeigoerse taalcursussen opgezet.

De Uyghur American Association en Ana Care & Education organiseerden samen een Internationale Dag van de Moedertaal evenement in het Uyghur Center in Fairfax, Virginia, in de Verenigde Staten. Beeld: Uyghur American Association

Nu China actief probeert om de Oeigoerse taal uit te wissen, is het belangrijker dan ooit om de taal te behouden en door te geven aan toekomstige generaties. Aan iedereen die zich onvermoeibaar inzet om de Oeigoerse taal te beschermen en te onderwijzen – onderwijzers, activisten, ouders en leden van de gemeenschap – spreek ik mijn diepste dankbaarheid uit. Jullie inspanningen zijn niet tevergeefs.

Net zoals de Bengaalse studenten in 1952 hun leven gaven voor hun taal, schrijven ook jullie geschiedenis als verdedigers van de Oeigoerse taal. Jullie beschermen de ziel van een natie en zorgen ervoor dat toekomstige generaties in hun moedertaal kunnen blijven spreken, schrijven en dromen.

Op deze Internationale Dag van de Moedertaal feliciteer ik alle Oeigoeren en degenen die met ons strijden van harte.

Anne-Ruth Wertheim: ‘Racisme gaat ook over jaloezie’

0

‘Racisme blijft bestaan omdat mensen ervoor kiezen het niet te zien.’ Anne-Ruth Wertheim is bioloog en werkte de theorieën over racisme van haar vader verder uit. Bij antisemitisme speelt nog iets anders mee. ‘Dat neemt mede toe omdat de definitie is uitgebreid, waardoor alle mensen die opkomen voor de Palestijnen, verdacht worden.’

Anne-Ruth Wertheim (1934) studeerde biologie aan de Universiteit van Amsterdam en was jarenlang biologiedocente. Daarna leverde ze als onderzoeker en publicist belangrijke bijdragen aan het analyseren van racisme. Haar jeugd in het koloniale Nederlands-Indië, haar tijd als Joodse gevangene in een jappenkamp, en de theorieën van haar vader, de beroemde socioloog Wim F. Wertheim, waren bepalend voor de kijk die ze ontwikkelde op ongelijkheid en discriminatie.

Waar komt uw betrokkenheid bij racisme vandaan?

‘Mijn jeugd in Nederlands-Indië heeft mijn denken over racisme fundamenteel gevormd. Ik groeide op in een koloniale samenleving waar witte Nederlanders bovenaan stonden, Indonesiërs onderaan, en de Chinese gemeenschap daar ergens tussenin. Dat voelde als vanzelfsprekend – totdat de Japanners binnenvielen in 1942.

Van de ene op de andere dag veranderde toen alles. Wij, de Nederlanders, werden gevangengenomen en opgesloten in interneringskampen, de mannen apart van de vrouwen en kinderen. Plotseling waren wij de onderdrukten. In de kampen zagen we hoe de machtsstructuren binnen de samenleving zich in een heel nieuwe vorm herhaalden. Mensen die voorheen bevoorrecht waren, moesten zich ineens onderwerpen aan anderen. Dat heeft mijn blik op hoe macht en racisme werken enorm beïnvloed.

Halverwege de oorlog begonnen de Japanners, in navolging van hun bondgenoot nazi-Duitsland, Joodse gevangenen apart te zetten. Mijn zus, broertje en ik zaten met onze moeder in een vrouwenkamp, onze vader in een mannenkamp. Mijn vader was Joods, mijn moeder niet. Wij waren dus half-Joods, en de Japanners dreigden ons zonder onze moeder over te plaatsen naar een Joods kamp. Mijn moeder moest zich voordoen als Jodin om bij ons te kunnen blijven. Wij zijn toen samen met haar naar een Joods kamp getransporteerd dat erger was dan het kamp waar we uit kwamen, maar minder erg dan de kampen van de nazi’s in Europa. Na de oorlog bleek dat vrijwel onze hele familie in Europa was vermoord tijdens de Holocaust. Mijn Joodse grootouders hebben zelfmoord gepleegd op de dag dat Nederland capituleerde voor de nazi’s. Deze ervaringen hebben mijn denken over racisme diepgaand gevormd. Ik heb van jongs af aan ervaren wat het betekent als je identiteit je leven bepaalt.’

‘Veel docenten moesten lesgeven aan hoger opgeleide vluchtelingen – bijvoorbeeld Iraanse ingenieurs en artsen. Dat gaf frictie’

Uw vader, de socioloog Wim F. Wertheim (1907-1998), was de eerste wetenschapper die verschillende verschijningsvormen van racisme onderscheidde. Kunt u toelichten om welke vormen dat ging?

‘Als kind en jongere in Europa ervoer mijn vader zelf de discriminatie die Joden ondergingen. Later, als volwassene in het koloniale Nederlands-Indië, werd hij geconfronteerd met twee uiteenlopende vormen van ongelijkheid. Hij zag hoe de Indonesische bevolking werd uitgebuit en neergezet met denigrerende stereotypen, terwijl de Chinese handelsminderheid leed onder een racisme dat sterk leek op het antisemitisme uit zijn jeugd. Mijn vader onderscheidde op grond hiervan twee vormen: Allereerst het uitbuitingsracisme, dat gebaseerd is op neerkijken, minachting en een gevoel van superioriteit. Dit zagen we in het kolonialisme, waar witte overheersers geloofden dat zij ‘beschaving’ brachten naar ‘primitieve’ volkeren. Daarnaast constateerde hij dat er sprake was van concurrentieracisme, dat voortkomt uit jaloezie, wantrouwen en angst. Dit treedt op wanneer een onderdrukte groep economisch sterker wordt en als bedreiging wordt gezien door de dominante groep. Later ben ik deze verschillende vormen van racisme verder gaan uitwerken en toepassen op de hedendaagse situatie.’

U heeft hierbij steeds de rol benadrukt die jaloezie kan spelen bij racisme. Hoe kwam u tot dat inzicht?

‘Dat besefte ik pas echt toen ik in de jaren negentig in de volwasseneneducatie werkte. Ik deed vanuit een vormingscentrum in Uddel onderzoek naar docenten die taalles gaven aan migranten en vluchtelingen. Verschillende onderwijsinstellingen in Oost Nederland waren met een vergelijkbaar initiatief gekomen. Hun docenten gaven aan dat ze zichzelf steeds vaker betrapten op racistische gedachten. Ze zeiden dingen als: ‘Als een cursist iets negatiefs doet, denk ik meteen: oh ja, dat is weer een Iraniër, een Ethiopiër, of een andere groep.’ Ze wisten dat dit fout was, maar ze konden het niet helpen. Ze vroegen ons centrum om dit te onderzoeken. Ik observeerde lessen en zag een patroon: de negatieve gevoelens van de docenten waren niet alleen gebaseerd op neerkijken, maar ook op jaloezie. Veel docenten moesten namelijk lesgeven aan hoger opgeleide vluchtelingen – bijvoorbeeld Iraanse ingenieurs en artsen. Dat gaf frictie. De docenten probeerden hun autoriteit te benadrukken en sommigen gingen bewust strengere regels hanteren tegenover deze cursisten. Wat eerst een individueel vooroordeel leek, werd een collectief patroon van uitsluiting. Mensen denken niet graag na over jaloezie. Er wordt veel gesproken over jaloezie zelf, maar zelden over het doelwit ervan, die de agressie van de jaloerse moet ondergaan.

Ik besprak dit met mijn vader – hij leefde toen nog – en vroeg hem: ‘Kan het niet zo zijn dat dit concurrentieracisme alleen maar zal toenemen?’ Want op dat moment ging het om hoogopgeleide vluchtelingen, maar uiteindelijk zouden ook de kinderen en kleinkinderen van gastarbeiders hoger opgeleid raken. Dat zou jaloezie alleen maar versterken.

Mijn vader vond dat razend interessant. Hij was toen bezig met een stuk voor De Gids en nam deze gedachte erin op. Zonder bronvermelding, overigens – daar was ik toen behoorlijk boos over. Maar goed, hij zag mij natuurlijk niet als sociologe, want ik was immers biologe! Maar dit idee had ik wel degelijk zelf bedacht.’

In uw latere publicaties stelde u vast dat racisme in onze samenleving steeds meer de vorm van concurrentieracisme aanneemt. Hoe verklaart u dit?

‘Racisme verandert van karakter. Het gaat niet meer alleen om neerkijken, maar steeds meer om jaloezie. De oude koloniale structuren zijn aan het verdwijnen en dat betekent dat minderheden niet langer in de traditionele ondergeschikte positie zitten. En dat roept weerstand op. Maar dat inzicht wil maar niet doordringen.

Jarenlang schreef ik over de verschuiving van uitbuitingsracisme naar concurrentieracisme. En toen kwam in 2022 het Sociaal en Cultureel Planbureau met het rapport Gevestigd, maar niet thuis. Hieruit bleek dat kinderen van migranten meer discriminatie ervaren dan hun ouders. Meer participatie aan de samenleving betekende volgens het SCP meer blootstelling aan uitsluiting. Ik dacht: ‘Eindelijk! Dit bevestigt precies wat ik al die tijd beweer!’

‘Wie mag beslissen wat een Nederlandse traditie is? De gevestigde groep wil niet dat ‘nieuwkomers’ dat meebepalen’

‘Om in dit verband te begrijpen in welke dynamiek racisme zich ontwikkelt is ook een theorie interessant die mijn vader had ontwikkeld over de emancipatie van minderheden. Hij onderscheidde daarbij drie fasen: de eerste fase is ‘wij ook’, waarin een minderheidsgroep streeft naar gelijke rechten en toegang tot dezelfde mogelijkheden als de dominante groep. In deze fase gaat het vooral om erkenning en integratie in de samenleving. Vervolgens komt de fase van ‘wij alleen’, waarin de groep zichzelf wil definiëren en afbakenen, soms ten koste van andere minderheidsgroepen. De derde en laatste fase is ‘wij allemaal samen’, een utopische situatie waarin volledige gelijkwaardigheid is bereikt en waarin verschillende groepen elkaar niet langer als concurrenten zien, maar als deel van een gedeelde samenleving. Sommige mensen zitten nog duidelijk in de tweede fase en richten zich exclusief op de eigen groep, terwijl anderen menen dat echte emancipatie pas in fase drie plaatsvindt, wanneer solidariteit met andere onderdrukte groepen vanzelfsprekend wordt.’

Concurrentieracisme manifesteert zich dan niet alleen in termen van geld of banen, maar ook in culturele macht?

‘Jazeker. Kijk naar de Zwarte Piet-discussie. Mensen denken dat het alleen gaat om neerkijken. Maar ik geloof dat het echte probleem zit in de strijd om wie bepaalt wat ‘Nederlandse cultuur’ is. Het gaat om de machtsstrijd over nationale identiteit. Wie mag beslissen wat een Nederlandse traditie is? De gevestigde groep wil niet dat ‘nieuwkomers’ dat meebepalen. Dat is puur concurrentieracisme.’

‘Racisme activeert dezelfde beloningsmechanismen in de hersenen als verslavingen’

Om racisme beter te begrijpen is het volgens Wertheim van belang te begrijpen dat racisme ook psychologisch verslavend kan zijn. ‘Het geeft mensen een gevoel van groepsidentiteit. Denk aan hoe pesten werkt: een groep voelt zich hecht door zich samen tegen één persoon te keren. Racisme werkt precies zo. Het versterkt het gevoel dat je ergens bij hoort door je samen tegen een gemeenschappelijke vijand te keren. Racisme activeert dezelfde beloningsmechanismen in de hersenen als verslavingen. Het idee dat je ‘beter’ bent dan een ander, of dat je samen met een groep tegen een buitenstaander bent, geeft een euforisch gevoel. Daarom is racisme zo moeilijk uit te roeien.’

Dat racisme moeilijk te bestrijden is, verklaart Wertheim ook nog met een andere theorie van haar vader. ‘Dat is de theorie van ‘het niet-weten’, of misschien beter ‘het niet willen weten’. Sommige dingen worden bewust genegeerd. Racisme blijft bestaan omdat mensen ervoor kiezen om het niet te zien. Dit mechanisme zie je overal terug: in de manier waarop Nederlanders hun koloniale verleden verdringen, of hoe institutioneel racisme wordt gebagatelliseerd.’

Hoe ziet u de recente aandacht voor antisemitisme?

‘Antisemitisme is natuurlijk nooit weggeweest uit Europa. Als ik daar in de gesprekken met mijn vader luchtig over deed, zei hij altijd: onderschat het niet! Hij heeft zelf nooit naar Israël willen gaan, zolang de Israëliërs de oorspronkelijke bewoners, de Palestijnen, zo bleven behandelen. Zodra dat zou veranderen, wilde hij daar een paar hele goede vrienden opzoeken, die er na de Tweede Wereldoorlog waren gaan wonen. Maar zo ver is het nooit gekomen, en in 1998 stierf hij. Daarna is het de Israëliërs geleidelijk aan gelukt om het begrip antisemitisme steeds verder op te rekken door daarin iedere kritiek over hoe zij de Palestijnen behandelen op te nemen. Ik denk dat het niet de aandacht voor het antisemitisme is die is toegenomen, maar de uitbreiding van het begrip zelf, waardoor alle mensen die opkomen voor de Palestijnen, verdacht worden gemaakt. En dat gaat gepaard met een verontrustende toename van de islamofobie.

Overigens vind ik het zo gek dat heel weinig mensen lijken te zien hoezeer antisemitisme en islamofobie op elkaar lijken. Er wordt altijd gedaan alsof het één zo ongeveer het tegenovergestelde is van het ander. Maar antisemitisme en islamofobie hebben meer overeenkomsten dan verschillen. En vooral hebben ze alle twee veel gemeen met het concurrentieracisme. Niet het neerkijken en de minachting staan centraal, maar jaloezie, wantrouwen en angst. De massamoord op de Europese Joden heeft echt niet kunnen plaatsvinden omdat er zo op ze werd neergekeken, integendeel. En ook bij de toegenomen islamofobie gaat het eerder om wantrouwen en angst dan om onderschatting.’

Minister Uitermark (NSC) wil geen lobbyregister, tegen eigen advies in

0

Minister van Binnenlandse Zaken, Judith Uitermark (NSC), is tegen een lobbyregister dat de invloed van lobbygroepen zichtbaar zou maken. Hiermee wijkt ze af van het advies dat ze zelf had gevraagd voor meer transparantie en van een belangrijk verkiezingspunt van de NSC, meldt Binnenlands Bestuur.

Volgens het kabinet zou de invoering van een lobbyregister op dit moment ‘niet proportioneel’ zijn. Uitermark stelt dat de inbreng van externe partijen ook via andere bronnen achterhaald kan worden.

Hiermee levert de NSC, na de rechtsstaat en ‘een nieuwe bestuurscultuur’, nog een belangrijk programmapunt in. Op de website van de partij staat nog steeds: ‘We voeren wettelijke integriteitsregels voor politici in, zoals een draaideurverbod, een afkoelperiode en een wettelijk lobbyregister.’

Ook werd de partij door Transparency International verkozen tot de partij met de ‘meeste ambities’ om corruptie te bestrijden en voor transparantie en integriteit. Uitermark wil nu eerst de ontwikkelingen in Europa afwachten. Daar zou worden onderhandeld over een richtlijn. ‘Het kabinet acht het niet raadzaam om vooruitlopend op het Europese traject stappen te ondernemen die gericht zijn op de ontwikkeling van een nationaal transparantieregister.’

LA Times maakt opiniepagina conservatiever met hulp van AI

0

De Amerikaanse krant LA Times, de grootste in de staat Californië, gaat AI gebruiken om de opiniepagina aan te vullen met alternatieve standpunten. Dit is in lijn met de wens van eigenaar Patrick Soon-Shiong om een meer conservatieve stem te laten doorklinken. 

Opinieartikelen in de LA Times zullen vanaf heden voorzien zijn van een lijstje met meningen die je ook kunt hebben over hetzelfde onderwerp. Bovendien wordt de desbetreffende opinie geduid naar politieke ideologie: links, rechts, of ergens in het midden. Deze input wordt gegenereerd door AI en zonder tussenkomst van een medewerker gepubliceerd, beschrijft dagblad Trouw, dat een uitgebreid artikel wijdt aan de nieuwe methode.

Het gebruik van AI om meningen te duiden heeft al geleid tot duiding van de Ku Klux Klan (KKK) als ‘bijproduct van de witte protestantse cultuur’, of de aanvulling ’transgender identiteit zou niet stroken met militaire waarden zoals nederigheid, integriteit en discipline, bij een stuk over het ontslag van transgender militairen door Trump.

Eigenaar Soon-Shiong liet na de verkiezing van Trump als president weten te willen inzetten op AI om te opiniepagina ‘conservatiever’ te maken. Hij beschrijft dit nu als ‘inclusiever’. Daarmee maakt hij een duidelijke knieval voor Trump, die verschillende media-eigenaren in zijn zak heeft. Dit bleek ook toen hij de aanbeveling van de redactie voor Kamala Harris blokkeerde, en een negatief stuk over Trump weigerde te publiceren ten tijde van de verkiezingsrace.

De beslissingen zijn hem niet in dank afgenomen. Meerdere columnisten zijn inmiddels vertrokken en talloze abonnees zegden hun abonnement op.

LA Times is niet de eerste krant waar de verkiezing van president Trump heeft geleid tot ongewenste inmenging van de eigenaar. Jeff Bezos, eigenaar van The Washington Post, wil geen opiniestukken meer die niet overeenkomen met zijn visie op persoonlijke vrijheden en de vrije markteconomie, bleek enkele weken geleden.

Steeds meer jongeren worden loodgieter

0

Het idee dat een goed salaris alleen is weggelegd voor advocaten, huis- en tandartsen klopt allang niet meer. Jongeren kunnen goed geld verdienen als loodgieter en kiezen massaal voor het vak. 

Dit schrijft de Gelderlander. Volgens de krant kwamen er in de laatste tien jaar duizenden loodgieters bij en vragen ze steeds hogere uurtarieven.

Als je niet zo handig bent in huis en een kapotte pijpleiding hebt, betaal je al snel meer dan honderd euro voor een snelle oplossing. Dat is flink balen voor de klant, maar een kans voor de loodgieter. Het gemiddelde uurtarief van deze handwerker ligt tussen de 40 en 70 euro, maar spoedklussen kunnen oplopen tot 130 euro per uur, exclusief voorrijkosten, aldus de krant.

Daarbij komt dat veel loodgieters nu met pensioen gaan. Jonge loodgieters treffen een gunstige arbeidsmarkt aan, waar ze hun diensten tegen een mooi tarief kunnen aanbieden op platforms als Zoofy en Werkspot.

Dat handwerkers zich geen zorgen hoeven te maken over hun inkomen wordt al langer opgemerkt. Tv-programma Tegenlicht merkte een aantal jaar geleden op dat hoogopgeleiden niet langer de elite zijn. ‘De toekomst ligt in handen van handwerkers. De broodnodige verandering, als het gaat om de energietransitie, gaat van de werkvloer komen’, schreef het programma naar aanleiding van een aflevering over het vak.

Laatste islamitische scholengroep in Frankrijk verliest staatssteun

0

In een jaar tijd hebben de twee grootste islamitische scholen van Frankrijk hun staatssteun verloren, waarmee hun voortbestaan ernstig in gevaar komt. Vorig jaar verbrak de overheid de banden met het Lycée Averroès in Lille. Sindsdien verkeert de school financieel in zwaar weer en vertrekken er steeds meer leerlingen naar andere scholen. Op 10 januari verloor ook scholengroep Al-Kindi in de banlieue van Lyon zijn overheidssteun.

De beslissing is genomen naar aanleiding van een inspectierapport dat in december werd gepresenteerd. Daarin wordt melding gemaakt van boeken in de bibliotheek van de school die niet stroken met de waarden van de Republiek. Deze boeken zouden ‘bekend staan ​​om hun radicalisme’ of zelfs ronduit ‘fundamentalistisch’ zijn, en ‘meisjes discrimineren’. Ook zou een leraar in een video op YouTube ontoelaatbare opmerkingen hebben gemaakt.

De advocaat van de school, Sefen Guez Guez, noemt de opschorting van het contract ‘een politieke keuze, ingepakt in valse pedagogische argumenten.’ Hij heeft inzage in het inspectierapport en vertelt in een post op X dat zelfs de wenskaarten die de kinderen hadden gemaakt om hun families een fijne ramadan te wensen, werden omschreven als ‘strijdig met de seculiere waarden van de Republiek.’

Guez Guez benadrukt dat de school direct na de inspecties heeft gehandeld. ‘De leraar die was te zien in de video werd snel daarna ontslagen en de interne regelgeving werd aangepast. Daarnaast heeft de school de boeken die voor opschudding hebben gezorgd meteen uit de bibliotheek verwijderd. Het ging om slechts vier boeken die overigens ook zijn te vinden in de lokale boekhandel en in de openbare bibliotheek van Lyon.’

Topschool

Al Kindi heeft 621 leerlingen en bestaat uit een basisschool, een collège (11 tot 15 jaar) en een lycée (15 tot 18 jaar). Net als het Averroès in Lille geldt Al-Kindi als een zeer goed presterende school. De school heeft al een aantal jaar op rij een slagingspercentage van 98 procent voor de eindexamens. Daarmee behoort Al-Kindi tot de best presterende scholen in de metropoolregio Lyon. Volgens directeur Abdelouahb Bakli kiezen de ouders Al-Kindi dan ook in de eerste plaats vanwege de resultaten. ‘We hebben veel animo. We groeiden tot nog toe elk jaar met ongeveer een klas. De ouders zijn er bij ons zeker van dat hun kinderen goed onderwijs krijgen.’

Privéonderwijs

Frankrijk telt ongeveer 12.500 privéscholen in het basis- en voortgezet onderwijs, waar 2,2 miljoen leerlingen worden onderwezen. Het overgrote deel van deze instellingen opereert onder een overheidscontract. Privéonderwijs wordt in Frankrijk gedomineerd door katholieke instellingen. Maar liefst 96 procent van de privéscholen met een overheidscontract zijn katholiek. Van de ruim honderd joodse privéscholen opereert negentig procent met een overheidscontract. Met het wegvallen van Al-Kindi kent Frankrijk geen enkele islamitische privéschool met een overheidscontract meer.

Volgens onderwijsexpert Bernard Toulemonde kan het verlies van het overheidscontract de doodsteek zijn voor Al-Kindi. Toulemonde is hoogleraar publiekrecht en voormalig directeur algemene zaken op het ministerie van Onderwijs. ‘Een privéschool die onder contract van de staat wil opereren, moet minstens vijf jaar bestaan. De levensvatbaarheid van nieuwe scholen is vanwege de enorme kosten niet groot. De vijf jaar eis maakt zodoende de komst van islamitische nieuwkomers veel ingewikkelder. Het voordeel van een overheidscontract is vooral van financiële aard. De staat betaalt de lerarensalarissen en gemeenten hebben de plicht om gebouwen te onderhouden en buitenschoolse activiteiten te financieren. De scholen met een overheidscontract zijn verplicht kinderen zonder onderscheid van afkomst, mening of geloof te verwelkomen.’

Oproep aan Macron

De beslissing heeft tot grote bezorgdheid geleid binnen de lokale moslimgemeenschap. Kamel Kabtane, bestuurder van de Grote Moskee van Lyon, heeft zijn onvrede geuit in een brief aan de Franse president. ‘Meneer de President, u bent het laatste redmiddel wanneer de wet met voeten wordt getreden en wanneer een deel van de burgers van dit land ten onrechte niet gelijk wordt behandeld’, begint hij zijn brief, waarin hij de president vraagt het overheidscontract te herzien.

‘Meneer de President, u bent het laatste redmiddel wanneer de wet met voeten wordt getreden’

Op politiek niveau krijgt Al-Kindi steun van de linkse oppositiepartij La France Insoumise (LFI). Kamerleden van LFI hebben vraagtekens gezet bij de gang van zaken en de minister van Onderwijs, Élisabeth Borne, ter verantwoording geroepen middels een interpellatiedebat. LFI verzoekt een onmiddellijk herstel van het overheidscontract.

Kabtane schrijft in zijn brief dat Al-Kindi ‘een toonbeeld is van uitmuntendheid’. De sluiting zou volgens hem impact hebben op de gehele moslimgemeenschap en moslims marginaliseren.  De brief blijft onbeantwoord waarna hij ten overstaan van de lokale media in Lyon de noodklok luidt: ‘Onze woorden worden niet meer gehoord. We worden uitgesloten van de samenleving en gereduceerd tot verschoppelingen. Dat is het niveau dat we hebben bereikt. Ik voel me niet langer nuttig. Er vindt segregatie plaats, ik ben niet bang om dat te zeggen.’

Zwakke publieke scholen

Volgens socioloog Sophie Girin, auteur van een proefschrift over particulier moslimonderwijs, is er veel vraag naar islamitische scholen, omdat die goed te boek staan. ‘Dat heeft niet alleen met de religieuze identiteit van de ouders te maken. We zien dat deze scholen zich vaak vestigen in de buurt van achterstandswijken waar alleen een aanbod is van ondermaatse publieke scholen. De ouders zoeken de islamitische scholen op omdat ze er daar tenminste vanuit kunnen gaan dat er goed onderwijs wordt gegeven.’

Ook Toulemonde ziet een soortgelijke keuze. ‘Ouders kiezen niet altijd uit religieuze redenen om in hun kinderen in te schrijven op een religieuze privéschool. Je ziet bij veel Joodse leerlingen dat ze zich op een openbare school niet altijd even veilig voelen vanwege het antisemitisme waarvan zij mogelijk het slachtoffer zijn. En bij islamitische scholen zie je dat de veel ouders zich zorgen maken over maken over de kwaliteit van de scholen in de wijk en het opleidingsniveau van de bevolking in hun buurt. Daar komt de keuze voor islamitische scholen uit voort.’

‘Ouders kiezen niet altijd uit religieuze redenen om in hun kinderen in te schrijven op een religieuze privéschool’

Al-Kindi loopt met het wegvallen van het overheidscontract 1,6 miljoen euro per jaar aan staatssteun mis. Om de sluiting te voorkomen, heeft de school een crowdfundingscampagne gelanceerd. Uit de begeleidende tekst blijkt hoezeer de school de beslissing als een politieke keuze ervaart. ‘Dit is niet alleen een juridische beslissing, het is een politiek signaal. De succesverhalen van moslims in Frankrijk worden niet geduld. Academische excellentie, zoals aangetoond door onze school, telt blijkbaar niet mee als je moslim bent.’

Net als bij Averroès in Lille het geval was, vreest directeur Bakli dat de kinderen uit de armste gezinnen als eerst worden geraakt. ‘Met het wegvallen van het overheidscontract vervallen ook de beurzen waar veel leerlingen recht op hebben. Bij ons hadden 53 procent van de basisschoolscholieren en 38 procent van de middelbare scholieren recht op een beurs. We zijn bang dat deze leerlingen al na de zomer naar een andere school vertrekken.’

Dubbele moraal

Politicoloog Pierre Mathiot, voormalig directeur van het gerenommeerde Science Po Lille, omschreef het intrekken van de licentie van privéschool Averroès vorig jaar als een ‘staatsschandaal’. Hij wijdde een reeks artikelen aan de in zijn ogen ongelijke behandeling van Averroès. Daarbij haalde hij veelvuldig de katholieke privéschool Stanislas aan. Dit prestigieuze Parijse instituut staat binnen de moslimgemeenschap symbool voor de dubbele moraal die in Frankrijk zou worden gehanteerd. Stanislas raakte meermaals in opspraak na berichten over seksueel misbruik. Ook zou er sprake zijn van homofoob en seksistisch lesmaterieel en discriminatie richten leerlingen en sollicitanten. Naar aanleiding van een inspectierapport schortte de gemeente Parijs in januari 2024 de gemeentelijke subsidie van 1,4 miljoen euro op. Maar Stanislas behield zijn overheidscontract. Afgelopen december werden de gelden alsnog uitbetaald.

In een interview met het linkse weekblad Marianne trekt Mathiot nu de vergelijking met Al-Kindi. ‘Het inspectierapport is een copy paste van het rapport van Averroès. Als ze met dezelfde intensiteit de katholieke instellingen hadden onderzocht, dan zou een kwart van die scholen ook zijn staatssteun verliezen. Alleen die scholen blijven buiten schot omdat de bisschop de departementsbestuurder kent, die op zijn beurt weer de rector kent.’

‘De katholieke scholen worden één keer in de vijftien jaar gecontroleerd terwijl de islamitische scholen elk jaar inspecteurs over de vloer krijgen’

De banden tussen prestigieuze katholieke instellingen en prominente politici zijn in Frankrijk vaker het gesprek van de dag. De kersverse premier Bayrou is momenteel in opspraak na de onthullingen over decennialang geweld en seksueel misbruik op de katholieke middelbare school Notre-Dame Bétharram in Zuid-Frankrijk. Zijn kinderen zaten er op school en zijn vrouw gaf er les. Bovendien was Bayrou in de jaren ’90 minister van Onderwijs. Hem wordt nu verweten geweten te hebben van de schandalen maar te hebben gezwegen.

Directeur Bakli is ervan overtuigd dat er wordt gemeten met twee maten. ‘De huidige situatie is ongekend. De afgelopen jaren worden we door de verrechtsing van de politiek veel intensiever in de gaten gehouden. De katholieke scholen worden één keer in de vijftien jaar gecontroleerd terwijl de islamitische scholen, met of zonder overheidscontract, elk jaar inspecteurs over de vloer krijgen. Afgelopen jaar hebben we zelfs vijf inspecties gehad.’

Toulemonde liet vorig jaar een soortgelijk geluid horen toen hij door dagblad La Croix werd gevraagd naar zijn ervaringen op het ministerie. ‘Toen ik bij het ministerie van Onderwijs werkte, werden verzoeken van islamitische scholen met grote argwaan en tegenzin bekeken. Verzoeken van joodse en katholieke instellingen werden simpelweg makkelijker afgehandeld.’

Hoger beroep

De online crowdfunding heeft tot nu 200.000 euro bijeengebracht. Kabtane heeft de Raad van Moskeeën in Frankrijk gevraagd om op de eerste vrijdag van de ramadan een inzameling te organiseren in alle moskeeën. De school denkt ongeveer een miljoen euro nodig te hebben om het hoofd boven water te houden. Al-Kindi heeft ondertussen de laatste strohalm aangegrepen door de beslissing bij de appelrechter aan te vechten.

Syrische regering en Koerdische SDF sluiten akkoord over gezamenlijk leger

0

Terwijl het geweld in West-Syrië de afgelopen dagen oplaaide, is in het oosten een doorbraak bereikt. De Koerdische SDF en de Syrische regering sloten een akkoord om de Koerdische kwestie op te lossen, meldt nieuwszender Al Jazeera. SDF-leider Mazlum Abdi en interim-president Ahmed al-Sharaa ondertekenden het verdrag.

Het door Koerden gedomineerde verbond van strijdkrachten SDF heerst al jaren in Noordoost-Syrië en wordt gedomineerd door de Koerdische strijdgroep YPG. De YPG greep de macht nadat het Syrische regime zich daar in 2012 terugtrok om de opstand in de rest van het land de kop in te drukken.

SDF-leider Abdi zegt dat een akkoord met de nieuwe leiders in Damascus een ‘echte kans is om een nieuw Syrië op te bouwen.’ ‘We zijn toegewijd aan het bouwen van een betere toekomst die de rechten van alle Syriërs garandeert en hun aspiraties voor vrede en waardigheid vervult,’ zegt hij in een bericht op X.

Het Syrische presidentschap kondigde maandag een overeenkomst aan met de SDF om de instellingen van het autonome Koerdische bestuur in het noordoosten te integreren in de nationale regering, aldus nieuwsdienst AFP.

De situatie in Turkije speelde een belangrijke rol bij de deal. PKK-leider Abdullah Öcalan deed een historische oproep tot ontwapening, maar SDF-leider Abdi zag dat eerst als een Turkse zaak. Grijze Wolven-leider Devlet Bahçeli sprak dit tegen en stelde dat ook de YPG de strijd moest staken. Een dag later was de deal rond.

Volgens de deal wordt ‘de eenheid van Syrië’ benadrukt en zullen ‘alle civiele en militaire instituties in Noordoost-Syrië worden samengevoegd binnen de Syrische staatsstructuren’. Dit geldt ook voor alle grensposten, de luchthaven en de olie- en gasvelden in het oosten van het land.

Mocht de uitvoering van het verdrag slagen, dan zou geheel Syrië onder de controle van de centrale regering in Damascus komen. Voor de Koerden betekent de deal voor het eerst erkenning: zij zullen als Koerden onderdeel vormen van Syrië, en hun recht op burgerschap zal grondwettelijk worden vastgelegd. Onder de 61-jarige dictatuur van het Assad-regime werden Koerden nooit als staatsburgers erkend.

Toch blijven er vragen over de noordoostelijke regio en de mogelijke toekenning van een semi-autonome status. Damascus is daar nog huiverig voor, omdat het bieden van een ‘speciale status aan Koerden’ ook tot vergelijkbare aanspraken van andere minderheden, zoals de druzen en alawieten, zou kunnen leiden, meldt Al Jazeera.

De nieuwe linkse partij wil macht en heeft geen idealen

0

In 1864 kwamen arbeiders uit verschillende landen bij elkaar in Londen om te praten over de oprichting van een organisatie die hun rechten op het gebied van loon, staken en voorzieningen zou behartigen. De belangstelling was enorm, de passie aanwezig. Aan het eind gingen ze met de pet rond om de oprichting te bestendigen. Ze haalden niet meer op dan 3 pond. Dat was het totaalbedrag dat ze konden missen in hun armoede. Maar hun overtuiging was zo groot dat ze doorzetten en de oprichters werden ‘moedige vernieuwers’ genoemd. De Eerste Internationale was geboren.

Ik moest eraan denken nu links weer van betekenis wil gaan zijn en één brede partij wil worden. Links is dood! Leve links! Maar hebben we al van de ideeën gehoord die die partij gaan dragen? Ik zie vooral dat de PvdA-oudgedienden als Melkert, Verbeet en Spekman willen behouden wat geweest is en wat zij bestempelen als ‘sociaaldemocratie’. Innovatie? Verfrissing? En de grote baas Timmermans zelf deed me helemaal schrikken met zijn: ‘We zijn een linkse beweging die aansluiting moet hebben met het centrum, anders kunnen we niet meebesturen.’

In dit alles lees ik geen aankondiging van een geboorte van een nieuw links. Integendeel, ik zie een partij die uit is op macht, maar geen idealen heeft, een partij die flirt met rechts, waaraan het CDA bijna ten onder is gedaan, een ‘tegenpartij’, die geen aantrekkelijk verhaal biedt. Lekker tegen arbeidsmigranten en ‘woke’ aanschoppen en een rem op immigratie nastreven – Timmermans kondigde eind vorig jaar een nieuwe migratievisie aan op zijn Fortuyns: vol is vol.

En welk ‘centrum’ bedoelt Timmermans? De VVD is met Yesilgöz aan het roer een PVV-light geworden. Juist die reflex om lepeltje-lepeltje te liggen met rechts, dat opportunisme, breekt elke partij op. Waarom zouden kiezers stemmen op een partij die achter de ideeën van andere aanloopt? Gelijkheid en inclusie zijn dan nog verder weg dan de horizon en ik zie die rode zon alleen maar verder in de zee zinken.

Timmermans zelf deed me helemaal schrikken met zijn: ‘We zijn een linkse beweging die aansluiting moet hebben met het centrum, anders kunnen we niet meebesturen.’

En welke sociaaldemocratie traditie bedoelen ze? Die van Wim Kok, die er trots op was een neoliberale economie in huis te halen ten koste van idealen? Of nog verder terug, de antimilitaristische SDAP die bestaanszekerheid in gedachten had? En als we buiten de grenzen kijken: de Eerste Internationale? Of, en dan wordt het lelijk, de SDP in Duitsland die zich zo fel afzette tegen linkse andersdenkenden dat de leiding opdracht gaf om Rosa Luxemburg te vermoorden? Nee, dat niet natuurlijk, maar ik wil hier mee alleen maar laten zien dat terugverlangen naar hét idee van sociaaldemocratie een illusie is.

Zoals filosoof Alasdair MacIntyre laat zien in de net uitgekomen vertaling van zijn boek over moraal, Na de deugd: denken, ideologie, is nooit los te zien van het tijdsgewricht. En wil het gedachtengoed aantrekkelijk zijn, dan moet het met de tijd meegaan. Dat wil niet zeggen dat je alle ideologie bij het grofvuil moet zetten. Maar het betekent wel: bouwen op de mooie resultaten uit het verleden en innoveren met het oog op de toekomst.

Nu hoop ik op deze inspirerende speech voor de nieuwe partij:

Lieve allemaal,

Wij zijn een partij van en voor iedereen, wit of zwart, arm of rijk, jood of Palestijn, straight of queer, jong of oud. Allemaal zien we hoe lelijk de wereld is geworden. Als we een eerlijke samenleving willen, dan moeten we die eerst maken en zullen we eerst zelf solidaire mensen moeten worden. Dat is natuurlijk doodeng voor een partij, omdat het riekt naar brainwashing, stalinisme. Maar laten we wel zijn, iedereen snakt naar meer solidariteit – in verscheidenheid. Geen eenheid dus!

Wat we gaan doen is iedereen lekker laten denken wat die wil. Maar ondertussen krijgt ieder een basisinkomen, recht op degelijke huisvesting, recht op betaalbare energie door gratis warmtepompen en zonnepanelen, gratis degelijk (ook hoger) onderwijs, gratis degelijke zorg. Ieder in dit land moet zijn bestaan zeker weten. En we zorgen ook voor flora en fauna en voor de mensen elders op de planeet die het moeilijk hebben. We gaan meer belasting heffen op bedrijfswinsten en rijke mensen. We verlagen de uitgaven voor defensie. We zijn niet bang klein te beginnen. Want zorg en solidariteit zijn onze waarden, waar hebzucht en alles vertalen naar de norm van geld hebben gefaald. Die ideeën zullen we overal gaan verspreiden. In de kunsten, in het onderwijs. Solidair is de naam van deze nieuwe partij. Kom bij ons!’