De Palestijnse Autoriteit (PA) verbiedt voorlopig alle activiteiten en uitzendingen van nieuwszender Al Jazeera in de bezette Palestijnse gebieden. Zo meldt Trouw.
Mogelijk heeft het verbod te maken met berichtgeving over de dood van de 21-jarige Palestijnse journalist Shatha al-Sabbagh. Zij kwam om toen de PA een inval deed in Jenin, een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever. Al Jazeera zou volgens de PA ‘opruiende’ en ‘misleidende’ berichten verspreiden en zich mengen in ‘interne aangelegenheden’.
Drie dagen geleden publiceerde Al Jazeera een bericht over de inval van de PA in Jenin, waar de autoriteit weinig invloed heeft. Daarbij werd de 21-jarige journalist Shattha Sabbagh gedood. Haar familie zegt dat ze door een kogel van de PA is gedood.
De PA wordt al langer bekritiseerd door de Palestijnen. De organisatie zou de belangen van Israël dienen, in ruil voor steun uit het Westen.
Sinds woensdag zijn alle uitzendingen van Al Jazeera, dat opereert vanuit Qatar, stopgezet. Het zou om een ‘tijdelijke opschorting’ gaan.
Sinds mei 2024 is Al Jazeera al ongewenst verklaard in Israël. Het kantoor van de nieuwszender in Oost-Jeruzalem werd toen binnengevallen door Israëlische politie-eenheden en al het materiaal geconfisqueerd.
De gevluchte Syrische dictator Bashar al-Assad is mogelijk vergiftigd in Moskou. Hij zou extreme hoestbuien hebben en moeite met ademhalen. Zo meldt de Amerikaanse nieuwssite Express US. Er is tot nu toe weinig bekend over het voorval. De geruchten komen van ongeverifieerde Russische bronnen, meldt Express US. Het is voor zover bekend niet overgenomen door andere media. De Syrische dictator woont sinds de machtsovername door HTS begin december als banneling in Moskou. Afgelopen zondag zou Assad zich niet goed hebben gevoeld. Hij had problemen met ademhalen en extreme hoestbuien en vroeg om medische hulp.
Op maandag leek zijn situatie gestabiliseerd, maar hij ademt nog steeds niet normaal, meldt Express US. Hij wordt niet in een ziekenhuis, maar in het appartement waar hij verblijft behandeld. Bronnen vermoeden een moordpoging. Sinds de machtsovername is het onrustig in Syrië. De nieuwe leiders proberen met grote moeite hun macht te consolideren. De relatie met minderheden, zoals Koerden, christenen, alawieten en Druzen verloopt stroef. De relatie van de nieuwe machthebbers met Rusland lijkt nog steeds goed te zijn. Tijdens de machtsovername werden Russische troepen niet aangevallen. De nieuwe leiders zoeken nu toenadering tot Rusland.
De wens is de vader van de gedachte: dat is een mooie samenvatting van het gevoel van velen. Het nieuwe kabinet heeft uiterst rechts aan de macht gebracht, zorgt voor polarisatie, maakt al sinds de start ruzie, is het over ontzettend veel dingen oneens, de persoonlijke verhoudingen zijn slecht en de premier zwak. Misschien valt Schoof-1 wel heel snel? We horen deze wens al een tijdje en als je daar nu maar erg in gelooft lijkt de kans dat het gebeurt elke dag groter.
Een betere vraag is of het eigenlijk wel wat uitmaakt. U raadt het antwoord al. Drie redenen waarom we met de val van dit kabinet weinig opschieten.
Asielgekte
Laten we beginnen bij hoe dit kabinet is ontstaan: de gekte dat Nederland onder de voet zou worden gelopen door asielzoekers, die niet alleen vreemde culturen, maar ook criminaliteit, woningtekorten en andere problemen in de publieke sector zouden veroorzaken. Dit beeld is veel Nederlandse kiezers aangepraat en hoewel het niet klopt – komen er eigenlijk meer arbeidsmigranten of vluchtelingen naar Nederland? – is deze boodschap zo vaak herhaald dat het voor velen een onbetwiste waarheid is geworden. We komen voorlopig niet meer van asielzoekers af: als dominant politiek thema vooral.
Integratie
Er is nog zo’n onderwerp: integratie. Dit thema is eigenlijk nog erger dan de asielgekte die sinds een tijdje door Nederland raast. Het idee is dat Nederland eigenlijk een wit land is, dat als je gekleurd bent je vast ‘van elders komt’ en dus geen echte Nederlander bent. Dit kan elk moment leiden tot de oproep beter te integreren. Alsof voor verschillende Nederlanders verschillende eisen zouden gelden. Wie denkt dat dit beeld langzaam verdwijnt, hoef je slechts te wijzen op de motie-Becker, waarbij een meerderheid van de Tweede Kamer feitelijk dit beeld nog eens reproduceerde. Je hebt er geen kabinet-Schoof voor nodig.
Rechtsstaat
En de klap op de vuurpijl is natuurlijk de rechtsstaat. Weten Nederlanders wat de rechtsstaat is, waarom die belangrijk is, waarom ze er zelf belang bij hebben en waarom ze beter niet op partijen kunnen stemmen die de rechtsstaat niet respecteren of zelfs ronduit ondermijnen? Het antwoord kunnen we wel raden: bij het woord rechtsstaat zie je onwetende blikken, of krijg je de opmerking dat andere, concretere thema’s nu voorrang hebben.
Een antwoord?
Dit zijn allemaal langlopende trends die we niet zomaar gaan oplossen. Morgen een kabinetsval? Dan komt er een verkiezingscampagne waarin we weer zullen horen welke problemen asielzoekers veroorzaken (en niet dat de meeste migranten hier komen voor werk) en dat je die stroom zult moeten reguleren. Het zal elk rationeel debat over migratie alleen maar verder bemoeilijken. We gaan het dan ook weer over integratie hebben alsof er twee soorten Nederlandse burgers zijn en iedereen die zegt dat de rechtsstaat leidend moet zijn of dat de Nederlandse wet maar een type burgers kent, krijgt er nauwelijks applaus mee.
Of is dit een te cynisch beeld? Op langere termijn wel: we kunnen Nederlanders allemaal leren wat de rechtsstaat is, dat Nederlandse staatsburgers niet hoeven te integreren en dat – ik noem maar een dwarsstraat – de meeste asielzoekers helemaal geen problemen geven en gewoon legitieme redenen hebben om hier te zijn. Er zijn ook mensen die protesteren als het asielzoekerscentrum naast hun woonwijk vertrekt. Het gaat hier wel om langetermijnprocessen: elke marketeer kan je vertellen dat meningen veranderen moeilijk is, maar dat het wel kan. Je hebt er alleen de tijd voor nodig. En een strategie.
De vraag is: als het kabinet deze week valt, zou Nederland dan wijzer zijn dan ruim een jaar geleden? Natuurlijk niet. Heeft iemand inmiddels nagedacht hoe je rechtse stemmers overtuigt van een andere keuze? Nee, en dus schiet Nederland niets met zo’n kabinetsval op, want binnen de kortste keren is het tijd voor Schoof-II.
Het ministerie van Defensie heeft op 31 december een meldpunt geopend waar burgers en ngo’s terecht kunnen als ze vermoeden dat er burgers zijn overleden of gewond geraakt als gevolg van Nederlands militair optreden.
Het loket ondersteunt bij het volgen en vastleggen van de gevolgen van militair optreden. Incidenten uit het verleden kunnen met terugwerkende kracht worden gemeld en geregistreerd. Tevens kunnen melders ernstige schade aan privé-eigendommen melden, bijvoorbeeld aan woningen. Hierdoor kan Defensie, indien nodig, verantwoording afleggen en leren om het risico op burgerslachtoffers bij toekomstige operaties te verminderen.
Het gaat trouwens alleen om Artikel 100-operaties van de Nederlandse krijgsmacht. Artikel 100 van de Grondwet gaat over het internationaal bevorderen van vrede en veiligheid in de wereld. Verder mogen er alleen meldingen worden gedaan over missies na het jaar 2000: dus wel de missies in Afghanistan en Irak, maar niet de koloniale oorlog in Indonesië of de Korea-oorlog.
Burgers en ngo’s kunnen alleen een melding maken als de Nederlandse krijgsmacht mogelijk betrokken is bij een incident, dus niet andere landen. Ook is het meldpunt niet bedoeld voor het indienen van schadeclaims.
Waarom is racisme zo diep geworteld in Nederland en hoe doorbreken we dit? Antropoloog en socioloog Siela Ardjosemito-Jethoe bespreekt de systemen achter ongelijkheid, legt pijnpunten bloot en deelt haar visie op een inclusieve toekomst voor iedereen.
Siela Ardjosemito-Jethoe is een expert op het gebied diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Tot 2021 was ze bestuurlijk adviseur diversiteit en inclusie aan Universiteit Leiden, op dit moment is ze lid van het directieteam van Avans Creative Innovation met onder andere de portefeuille diversiteit. Vanaf 1 februari 2025 gaat ze de functie van bureauhoofd Inclusie en Diversiteit van de gemeente Amsterdam vervullen. De Kanttekening sprak met haar over racisme in Nederland.
Hoe werken racisme en discriminatie door in de hedendaagse samenleving?
‘Er is sprake van een scheefgroei in systemen die er zijn opgebouwd. Die systemen werken voor mensen die deze systemen hebben gemaakt en voor mensen die op hen lijken. De ongelijkheid is verweven in deze systemen. Het is dus lastig om te herkennen dat de scheefgroei er is, sterker nog, we zien als samenleving de scheefgroei als normaal.
Als we het onderwijssysteem als voorbeeld nemen, dan zien we dat 100-120 jaar geleden dit systeem gericht was op witte mannen, uit welgestelde gezinnen. Voor deze specifieke groep werkt het onderwijssysteem nog steeds het beste. Witte vrouwen, mensen van kleur, personen die lhbtq+ zijn of pan (mensen die aantrekking voelen naar personen, ongeacht of dit nou een vrouw, een man of non-binair iemand is, red.), mensen met een fysieke uitdaging, neurodiverse mensen et cetera en elke intersectie die je op deze marges maar kan bedenken, die vallen snel buiten de boot. Kansenongelijkheid in het onderwijs is al jaren een probleem. Het is belangrijk om de systemen ter discussie te stellen. Waar zit die ongelijkheid in de systemen? Hoe gaan we dit tegen? Wat is daarvoor nodig?
Dit klinkt nogal abstract.
‘Voorbeelden zijn hierin genoeg. Het toeslagenschandaal is een belangrijk voorbeeld. Dat raakte mensen met een migratieachtergrond extra hard. Verder heb je het etnisch profileren bij de politie, het WhatsApp-schandaal bij de politie in Rotterdam-Centrum, en heel recentelijk de aangenomen motie van VVD-Kamerlid Bente Becker om gegevens bij te houden over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond.’
Hoe verklaart u deze racistische schandalen?
‘Om racisme als systeem beter te begrijpen is het goed om de geschiedenis in te duiken. West-Europese samenlevingen maken al eeuwenlang onderscheid tussen mensen op basis van etniciteit; witheid werd verheerlijkt. In Europa was de rassenleer lange tijd een wetenschap. Johann Friedrich Blumenbach heeft reeds in de achttiende eeuw zijn ‘theorie’ hierop losgelaten. Later nam Arthur de Gobineau het stokje over en werd onder andere het antisemitisme hiermee vergoelijkt.’
Maar deze theorieën worden toch allang gezien als fout en pseudowetenschappelijk?
‘Forum voor Democratie promoot deze ideeën. De PVV niet expliciet, toch laat deze partij zich leiden door superioriteitsdenken. En deze partij zit samen met VVD en BBB in het kabinet. Denk aan die motie van Bente Becker. Of aan de opmerking van minister Mona Keijzer dat antisemitisme onderdeel is van de islamitische cultuur. Dit is schadelijk en doet geen recht aan Artikel 1 van de Grondwet.’
Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was
Zijn mensen meer openlijk racistisch geworden door de huidige regering?
‘Hier heb ik geen onderzoek naar gedaan. Uit mijn persoonlijke leven heb ik wel negatieve ervaringen. Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was en zich daarin ook gesteund voelen. Een deel van deze witte mannen is zich bewuster geworden van hun eigen ‘superioriteit’. Nee, niet alle witte mannen zijn horken. Het gaat hierbij om witte mannen die misbruik maken van hun positie en mensen van kleur op ‘hun’ plek willen zetten. Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de manier waarop er over mensen van kleur wordt gesproken in witte ruimtes, zoals een museum of het concertgebouw. Een opmerking als: ‘Er zijn vandaag wel heel veel andersoortige mensen’, is een zo’n veelgehoorde uitspraak. Dat kan zomaar in Nederland.’
Wat is die superioriteit? Witheid? Christelijke superioriteit? Of de superioriteit van de westerse beschaving?
‘Er zijn wel mensen die zeggen dat ze beter zijn dan anderen vanwege hun witte huidskleur, maar zo openlijk hoor je dat maar zelden. Veel vaker is het zo dat het superioriteitsdenken in het onderbewuste een rol speelt. Het besluit van een werkgever om mensen met een Arabisch of Turks klinkende achternaam niet aan te nemen bijvoorbeeld. Of om studenten met een migratieachtergrond te discrimineren bij het vinden van een stageplek. Of denk aan een kunstdocent die GroenLinks stemt, maar van leerlingen van kleur verwacht dat ze minder goed presteren.’
Het racisme van de lage verwachtingen…
‘Inderdaad. Racisme is niet per se rechts of conservatief. Linkse en progressieve mensen kunnen ook racistisch zijn.’
Zijn alleen witte mensen racistisch?
‘Als antropoloog/socioloog kijk ik alleen naar de Nederlandse context. Hier is racisme een wit systeem. Als mensen lelijke dingen tegen elkaar zeggen, dan is dat interpersoonlijk problematisch. Wanneer dit binnen een systeem de norm is en het op ‘witte’ macht aankomt, dan is er al heel snel sprake van racisme. Denk bijvoorbeeld aan een werkgever die een werknemer discrimineert, mensen van kleur die zich extra moeten bewijzen om een passend salaris te krijgen terwijl ze al jaren dat werk doen. De bovenkant van onze samenleving is voornamelijk wit. Van mensen van kleur wordt geacht hierin te passen of zich aan te passen, van iets toevoegen is vaak geen sprake.’
Behalve racisme zijn er ook andere vormen van discriminatie. Denk aan seksisme, homofobie, islamofobie, maar ook discriminatie op basis van regio, enzovoort.
‘Uitsluitingsmechanismen heb je over meerdere lijnen. Het gaat ook over iemands financiële status of iemands culturele achtergrond. Het is dan bijvoorbeeld ook relevant waar je wieg heeft gestaan en hoe je sociaal kapitaal eruit ziet.
‘Het is interessant dat je de regio als factor noemt. In de provincie is witheid dominanter dan in de Randstad. Daar is het lastiger voor mensen van kleur. Je moet daar andere strategieën inzetten. In Den Haag heb je bijvoorbeeld veel Hindostanen. Als groep kan je soms meer invloed uitoefenen, ruimte creëren voor uitingen en is er meer herkenning, in de publieke ruimte en in werksituaties. In Friesland is dat minder.’
De Amerikaanse wetenschapper Kimberlé Crenshaw ontwikkelde het concept intersectionaliteit. Volgens haar worden zwarte vrouwen dubbel gediscrimineerd, als zwart persoon en als vrouw. Hoe helpt dit om systematische ongelijkheid beter te begrijpen en te bestrijden?
‘Eigenlijk zou je willen dat je vanuit context benaderd wordt, dus als wetenschapper, sollicitant met bepaalde kwaliteiten, leerling, leraar, enzovoort. Maar dingen die er niet toe zouden moeten doen worden opeens zwaarwegend. Je hebt een achterstand als je vrouw bent, of een persoon van kleur. En een dubbele achterstand als je het allebei bent. Het systeem benadeelt je als je werk, een woning, een stage of iets anders zoekt. Je kunt er bijna geen grip op krijgen.
Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn
‘Veel mensen willen er niet aan. Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn. Maar als je ze vraagt wat ze hebben gedaan om antiracistisch te zijn, dan blijft het stil. Ze doen allerlei dingen die racistisch zijn, maar zeggen dan: ‘Ja, maar ik heb ook zwarte vrienden, mijn zwager is …’, enzovoort. Als je hen op racisme wijst worden ze boos en schieten ze meteen in de verdediging: ‘Ik ben geen racist.’
‘De verrechtsing in Nederland neemt toe, er verschijnt rapport na rapport over racisme op de werkvloer, maar er is niemand die dit doet. Dat is op z’n zachts gezegd bijzonder te noemen. Racisme is overduidelijk aanwezig in ons land. In plaats van het heel hard te ontkennen zou het verstandiger zijn goed in de spiegel te kijken. En te luisteren naar wat er wordt gezegd.’
Maar de kritiek van Crenshaw en anderen is toch dat het systeem racistisch is, niet dat mensen als individu racistisch zijn?
‘Ja, maar veel witte mensen trekken zich dit toch persoonlijk aan. Ze voelen zich aangevallen. En dan heb je geen gesprek. Het gaat echter niet om aanvallen, maar om aanvullen. Het gaat niet zozeer om iemands intenties, maar om de consequenties. Het is goed om dat gesprek met elkaar te voeren.’
Met PVV-aanhangers is het trouwens lastig om een fatsoenlijk gesprek te voeren, vind ik. Over vakantie of over voetbal? Prima. Maar ik praat liever niet met hen over maatschappelijke onderwerpen.
‘Het is inderdaad lastig. Je wilt met veel mensen in gesprek blijven, niemand uitsluiten. Maar je vriendelijkheid en tolerantie hebben een grens.’
Hoe vergroot je het gevoel er echt bij te horen voor mensen van kleur?
‘In mijn werk heb ik het vaak over gecontroleerde ruimtes, ruimtes waar je met elkaar afspraken kan maken, waarin men bekend is met elkaar. Denk aan de werkvloer, de school en de sportvereniging. Daar kan je alles zo organiseren met elkaar, dat alle mensen het gevoel krijgen er bij te horen. Wat is hiervoor nodig? Hoe word je een inclusieve school of een inclusieve werkplek? Hoe ontvang je feedback, hoe spreek je de ander aan op zijn gedrag? Hoe doen we dit samen?’
Moeten alleen witte mensen hun gedrag veranderen en integreren?
‘Het is belangrijk dat we met elkaar kijken hoe we een gelijkwaardige ruimte maken voor iedereen. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens zijn, als je Artikel 1 en goed fatsoen betracht. Het gaat niet om eenheidsworst, maar om ruimte voor een ieder om er te zijn als individu.’
Ten slotte, ben je niet bang dat je theoretische benadering veel te abstract is voor mensen – wit en zwart – die niet in de sociale wetenschappen zijn afgestudeerd? Moet je niet alles vertalen in jip-en-janneketaal?
‘Voor mij is het belangrijk dat deze grote theoretische concepten niet theorie blijven. Het is belangrijk om kennis in te zetten bij ‘normale’ gesprekken. Word je als persoon van kleur in je eentje bevraagd op je etnische of religieuze achtergrond, of bespreken we samen het onderwerp etnische of religieuze achtergrond? Word je in de context van onderwijs als docente benaderd, of als die zwarte vrouw met dat afro haar of die moslima met haar hoofddoek? Mensen van kleur worden te vaak apart gezet. Dat mag niet gebeuren. En als het gebeurt moet je hier lering uit trekken, zodat het niet nog een keer gebeurt. Daar hoef je geen discussie over te voeren.’
Mijn schuin tegenover, stukje verderop overbuurman heeft in de voortuin in koeienletters 2025 met lichtjes geschreven. Hij doet dat elk jaar. Als buurt weten we dan naar welk jaar we toegaan. Begin december verschijnt het jaartal. Volgende keer wil ik beter opletten om te kijken of hij dat voor of na Sinterklaas doet.
Het afgelopen jaar evalueren kan ik niet voor u doen. Ik ben geen AI. Ik kan geen wrap-up van de belangrijkste hoogte en dieptepunten maken. Dieptepunten herinneren is makkelijk. Om hoogtepunten op te halen moet je diep nadenken. AI zal u ook kunnen voorschotelen dat 2025 een fantastisch jaar gaat worden. We zullen het zien.
Wat ik wel weet: Gaza was het drama van 2024. We kregen dagelijks mee hoeveel kindjes er door brute bommen verkoold werden. Syrië heeft na vijftig jaar voor het eerst een nieuwjaar dat ze in vrijheid tegemoet konden gaan. Laten we hopen dat ze het eind van volgend jaar ook in vrijheid kunnen bereiken.
Een groot drama is Soedan. Maar dat vinden we niet zo erg. Er komen geen beelden op onze schermpjes. Dan zal het toch wel meevallen. Opvallend is dat we ook geen beelden van Oekraïne op onze schermpjes krijgen. Toch blijkt uit evaluaties dat daar ook een groot menselijk drama aan de gang is.
Rutte, weet je wel, onze oude premier met de appel op de fiets is ons nu aan het bang maken voor een oorlog hier. Wat er ook moge gebeuren, het is het lot dat ons toekomt. Houdt uw voeten warm en het hoofd koel. Gelukkig nieuwjaar.
Het is de laatste dag van 2024 en in het Spaanse Sevilla krijg ik in het appartement in hartje centrum geen oog meer dicht. Vrouwlief heeft tot mijn grote ergernis geen last van de Italiaanse gnocchi en pizza, die we zo laat in de avond hebben verorberd, en valt als een blok in slaap. Voor mijn gevoelige maag is het toch allemaal een beetje te veel van het goede.
En als je eenmaal begint te piekeren, dan houdt het niet meer op. Ik denk over 2025 en wat voor leven ik straks ga krijgen als kersverse veertiger en aanstaande vader. ‘Als je veertig bent, dan sta je waarschijnlijk dichter bij je dood dan je geboortedag’, zei een vriend nog tijdens het feestje dat ik gaf.
In Andalusië kijk ik dan ook met extra aandacht naar de oudere Spanjaarden die de kerstdagen met de gehele familie doorbrengen. Uitgedost in prachtige kleding, worden ze door hun kinderen en kleinkinderen begeleid van restaurant naar kathedraal naar museum. Alles staat in het teken van kerst. ‘Feliz navidad’ zingen ze uit volle borst mee in de prachtig verlichte straten.
Meteen valt het contrast met Nederlanders op. In ons land is kerst toch vooral een exclusief privégebeuren, dat achter gesloten deuren plaatsvindt. Het is dan ook niet voor niets ‘de meest eenzame dag’ voor veel Nederlanders, en zeker voor ouderen die in verzorgingstehuizen zijn weggestopt.
Het Spaanse kerstfeest lijkt in die zin meer op het islamitische Suiker- en Offerfeest, waar familie en ouderenbezoek dominant is en waarbij Marokkaanse, Turkse en andere islamitische Nederlanders elkaar op straat hartelijk begroeten.
Zou dat te maken met het feit dat Spanjaarden, Marokkanen en Turken allemaal mediterrane volkeren zijn? En trouwens ook volkeren die eeuwenlang met elkaar hebben doorgebracht en daardoor ook veel van elkaar hebben overgenomen?
De kemalistische vorm van ‘moderniteit’ heeft Turken achtergehouden en tot een racistisch volk gemaakt
Immers in het oude Andalusië leefden christenen, moslims en Joden eeuwenlang met elkaar samen. De sporen daarvan zijn tot op de dag van vandaag terug te vinden. Opgevoed als Turkse nationalist, wist ik eerlijk gezegd weinig van de islamitische koninkrijken in Andalusië. Islam in Europa was voor mij vooral het Ottomaanse rijk en het historische feit dat ‘we’ in 1683 tot aan Wenen waren doorgedrongen.
Arabieren figureren ook in seculier-nationalistische kringen in Turkije, ondanks de islamitische connectie, als ‘achterlijk woestijnvolk’. Dat is van oorsprong kemalistische (genoemd naar Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van de Turkse republiek) islamofobie en Arabierenhaat, die hedendaagse Turken achter zich zouden moeten laten. In werkelijkheid heeft de kemalistische vorm van ‘moderniteit’ Turken achtergehouden en tot een racistisch volk gemaakt, zonder enige openheid naar de rijkdom die andere culturen te bieden hebben.
Terugkijkend heeft de eenheidsworst van ‘moderne maatschappijen’ zoals Spanje, Turkije en Nederland vooral vervolging van en geweld tegen minderheden en andere volkeren voortgebracht. Van slavernij tot kolonies en genocide, iedereen die buiten de boot viel en die niet paste binnen moderne frames, ontwikkeld door imperialistische naties, moest eraan geloven. Israël, dat zichzelf eveneens afficheert als moderne natiestaat, is van hetzelfde laken een pak.
Pffh, in de laatste kleine uurtjes van 2024 denk ik aan het verschrikkelijke geweld dat we elkaar aandoen. Natuurlijk hoop ik dat 2025 anders wordt en dat vrede zegeviert. Maar na een jaar als 2024 wordt dat lastig. Willen we kans van slagen hebben, dan is op de eerste plaats veel meer kennis van onze gedeelde geschiedenis nodig.
Wat weten we in Nederland – waar Europa steeds vaker wordt voorgesteld als ‘joods-christelijk’ – nu over Andalusië? Christelijke nationalisten hebben daar een eind gemaakt aan de vreedzame co-existentie die bestond tussen Joden, moslims en christenen. In veel geschiedenisboekjes geven we rekenschap van de antisemitische pogrom op Joden die in die tijd in Andalusië plaatsvond. Maar hoe zit het met de islamofobe aanval op de Arabische aanwezigheid aldaar? De islam was en is al eeuwenlang onderdeel van Europa. Zelfs sommige Nederlanders spraken eeuwen geleden over ‘liever Turks dan Paaps’, tegen de katholieke dwang uit Spanje. Geen compliment uiteraard, maar in 2025 kunnen we daar hopelijk nog aan werken.
Aïcha S, die op sociale media bekend staat als Houyam Star, is door de Marokkaanse rechter veroordeeld tot vier jaar celstraf vanwege ‘haar gedrag op sociale media’, dat niet zouden stroken met de goede Marokkaanse zeden. Ook haar man krijgt een jaar celstraf.
Zo meldt het Marokkaans-Nederlandse lifestyle magazine Yasmina. De rechter heeft ook een verbod opgelegd op het Youtube-kanaal van Houyam Star. Ze zou daarin ‘beledigingen’ hebben geuit en met ‘ongepaste’ kleding verschijnen voor het Marokkaanse publiek.
Aicha S. wordt ook schuldig bevonden aan ‘zichtbaar dronkenschap’ en ‘schreeuwen’ tegen haar kinderen. De publieke moraal in Marokko was volgens de rechter in het geding. Het magazine Yasmina meldt dat de openlijke bekering tot het christendom van Aicha S. een rol heeft gespeeld in haar vervolging. Dit leidde op sociale media tot veel onrust. Het Marokkaanse OM zwichtte onder de Marokkaanse publieke opinie en arresteerde Aicha.
In Marokko zijn de laatste jaren meerdere rechtszaken geweest tegen influencers, zoals Reda Bouzidi, die vanwege haatzaaierij en bedreigingen drie jaar in de cel is beland.
De oplopende spanningen tussen Turkije en de door de Koerden gedomineerde Syrian Democratic Forces (SDF) in Syrië lijkt door Amerikaans ingrijpen weer voor even bezweert. Een wankel staakt-het-vuren tussen blijft overeind, volgens het Amerikaanse ministerie voor Defensie.
Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar. Sinds de val van het Assad-regime in Syrië is de situatie tussen Turken en Koerden gespannen. De nieuwe leiders van Syrië worden gesteund door Turkije, het land dat erop uit is om de Koerdische machtsbasis in het noorden van Syrië te verzwakken of geheel te ontmantelen.
De Turkse regering beschuldigt de militaire tak van de SDF, de YPG, ervan een zusterorganisatie te zijn van de verboden PKK, die ook op de terreurlijst staat van de VS en EU. Direct na de val van het Assad-regime vonden er beschietingen plaats in Noord-Syrië, tussen pro-Turkse rebellen (het Syrische Nationale Leger) en de YPG. De Koerden moesten de stad Manbij, ten westen van de Eufraat verlaten. Ze beschuldigen de Turken ervan dat ze daar nu twee militaire basissen aan het bouwen zijn.
Turkije heeft sinds het mislukte vredesproces met de PKK in 2015 vele legerposten in Noord-Irak gebouwd en de PKK steeds meer teruggedrongen. De Koerden vrezen dat Kobane in Syrië binnenkort ook in Turkse handen of die van pro-Turkse rebellen valt. Voor Amerika, in wezen de enige garantie voor de Koerden dat het gebied niet wordt overlopen door Turkije, is het lastig manoeuvreren tussen de twee bondgenoten. Sinds de val van het Assad-regime heeft Amerika de troepensterkte verhoogd naar ongeveer 2000.
Libanon, Cyprus, Azerbeidzjan, Ghana en Irak: de 62-jarige John van der Linde heeft er gewerkt. Als sergeant, beveiliger, chauffeur, wapeninstructeur en politietrainer. Voor zeer uiteenlopende opdrachtgevers. Een avontuurlijk leven, zonder meer. Stap voor stap kreeg een ander doel grip op John: de wereld een beetje beter maken. Veiliger, menswaardiger, democratischer! Nog één politiemissie wil John doen, de Westbank. ‘Ik begon met Palestijnse terroristen oppakken in Libanon, nu wil ik de Palestijnen opleiden. Dan is de cirkel rond.’
In zijn tot woning verbouwde boerderij gelegen in een kleipolder van het Zeeuwse
Tholen trekt John graag een volle middag uit voor zijn levensverhaal. Het gaat
gepaard met spannende en amusante anekdotes. Hij werd geboren in het Thoolse
dorp Oud-Vossemeer. De problematiek van het Midden-Oosten was in Johns jonge
jaren ver weg. Geopolitiek, dat was meer iets dat zijn opa volgde. ‘Dan ging zo’n
grote bakelieten radio aan’, zegt John, die vervolgens de radiopresentator imiteert:
‘Hier is mr. G.B.J Hiltermann, toestand in de wereld!’ Dan moest hij van zijn opa
‘zwiegen, zwiegen, mond houden!’ De beroemde radio- en televisie analyses van de
rechts-liberale politiek commentator bereikten in Johns jonge jaren een
massapubliek. Voor John waren ze destijds een ver-van-mijn-bed-show.
Johns loopbaan begon niet met internationale ambities, maar met werk in de polders rondom Oud-Vossemeer. Zijn vader was boer en na de middelbare landbouwschool wilde John ook boer worden. Zijn vader had niet veel grond en door schaalvergroting lag een leven als zelfstandig boer voor John niet voor de hand. Hij werkte eind jaren zeventig bij een agrarisch loonbedrijf en werd door lokale boeren onder meer ingehuurd voor de aardappeloogst. ‘Mooi leven,’ vond hij. Een boer wees met een brief aan Defensie nog op Johns onmisbaarheid voor het boerenbedrijf met als doel hem uit de toen nog verplichte militaire dienst te houden. Zonder succes.
John kwam in de onderofficiersopleiding terecht. Met tegenzin ging hij naar de
kazerne in Amersfoort. ‘Opdrukken, hardlopen. Waar ben ik terechtgekomen? Doe
eens normaal!’ Na de eerste schrik pakte John het praktisch aan. ‘Ik ben er nu toch,
laat ik er maar iets van maken.’ Hij koos voor een sergeantsopleiding. ‘Ik zat bij een
verkenningseenheid, moest alle Russische tanks uit mijn hoofd weten. Begon het op
den duur nog leuk te vinden ook.’
John zag een voorlichtingsfilmpje over Unifil (United Nations Interim Force in
Libanon). Het filmpje om Nederlandse soldaten voor deze VN-vredesoperatie te
werven, toonde vooral zon, zee en strand. Het avontuur lonkte en na toestemming
van zijn ouders – hij was nog geen 21- hield niks hem in 1983 tegen. ‘Ik was de best
geslaagde leerling van de verkenningseenheid. Dan sturen ze je graag naar
Libanon.’ Dat er een hoop gedoe was, meer wist hij niet van dat land. ‘Ik was bij wijze van spreken nooit verder geweest dan Tholen. Nooit gevlogen ook.’
Naar Zuid-Libanon
Libanon (John Tweede van Links). Beeld: John van der Linde
Het Israëlische leger (IDF) bezette zomer 1982 Zuid-Libanon. Een blamage voor
Unifil, dat sinds 1979 juist de terugtrekking van het Israëlische leger uit het door
burgeroorlog geteisterde Libanon moest handhaven. ‘Israël reed even naar binnen
om orde op zaken te stellen. Met tanks,’ legt John uit. Palestijnen, die sinds de
oprichting van de staat Israël in 1948 massaal naar Libanon waren gevlucht,
pleegden al jarenlang aanslagen op Israëlische doelen. ‘Je had ook nog majoor
Haddad, die leidde een christelijke militie, die werd waarschijnlijk gefinancierd door Israël.’
John verwijst naar de bloedbaden van september 1982 in de Palestijnse
vluchtelingenkampen Shabra en Shatila. ‘Samen met Haddat pleegde IDF daar
gewoon genocide.’ En dan was er nog de sjiitische organisatie Amal, de voorloper
van Hezbollah. Kortom, aan Unifil de taak de partijen uit elkaar te houden. Een haast onmogelijke opgave. ‘Die Israëlische tanks reden gewoon door ons gebied.’ John stelt dat het mandaat voor Unifil ‘slecht’ was. ‘Als er op ons werd geschoten, mochten we alleen terugschieten met een lichter wapen.’
Er vielen Nederlandse slachtoffers. Toen John er zat sneuvelden er ‘drie jongens’ .
‘De laatste uit ons peloton. Friendly Fire! Een foutje gemaakt met een vuurwapen.’
De herinneringen komen gelijk naar boven. ‘Die jongen lag daar op het vliegveld in
een kist met de VN-vlag erover heen. Wij stonden met rouwbanden opgesteld. Een
generaal prikte nog twee medailles op de kist en dan hoor je de Last Post (een
militair signaal gebruikt bij overlijden, red.). Als ik die op 4 mei hoor, dan geeft dat
een déja vu.’
Bij Defensie was in deze jaren geen aandacht voor trauma-opvang. ‘Er was helemaal geen tijd voor. Niemand zei: ik snap dat jullie het moeilijk hebben. Vanavond even de koppen bij elkaar steken. Nee. Hup, verder met de orde van de dag.’ John klapt bij ‘hup’ stevig met zijn handen. Hij zag hoe andere jongens toen begonnen met veel drinken. ‘Waaronder een van mijn beste maten, dat is nu nog bij tijd en wijle een probleem.’
‘Mustafi en Arafat! Die spraken gewoon Nederlands. Van ‘ons’ geleerd’
Hij heeft ook mooie en voor een buitenstaander fascinerende herinneringen aan zijn tijd in Libanon. Tegenover Johns wachtpost, een zogeheten roadblock, woonde een boerenfamilie met twee kinderen. ‘Mustafi en Arafat! Die spraken gewoon Nederlands. Van ‘ons’ geleerd.’ Nederlandse soldaten bemanden al sinds 1979 deze roadblock. Ze hadden altijd een voedselkist met onder meer brood, eieren, pannenkoekenbeslag voor de soldaten. Door de avondklok viel er in de nacht niet veel te controleren. ‘Dan ging je daar maar een beetje kokerellen. De moeder van Mustafi bakte friet voor ons en met onze pindakaas maakten we daar satésaus bij.’
Arafat en vooral Mustafi kwamen dagelijks langs bij de Nederlandse VN-soldaten. ‘Maakte hij het kotje schoon en dan haalde hij onze mitrailleur uit elkaar. Mustafi had er meer verstand van dan wij. Hij deed het dan ook al vier jaar.’ Tijdens Johns verblijf in Libanon moet Mustafi een jaar of dertien geweest zijn. Als dank voor het vegen en poetsen kreeg Mustafi wat mee uit de voedselkist. ‘Meel en blikken tonijn.’ Een andere Libanese jongen die hele dagen rond de Unifil soldaten te vinden was, noemden ze Speedy. ‘Die kende meer scheldwoorden in het Nederlands dan jij en ik samen.’ Leergierige binken, noemt John ze. Het contact tussen deze Libanese jongens en de Nederlandse Unifillers moest geheim blijven, want ‘er zwaaide wat als officieren wisten dat zo’n jongen de wapens schoonmaakt.’
Jonge jaren (voorbereiding) libanon. Links: John. Beeld: John van der Linde
Aangesloten bij Hezbollah
Twee jaar geleden kreeg John via een oud-collega, die op veteranenreis was naar
Libanon, een levensteken van Mustafi. Een van de veteranen maakte foto’s en werd
aangehouden door Hezbollah. De camera werd inbeslaggenomen. Een van de
officieren van Hezbollah bleek Mustafi te zijn. Hij herkende de Nederlandse veteraan. ‘Camera weer terug. Toen was het gelijk geregeld.’ Of Mustafi nu nog leeft, weet John niet. ‘Zijn pieper kan laatst ook ontploft zijn, wie zal het zeggen!’
Mustafi op bezoek bij de Unifillers. Beeld: John van der Linde
Dat Mustafi zich bij Hezbollah aansloot, begrijpt John wel. ‘Mensen hebben daar geen keus. Israël is al jarenlang de vijand. In een paar zinnen probeert hij het samen te vatten. ‘Libanon is een arm en verscheurd land. Komen de problemen niet vanuit Palestijnse kant, dan vanuit Syrië. Kijk hoeveel vluchtelingen uit Syrië daar zitten.’ De uitzichtloosheid dwingt de bevolking zich aan te sluiten bij Hezbollah.’
Als Unifiller sprak hij ook Nederlands met een Israëlische soldaat. John staat nog maar net na aankomst bij de roadblock op wacht. De zon heeft zijn blauwe baret nog niet verkleurd. ‘He verse!’, klinkt het plots vanuit een groep surveillerende IDF soldaten. ‘Een Joodse jongen uit Apeldoorn die het zijn plicht vond het Israëlische leger te dienen. We deden altijd ruilen: hagelslag uit mijn kist voor zijn chocopasta.’
John zag hoe de Israëliërs voortdurend onder vuur lagen. ‘Vanuit de roadblock keken we uit op Kirjat Sjemona, een plekje in het noorden van Israël bij die uitstulping van de Golanhoogte. Die Israëliërs werden constant bestookt met Russische katjoesja’s en andere raketten.’ John herinnert zich een aanslag op een langs zijn roadblock rijdende Israëlische militaire vrachtauto. ‘Ik schrok me helemaal lam, die Israëliërs gelijk terugschieten.’
Libanon. Beeld: John van der Linde
Terug in Nederland
Veel Unifillers vielen na thuiskomst in een zwart gat. Onuitgesproken trauma’s eisten hun tol. John vertelt over een dorpsgenoot die eveneens in Libanon zat. ‘Hele vrolijke jongen maar enkele jaren geleden maakte hij een einde aan zijn leven.’ Het lange tijd moeten opereren in een omgeving van oorlog en geweld veroorzaakt depressies bij veteranen. John noemt ook andere oorzaken, zoals een gebrek aan spanning en erkenning na terugkomst. ‘Als jonge jongen sta je in Libanon ineens midden in de geopolitieke brandhaard. Je bent in het nieuws.’ Hij roemt de kameraadschap, het stillen van adrenaline. ‘Als je na zo’n tijd terug moet naar je magazijn om orders te pikken, dan val je in een gat.’
Terugkijkend op de missie In Libanon, die tot oktober 1983 duurde en aan negen Nederlandse soldaten het leven kostte, vindt hij het moeilijk om de impact van de missie te duiden. ‘Op het gebied van medische hulp zijn daar door Unifil goede dingen gedaan.’ Over zijn eigen rol in de VN-vredesmacht is hij bescheiden. ‘Ik droeg mijn steentje bij op internationaal niveau. Je weet natuurlijk nooit wat het rendement daarvan is.’ De missie in Libanon leverde John een levenslange fascinatie voor het Midden-Oosten op. ‘Als je eenmaal daar gezeten hebt, volg je alles, heb je er een zwak voor.’ Het leerde hem ook hoe belangrijk het is om de lokale cultuur te begrijpen, wat hij kon gebruiken voor zijn latere missiewerk.
‘Ik dacht: ik ben de politie, ik ben de baas’
Terug in Nederland ging hij eerst aan de slag als loonwerker in de regio Tholen. Al gauw viel zijn oog op een advertentie van de politie in de Mikro Gids. ‘Bonnetje ingevuld en voordat ik het wist zat ik op de politieschool.’ Hij kwam, 24 jaar oud inmiddels, vervolgens te werken als agent in Rotterdam-Zuid. ‘Zijn redding’, noemt hij het voortzetten van zijn loopbaan daar. Hoewel de dynamiek van zo’n grote stad hem beviel, ging hij nooit in Rotterdam wonen. ‘Als ik ‘s avonds over de Thoolse brug reed, voelde ik me zen, dat gaf me een veilig gevoel.’
Bij de politie zat hij in, zoals het in jargon heet, het ‘openbare ordesegment’: handhaven, bewaken en ook de mobiele eenheid. ‘Ik was old school: ik dacht ik ben de politie, ik ben de baas.’ Maar de samenleving veranderde rap, burgers werden mondiger. ‘Ik groeide niet zo mee, dus ik kreeg nogal eens een klacht.’ Keerpunt was dat hij een van huiselijk geweld verdachte man een ‘ongelofelijke flapdrol’ noemde. John -nu 38 jaar oud- moest naar zijn chef komen. ‘Is het weer zo ver!’, herinnert hij zijn chefs woorden. ‘Sjonnie, moet je niet wat anders gaan doen? Je loopt nu al zo lang mee. Je bent een dinosauriër. Je hebt zoveel ervaring, waarom word je geen sport- en vuurwapendocent?’
John volgde het advies gelijk op. ‘Praktijkervaring delen met jonge dienders, dat was fijn.’ Nu hij zelf examens afneemt voor aanhoudingsprocedures begrijpt hij hoe de huidige tijd om een andere politie vraagt. ‘Vroeger werd je als verdachte gelijk dubbelgevouwen, nu vraag je: wat kan ik er aan doen dat u met me meegaat? Ik kreeg het vroeger niet over mijn lippen.’
Politie Rotterdam. Beeld: John van der Linde
Opnieuw VN
In 2004 viel zijn oog op een vacature voor een VN-missie. ‘Ik dacht’, hij slaat op tafel,
‘die is voor mij!’ Na zijn ervaring in Libanon hoopte John op een Arabisch land, het
werd Cyprus. ‘Een vakantiemissie’ noemt hij het, om daar een half jaar trainingen
aan VN-medewerkers te verzorgen. Van zijn missies vond hij deze op werkgebied
minder interessant. Het was misschien niet spannend genoeg. John herinnert zich
hoe ze in contant geld pensioen brachten bij Grieken op het door Turkije bezette
Noord-Cyprus. Cyprus wilde voorkomen om met bankcontact ook Turkije als staat te
erkennen in dat gebied.
‘In veel landen is het vaak maximaal geweld toepassen’
Het hoofd van de missie op Cyprus had een kennis die voor de commerciële
‘mensenrechtenorganisatie’ Equity International in Bakoe werkte. Er was vraag naar
mensen die oliepijpleidingen in Azerbeidzjan konden beveiligen. Beveiligers moesten door internationale experts zoals John worden opgeleid. Schiettraining geven namens een ‘mensenrechtenorganisatie’, het doet de wenkbrauwen fronsen. John legt uit: ‘Ook zelfverdediging krijgt te maken met mensenrechten. Dat je niet iemand doodschiet maar in zijn benen raakt. Je leert de schutter over de rechten van verdachten.’
Oliebedrijven die actief zijn in landen als Azerbeidzjan zetten in op ‘human rights voluntary principles,’ legt John verder uit. ‘Alles moet voldoen aan proportionaliteit,
legaliteit, verantwoordelijkheid en noodzakelijkheid. Wat voor ons de normaalste
zaak van de wereld is. Dat als je geweld toepast, je de minste vorm kiest. In veel
landen is het vaak maximaal geweld toepassen.’
Schietles in Azerbeidzjaan
Maximaal geweld hoort niet bij een democratische rechtsstaat, John is daarvan
doordrongen. ‘Dat je als politieagent bij zelfverdediging goed nadenkt en niet
onbezonnen iemand uitschakelt.’ Met die opdracht moest John en zijn Zweedse
collega zestien Azeri’s als vuurwapendocent opleiden. Hij deed dat namens Equity,
voor oliebedrijf BP. BP had weer een deal met de Azerbeidjaanse overheid. Het was
achteraf bekeken meer een opdracht voor de bühne. ‘BP wil geen gedonder met
Amnesty International en Greenpeace. Ze willen laten zien dat ze een x-bedrag
uitgeven aan het versterken van internationaal geldende mensenrechten.’ Waar John
en zijn collega docent tegenaan liepen, is dat hun cursisten ‘niet erg gemotiveerd
waren het anders te doen.’
John vertelt over een schiettraining bij de Kaspische zee. Hij ziet een vissersboot en
sommeert de cursisten niet te schieten. ‘No problem sir, zegt er één en hij pakt zijn
mitrailleur, piuh, piuh, en hij schiet op die boot.’ Er vielen geen slachtoffers. ‘Ik dacht wel: wat zijn dit voor boys!’ Bij de lunch gooiden ze vervolgens alle plastic verpakkingen in de natuur. John dwong ze het plastic afval op te ruimen. ‘Daar snapten ze helemaal niks van.’
‘Gewoon een heel corrupt land, waar vooral veel rijkdom bij de familie Aliyev
terechtkomt en de oppositie continue de kop wordt ingedrukt’, zo vat hij Azerbeidzjan samen. Twee maal vier maanden zat hij er . ‘De tweede keer om te kijken of de vuurwapentrainers de lessen goed hadden opgepakt. ‘Dan hoor je, wat jullie ons leerden moeten we maar snel vergeten. ‘Ach ja, ’zucht hij: ‘gedane zaken nemen geen keer.’
Expats vervoeren in Irak
Via een Zweedse collega volgde een tweede commerciële klus, nu voor een Engels
beveiligingsbedrijf in Irak, in 2007. De enige geldende levensverzekering in Irak is
Lloyds. Iedereen die voor bedrijven als Siemens, Bam, Ballast Nedam, etc. werkt
moet bewaakt worden door expat beveiligers. Een harde eis van Lloyds. John werd
verantwoordelijk voor het vervoer van expats. ‘Wacht je op het vliegveld met een bord ‘meneer Johnson van Siemens’. Taxiwerk onder bizarre omstandigheden, dat om veel beveiliging vraagt. ‘Zat ik met 20 kalasjnikovs op mijn 5-sterren hotelkamer.’
‘Een paar seconden eerder dan had ik nu minimaal in een rolstoel gezeten’
John werkte als teamleider beveiliging voornamelijk in Iraaks Koerdistan. ‘Geen
Bagdad’, hadden ze vooraf nog tegen hem gezegd. Niettemin had hij wel ‘engeltjes’
nodig in Irak. Dat bleek al snel na aankomst. Moe van de reis kroop John in zijn
hotelbed. Even later alle ramen van het hotel eruit geschoten. ‘Al Qaeda. Als je voor
een open raam ligt, is het afgelopen.’ Tijdens een drie uur durende rit ‘door prachtig
berggebied’ van Erbil naar Suleimaniya liet een van zijn Koerdische beveiligers per
ongeluk op de achterbank zijn wapen afgaan. ‘Ik droeg een zwaar kogelwerend vest
en twee seconden nadat ik even was uitgestapt om mijn rug te stretchen, schoot die kerel zo dwars door mijn stoel heen. Een paar seconden eerder dan had ik nu minimaal in een rolstoel gezeten.’
De gepantserde witte auto’s waarmee de beveiligers expats door Irak rijden vallen
op. John ontsnapte bij Chamchamal aan een door Al Qaeda geplaatste bermbom.
‘Nadat ze onze Toyota met zes antennes op het dak langs zagen komen, lieten ze de
bom via hun telefoon afgaan. Gered door het slechte telefoonnetwerk: de bom ging
net te laat af, het scheelde een meter of 50.’ John keerde later terug en zag dat de
krater enorm was.
John in Irak, 2007. Beeld: John van der Linde
In Johns team zaten vooral peshmerga’s, Iraaks Koerdische strijdkrachten. ‘Veel mee
geoefend.’ Hij had ze als teamleider nodig voor de extra beveiliging tijdens het
chauffeuren. ‘Zij mij om meer technisch en tactisch gebruik van wapens te leren.
Terugkijkend vond hij het een mooie tijd waar hij door dit soort contacten met de
lokale bevolking veel leerde van de cultuur.
Trainingsklus in Ghana
Nadat hij als zzp’er veel trainingen in Nederland had gegeven, volgde in 2010 voor
zeven maanden een commerciële trainingsklus in Ghana. Marine- en politiemensen
meer vaardigheden op het gebied van mensenrechten bijbrengen. Het kleine Noord-
Ierse oliebedrijf Tullow heeft voor de Ghanese kust een olieplatform dat met vier
propellers op zijn plek wordt gehouden. Hier bestaat het risico op een milieuramp, te meer omdat er rond het platform volop wordt gevist. ‘Dus wat deed de marine? Die schoot zonder waarschuwing op die vissers. Er waren al een paar slachtoffers gevallen. Namens Tullow moest ik de marine leren, die vissers zijn je brothers.’ Uit Johns verhaal blijkt dat de training hier meer resultaat had dan in Azerbeidzjan. De marine ging zelfs zwemles geven aan vissers.
Ghana. Beeld: John van der Linde
Voor een geboren en getogen Zeeuw ging in Ghana een wereld voor John open. Een
confrontatie met het slavernijverleden. Onder zijn cursisten zaten Ghanezen met
Zeeuwse/Nederlandse namen als Quist en Van Dijke. John besloot naar Elmina te
gaan, het fort dat door met name Zeeuwse kooplieden in de 17 de eeuw werd ingezet
bij de slavenhandel. ‘Die kooplieden waren protestantse Zeeuwse mannen. Die
hadden concubines; een bijvrouw, een zwarte vrouw.’ Wat hij ‘smerig’ vindt is dat de Zeeuwen hun Ghanese kinderen Nederlands leerden en ze opdrachten gaven om
voor de slavenhandel stammen tegen elkaar op te zetten. ‘Wat zijn we toch een
hypocriet volkje. Ik heb dit nooit geleerd op de lagere school in Oud-Vossemeer.’
In 2012 werd John benaderd door de politieacademie waar hij 2007 was weggegaan.
Vanuit basisplaats Ossendrecht verzorgt hij sindsdien trainingen voor speciale
aanhoudings-, verkennings- en bewakingseenheden. Drie specialismen waarmee hij
in conflictgebieden ervaring opdeed. Als politietrainer kwam hij in 2020 opnieuw in
Irak terecht. Voor een missie van de Europese Unie werd hij vanuit Buitenlandse
Zaken ‘uitgeleend.’
Nog een keer Irak
Nu was zijn standplaats wel Bagdad. ‘Mission Security Officer’ stond er op zijn
visitekaartje. Als de ‘Head of Mission’ of andere missieleden naar een bijeenkomst in
Irak moeten, brengen mensen als John vooraf alle veiligheidsrisico’s in kaart. John
en zijn collega’s zaten in de zwaar beveiligde Groene Zone. In deze zone was het
hotel gepantserd en overal rondom het hotel stonden schutters.
‘De Koerden zijn scherp, alert’
Deze EU-missie bracht hem na twaalf jaar ook terug naar Erbil. ‘Daar was me een partij bijgebouwd. Flats, wegen, de hele mikmak, bizar.’ Koerdistan heeft, concludeert John, in vergelijking met steden als Bagdad en Tikrit veel minder te lijden gehad van aanslagen van terreurorganisatie ISIS. Het komt volgens hem doordat de autonome Koerden in hebben gezet op moderne opsporingsmethodes zoals ‘search, detect and react’ en daardoor eerder afwijkend gedrag herkennen. ‘De Koerden zijn scherp, alert.’ Hun leger heeft samen met de geallieerde troepen hard tegen ISIS gevochten.
In de Groene Zone zat de Amerikaanse ambassade vlakbij Johns hotel, net als de NAVO-basis. ‘Best beveiligde objecten ter wereld.’ Toch zag John vanuit zijn hotelkamer hoe katjoesja raketten richting de Amerikaanse ambassade werden geschoten. Jonge terreurgroepen met banden met Iran zaten daar achter. ‘Die raketten zijn oud, verdwalen en vielen soms vlak bij ons hotel. Dat was wel een ding.’
Een mooie en leerzame tijd vindt hij deze anderhalf jaar durende EU-missie in Irak. ‘Je werkt met gelijkgestemden en in de avond kijk je samen een filmpje met kaas, chips en een flesje bier erbij.’ De diversiteit van Irak is hem na zijn tweede verblijf in het land veel duidelijker geworden. Hij vertelt over de instructies op een sjiitische feestdag, toen hij in Erbil was. De vrees was dat de gemoederen op zouden lopen, een volkswoede zich op expats zou richten. ‘Blijf op je kamer, ga niet naar het zwembad. Kom ik daar, zie ik laserstralen. Blijkt er een dj met een lichtshow bij het zwembad op te treden. Een wereld van verschil met het leven en de bevolking van Bagdad.’ John leerde ook dat je Europese waarden niet aan de Irakezen op moet dringen. Door familiebanden zit iets als corruptie in hun systeem. Daar gaan generaties overheen, wil je dat veranderen.’
John in Irak, 2021. Beeld: John van der Linde
Een laatste missie voor pensioen
Hij is nu 62. Nog een missie wil hij doen. Hij heeft een sterke voorkeur om namens de EU naar de Westbank te gaan om daar de Palestijnse politie trainen. Het is de plek en de mensen daar die hem inspireren voor zijn laatste missie. ‘Ik heb Palestijnen in Libanon aangehouden omdat ze aanslagen wilden plegen en nu zou ik ze training geven zodat ze als samenleving beter worden. Dan is het rond en kan ik met een gerust hart met pensioen.’
‘We zijn hier bij de politie echt humaner geworden’
John legt uit dat de Palestijnse politie nog niet zo lang bestaat. Trainingen vanuit de EU maken volgens hem echt het verschil. ‘We zijn hier bij de politie echt humaner geworden, we gebruiken minder geweld, je leert om eerder waarschuwingen te geven.’ Er moet volgens John bij een politieapparaat in opbouw veel aandacht zijn voor de taken die in Nederland de wijkagent doet. ‘Dat is de spin in het web. Daarom hebben wij weinig terreuraanslagen. De agent heeft contact met winkeliers, jongerenwerkers, noem maar op. Die luistert overal, zit in de haarvaten van een wijk.’
Basisplaats voor een politietrainer op de Westbank is Jeruzalem. ‘Ga je in de ochtend met een busje vanuit Jeruzalem naar Ramallah. Kom je ‘s avonds weer terug. Hij verwacht niet dat Israëliërs moeite hebben met de EU-politietraining van Palestijnen. ‘Ik denk dat liberale Joden en gematigde Palestijnen prima samen door een deur kunnen.’ John moet straks voor zo’n training ook samenwerken met Israëliërs. Zo liggen nu eenmaal de verhoudingen. ‘Israël heeft voor 80 procent de Westbank in handen. Het zijn maar een paar hele kleine stipjes waar de Palestijnen autonoom zijn.’
Hij is begaan met de Palestijnen. ‘Ze zitten overal, in Jordanië, in Libanon, ze hebben geen thuisland. Egypte houdt de grens hermetisch dicht. Ze hebben het allemaal over Arabische broeders, maar ik heb weinig landen gezien die hun broederliefde daadwerkelijk aan de Palestijnen tonen.’ Politietrainingen geven in Gaza? John zucht diep. ‘Dan zal eerst Hamas niet meer aan de macht moeten zijn. Dat is gewoon een dictatuur. De spiraal van geweld stemt hem somber. ‘Je kan niet verwachten dat mensen die nu in Gaza wonen een positief verhaal over Israël vormen.’ Israël creëert daar nu volgens hem nieuwe Hamas-strijders. ‘Hamas voelde dat op zijn klompen aan. Ze wisten dat Israël oog-om-oog, tand-om tand zou reageren op 7 oktober, op de verkrachtingen, het vermoorden van kinderen en het in brand steken van huizen.’
Israël creëert daar nu nieuwe Hamas-strijders
Sinds kort zit John voor een lokale partij in de Thoolse gemeentepolitiek. Zijn zetel geeft hij bij een nieuwe missie gelijk op. ‘Ik heb mijn afscheidsspeech al in gedachten.’ Niettemin hoopt hij eenmaal terug in Tholen zijn bijdrage aan de lokale democratie weer te mogen leveren. Door zijn werk is hij zich meer gaan realiseren hoe in veel landen dit democratische proces niet is ontwikkeld. En dat een betrouwbare politie een essentieel onderdeel daarvan is. ‘Nederland heeft zich ten dienste gesteld een bijdrage te leveren aan democratisering van politie elders in de wereld. Die missies van de EU zijn er nog maar sinds 2008. Vanuit Europa moeten we een bijdrage leveren aan democratisering van de politie, of dat nu in Moldavië, Armenië, Irak of op de Westbank is.’
Hij heeft vanwege zijn leeftijd niet veel tijd meer voor dit politiemissiewerk. Na je 63ste lukt het eigenlijk niet meer om het predicaat ‘geschikt’ voor uitzending te krijgen. Wordt het de komende maanden geen missie op de Westbank? ‘Libië is ook EU- missiegebied en dat spreekt me ook wel aan.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.